Gemengde Berichten.
De oorzaken van het verval van den
Nederlandschen landbouw en de
middelen tot herstel.
Onderwijs,
Kerlmieuws.
ook de concessionarissen van den stoomtramweg
van Yersekendam naar 't station Kruiningen
tegenwoordig waren. In de eerste plaats werd
daar de vraag behandeld: »heeft de genoemde
stoomtramweg, waaraan Yerseke vooral wegens
den oesterhandel zoo groote behoefte heeft, vol
doende levensvatbaarheid
Op grond van een zeer nauwkeurig onderzoek
en van eene vergelijking der geraamde exploitatie
kosten met de vermoedelijke opbrengst volgens
het tegenwoordige vervoer (afgezien dus van eene
mogelijke en waarschijnlijke uitbreiding van dat
vervoer) is men tot de slotsom gekomen, dat
bovengestelde vraag met volkomen gerustheid
toestemmend mag beantwoord worden.
Ten andere is de wenschelijkheid overwogen en
uitgesproken om eene commissie van drie leden
uit den boezem der vergadering te benoemen,
welke concessionarissen zal ter zijde staan om
mogelijk zich nog voordoende bezwaren en hinder
palen uit den weg te ruimen en de exploitatie
zooveel mogelijk te bespoedigen.
Tot leden dier commissie zijn benoemd de heeren
J. A. A. Fransen van de Putte te Goes, D. Koe-
leman te Yerseke en baron Clifford te Bergen op
Zoom en als plaatsvervangend lid de heer G.
Schippers, oesterhandelaar te Yerseke.
Volgens bericht nit Goes oogstte de heer A.
LyseD, leeraar aan de rijkskweekschool te Mid
delburg, Woensdagavond op het concert van de
zangvereeniging der Maatschappij tot bevordering
van toonkunst zeer veel lof in, met zijn vioolspel.
De zuiverheid daarvan werd zeer geroemd. Na
de uitvoering vanhet laatste nommer genoot
de heer Lysen zooveel bjjval, dat hij op aanhou
dend verlangen nog een stuk ten beste gaf.
De voorzitter der afdeeling, de heer W. J. van
Gorkom, bracht aan bet einde der uitvoering een
woord van hartelijken dank aan den heer Lysen
voor zijne belangelooze medewerking en uitte den
wensch dat dit eerste optreden door meerdere
mocht gevolgd worden.
Tot jhr. mr. J. W. C. de Jonge van Ellemeet,
voorzitter der zangvereeniging, die weldra Goes
verlaat, sprak de heer Van Gorkom ook eenige
woorden van hulde voor al hetgeen deze in het
belang der vereeniging heeft verricht met de hoop
dat het dezen voortdurend moge welgaan. Weder-
keerig uitte de heer Van Ellemeet zijne beste
wenschen voor den bloei der vereeniging.
Eenige Haagsche liberalen hebben een adres
aan de tweede kamer gezonden, waarin verzocht
wordt art. 194 der grondwet te wjjzigen, in dien
geest dat de regeling van het onderwjjs aaD den
gewonen wetgever worde overgelaten, behoudens
de grondwettelijke waarborgen omtrent bekwaam
heid en zedelijkheid der onderwijzers bij het
lager en middelb. onderwijs.
Onder de namen van de onderteekenaars komen
voor die van de heeren Robidé v. d. Aa, H. J.
Betz, A. L. H. Ising, A. Haakman van Roijen,
W. J. Knoop, B. Macalester Loup, K. Eland, A.
Kool, J. E. de Vrjj, W. P. C. Knuttel, J. Th.
Mouton, W. N. van Hamel, G. C. Hoetink, J.
Schippers.
Er is een Bond van Christelijke zangvereenigingen
in Nederland opgericht met het doel om door
krachtige samenwerking de Christelijke zangver
eenigingen te steunen, het Christelijk lied te ver
heffen en den volkszang te veredelen. Het voor-
loopig bestuur bestaat uit de heeren m* H. graaf
van Hogendorp, voorzitter; J. H. Hansen, secre
taris; E. L. van Buytenburg, penningmeester; L.
Plette, bibliothecarisallen te 's Gravenhage.
Christ, zangvereenigingen, die lid van den bond
zijn, storten jaarlijks 25 ets. voor elk harer wer
kende leden en 5 van de totaal-bijdrage harer
begunstigers, een en ander tot een minimum
van ƒ15.
Als buitengewoon lid kan men den bond steu
nen door een bijdrage van minstens 2.50 (voor
vereenigingen minstens ƒ6) per jaar.
In het tarief van art. 1 van het wetsontwerp
tot wpziging van de Indische tarieven is, zooals
gisteren in een telegram is gemeld, van regeerings-
wege tusschen de posten Aardewerk en Azijn
een post Arakleggers (vrij) ingelascht en
worden de posten Petroleum en Tabak aldus
gewijzigd: „Petroleum 6 pCt. der waarde
(zoodra een accijns op petroleum wordt geheven
tot een bedrag van 1.75 per hectoliter, zal het
invoerrecht op dit artikel bedragen 0.25 per
hectoliter), Tabak: tabak en snuif 100 kg. ƒ8;
manilla-sigaren id. 200andere sigaren en
sigaretten id. ƒ50.
Voorts vervalt de post: „vaat- en kuip-
werk, nieuw en ledig 10 pCb.
Het verslag der tweede kamer over het wets
ontwerp tot wijziging van de artt. 13, 17, 59, 66
en 92 der gemeentewet (voorziening tegen recal
citrante raadsleden) beantwoordende, zegt
de minister van binnen], zaken:
De regeering kan een zoo grof plichtverzuim
(van opzettelijke verwaarloozing der gemeente
belangen, als oppositie tegen den burgemeester)
niet lijdelijk aanzien. Het gezag der wet dient
tegenover personen, die zeer weinig voldoen aan
het in hen gestelde vertrouwen, te worden ge
handhaafd, voor zoover dit mogelijk is zonder in
botsing te komen met de voorschriften der grondwet.
f,(Maar daarmede wordt nog geen greep gedaan
in de autonomie dei' gemeentebesturen of de
minste inbreuk gemaakt op de onafhankelijkheid
der raadsleden. De voorgestelde voorschriften zijn
daartoe met de noodige voorzichtigheid gesteld.
In het geval van Vledder indertijd werd aan
genomen, dat de burgemeester alleen als college
van burg. en weth. kan optreden. Dat is niet
strikt wettig en met de toepassing yan de artt>
126 en 127 der gemeentewet kan men ook niet
gemakkelijk verder komen en geen baat vinden
ten aanzien van vele huishoudelijke gemeente-
aangelegenheden.
Ook waar de keuze van een s burgemeester niet
goed zou zijn, is onwettig verzet nog niet gerecht
vaardigd. De kamer echter kan moeielijk over
de geschiktheid van een burgemeester met kennis
van zaken oordeelen. Waar de regeering harer
zijds ziet, dat een burgemeester voor zijne betrek
king de noodige geschiktheid mist, en dat daaruit
de ongunstigeverstandhouding voortvloeit, zal zy
zorgen dat zoodanige ambtenaar niet herbenoemd
of ontslagen wordt.
Ongrondwettig kan het niet genoemd wor
den colleges, die het in hen gesteld vertrouwen
beschamen, te dwingen hun plicht te doen, en
dus juist datgene wat de grondwet hun wilde
opgedragen zien.
De minister meent, van het standpunt waarop
hij deze wijzigingen voordroeg en lettende op de
aanleiding daartoe, thans niet verder te gaan met
wjjziging van de gemeentewet.
Twee wijzigingen, in het verslag aangegeven,
acht hij echter te passen in het kader dezer
voordracht, nl. een in art. 92 en die van art. 149,
welk laatste artikel thans aldus wordt voorge
dragen
„De raad benoemt een of meer personen ter
waarneming der betrekking van ambtenaar van
den burgerlijken stand.
Bij ontstentenis, ziekte of afwezigheid van
daartoe benoemde personen, is de burgemeester
of wie hem vervangt, bevoegd en verplicht, die
betrekking waar te nemen."
Ook is art. 225 in dien zin aangevuld, dat
gedep. staten, dertig dagen nadat zij het ge
voelen van den raad hebben gevraagd, eventueel
uit eigen hoofde een mandaat kunnen geven tot
betaling van hetgeen door de gemeente verschul
digd en op haar begrootÏDg gebracht is.
In de Haagsche afdeeling der Hollandsche maat
schappij van landbouw werd eergisteren het boven
genoemde onderwerp behandeld door den heer
dr. L. Mulder, redacteur van de Landbouw courant.
Aan het verslag omtrent die voordracht in het
Dagblad ontleenen wij het volgende:
In de eerste plaats, constateerde spr., weten
onze boeren niet wat zij doenzij werken naar
een stelsel, waarvoor spr. eerbied zou hebben
alshet een stelsel ware. Met een voorbeeld
uit zijn rijke, practische ervaring lichtte hij dit
toe: op de hooge zandgronden in Overijsel bouwt
men rogge, boekweit, en zoo altijd maar door
waarom alleen omdat het van vader op zoon
altijd zoo geweest wasin een vergadering van
een 80tal practische landbouwers, waar spr. uit
spraak over dit „stelsel" liet doeD, keurden allen
het af, ennochtans houden allen zich aan
hun zg. stelsel.
Die stelselmatige verwaarlooziiSig vloeit voort
uit een tweede kwaadgemis aan kennis van het
vak, gemis aan goed landbouw-onderwijs. Om
met kans op goede uitkomsten te kunnen be
bouwen, moet de boer weten wat er in den bodem
zit en wat en hoe er dit uit te halen is, zonder
er kostbare stoffen ongebruikt in te laten, maar
ook zonder den bodem uit te putten. De land
bouwer behoeft niet te leeren, welke metalen de
scheikunde al zoo kentmet iridium en germanium
heeft hij niets te maken, en goud en zilver leert
hij wel kennen als ze in zijn zak zitten, maar
van de landbouw-scheikunde moet hij practische
begrippen krijgen, opdat hij wete wat ammonia
is en soortgelijke zaken meer.
Dan zal ook de derde fout meer en meer ver
dwijnen: de landbouwer verspilt zijn goud. Duizenden
en duizenden guldens bv. gaan jaarlijks verloren
in de lucht en in de slooten, tengevolge der
„stelselmatige" verwaarloozing van de kostbare
meststoffen. Gierbakken eischte spr., opdat het
land alles verkrijge wat nu verloren gaatde
mest, welke er thans op komt, heeft een sterke
gelijkenis met koffie, die men zetten zou van
mokka, welke men, goed gebrand, in een netel-
doeksch zakje eerst eens een veertien dagen flink
had laten uitregenen. Zoo verspilt de landbouw
zijn ammoniak en andere kostbare meststoffen.
Het resultaat Vierde griefhet bouwland
ontvangt nog iets, maar het weiland gaat geheel
ten onder, als moeder natuur er niet voor zorgt.
Verband daarmede houdt weder een vjjfde fout
het streven naar groote boerderijen, te groot voor
de krachten en te groot voor de getalsterkte van
het mest leverende vee.
Maar bovendien, onze landbouwers zjjn in alle
opzichten niet zuinig. Aan hen-zelve in de
eerste plaats weet dr Mulder de overdreven op
voering van de pachtsommen. Om maar in het
dorp te kunnen blijven, werden door jonge boe
reu, die zich vestigden, onmogelijke sommen be
steed voor bouwhoeven, die onder zulk een last
nooit voordeel konden opleveren, ongerekend
dat de weelderige levenswijze zooveel meer dan
vroeger eischt, zoodat de uitgaven dubbel stijgen.
Een zevende fout is, dat de Nederlander te
veel aan graanbouw doet en zijn veeteelt ver
waarloosd heeft. Met een herinnering aan al de
moeite, besteed aan het tot stand brengen van
de vee-stamboeken, wees spr. op de schromelijke
feilen, by de veeteelt begaanals het ware
moedwillig had men het runderras laten achter
uitgaan, door de stieren alweer „stelselmatig"
zoo vlug mogeljjk by den slager voor klein
geld in te ruilen enop een paar kwart
jes te zien als men tusschen een nobelen en een
slechten stamvader voor zijn aanstaande kalveren
de keus had. Op humoristische wijze schetste
spr. dat slachten van de kip met de gouden
eieren. Ons paardenrasaanziet de uit
komsten der pogingen van oorlog, dat in Gelder
land te vergeefs ons beroemde Geldersche paard
zoekt, en wordt wijsOnze varkens
verbasterd tot den natuurstaatcompleet atavisme
tot het wilde zwijn, zonder slagtanden.
In dat alles moet de landbouwer grootendeels
zelf voorzien. Maar ook de maatschappijen moeten
daarbij helpen. Hoe Dit behandelde het tweede
deel van dr. Mulders improvisatie.
Voorop stelde hij daarbij een historische herinne
ring hoe de landbouw-maatschappijen en het
landbouw-onderwjjs ten onzent eerst van de jaren
1841 tot 1848 dagteekenen (met een waardeerende
herdenking van den Economischen tak, waaruit de
maatschappij van ny verheid is ontstaan).
De roeping dier maatschappijen is z. i. in de
eerste plaats, het landbouw-onderwijs krachtiger
dan tot dusver te bevorderen door de hulp van
den zoo invloedrijken schoolmeester ten platte-
lande, die nu veelal zijn „gouden medaille" alleen
voor de curiositeit bewaart.
Vervolgens konden zij, meende spreker, wellicht
helpend optreden om de onmisbaar noodige gier
putten te doen maken, waar de kapitalen thans
verloren gaan, terwijl pachter en landheer kibbelen
over de vraag, wie van de bemesting het meeste
voordeel trekt en dus wie de kosten van den put
moet dragen.
Voorts wilde spr. gebroken zien met het ten-
toonstellingsatelsel, dat uitgediend heeft, om maar
voor rjjp en groen medailles toe te kennen, 6e
prijzen voor een haan met kippen, die niets
merkwaardigs hebben, enz. Vaktentoonstellingen
moesten daarvoor thans in de plaats komen.
Eindelijk bepleitte spr. nogmaals de vorming
van éen groote landbouw-maatschappij, werkende
als de Pransche Sociétê des Agriculteurs, die de
zaken van een algemeen, hooger standpunt over
ziet en, zonder in allerlei bijzonderheden af te
dalen, de groote landbouwbelangen met den
ruimen, meer wetenschappelijken blik van den
grooten landeigenaar behartigt, bevordert en steunt.
Voor de af deelingen echter, daarnevens, ook
een belangrijker werkzaamheid: coneentreeren van
veel wat thans verspreid en verbrokkeld is
overneming van de taak der locale hengsten- en
stieren-associaties, zoo dat aller belang er by
betrokken worde; coöperatie, op de wjjze der
Pransche Syndicats, voor den aankoop van zaden,
meststoffen enz., waardoor ontzaglijke voordeelen
zijn te behalen. Door die middelen, met voordrachten
te vereenigen, zou de landbouwer meer geïnteres
seerd worden in de algemeene zaak en deze, te
gelijk met zijn bijzonder belang, beter gediend.
Hierna ontstond een debat tusschen spreker en
den heer P. F. L. Waldeck, die opmerkte dat de
Hollandsche landbouwer, ofschoon bij bv. beter
zorg draagt voor wisselbouw, in slechter toestand
is dan de Geldersche en Overijsselsche. Z. i. was
dit voornamelijk daaraan toe te schrijven, dat de
Hollandsche boer zich te veel laat bedienen, te
veel knechts en meiden houdt en vergeet dat hij,
om geld te verdienen, zelf moet medewerken.
Daaraan knoopte hij de vraag vast, waaraan in
het algemeen de malaise is toe te schrijven, die
hier ta lande heerscht.
Dr. Mulder repliceerde vooreerst door in te
stemmen met de klacht over de weelderige levens
wijze van den landbouwer, die vaak Trij wat
minder uitvoert dan wij, heeren uit de stad, en
er een heel wat beter en gemakkelijker leventje
van neemt. Dat doet men in de meer afgelegen
streken van Gelderland en Overijssel niet, en van
daar dat ginds welvaart heerscht en hier niet.
Wat de malaise aangaat, daarin durfde spr. niet
diep treden. Groote oorzaken daarvan zijn onge
twijfeld de aanleg allerwege van kostbare open
bare werken, waaraan ook de landbouwer moet
betalen, en de nog niet verdwenen nawerking van
den rampzaligen Eransch-Duitschen oorlog van
1870. Maar de grootste kwaal scheen z. i. te
schuilen in de muntkwestie, in de afwisseling der
waarde van goud en zilver. Nocbthans hield spr.
ons ook voor oogen, dat wij mede een deel dei-
schuld dragen want met ons geld zijn de Ameri-
kaansche spoorwegen gebouwd, die ons de daling
der graanprijzen enz. door den enormen aanvoer
uit Amerika brachten. Ten slotte kon spr. echter
te dien aanzien mat een bevredigende mededeeling
eindigende officieele statistiek der ver. staten
over 1885 bewijst, dat de veestapel daar achter
uitgaat met snelle schreden en dat de roof-
graanbouw in de V. S. zijn grootste hoogte schijnt
te hebben bereikt.
Voor eene christelijke bewaarschool is te
Yerseke voor 564 ingeschreven. Men zal aan
het bestuur der Ned. herv. gemeente verzoeken
om een stuk grond, voor of achter de kerk, in
erfpacht, teneinde de school daarop te bouwen.
Op uit0 December 1885 volgden 87 kweek elin
gen het onderwijs aan de kweekschool voor
machinisten te Amsterdam. Deze waren verdeeld
in 46 in de eerste en 41 in de tweede klasse. 39
leerlingen werden na afgelegd toelatings-examen
geplaatst, 42 voldeden aan het overgangs-examen
van de le naar de 2e klasse en 37 leerlingen
verlieten in 1885 de school. Het eind-diploma
werd uitgereikt aan 22 oud-kweekelingen.
Woensdag jl. had te Middelburg plaats de lang
te voren aangekondigde vergadering van predi
kanten en ouderlingen der verschillende Hervormde
gemeenten op Walcheren, ten einde te beraadslagen
over de wederinvoering der oude kerkorde in
plaats van de synodale reglementen. Over het
algemeen was de vergadering slecht bezocht. De
ouderlingen bezaten de meerderheid. De meeste
predikanten schitterden door hunne afwezigheid.
Ten slotte werd het voorstel met meerderheid
van stemmen verworpen.
In het U. D. houdt C., die onlangs de sensatie-
makende mededeelingen deed omtrent den „Broe
derkring" van dr Kuyper, zijne beweringen vol.
Hij beroept zich daarbjj op de onlangs verschenen
memorie van toelichting van het classicaal bestuur j
waarin de beschuldigingen, door hem den geschor
sten ten laste gelegd, ook daarin worden te berde
gebracht, al geschiedt zulks in een anderen vorm
en al kon dat lichaam niet in de bijzonderheden
treden, die hy ter algemeene kennis bracht.
„Zullen nn de heeren Kuyper, Lohman en Beynier
ook dat alles voor logen en laster verklaren?"
vraagt hij. En hij vervolgt dan„Wat wordt
er, na die memorie, van de beweringen van de
heeren Beynier en Lohman, dat men in de broe
derschap als lammeren bijeen was, die liever
geslagen werden dan zelf te slaan, en nooit over
de zaken van het beheer der kerk gesproken
hadden? Is nu reeds de quintessens myner be
schuldiging door een officieel lichaam zoo goed
als herhaald, ook de bijzonderheden zullen lang
zamerhand aan 't licht komen. Lust om mijn
vizier open ta schuiven tegen dr K. heb ik vol
strekt niet, want aan de feiten zelf zou mijne
persoonlijkheid niets afdoen."
Toen dezen morgen te Vlissingen het korps
van discipline naar het gewone schietterrein op
marsch was, wierp op de Tonnenburg een der
manschappen zijn geweer in 't water, wat zijne
onmiddelijke arrestatie en terugvoering naar de
kazerne tengevolge had. Bij de spoorbrug over
het kanaal van Walcheren gekomen, werd door
een ander der manschappen hetzelfde gedaan,
natuurlijk met hetzelfde gevolg.
Te Veere is een man van bijna 72 jaar in
ondertrouw met eene vrouw vau 31 jaar. Dit is
de derde maal, dat hy in het huwelijksbootje
stapt; de oude heer heeft er dus niet spoedig
genoeg van.
In het najaar, toen de aardappels in het Goe-
sohe land ter nauwernood 1.50 per heet. konden
bedingen, waren de boeren bevreesd dat door den
weinigen omzet de prijzen nog lager zouden
worden. Thans zijn echter die prijzen bij den
dag stijgende er wordt nu al tot ruim 2.50
per heet. voor de Zeenwsche blauwen besteed en
er is daard<jpr meer aftrek. Men denkt dat de
prijs nog stijgen zal»
Volgens bericht aan de Maasbode bestaat
te Schiedam sedert ruim een jaar een consortium
van branders, dat zich ten doel stelt om brandy
rijen, die in openbare veiling worden aangeslagen,
aan te koopen en te sloopen, teneinde daardoor
het overtollige getal branderijen tot een behoorlijk
cijfer te verminderen en de productie van het
gedistilleerd in evenredigheid met de vraag naar
dit artikel te brengen. Sedert dit consortium de
banden aan het werk heeft geslagen, zijn reeds
10) brandery ter slooping aangekocht.
Dezer dagen kwam aan het station Dedems-
vaart een rijtuig uit Gramsbergen, waarin vier
personen, die allen geheel bedwelmd en bewuste
loos waren, tengevolge van een stoof met wal
mende kolen. Door het aanwenden van doelmatige
middelen wist men hen weer bij te brengen.
Dezer dagen is te Amsterdam in het militair
hospitaal overleden zekere Nicolas Lasalle, een
gewezen orkest-directeur, die, na den Fransch-
Duitschen oorlog te hebben medegemaakt, kapitein
van de Commune is geweest. Toen de geregelde
troepen Parijs in hun macht hadden, ia Lasalle
zijn land ontvlucht eu heeft als koloniaal dienst
genomen voor onze Oost, vanwaar hij doodelijk
ziek Vrijdag jl, teruggekeerd en in het hospitaal
opgenomen is. Zijn lijk is met militaire eer op
het kerkhof De Liefde ter aarde besteld geworden.
Als een bewijs dat de landbouw, evenals in
Zeeland, ook in Limburg kwijnt, kan strekken
dat in een der jongste nommers van den Lim
burger Courier niet minder dan 73 vee- en akker-
verkoopingen worden aangekondigd, waarvan de
aanleiding alleen te vinden is in de verkoopers
die het akkerbedrijf niet langer zullen uitoefenen.
Hoe verlicht het landvolk reeds is te Renkum.
Daar houdt geregeld iedere week een vrouw uit
Wageningen zitdagen om de kaart te leggen.
Een nieuwe kampvechter voor Nederlands
eer op 't gebied van schaaf sen-sport is opge
staan in zekeren Cloo van Nijehaske, die de
bekende schaatsenrijders Pieter Bruinsma en B.
Kingma heeft geslagen. Cloo is een jongeling van
nog geen 23 jaren. Daar kan Axel Paulsen nog
pleizier van hebbenen de liefhebbers van die
hardryderijen kunnen gerust zijn dat het ras van
hen, die op dat gebied onzen naam moeten op
houden, nog niet uitsterft.
Als wij nu ook maar op wat meer practisch
terrein ons best doen om onze nationale eer op
te houden, zal het, dunkt ons, vrjj wat beter zyn.
In den loop van dit jaar zal te Edinburgh
een internationale tentoonstelling van industrie,
kunsten en wetenschappen gehouden worden. Een
groote aantrekkelijkheid zal de afdeeling voor
vrouwelijken arbeid hebben, daar zal men vinden
voorwerpen van decoratieve kunst, naaldhandwerk
enz. Inzendingen moeten geschieden vóór 15 April.
Inlichtingen zyn te verkrijgen bij den heer
Marchbauk, 18 Frederickstreet, Edinburgh.
In Kaïro hield sir Drummond Wolff een
bijeenkomst met de Engelscbe bevelhebbers ter
overweging van het al of niet bezetten van Don-
gola. De gevoelens waren verdeeld, men heeft het
verslag der vergadering naar Londen geseind.
Volgens berichten, in St. Peters burg ontvan
gen, ljjdt de Afghaansehe grensregeling-commissie