Nü 40. 129e Jaargang 1886.
W oensdag
17 Februari.
MARUJA.
ScWflTorimp ten tóe van het
rijt ei 5e provincie.
FEUILLETON.
Middelburg 16 Februari,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3jm. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Door BRET HARTE
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou, te Tliolen: W. A. van NiEüWENHüuzEN,te Terneuzen: A.van dek Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John P. Jones, opvolger.
steld, volgens welken de uitlevering van politieke
misdadigers, zoowel als van personen, die hun
militaire verplichtingen niét vervuld hebben, en
van verdachten verplichtend wordt gesteld. Hij
is gesanctioneerd door Turkije, Spanje, Nederland
en de Scandinavische Staten. Alleen Engeland
en Italië weigeren volstrekt zulk een bepaling aan
te nemen. Frankrijk, België en Zwitserland vragen
naar een juiste omschrijving der uitdrukking
„politiek misdrijf". Oostenrijks antwoord is nog
niet gegeven."
Terecht twijfelt het Vad. aan de juistheid van
dit bericht. Het is toch niet aannemelijk dat ons
land tot zulk een gewrocht der duisternis zou
toetreden, zelfs zonder zich aan te sluiten aan de
vraag om nadere inlichting.
Met Rusland op dat terrein samen te werken
blijft altijd gevaarlek.
Wij ontvingen een uitvoerig request, door den
kapitein der infanterie G. J. W. Koolemans Bey-
nen ingediend aan de tweede kamer en aan de
ministers van oorlog en justitie, houdende het
verzoek tot wijziging der bepalingen van het crim.
wetboek voor het krijksvolk te lande, betreffende
het misdrijf van desertie.
In dat adres wordt opgemerkt dat genoemd
wetboek geen omschrijving van dat misdrijf bevat.
Adressant nu is sedert jaren tot de overtuiging
gekomen dat de bestaande jurisprudentie in zake
desertie onjuist is, en meer anderen zijn dat ge
voelen toegedaan. Wel heeft de krijgsraad te
Arnhem, in den loop van het jaar '83, eenige
vonnissen gewezen in den zin van adressant# op
vatting, doch die vonnissen zijn door het Hoog
Mil. gerecht#hof, in appèl, niet geapprobeerd.
Tengevolge dezer jurisprudentie worden jaarlijks
gemiddeld 316 militairen van de zee- en land
macht gestraft als ^deserteur", omdat zij zich
schuldig maken aan bet zich zonder verlof, verwij
deren verder dan een uur gaans van hun korps
garnizoen or kantonnement. Leze gestrenge wets
toepassing drukt alleen op de militairen van min
deren graad, niettegenstaande er misschien niet
éen officier is, die zich nimmer op eene wandeling
aan dezelfde overtreding heeft schuldig gemaakt.
Naar adresaants meening zou eene wijziging,
als door hem verlangd wordt, worden verkregen
indien in het wetboek twee artikelen werden
gevoegd, en wel tusschen de woorden: »Ze#de titel.
Van desertie" en „Eerste Hoofdstuk" een art, 1066,
hetwelk zou kunnen inhouden
„Wegens desertie wordt gestraft de militair
die zich schuldig maakt aan ongeoorloofde ver
wijdering, met het opzet zich voortdurend te ont
trekken aan de verplichtingen, welke de wet hem
oplegt of vrijwillig door hem zijn op zich genomen",
en een art. 1596 van den volgenden inhoud
„Het voorgeschrevene in de artt. 159 en 214
van het crimineel wetboek geldt evenzeer voor de
militairen, die in tijd van vrede zonder verlof
opzetteljjk acht dagen en langer van hun garni
zoen of korps afwezig blijven."
Werden de artikelen in het wetboek opgenomen,
dan zou het zich voor minder dan acht dagen
van zijn korps of garnizoen verwijderen discipli
nair strafbaar blijven op grond van art. 258 van
het reglement op den garnizoensdienst, inhoudend
»Geen militair mag het garnizoen verlaten, al
ware het maar voor eenen nacht, zonder permissie
van den plaatselijken commandant, die dezelve
niet zal kunnen geven, dan op verzoek van den
commandeerenden officier van het korps."
Het Vad. meldt dat binnen eenige dagen de
memorie van antwoord betreffende het zalmtrac-
taat de kamer zal bereiken. De heer Van Kar-
nebeek moet het in deze zaak geheel eens zjjn
met zijn ambtsvoorganger, en zal het tractaat
met volle overtuiging verdedigen.
Van eene beantwoording van het voorloopig
verslag betreffende het letterkundig tractaat met
Duitschland verneemt men niets. Het is trouwens
geen geheim, dat Duitschland aan dat algemeen
bestreden tractaat lang zooveel niet hecht als aan
eene conventie betreffende de zalmvisscherjj.
In den tegenwoordig slechten tijd is zeker
elk bericht welkom, dat getuigt van eenig meerder
vertier en leven op industrieel gebied.
Daarom verdient o. i. wel vermelding dat de
levering van het ganache ameublement voor het
nieuwe hadhotel te Vlissingen gegund is aan de
firma P. M. Beunke zoon alhier. Te meer ver
dient dit opmerking omdat er geconcurreerd moest
worden met Duitsche en Belgische meubelfabri
kanten.
Daar alles reeds in Juni moet worden geleverd,
zal de heer Beunke aan zijn zaak groote uit
breiding dienen te geven en ook de hulp van d en
stoom inroepen.
Mochten wij van meerdere zaken in onze
nabijheid tegenwoordig zulke gunstige berichten
kunnen meedeelen!
Dezelfde firma heeft ook eene inzending gereed
voor c2ü te Amsterdam te houden vaktentoonstel
ling. Die inzending bestaat uiteen spiegelkas,
ledikant, wascktafel, nachttafeltje en vier stoelen.
Dat een en ander keurig afgewerkt is en
den naam der Middel burgsche firma eer zal aan
doen, zal zeker ieder beamen die gebruik maakt
van de door de firma Beunke gegeven gelegen
heid om haar werk, vóór het naar de hoofdstad
wordt verzonden, te bezichtigen.
Uit Vlissingen schrijft men ons:
De gasfabriek, die aan dezelfde groote maat
schappij de Imperialals die te Amsterdam toe
behoort, geeft ook hier aan vele verbruikers reden
tot klagen.
Over de maand December toch is bij de meeste
verbruikers eene plotselinge verhooging van het
verbruik waargenomen, die schier aan het onge-
loofelijke grenst. Bjj sommigen was het verbruik
30, 40, 50 en meer percenten hooger zonder dat
er eenige reden bekend is, die het meerder ver
bruik wettigde. Wat er aan te doen? de meter
wijst het uit! Over de slechte kwaliteit is slechts
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
konings in de provincie Zeeland van den 3 Febru
ari 1886, A n° 104 le afdeeling Provinciaal blad
n° 16) berinneren bjj deze de belanghebbenden
aan de bepaling, vervat in de wet van 8 Novem
ber 1815 Staatsblad n° 51) volgens welke alle
schuldvorderingen ten laste van het rijk, binnen
zes maanden volgende op het jaar waarover zij
ioopen, zullen moeten zijn ingediend bij de admi-
nistratiën, collegiën, autoriteiten of ambtenaren,
die de orders tot het doen van leveranciën of
anderszins gegeven hebben op straffe van bjj ver
zuim te worden gehouden voor verjaard of ver
nietigd, alsmede aan die van art. 125 der provinciale
wet, waarbij de termjjn van verjaring voor het
rijk van toepassing is verklaard op de vorderingen
ten laste van de provincie.
Zij noodigen mitsdien de belanghebbenden uit,
om hunne schuldvorderingen met bewijsstukken
over 1885, ter plaatse waar het behoort, zoo
spoedig mogeljjk in te zenden en daarvoor het
aangegeven tijdstip van 30 Juni a. niet af te
wachten.
Middelburg, den 16 Februari 1886.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PI C K
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Op de buitengewone vergadering, Woensdag 24
Pebr. te Utrecht te houden door het Nederlandsch
Landbouw-comité, zullen o. a. behandeld worden
de adressen aan de regeering in zake invoerrechten
op granen, die door den minister van waterstaat
in nanoen. van het comité gesteld zgn om auvita.
In zijn concept-rapport verklaart dit comité dat
het eene heffing van zulke rechten ten sterkste
afkeurt. Wij komen nader op dit rapport terug;
plaatsgebrek belette ons dit heden uitvoeriger te
behandelen.
Wat de gevolgen zijn van zulk eene heffing kan
men leeren uit een bericht, van New-York af
komstig.
Daar maakt men zich reeds op een tegenhanger
in het leven te roepen, wanneer onze regeering
gevolg mocht geven aan haar voornemen, om den
invoer van petroleum in Nederland of zjjne
koloniën met een zeker recht te bezwaren. In
genoemde Amerikaansche staten heeft zich een
sterke combinatie gevormd van belanghebbenden
bij den handel in petroleum eD in Amerikaansche
tabak, teneinde in dat geval eene verhooging te
bewerken van het invoerrecht op Sumatra-tabak.
Volgens een bericht uit Weenen aan Daily
News is op last van den czaar een wettelijke
maatregel van volkenrechtelijken aard samenge-
Toen Pereo een half uur later in de fond a kwam
scheen het ontzag, dat die half bjjgeloovige ruwe lie
den voor hem hadden, nog toegenomen te zijn. Welke
verhalen de voortvluchtige Michel ook aan zijn
makkers over Pereo's verdediging van den jeug
digen vreemdeling mocht gedaan hebben, zooveel
is zeker dat zij een groote uitwerking hadden. De
kastelein, die in de hoogste mate onderdanig
jegens hem was, voelde zich zoodanig vereerd,
toen Pereo, niet ongevoelig voor dit bewjjs van
overwicht over zijne landgenooten, nederbuigend
aanbood om met hem te klinken, dat hjj zijn best
deed om hem nog verder te bevredigen.
„Het is jammer dat uwe gena deniet vroeger
Bier is geweest," begon hjj met een veelbeteeke-
nehden blik op de anderen, „om een knappen,
jorigen vreemdeling te zien, die hier geweest is.
Hij had een tintje van misdadigheid over zich,
dat is waar een soort van Don Caesar
mjaar hij gedroeg zich altijd als een caballero.
Ujwe genade zou schik in hem gehad hebben,
daar gij niet houdt van die huichelachtige Puri
teinen, zooals onze buurman daar ginds."
»01" zei Pereo nadenkend, en zich opwin
dend© onder het vuur der vleierjj en van den
brandewjjn, „misschien heb ik hem gezien. Hjj
geleek op
»Op geen van de honden, die men in de
buurt van San Antonius ziet," viel de kastelein
in. „Hjj leek bjjna geen Amerikaan, ofschoon hjj
geen Spaansoh sprak."
De oude man lachte ondeugend bij zich zelf
en dacht; »En gij, oude, dwaze Pereo, moest
noodzakelijk gelijkenis met uw vijand zien in
dien armen deserteur, in dit kind dien voort-
vluchtigen Don Juan. He! hel" Hjj voelde
evenwel een onbestemde vrees voor de gemoeds
stemming, welke dat beeld opgewekt had en hjj
dronk zóo veel om zich over die zenuwachtigheid
heen te zetten, dat hjj met moeite weer op zjjn
paard kon komen. De verhitting door den drank,
scheen echter zjjn eigenaardigheden te verhoogen;
zjjn gelaat werd somberder en weemoediger, zijne
manieren werden deftiger en plechtiger, en recht
en stijf in het zadel zittende, wat het bovenlijf
betrof, doch met elke beweging van het paard
van de eene zijde naar de andere slingerende,
zwalkte hjj naar La Mision Perdida, geljjk de
mast op een dobberende sloep. Een paar maal
hief hjj een sentimenteel liedje aan, en wel het
Spaansche refrein van het minneiied eens mata
dors, dat hjj met potsierlijke deftigheid voordroeg.
De hoefslagen van zjjn paard gingen in de maat
met de muziek en af en toe sloeg hjj met het
lederen einde van zjjn leidsel in de lucht.
Het was reeds zeer laat, toen bjj La Mision
Perdida bereikte. Hjj sloeg het laantje, dat naar
den stal leidde, in en stapte af bjj het hekje in
den heg, waarmede men naar het zomerhuisje
van den ouden tuin gingen de teugels over den
nek van den mustang werpende, liet hjj het dier
vooruitgaan naar den stal, De maan scheen
helder op de omheining, toen hjj uit den doolhof
trad. Met ontbloot hoofd naderde hjj den Indi-
aanschen grafheuvel en viel er voor op de
knieën.
Eensklaps vloog hjj met een uitroep van schrik
overeind en zjjn hoed ontviel aan zijne bevende
handen. Vlak voor hem zat halverwege op den
heuvel een klein, grjjs, wolfachtig dier, dat bij het
ontwaren zijner roerlooze gedaante in zjjn loop
gestuit was. Geschrikt van zjjn uitroep en niet
kunnende vluchten, was het roofdier brommend
op zijn achterpooten gezonken en liet zjjne tanden
zien, die in den maneschjjn glinsterden.
Oogenblikkeljjk veranderde de uitdrukking van
vree# op het vaste bleeke gelaat van den grijs
aard in een starenden blik van waanzinnige
verrukking, zijne lippen bewogen zich; hjj deed
een stap naar voren en strekte de beide handen
tegen het kruipende ondier uit.
»Zoo 1 Zijt gjj daar eindeljjk! En komt
gij hier om uwen tragen Pereo verwjjten te doen
Komt gij ook om den ouden man te zeggen dat
zjjn hart koud is, zijne ledematen zwak zjjn, en
zjjn brein verward en duizelig is? Dat hjj
niet langer in staat is om het werk van uw
meester te doen? Zoo, laat gjj hem uwe tanden
zien! Vervloek 1 vervloek hem in uw hart 1 Maar
één roep 1 En dan bjj een zoo hoogen prijs van
12 cent den kub. meter!
De commissie inzake de gaskwestie te Goes
ontving een schrijven van de gasmaatscbappjj te
's Gravenhage, waarin volgens de G. Crt. het
volgende wordt gemeld
„Het door u gedaan verzoek tot verlaging van
den gasprjjs tot op 10 cents per stère heeft, zoo
eenvoudig als het voorstel oogenschjjnljjk ook
luidt, eene ernstige strekking, en is van diep
ingrijpenden aard in de gevolgen.
Dat zulk eene zaak niet overhaast en zonder
nauwgezet onderzoek kan en mag worden beslist,
ligt voor de hand. Wat toch is het geval Bjj
verlaging van den gasprjjs met circa 30 zal
(dit althans leert de ondervinding bjj andere
fabrieken) het debiet met minstens 40 a 50 pet.
moeten stjjgen, en nu moet in de eerste plaats
worden onderzocht, of onze gasfabriek te Goes,
zonder eene aanmerkeljjke uitbreiding te onder
gaan, in staat is een zooveel grooter quantum
gas te leveren.
Die eventueele uitbreiding nu zal, althans
wanneer zij zal blijken noodzakelijk te zjjn, ge
paard moeten gaan met eene conees*ie-verlenging
door het *tedeljjk bestuur uwer gemeente, daar
toch niet met billjjkheid kan worden gevergd
dat onze maatachappjj besluit tot eene uitbreiding
der gasfabriek, welke minitens 45000 zal kosten,
met de wetenschap dat onze geheele inrichting
over zes jaren voor eene reeds than# va#tgestelde
som het eigendom wordt der gemeente Goes.
Een en ander heeft heden een ernstig punt van
overweging bjj het bestuur uitgemaakt, en nu
is door ons besloten
1° In het begin der volgende week door een
ervaren gaskundige een nauwgezet onderzoek te
doen instellen naar de capaciteit der Goesche
gasfabriek.
2° Op grond van het dienaangaande uit te
brengen rapport eene beslissing te nemen of reed®
thans tot eene verlaging van den gasprjjs als
door u bedoeld kan worden overgegaan, zonder
dat ernstige stoornis in den geregelden gang van
zaken te vreezen is.
3° Casu quo met het gemeentebestuur vaa
Goes te onderhandelen over eventueele verlenging
der concessie, waarbjj wjj ons in principe bereid
verklaren ook voor gasverbruik bij dag tegen
zeer verlaagden prijs gas te leveren.
Het bewuste onderzoek kan binnen acht dagen
afgeloopen zjjn, en zullen wjj u van den uitslag
ter zijner tijd kennis geven. In ieder geval zul
len wjj op uw verzoek vóór 20 Maart a. s. eene
beslissing nemen, met dien verstande, dat wanneer
tot prijsverlaging wordt besloten, die lagere prijs
zal gerekend worden in te gaan met 1° Maart a. s."
Den 25en Pebr, e. k. zal het 40 jaar geleden
zijn, dat de heer J. Vink, secretaris ook van
Colijnsplaat, door Z. M. koning Willem II, in
de plaats van den heer J. Schrier, tot secretaris
van de gemeente Cats werd benoemd,
Waarschjjnljjk is de heer Vink wel de eenige
luister, luister goede vriend ik zal u een
geheim vertellen ja goede broeder - een
geheim ol zoo'n groot geheim! Een plan,
geheel van mij, zoo pas in dit grjjae hoofd ont
kiemd; ha; hal geheel van mjj 1 En dat door
deze arme, oude armen zal uitgevoerd worden,
ha, ha 1 Geheel van mij 1 Luister 1" Hjj ging
zachtjes een stap naar het verschrikte dier toe;
dat echter met een zjjdelingsohen hap langs hem
heen schoot en in het struikgewas verdween;
Pereo keerde zich woedend om en zonk met een
rauwen kreet hulpeloos en bewusteloos neder op
het graf zjjner voorvaderen.
HOOFDSTUK VI.
Tot groot verdriet der meeste heereü en tot
onverwachte bljjdschap van enkele dames begaf
Maruja zich heel vroeg naar haar kamer. Zjj
haalde haar jongere zuster Enriquita over om een
uurtje haar afzondering te deelen en onthaalde
haar met betooverende zwaarmoedigheid op
ouweljjke lessen en jeugdige ornamenten en
sieraden.
»Gjj zult zien dat ze niet veel waarde heb
ben, Riquita; maar gij zijt jong en zult er aan
ontgroeien, evenals ik. Ik kan die Indiaansche
kralen niet meer zien, iedereen draagt ze; maar
zjj passen bij uw tint. Gjj zjjt nog niet oud
genoeg voor juweelen; kies hier uit."
[Wordt vervolgd.)
HOOFDSTDK V.