N° 36. I29e Jaargang. 1886. Vrijdag 12 Februari. Kostelooze Koegmtóif ei taineröHi. Middelburg 11 Februari. FEÜ1LLETO MAHÏÏJA. Dit biad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franoo 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Agenten te Vlissingen: P. G-. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kminingen: F. tan dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou, te TholenW. A. van Nieweneüijzen, te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. He burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend, dat aan het bureau voor vaccinatie in de Oude Kerkstraat, wijk B n° 83, eiken Hon derdag des namiddags te halt 4 uren gelegenheid bestaat tot kostelooze inenting en herinenting met animale Koepokstot. Zjj noodigen een ieder ten dringendste uit, om van dat heilzaam middel ter voorkoming van de pok ziekte zooveel mogelijk gebruik te maken. Middelburg, den 9ea Februari 1886. De burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K De Secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. Naar aanleiding van den toestand in Djambi schrijft H. ons: Is de regeering wel geheel doordrongen van het groote gevaar, dat onze heerschappij bedreigt op geheel Sumatra, door bestendiging van den huidigen toestand in het rijk van Djambi? Nim mer was ons gezag daar op degelijke grondslagen gevestigd, en sedert het jaar 1859, toen de regeerende sultan Taha door ons werd afgezet en verdreven, heeft dat land ia een roortdurenden toestand van gisting verkeerd, die eindelijk in onze dagen tot een openlijken opstand is over geslagen. De verdreven sultan, die den aanhang en de sympathie bezat en behield van het meerendeel zjjner vroegere onderdanen, vestigde zich in de moeilijk toegankelijke binnenlanden, en hield niet op samen te spannen tegen ons gezag, en zjjne omgeving, waarover hij feiteljjk de heerschappij roerde, tegen ons op te hitsen. De sultan, door ons in zijne plaats aangesteld, bezat niet den minsten invloed, evenmin als zjjn opvolger, die thans regeert. Meermalen gelukte aanslagen op het leven van Europeanen, gevestigd ter hoofdplaats, en op de, benedenwaarts aan de rivier Batang Hari gelegen, plaatsen Moeara—Kompeh en Saba waren het daielijk gevolg van dezen onzuireren toestand. In latere jaren hadden brutale rooverjjen plaats van eene bende oproerlingen, aangevoerd door een zekeren Raden Anoem, bloedverwant van Taha. Een openlijk verzet tegen onze heerschappij in het geheele rijk, voor eenige maanden be gonnen, en steeds grooter proportiëen aannemende, is de vrucht van een moedwillig oogensluiten voor het gevaar, dat ons dreigde door de bestendiging van den beschreven toestand in het binnenland, en het verkeerd beleid der regeering en hare dienaren. Wat zal thans de regeering doen? Zal zij met al die middelen, welke haar ten dienste staan, eene kïaebtige militaire expeditie uitrusten, en den oproerlingen op gevoelige en afdoende wijze onder het oog brengen, dat er met het 8. Door BRET HARTE. VIERDE HOOFDSTUK. De dokter boog het hoofd weer over zijne reke ningen. De landlooper strekte, op den drempel gezeten, de hand uit, trok een korenhalm uit, die daar vlak bjj den stoep was opgeschoten, en begon er langzaam op te knabbelen. Hjj sloeg de oogen niet naar den dokter op, maar zat als een gewoon misdadiger, die zjjn vonnis afwacht, zonder vrees, zonder hoop, maar niet zonder een zekere wijs- geerige gelatenheid in zjjn lot. „Ga in die gang," zei de dokter zjjn hoofd opheffende bjj het omslaan van een blad in zjjn kasboek, »daar zult gjj op een plank eenige ftrbeiderskleeren vinden. Zoek er iets uit, wat u past." De landlooper stond op, ging langzaam naar de gang doch bleef staan, zeggende: »Het is alleen Toor de karwei begrijpt ge?" »Voor de karwei," zei de dokter. De landlooper keerde weldra terug met een broek en een hemd over zjjn arm en een paar laarzen en sokken in zjjn hand. De dokter had zjjn pen neergelegd. „Ga nu in de kamer om u te verkleeden. WachtWasch eerst in de bad kamer het stof van uwe voeten." De landlooper gehoorzaamde en ging in de Nederlandsch gezag niet te spotten valt? Of zal zjj, zooals veeltjjds in onze Indische oorlogen het geval is geweest, weder hare toevlucht nemen tot halve maatregelen en daardoor oorzaak zijn, dat ons prestige opnieuw een geduchten knak krijgt Men bedenke toch wel wat hiervan de gevolgen kunnen zjjn, wat er afhangt van het welslagen dier eerste pogingen tot demping der muiterjj. Ieder, die eenigszins bekend is met den politieken toestand en den geest der bevol kingen van Sumatra, kan daaraan niet dan met vrees en beving denken. Is het niet nog slechts vier jaren geleden, dat alleen bjj toeval eene allergevaarlijkste samen zwering te Palembang ontdekt, en slechts door het uitstekend beleid van den resident en zjjne ondergeschikte ambtenaren verjjdeld werd! Die samenzwering beoogde niet minder dan het op slag vermoorden van alle Europeanen, aldaar woonachtig. Wie in die streken vertoefd heeft, kent geene voorbeelden van de dweepzucht der Palem- bangers, en den heimelijken, doch woedenden haat en wrok, dien zjj hun blanken overheerschers toedragen? Wie is er onbekend met de onophoudelijke gistingen onder de bevolking der Padangsche boven- en benedenlandenIa het benoorden Djambi gelegen rijk van Indragiri wachten vorst en volk slechts op een gunstige gelegenheid om openlijk bljjk te geven van hunnen weerzin tegen onze opperheerschappjj. Geheel Sumatra's bevol king verkeert onder den indruk van den voor ons noodlottigen gang van za.ken in Atjeh; op vele plaatsen denkt men met heimeijjke voldoening aan het succes dat de pogingen der Atjehers be kroont. Java is de tamme karbouw, Sumatra de wilde stier. Onder deze omstandigheden behoeft men dus niet al te pessimistisch gestemd te zjjn om met on rust te denken aan de mogelijke gevolgen van eene mislukte, of maar half gelukte poging tot herstel van ons gezag en bevestiging van ons prestige in het rjjk van Djambi. Een bloedige opstand der bevolkingen van Sumatra, die onze heerschappij in den geheelen archipel op hare grondslagen zou doen schudden, ja, wellicht vernietigen, behoorde in dat geval geenszins tot de onmogeljjkheden. Mogen regeering en volksvertegenwoordiging toch van deze waarheid doordrongen zjjnl waakzaamheid aangespoord en zooveel doenlijk ondersteund door gewapende politiedienaren. Het gebrek aan rijst onder de Djambinezen moet zeer toenemen, en het trekken naar de Palembangsche benedenstreken wordt dan ook voornameljjk toe geschreven aan de bedoeling om levensmiddelen te rooven. De Pangeran Ratoe van Djambi bevindt zich, naar gemeld wordt, in het landschap Korintji, op 100 palen afstand van de grens uer afd. Rawas, en met zjjn medeweteu zou door Pangeran Koesin en zekeren Kari-Batoteen hoofd uit het Limoen- Sche, het plan gevormd zjjn om met een veertigtal volgelingen in de afdeeling Rawas binnen te drin gen. Voorts wordt bericht, dat Raden Anom voortgaat met lieden te werven om tegen Djambi op te rukken. Uitgezonden spionnen naar het Djambi-gebied verklaarden, dat de bevolking voor het meeren deel niet vijandig gezind is, doeh dat door den invloed van hare hoofden, die haar aanhoudend voor de komst der „kompagnie" beducht maken, het aantal slechtgezinden toeneemt. Een sedert onder dagteekening van 2 Jan. van den resident van Palembang ontvangen telegram meldtSam- pit van Djambi aangekomen met berichten tot 29 December; niets van aanbelang." In een brief uit Djambi wordt aan het Soer.Hb, geschreven Op zekeren avond hoorden wjj een nog al hevig vuur in de verte op de rivier. Wij dachten, dat een oorlogschip in gevecht was, maar twee dagen daarna kwam een Chinee- sche wangkang te voorschijn, varende onder Engelsche vlag. Lustig hadden de Djambiërs dat gevaarte gebombardeerd, maar gelukkig viel het niet in hunne handen. Ik herzeg gelukkig. Immers ware dit gebeurd, dan had de Neder- landsch-Indische regeering zeer gemakkeljjk voor eene tweede jVisero-kwestie kunnen geplaatst worden. Dan ware de Engelsche vlag gehoond, en dat dit wel weer een honderdduizend gulden, benevens voor meer dan tienmaal de waarde daarvan aan prestige had kunnen kosten, mag als mogelijk worden verondersteld. De opvarenden hebben ferm van zich afgebeten en daardoor bleef de wangkang behouden en kwamen ons geld en ons aanzien niet in gevaar. Als vervolg op vorige mededeeliugen omtrent den toestand in Djambi ontleent de JavCt. van 5 Januari aan een rapport van den resident van Palembang het volgende Volgens ingekomen berichten, zouden zich in de nabijheid der vroeger aangevallen doesson Loeboe Mebang en nabij de verlaten doessons Klo- bak en Rentassan (afd. Iliran en Banjoeassin^ zoomede in de doesson Betoeng-Tengah, gelegen aan de Betoeng-rivier, een zijtak van de Batang- hari-Leboh (afd. Moesie-Ilir) benden gewapende Djambinezen ophouden. De bevolking der be dreigde landstreken wordt voortdurend tot badkamer. De dokter ging naar de deur en keek peinzend naar den bleeker wordenden hemel. Toen hjj zich omkeerde merkte hjj dat de deur van de badkamer open stond, en dat de landlooper, die zich reeds verkleed had, bjj het schemerlicht zjjne voeten afdroogde. De dokter kwam naderbjj en sloeg hem een oogenblik gade. „Wat hebt gjj aan uw voet?" vroeg hjj na een poos. »Zoo geboren." De twee voorste toonen waren aan elkaar gegroeid. Beide hetzelfde?" vroeg de dokter. »Ja," zei de jongeling en liet zijn anderen voet aien. „Hoe zeidet gjj ook weer dat uw naam was »Dat heb ik niet gezegd. Ik heet Henry Guest, zooals mjjn vader." »Waar zjjt ge geboren?" „DeutviUe, graafschap Pihe, Missouri," »Hoe heette uw moeder „Spalding geloof ik." „Waar zijn uw ouders nu?" „Moeder liet zich van vader scheiden en hertrouwde ergens in het zuiden. Vader verliet haar twintig jaar geleden. Hjj moet ergens in Calilornië zijn, als hjj tenminste niet dood is." „Hjj is niet dood." „Hoe weet ge dat Omdat ik Henry Guest van Deutville ben en" hij hield op, en de hand boven de oogen houdende, terwjjl bjj den jongeling vastberaden Door een misverstand is in het stuk van H. over Vlissingen en Den Helder als plaats voor de opleiding onzer jeugdige zeelieden gezet dat de atmosfeer der groote steden, geestelijk en vooral lichamelijk" ongezond is. Dit moet wezen „licha melijk en vooral geestelijk" ongezond. Gisterenavond was een, voor zulke Atoavonden, talrijk publiek opgekomen bij de lezing van den heer Joh. Gram, den bekenden novellist, uit 's Gravenhage, die optrad voor de leden van het departement Middelburg der M. t, N. v. H A- aanzag, voegde hjj er op koelen toon bjj, »en uw vader ben ik." Er volgde een poos van stilte. De jonge man zette de laars neer, dien hjj in de hand had. »Dus moet ik hier blijven?" „Zeker niet. Hier heet ik alleen West en ik heb geen zoon. Gjj kunt naar San José gaan en daar bljjven totdat ik deze zaak overwogen heb. Gjj hebt natuurljjk geen geld voegde hjj er met slecht verholen spot bjj. „Ik heb een weinig," was het antwoord. „Hoeveel De landlooper stak de hand in zijn borat en haalde er een papiertje uit, dat een enkel goud stuk bevatte. „Vjjf dollars. Die heb ik al een maand bewaard. Het kost niet veel om te leven zooals ik," voegde hjj er droog bjj. „Daar zjjn er nog vijftig bjj. Ga naar een hotel te San José en laat mjj weten als gij er zijt. Gjj hebt genoeg om van te leven en behoeft niet te werken. Welaan, gjj ziet er niet uit alsof gij een dwaas waartdus behoef ik u niet te zeggen dat gij, als gjj iets van mjj verwacht, de zaak geheel aan mjj moet overlaten. Yan daag heb ik goedgevonden om u vrijwillig te erkennen morgen kan ik u als ik wil aanklagen als een bedrieger. Hebt gjj uw geschiedenis aan iemand in de vallei verteld »Neen." »Pas dan op dat gjj het niet doet. Eer gjj heengaat moet gij mjj nog een jaar vragen Het gewone versohjjnsel deed zich echter ook hierbij voor, n.l. dat de leden zelve aan de uit noodi- ging tot bijwoning weinig gevolg hadden gegeven, en het auditorium daarom grootendeels uit dames bestond. De voordracht van den heer Gram was dan ook, wjj zouden haast zeggen, uitsluitend, voo het zwakke en schoons geslacht bestemd. Hjj droeg eerst voor De doktersvrouw, een no velle, waarin werd aangetoond hoe gevaarlijk het is voor de echtgenoote van een esculaap om jaloerseh te zijn, maar tevens hoe het nog ge- vaarljjker is voor een dokter zeiven om gewaagde speculaties te doen, en bjj financieele operaties het advies in te winnen van een kapper, een van die Figaro's, zooals er zeker in groote plaatsen zjjn, die meer verdienen met geld leenen dan met hun eigenljjk vak. En wanneer dan zoo iemand eene schoone vrouw heeft met een niet al te goeden naam dan is het voor een jong gehuwd arts de held van Gram's verhaal had zeker wel dien titelnog veel minder zaak om zich met zulk een kappersgezin in te laten. Het stukje, goed en los geschreven zooals alle schetsen van den heer Gram, bevatte in ons oog wel wat te veel toevalligheden. Na de pauze droeg hij voor twee schetsen, ge titeld Verhuizen en Een zonderlinge bruiloft. In de eerste beschreef de heer Gram al wat er aan zoo'n gewichtig werk in een huisgezin vooraf gaat en daarbjj voorvalt. Dit schetsje vonden wjj in menig opzicht zeer verdienstelijk, omdat daarin zooveel waars, op de natuur betrapt, beschre ven werd. De laatste bijdrage deed ons kennis maken met gasten op een bruiloft, die veel op carricaturen geleken. Zjjn er zoo, dan leveren zjj zeker een auteur stof op voor eene koddige beschrijving maar in werkeljjkheid blijven zjj dan toch altjjd nog vermakelijker. De niet te groote bovenzaal van het koffiehuis De Vriendschap op de Groote Markt alhier waa heden middag tegen half twee geheel en al gevuld met landbouwers, die waren opgekomen om de mededeelingen te hooren, welke de heer J. E. Kroes, diatricta-iaspeeteur der Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, hun doen zou over Amerika, van waar hij onlangs waa teruggekeerd. De heer Kroes begon met te wijzen op de donkere tjjdeu, waaronder Nederland, ja gansch Europa gebukt gaat, op de overal heerschende kwjjningvan handel, nijverheid en landbouw en op den siruggle for life, die vooral in den boeren- en arbeiders stand heerscht. Waaraan die malaise moet toegeschreven woïden is een vraag, welke herhaaldelijk wordt gedaan en waarvoor honderden medicijnmeesters duizenden geneesmiddelen aanbevelen. Wat echter is het succes geweest Weinig of geen. Integendeel, ontevredenheid, ellende, armoede woekeren voort en uiten zich in socialistische, nihilistische en anarchistische bjjeenkomsten en woelingen, beantwoorden." Hij trok een stoel bjj de tafel en doopte een pen in de inkt, alsom de antwoorden op te teekenen. De jongeling, ziende dat de eenige stoel bezet was, schoof de boeken ter zjjde en ging op de tafel naast den dokter zitten. De vragen waren herhalingen der vroegere, doch meer in bijzonderheden, en van geheel practischen aard. De antwoorden werden open hartig en onverschillig gegeven, alsof het onder werp niet de moeite waard was om er iets bjj te verzinnen, of te verdraaien. Het was moeilijk om te zeggen wie van beiden het minste behagen schepte in het verhoor, dat even goed een derde11 persoon had kunnen betreffen. Zjj spraken echter beiden oneerbiedig van hunne gemeenschappelijke bloedverwanten met een zweem van overeen stemming en belangstelling, „Nu kondt gjj wei vertrekken," aei de dokter opstaande. „Gij kunt, als gjj wilt, naar de fonda, twee mjjlen verder, opgaan, daar zult gjj avondeten en naehtverbljjf vinden." De jonge man gleed van de talel en slenterde naar de deur. De dokter stak de handen in de zakken en volgde hem. Zjjn zoon had instinct matig ook de handen in de zakken gestoken en zag naar hem om. „Dus hoor ik wel van u. als gjj te San José zjjt zei dokter West, langs hem heen in het graan ziende, met een zweem van ontroering. »Ja dat is afgesproken," hernam de ander en bleef op den drempel staan. Zjj hadden beiden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1