BUITENLAND. Gemengde Berichten. EEN ONGELUKKIG VOLK. mag aan de dronkaards niet worden ontzegd. En hoeveel grooter zou dat aandeel wel zijn, ware mr Modderman nog aan het hoofd van het departement van justitie, hij die met den meeaten ernst de hoofden der gemeenten op poene van ongenade tot eene nauwgezette handhaving der wet op de dronkenschap aanspoorde. Nog steeds toch woedt de dronkenschap, die kanker der maatschappij, ook in dit kanton voort. Men behoeft slechts op een kermis te wezen, hij een loting voor de nationale militie tegenwoordig te zjjn, of een gewone graanmarkt te bezoeken, om te zien hoe Bacchus nog wordt aangebeden en de aanbidding van dien afgod, als de natuurlijkste zaak ter wereld op zulke dagen, door de overheid wordt geduld. Bp al die lauwheid is het dan ook geen wonder dat in enkele zoogenaamde bierhuizen meer bor rels dan glazen, bier worden verkocht en de wet daardoor zwarrder op heD, die haar naleven, dan op de overtreders drukt. De heeren Otlet en Wilmar hebben bij den Hoogen raad een actie aanhangig gemaakt tegen den Staat der Nederlanden ter zake van het waarborgkapitaal voor den spoorweg Rotterdam Munster. Ook de officier van justitie te Arnhem heeft appèl aangeteekend in zake het vonnis Bulkley c. s. Er blijkt dus dat alle partijen ontevreden zijn over de uitspraak der rechtbank. Te Ede hebben eenige jongelui, die van de catechisatie terugkeerden, Woensdag allerlei bal dadigheden gepleegd bjj het huis van zekeren E. V. Toen deze, tehuis komende, bemerkte wat er gebeurd was en van de jongelui voldoening wilde vragen, kreeg bjj van een hunner eene diepe snede over den pols, terwijl van de andere hand de duim werd gekloofd. Wegens veel bloedverlies vreesde men aanvankelijk voor zijn behoud. De dader is voor- loopig in verzekerde bewaring. III. Door de unie met Engeland ging het laatste schijnsel van zelfstandig bestuur voor Ierland verloren, maar wat vermag een papieren wet tegen het nationaliteitsgevoel en tegen het streven naar zelfstandigheid van een onbuigzaam volk Wat met den aanvang dezer eeuw tot stand kwam de legislative vereeniging met het zusterland wenscht, neen eischt een groot deel van hetlersche volk ver nietigd te zien. De eene helft komt openlijk voor haar wenschen uit, de andere bedekt ze onder meer bescheiden vorderingenin den beginne eischte men emancipate der katholieken, ophef fing der Iersche staatskerk, later home ruleten slotte zal des Pudels Kern ook hier te voorschijn treden. In 1829 noodzaakten de Iersche katholieken en de onpartijdige meening in Engeland de regeering de hill betreffende de emancipatie der katholieken bij het parlement in te dienen, die aangenomen en door George IV bekrachtigd werd. Een schrede voorwaarts had men dus gezet op de baan van ontwikkeling. Voortaan stelde een nieuwe eed ook de katholieken in staat zitting te nemen in het parlement, terwijl hun alle ambten, behalve dat van lord-kanselier, openstonden. Maar het Iersche volk wilde meerontbinding der unie tusachen de beide eilanden. Van een herroeping der acte, die Ierland aan Engeland en Schotland verbond, wachtte en wacht men nog alle heil voor het eerste eiland. O'Connell, de hoofdaanvoerder in deze gansche beweging, spie gelde zjjn armen landgenooten de schoonste voor- deelen van een scheiding voor. Hij stichtte de repeal-association, welker oprichting het Britsche ministerie met de Iersche dwangwet Irish coercion hill) beantwoordde. Weldra werd deze weer op. »Zjjn verkwisting opent de beurzen van anderen behalve de zijne. Iedereen vermaakt zich met zjjn manier van geld uitgeven af te keuren, maar is bereid om zijn wijze van het te verdienen na te volgen." Het middagmaal was stijver, en toen de gast vrouw zich, prachtig in zwarte zjjde en fluweel met goud borduursel gedost, als een zegekar naar het hootd der tafel begaf, waar zij als een af godsbeeld bleef zitten, kon zelfs de tegenwoor digheid van den practischen Schot aan haar zjjde, het gevoel van gedwongenheid niet wegnemen. Een tjjd lang scheen het alsof de bloedverwanten de gesprekken medegebracht hadden in hun ouda koetsen van Toor vjjftig jaar, zoo verouderd, zoo zouteloos, zoo afgezaagd waren zjj. Generaal Pico vertelde van de feesten te Monterey, bjj gelegen heid van het bezoek van sir George Simpson, in het begin dezer eeuw, waarvan hij ooggetuige was geweest, en spaarde geen bjjzonderheden. Don Juan Estudillo was betrekkelijk vermakeljjk met zjjn anecdotes over Louis Philippe, dien hjj 'te Parjjs gezien had. De ver vooruitziende Perdo Guitierrez was bezorgd over een inval der Chi- neezen in Californiè', waardoor de heerschende godsdienst dreigde verdrongen te worden door heidenscbe tempels, en de veelwjjverjj op de grondwet zou 'geënt worden. Een ieder was het echter eens, dat voor het oogenblik de levens vraag was de regeling Tan grondbezit de Amerikanen, die zich op vroegeren koop beriepen, en houders van oorspronkelijke Spaaneche ver- geheven. Allengs ontstond er een minder gespan nen verhouding tusschen de regeering en de bevolking, toen het optreden van een tory-kabinet in 1841 bet sein voor O'Connell was om de volks beweging met nieuwe kracht te bezielen. Aan vankelijk zag de regeering met onverschilligheid toe, legde O'Connell geen hinderpalen in den weg en bekommerde zich niet om de monster-meetings, op verscheidene plaatsen in Ierland door de ontevredenen gehouden. Eindeljjk stelde zij paal en perk aan de repeal-agitatie en gaf een bevel tot inhechtenisneming van O'Connell. Weinige jaren later werd Ierland, nauwelijks tot ru3t gekomen van de binnenlandsche staat kundige beroeringen, het slachtoffer van nieuwe verschrikkelijker rampen. Algemeene armoede, hongersnood, besmettelijke ziekten, en tengevolge van dat alles tallooze misdrijven tegen personen en hun bezittingen, door nood en vertwijfeling uitgelokt, stortten over het uitgeputte Land een mate van ellende uit, als Europa in deze eeuw nog niet aanschouwd had. Het parlement stond aanzienljjke sommen ter verzachting van dien wecrgaloozen jammer toe, maar wat was deze druppel in dien oceaan van ellende Ondanks dien steun kwamen duizenden orgelukkigen van honger en gebrek om, terwjjl honderdduizenden naar Amerika vertrokken. Ten tweedenmale (1848) vond een Fransche revolutie haar weergalm op het Iersche grond gebied. Intusschen had zich hier naast of beter tegenover de oude Iersche partjj van O'Connell een jongere, radicalere verheven, aan wier hoofd O'Brien, Mitchell, Meagher e. a. stonden. Ener- gische maatregelen der regeering en de verbitte ring der oude tegen de jonge Iersche revolutionaire school voorkwamen het uitbreken der revolutie. Tijdelijk kief het parlement de habeas- corpus-acte voor Ierland op, de revolutionaire bladen werden geschorst, en toen O'Brian met de wapenen in de hand den opstand beproefde, kostte het der regeering geringe moeite de geheele Iersche be weging te onderdrukken. De hoofdaanvoerders hoorden het doodvonnis over zich uitspreken, maar de koningin veranderde de straf in levens lange deportatie. In korten tijd was schijnbaar althans de rust hersteld, beneden de oppervlakte bleef de ge vaarlijke gisting voortduren. Een verbetering in don materieelen toestand bleef uit honger en ziekten verminderden de getalsterkte der be volking op schrikbarende wjjze; bovendien nam de volksverhuizing naar Amerika verontrustende verhoudingen aan, ze geleek in deze tjjden op een vlucht van een groote menschenmenigte. Geheele streken waren verlaten, tallooze akkers lagen braak. Tjjdeljjk kwam in dezen jammerlijken toestand eenige geringe verbetering, maar Ierland bleef voortdurend de kranke, zeer kranke plaats in het overigens zoo gezonde organisme van het Engel- sche staatswezen. Door de emancipatie der katholieken was wel is waar een enkele wensch der Ieren ingewilligd, doch de sociale rampen, veroorzaakt door een rijk gedoteerde protestautsche kerk onder een overwegend Roomsche bevolking, welke die kerk moest onderhouden, en de ongun stige agrarische toestanden duurden in weerwil van alle veranderingen voort. Een traditioneele en instinctmatige afkeer tus schen de twee rassen, de ingeboren Celtische en katholieke Ieren en de afstammelingen van derwaarts overgekomen Engelschen en Schotten, verhoogde bovendien het onhoudbare van den toenmaligen toestand. Yoor een deel is door Engeland, zoo o. a. wat de Iersche staatskerk betreft, aan de grieven der katholieken tegemoet gekomen, doch de afkeer blijft. De eenen haten en verafsckawen hun tyrannen, de anderen vreezen het oogenblik, waarop hun onderdrukten de boeien geheel zullen verbreken. Maar wij loopen ons onderwerp vooruit. Door de volksverhuizingen naar Amerika waren de brandstoffen op Ierland zelf verminderd. Aan den overkant van den Oceaan hoopten zij zich echter op. Yan uit de Vereenigde Staten slingerde men sedert ongeveer twintig jaar de brandende fakkel in de licht ontvlambare materialen op gunningen waren van hetzelfde gevoelen. «Te midden van dit alles hoorde men de muzikale stem van Maruja vragen „Wat is een landlooper Raymond aan haar rechterhand was terstond met zjjn antwoord gereedmaar het was niet beslissend. Als een landlooper kon zingen, zon hij een troubadour zijn als hij kon bidden, was hij een pelgrim in alle geval een natuurlijk voorwerp voor vrouwelijk medelijden. Maar als hjj geen van beide kon was hjj eenvoudig een vloek. „En vindt gij dat geen voorwerp voor vrouwelijk medelijden? Maar dat zegt rap nog niet, wat hjj is Hier haastten zich een twaalftal heeren, be- tooverd door deze zachte vragende oogen, om haar een verklaring te gaven. Daaruit bleek dat er in Californië twaalf verschillende soorten van landloopers gevonden werden. „Maar is hjj altijd zeer onbeleefd vroeg Maruja. Opnieuw tegenstrijdige antwoorden. „Gjj kunt hem op het eerste gezicht moeten neerschieten en hjj kan altjjd voor u op den loop gaan." Toen de zaak eindeljjk beslecht was, bleek Maruja in een gesprek met iemand anders verdiept te zjjn. Amita, een vergroote uitgaaf van Maruja, meer een bepaalde schoonheid, had een stapeltje van broodkruimels gemaakt tusschen haar en Raymond n luisterde naar hem met een schuchtere b het Iersche eiland. Ir vormde zich een geheim verbond, welks leden naar een Iersche sage den naam van Fenians aannamen en dat zjjn zetel in Ierland had, maar zjjn vertakkingen over Engeland en tot Amerika uitstrekte. O eer den bond der Fenians ligt nog in menig opzicht een geheimzinnig duister. Plotseling herinneren zjj door vreeseljjke misdaden, lagen moordof dynamiet-ontploffingen, aan hun bestaan bewjjzen in allen deele een goed georganiseerd bondgenootschap te zjjn, tegen welks geheimzinnige wraakoefeningen de Britsche regeering meestal machteloos staat. Volledige scheiding van Engeland en oprichting eener Iersche republiek is het doel, waarnaar deze onverzoenljjken in de Iersche nationale partjj streven. Even als vorige geheime Iersche bondgenoot schappen hield de Britsche regeering ook dat der Fenians voor een tameljjk ongevaarljjk spel. Toen zjj evenwel in het jaar 1865 vernam, dat overal 's nachts in Ierland geregelde wapenoefeningen werden gehouden, dat de lagere standen schier alle tot de Fenians behoorden, dat zij goed geor dend wareD en hulp uitNoord-Amerika verwachtten, veranderde zjj van tactiek en nam haar toevlucht tot de gewone daden van geweld. Het orgaan van den bond The Irish People werd opgeheven, de drukkerij bezet en de uitgever van het blad tot twintig jaar ballingschap veroordeeld. Ver scheidene hoofden der Fenians, onder welken ook John Stephens, die later ontvluchtte, werden ge vangengenomen, het dragen van wapenen werd verboden, de Britsche troepenmacht in Ierland verdubbeld en de habeas-corpus-acte gesuspendeerd. Sedert dien tjjd worstelt het EDgelsche gouver nement tegen de Fenians, en heeft ook deze bond tot heden toe direct niets grootsch tot stand ge bracht; zjjn woelingen, zjjn herhaalde losbarstingen strekten Ierland onmiddellijk ten nutte. Aan de uitbreiding en bet onophoudelijk woelen van het Fenianisme danken de Ieren het, dat ein leljjk de oogen der Britsche staatslieden voor de Iersche kwestie opengingen en het gevoel van recht vaardigheid, anders bij de Engelschen ruimschoots ontwikkeld, waar het de rechten van onderdrukte volkeren betreft, ook ten laatste voor Ierland begon te ontwaken. Van af 1868 hield men vooral twee hervormin gen in 't oogopheffing van de Iersche staatskerk en beperking van de willekeur der vreemde grond eigenaren tegenover de inheemsche pachters. Gladstone beschouwde de afschaffing der Iersche staatskerk altjjd met inachtneming van de belan gen barer eigen geesteljjken als een staatkundige noodzakeljjkheid. In zijn verkiezingsprogramma van 1868zeide hjj: „De kerk van Ierland is de kerk eener min derheid, wier getal in vergeljjking van anders denkenden van geen beteekenis is. Toch is deze minderheid machtig door rijkdom, invloed en ontwikkeling. Dat alles rechtvaardigt haar voort bestaan niet, maar veroordeelt haarwant als een kerk niet die van het volk is, moet zjj minstens die der armen zijn. De Ierscho staatskerk is bovendien een gedenkteeken van vroegere onderdrukking en vuurt den godsdienst haat aan door de herinnering aan staatkundige onrechtvaardigheden. In de opheffing dezer kerk zie ik een burgerljjke rechtvaardigheid, de ver nietiging van een verwjjt, dat het Engelsche volk, ja de geheele wereld ons naar het hoofd slingert, het eenige middel om in Ierland rust en tevre denheid te waarborgen." Anders oordeelde de Engelsche aristocratie, anders de protestantsche geestelijkheid. Zjj toch waven gehecht aan het behoud dezer instelling en beschouwden het als een schreeuwende onrecht vaardigheid een kerk van den haar sinds ruim drie eeuwen behoorenden eigendom te berooven. Dat er onder Jacobus en Elisabeth, toen de bezittingen der katholieke kerk waren in beslag genomen, niet anders was gehandeld, vergaten de tories. Een heftige strjjd ontbrandde tusschen liberalen en conservatieven, aan welker hoofd de beide groote Engelsche staatkundigen stonden, die af wisselend jaren lang het staatsbestuur leidden de beide kampvechters Gladstone en Disraeli. langstelling, die evenmin overeenstemde met de kalme regelmatigheid van haar gelaat, als de zelfbeheersching en schranderheid van Maruja strookten met haar jeugdig uiterljjk. De stem van Raymond was laag en ernstig toen hij met Amita sprak, niet om het gewicht van het onderwerp, maar omdat het gesprek ver- trouweljjk en openhartig was. „Men bespreekt het nieuwe spoorwegplan en uwe bloedverwanten zijn er allen tegen morgen zullen zjj zich ieder in het geheim tot Aladdin wenden voor het voorrecht v an in te teekenen." „Ik heb nooit een spoorweg gezien," zei Amita, blozende, „maar gij zijt een ingenieur en ik weet dat het iets heel knaps moet zijn." Ondanks de avondkoelte lokte de volle maan de gasten naar de veranda, waar de koffie werd rondgediend en waar het gezelschap, geheimzinnig in mantels en shawls gehuld, zich het aanzien gaf van groepen gemaskerden in domino's, die lange de veranda en de breede trappen verspreid waren als Zigeuners in hunne kampen, terwjjl de maan nu en dan een verlakte laars ot een satjjn schoentje onder die zwarte gedaanten deed glin steren. Twee of drie van die groepen hadden zich in enkele paren opgelost en wandelden de accacialaan op en neer, bjj het geluid van een harp, of het gezang van een Spaanschen tenor in het salon. Twee van deze paren waren Maruja en Gamier, Amita en Raymond. »Gjj ijjt ongedurig van avond, Maruja," zei Na het ontslag van den laatste in 1868 stelde Gladstone met lord Russell een nieuw kabinet samen. Als eersten minister diende hjj in Maart van het volgende jaar bjj het lagerhuis een bill tot opheffing van de Anglicaansehe kerk als staats kerk in Ierland in. Voor de tories was deze daad van rechtvaar digheid verraad aan het protestantisme en aan Engeland. Disraeli tastte zoowel het beginsel als de bepalingen, waarop de bill berustte, aanbij noemde de scheiding^ van kerk en staat in strjjd met de Engelsche staatsregeling en wilde in de voorgestelde vervreemding der kerkeljjke goederen niets anders zien dan een verbeurdverklaring. Een valsche beweringdaar de Anglicaansehe kerk het grootste deel van haar eigendommen zou behouden en slechts een kleine rest, deels den katholieken en prasbyterianen, deels welda digheidsgestichten, hospitalen en anderen gestichten zou ten goede komen. Van des te meer belang is voor ons deze strjjd over de Iersche staatskerk, daar in Engeland zelf zich eveneens tegenwoordig stemmen beginnen te verheffen voor een scheiding tusschen kerk en staat. Zooals onze lezers zich zullen herinneren kwam Chamberlain gedurende de jongste verkie zingsperiode eenigszins voorbarig met deze kwestie voor den dag, wat uit het leger der tories den gewonen kreet van verontwaardiging deed opgaan. Met halsstarrigheid vasthoudend aan oude in stellingen, hoezeer ook indruischend tegen recht en billijkheid, waren de lords vast besloten de Iersche kerk-bill te verwerpen. Een onbaschrij- feljjke agitatie heersebte in bet land. In het lagerhuis juichte men Gladstone bij zijn hervor mingsplannen toe. Op de meetings der tories daarentegen, waar Anglicaansehe geestelijken het woord voerden, vergeleek men den eersten minister bjj Judas Iscarioth en overlaadde hem met ver- wjjten en beschuldigingen. Deze zelfde benaming slingerde men Gladstone voor eenige weken opnieuw naar het hoofd, toen men de hem toegeschreven 7to»ie-n(ie-plannen openbaarde. Eindeljjk kwam aan het geschil, dat voor de lords een ongunstig aanzien begon te krijgen, een einde. Na enkele wjjzigingen werd de bill door hooger- en lagerhuis aangenomen, waarmede het hoofddoel van den strjjd, de afschaffing van de protestantsche staatskerk in Ierland, was bereikt. Er bleef nu nog de Iersche laadbill over. Een geheele omverwerping van het bestaande eigen domsrecht in Ierland kan alleen dit netelige vraagstuk tot volkomen oplossing brengen en daarmede de Ieren tevreden stellen. Gladstone's Iersche landbill van 1870 was een eerste schrede op den goeden weg, maar zoo lang al het voor deel aan de groote grondbezitters bljjft en de betrekkingen tusschen hen en hun pachters niet op afdoende wjjze zijn geregeld, zoodoende de hoofdgrieven der Ieren tegen de Engelsche over- heerschei's niet zjjn weggenomen, zal de vrede tusschen de beide rassen niet gesloten worden. Door tastende maatregelen moeten na het wanbestuur der Engelschen over Ierland verbetering aanbrengen j maar de weg, dien de Britsche regeering sedert 1871 insloeg, zal nimmer tot dit doel voeren. Door welke middelen de Fenians sedert 1870 de Engelsche regeering tot inwilliging van de vorderingen der Ieren zochten te dwingen, ligt ons nog versch in 't geheugen. Wij herinneren aan de gruweldaden der moonlighters, aan het boycotten, aan de dynamiet-ontploffingen in Londen, aan den vreeseljjken moord op lord Cavendish en mr. Burke in het Phoenix-park te Dublin. Wat de home-rulers onder aanvoering Tan Parnell, den ongekroonden koning van Ierland, willen, dit verhaalen ons iederen dag geschriften en dagbladen. Wij bevinden ons heden op het keerpunt van den strjjd. De beslissing kan niet lang meer uitbljjven. Of nieuwe revoluties ge volgd door de gewone bloedige strafoefeningen öf Ierland voor de Ieren. Met belangstelling staart geheel Europa op Gladstone, en vraagt zich af of de great old Man door de bevrijding van Ierland de kroon op zijn humane politiek zal zetten. Amita met een bedeesde poging om den schjjn te bewaren van den vluggen stap harer zuster te willen bijhouden, ondanks het weerstreven van Raymond, „gjj boet van daag voor uw slapeloozen nacht." Hetzelfde denkbeeld trof ook de beide heeren. Zij miste de opwekking van het gezelschap van Carroll. „Ver van huis is de lucht zoo verfris3chend,'V antwoordde Maruja met een geest Irift, die élk denkbeeld van vermoeidheid of zedeljjke onrust logenstrafte. „Het verveelt mjj om in die boschjes ea laantjes tegen die tortelduiven aan te loopen. Laat ons in de laan bljjven. Als gjj moe zjjt, zal mjjnheer Raymond u wel een arm willen geven." Zjj liepen voort, geleid door dit onbedwingbare persoontje, dat voor ditmaal niet scheen te letten op de teedere en geestige complimentjes, die Garnier volop ten beste gaf. In een donkere laan, bjj heerljjken maneschjjn, een paar mooie, niet onvriendeljjke oogen, en een lief figuurtje niet ver van hem af wat kon hjj meer wenschen? En toch wilde hij dat zij niet zoo hard geloopen had. Men kan bjj een Indiaanschen stap levendig, stoutmoedig, dapper zjjn, maar hartstochteljjk nooit Worit vervolgd.) Gedrukt bjj de Gebroeders Abrahams te Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 6