N° 32, JL29® Jaargang^ 1886. Maandag 8 Februari. Middelburg 6 Februari. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Inrichting voor Ziekenverpleging te Middelburg. IUIDDELBI1RGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: P. tan dee Peijl, te Zieribzee: A. C. de Moou, te TholenW. A. tan Nieuwenhüuzen, te Terneuzen: A.tan dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G: L. Datjbe Cie., John P. Jones, opyolger. Een bewoner van Walcheren's Noordwestkust schrijft ons: 't Is een eigenschap Tan den mensch, eerdei' verwoesting te gaan beschouwen, dan het bestaande schoone of goede door veelvuldige bezichtiging in zijn herinnering op te nemen en te bewaren. Kwamen vreemdelingen in den zomer van 1871 niet in grooter aantal te Parijs dan wel vroeger of later En was juist toen niet veel van het schoone en aantrekkelijke der wereldstad door oorlogsvuur en revolutie woede vernield? Gewis, de volwassene zegt bjjna even gaarne van hetgeen hij ziet, als het kind van zijn speelgoed, wanneer het aan stukken is gebroken„zoo is 't geweest Dat gemis aan vernieling door de woedende elementen, in dezen en den vorigen winter aan onze kusten, dank zij de stevige bevestiging onzer zeeweringen door bazalt- en steenglooiing, acht ik een voorrecht, al denkt niet ieder daarover zooals ik. „'t Wordt veel te sterk gemaakt" verzekerde onlangs een dijkwerker en zoo'n getuigenis is welsprekend, 't Is te hopen dat de man waarheid spreekt, opdat de enorme uitgaven voor onzè oever verdediging bljjken mogen hooge renten af te werpen. Bij een bezoek aan ons strand dezer dagen had ik den koetsier gelast te Domburg mijn komst af te wachten, en vervolgens over Westkapelle terug te rijden; ik ving dus den terugtocht aan per karos. tAls men er belang in stelt ~ïtn eene goot te zien van 5 kilometer lang, eene reusachtige goot dus, moet men den Schelpweg beschouwen van Dom burg naar Westkapelle. In plaats van behoorlijk tonrond te zijn, vormt deze weg een ravijn. Hooge zij isanten, gemaakt door in gras opgehoopt scbelpzandin 't midden, thans als uitzondering, met een laag schelpen bestrooid, doen in den regel met plassen water bedekt, groote kuilen in de wagensporen en een modderlaag van belang, in éen woord, een weg, waarop een bevaren matroos, als hij er langs reed, zeeziek zou worden. En aan dien weg wordt nooit iets gedaan!! Ja toch, vrjj onachtzaam wordt er eens in't jaar een laagje schelpen over gestrooid, zoo als een boer zei »zoo wat ter dikte, gelijk mijn moeder zaliger de suiker over onze pap strooide." Mijn rit in bijzonderheden te beschrijven is, na het bovenstaande, overbodig. Wel rjjst bij mij de vraag oi de schoone Schelpweg van Westka pelle naar Domburg geheel aan vernietiging moet worden prijs gegeven. Een straal van hoop flik kerde op, toen het polderbestuur van Walcheren als onderhouda-plic/uige door Z. M. werd aange wezen. IJdele hoop, ten minste tot heden! Zal het zoo blijven? Uit Vlissingen schrijft men ons De werkzaamheden aan het badhotel gaan, ondanks het nu en dan ongunstige weder, bevre digend vooruit. Binnen eenige dagen denkt men gereed te komen met den balkgrond voor de eerste verdieping. Daar het gebouw nu reeds ver genoeg boven den grond opgemetseld is, om den bezoeker van het duin in staat te stellen, zich daarvan eenige voorstelling te maken, rueenen wjj velen genoegen te doen, door, met eene vluchtige beschrijving ervan, hunne verbeelding te hulp te komen. Het terrein, aan de Maa, schappij tot exploitatie van gronden afgestaan, heeft eene lengte van 140 meters bi) eene breedte van 55 meters; het is dus iets grooter dan drie vierde hectare. Het hotel komt ongeveer in het midden te staan; een weinig achterwaarts. Het heeft eene lengte van 66 meters bjj eene breedte van 40 meters. Het bestaat uit twee zijvleugels en een middengebouw. De beide vleugels beyatten ieder, op elke ver dieping, tien kamers en een klein salon in het torentje aan den zeekant. Tusschen deze vleugels, aan de zeezijde, ziet men den aanleg voor eene overdekte galerjj, diep M. 4.60 en lang 48 meter, waarover heen de logeerkamers der eerste ver dieping gebouwd worden. Achter deze galerij bevindt zich een groote zaal van 19£ bij 15i meter, in het midden 9 meter hoog; voorts treft men daar aan een ruime eetzaal, biljartzaal, restauratiekamer en leeskamer. Midden door het gebouw komt mo« door eea ruime vestibule van 7j meter naar de stadzijde van het hotel, waar ruime kelders en een regenbak zijn aangebracht terwjjl gelijkvloers verschillende kamers, keuken, bureau, waschplaats enz. voor de bediening zjjn ingericht. Aan deze zijde, de eigenlijke voorzjjde, bevinden zich, aan weerskanten van den ingang, twee ruime trappen, die toegang geven tot de eerste verdie ping, waar zich, behalve een veertigtal logeer kamers, uitzicht gevende naar de vier zijden, acht badkamers bevinden voor het gebruik van binnen baden. Ruime corridors, van 2 meter breedte, bieden eene gemakkelijke communicatie aan met alle deelen van het hotel. Wij wagen ons niet aan eene beschrijving dei- verschillende gevels doch de teekeningen, die wij daarvan zagen, geven ons den indruk, dat het geheel een fraai en aangenaam uiterlijk belooft. Aan de zeezijde wordt daarna een trottoir van 20 meter breedte gelegd, waarvan men met trap pen naar het strand zal kunnen gaan, terwijl aan den stadskant een flinke ruime oprit en straatweg, 5 meter breed, gelegenheid geven zal om het hotel te bereiken. Verschillende beoordeelingen van dit gebouw en zijne inrichting, hoorden wij reeds uitspreken; maar wjj meenen dat men verstandig doen zal, elk oordeel op te schorten, totdat het geheel vol tooid zjjn zal. Stelt men zijne eischen niet al te hoog en op welken grond zou men dit thans voor Vlis singen mogen doen? dan gelooven wjj, dat wij meer dan tevreden mogen zjjn met deze eerste poging, om onze gemeente in eene badplaats te herscheppen, wat op haren bloei en vooruitgang wellicht gunstigen invloed kan uitoefenen, De ^bevolking van Vlissingen bedroeg op 31 Deo. 1885 11681 personen, n. 1. 5792 m. en 5889 vr, In dat jaar werden geboren 261 jongens en 209 meisjes, totaal 470 kinderen in de gemeente vestigden zich 512 m. en 808 vr., in het geheel dus 820 personen. Overleden zjjn 116 m. en 123 vr., totaal 239 terwijl er 928 personen naar elders vertrokken en wel 566 m. en 362 vr. Sedert 31 Dec. 1884, toen de bevolking be stond uit 11558 personen, nl. 5701 m. en 5857 vr., is deze vermeerderd met 91 m. en 32 vr. Bij de dienstdoende schutterden zijn benoemd te Vlissingen tot auditeur Dij den schuttersraad mr, F. N. van der Bilt, vroeger 2e luit bij deze schutterijtot 2e luit. J. W. Stevens, thans sergeant, en A. L. A. van Unen, thans schutter; bij die te Zierikzee tot 2e luit. R. D. Nauta, thans schutter. Zie Laatste berichten van gisteren.) Tot rijksveldwachter zijn aangesteldJ. de Die, gepa»porteerd marechaussee te Schoondijke, en C. Weststrate, agent van politie te Zierikzee, beiden ter standplaats Amsterdam. In de Vrijdag te Terneuzen gehouden vergade ring van den gemeenteraad werd besloten, afdoende pogingen in het werk te stellen, om de wegen, leidende uit de kom van de gemeente naar het spoorwegstation, in behoorlijken toestand te laten brengen. Het plan bestaat om dit te doen plaats hebben voor rekening van de gemeente en de betrokken spoorwegmaatschappij, en zich dien overeenkomstig met die maatschappij en het rjjk te verstaan, om later den onderhoud aan het rijk en de gemeente te doen verblijven. Van af de brug aan den Zuidbeer tot aan den stationsweg, zou de djjk van een klinkerpad en de stationsweg van eene keibestrating worden voorzien. De aanvragen om gemeentegrond, tot aanbouw van woningen, aan de noordzijde van den ooste- 1 ij ken kanaalarm, bjj de oost-binnen sluis, tegen betaling van ƒ5 per centiare, zijn toegestaan, zoodat aldaar nu reeds, van af den tuin van mr J. P. Dronkers, vjjf flinke gebouwen zullen wor den gesticht, waartoe verlof is aangevraagd door de heeren A. Tnolens, E. Acke, J. E. Faas, J. A. van Rompu en L. Taat. Tot onderwijzer aan school B werd benoemd de heer A. Weisfeit, te Aardenburg. Op de voor dracht kwamen mede voor de heeren L. Jonksma te Dockum en J. M. Meerman te Tholen. Van de 21 sollicitanten hadden zich twee terugge trokken. klinkerweg BuitenlustGroede, voornamelijk omdat die herstelling zal bestaan in eene vervanging van klinkers door kasseien, zooals het bestek luidt, nog nader vast te stellen. Hiermede is alzoo een beginsel van kunstbedekkiDg aangenomen, waarvan de behoefte zich maar al te lang heeft doen gevoelen. Het gewicht der te vervoeren vrachten en ook der wagens zelve in dit district, zoo geheel en al van elk communicatiemiddel, Overeenkomstig den eisch van den tegenwoordigen tijd, verstoken, staat toch in geene verhouding tot andere streken in onze provincie, waar reeds sinds jaren keien het hoofdmateriaal vormen. Reeds in 1880, en nu ook in 1885, werd in de afdeeiingen der provinciale staten gewezen op het belang der geleidelijke vervanging van klinkers door keien. Men meldt aan het Dagblad dat door den heer Van Genk, R. K. pastoor te Oostburg, een ge sticht van weldadigheid gebouwd wordt, waarin niet alleen katholieken, maar ook personen van andere godsdiensten zullen worden opgenomen. De minister van financiën brengt ter kennis van ambtenaren der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, dat wegens het ontbreken van solli citanten voor het opengevallen kantoor Tholen, ontvangers en andere ambtenaren, die volgens de bestaande bepalingen voor de vervulling van ont vangkantoren in aanmerking kunnen komen, on verschillig oi zij overigens bevoegd zjjn tot mede dinging, zich nog tot 15 Febr. e. k. daarvoor bij het dep. van financiën kunnen aanmelden. De raad van administratie der Ned. Centraal Spoorweg-maatschappij heeft alsnog aan den heer Henri Boers eervol ontslag verleend als secretaris dier maatschappij. Men schrijft ons: Met belangstelling verneemt men, dat weldra eene aanbesteding zal plaats hebben van eene buitengewone herstelling aan den provincialen Donderdag leidde de heer Van Hamel in het gebouw der Vrije gemeente te Amsterdam bjj eene samenkomst ter bespreking van maatschappelijke en practische belangen het vraagstuk der wetge ving op den arbeid in. Aan „wetgeving op den arbeid" gaf hjj de voorkeur boven het „wetboek voor den arbeid," daar deze laatste uitdrukking door de parlemen taire geschiedenis een bepaalde beteekenis had ontvangen. Verschillende zaken behoorden ge regeld te worden en werden dan ook achtereen volgens opgenoemd en besproken. Kinderarbeid, het onderwjjs voor handwerks- leerlingen, het toezicht op de veiligheid en de gezondheid in werkplaatsen, bepaling van den werktijd, moesten, naar hij deed opmerken, met ernst ter hand worden genomen. Veel heil ver wachtte hp hier van arbeidskamers, lichamen in den geest als onze kamers van koophandel. Daardoor zou men beter op de hoogte komen van de nooden en behoeften van den arbeider. Toch Waarschuwde hjj er tegen om niet alles van wetten en voorschriften te verwachten. De heer Domela Nieuwenhuis uit Den Haag was een dergenen, die naar aanleiding van het door spreker gezegde het woord voerde. Hoewel instemmende met veel van 't geen de inleider had gezegd, meende hjj dat meer moest gedaan worden en hjj wees op een vasten arbeidsdag, op de wenschelijkheid eener internationale arbeids wetgeving. Dit was echter zjjn conclusiezoo lang de arbeiders niet in het bezit van de ar beidsmiddelen worden gesteld, is een goede regeling niet noodig. De heer Fortujn nam deze gelegenheid te baat om tegen de bestaande wetgeving uit te varen. Daar aan ieder, welke aan het debat deelnam, echter niet meer dan tien minuten kon worden gegeven, moest hjj zich naar zjjn zin te veel beperken. Met een kort woord van den heer Van Hamel werd het debat besloten. Na afloop der lezing trok een troepje socialisten "onder het zingen van het vrijheidslied" de stad in, waarbjj eerst op den Heiligen weg en later in de Kalverstraat botsingen met de politie ont stonden. Bij de laatste ontving een der agenten, die den troep vermaande uiteen te gaan, een hevigen slag met een'stok in het gelaat, waar door zjjn neusbeen zoo goed als verbrjjzeld werd. De man moest van de verdere vervulling van zjjn dienst afzien en onmiddelljjk naar het gasthuis worden vervoerd, waarin hjj opgenomen werd. De commissaris van politie der le sectie mr. E. van Raalte, stelde onmiddelljjk een gestreng onderzoek in en naar aanleiding daarvan werden gisterenmorgen twee personen in hechtenis genomen en verhoord. Onder hen is de bekende colporteur ya» Hecht voor Allen De Zwart, die op de Prin sengracht door drie rechercheurs van het hoofd bureau werd aangehouden en pnmiddelljjk wegens zijn verzet geboeid naar het bureau werd gebracht. Beide gearresteerden ontkenden hun schuld en werden voorloopig op vrjje voeten gelaten. Wjj ontvingen het jaarverslag dezer nuttiga instelling over 1885. Daaraan ontleenen v ij het volgende Het bestuur, bestaande uit de dames J. E. van Citters—Ermerins, pres., J. A. Keiser—Van Sons- beeck, vice-presidente, A. M. Sprenger, thes. en A. M. de Man, secr., verspreidt zijn verslag nu met meer vrjj moedigheid dan vorige jaren, omdat het al meer en meer gebleken is, dat men voor de inrichting veel belangstelling toont en men wil medewerken om het welzjjn der zaak te be vorderen. In de eerste plaats betuigt het dan ook zjjn dank èn voor deze medewerking èn voor den financieëlen steun, dien het heeft mogen onder vinden; evenals vroeger ontving het, behalve de contributiën, eenige en daaronder aanzienljjke bjjdragen. In het reglement kwam geen verandering; in het belang der zaak wijst het bestuur echter op een paar voorwaarden, daarin vastgesteld. In a.rtikel 16 wordt op de noodzakelijkheid gewezen om in een doorloopenden dienst de ver pleegsters niet langer dan zes weken te houden. Nu is meer dan eens het verzoek tot het bestuur gekomen om van deze bepaling te willen afwjjken, doch het heeft hieraan niet altjjd kunnen voldoen, op grond van eigen ondervinding en omdat door gevestigde inrichtingen sterk was aangeraden deze bepaling stipt na te komen. In moeieljjke gevallen tracht het steeds de vertrekkende te vervangen. Eveneens wenscht het bestuur de bepaling van art. 18 te handhaven, die vaststelt, dat de verpleegster, welke drie nachten achter een gewaakt heeft, den vierden in haar eigen huis haar rust moet nemen. Ook hiertegen werd wel eens bezwaar gemaakt, ofschoon er ook in een dergeljjk geval tot nu toe nog altjjd eene plaatsvervangster voor dien éenen nacht kon aangesteld worden. Het beBtuur dringt er daarom vooral op aan, dat men zich naar deze voorschrif ten schikke, omuat het belang der verpleegster zulks noodzakelijk maakt. Bij den aanvang van het jaar waren aan die inrichting werkzaam de verpleegsters Steketee, Widérian en Van Aken. Mej. W. vertrok in Pebr. naar Deventer om zich daar aan het hoofd te plaatsen van een nieuwe inrichting voor ziekenverpleging. Tegen 1° December had mej. v. Aken vrijwillig eene andere betrekking gezocht en werd mej. A. G. Kerkhof, die zeer gunstige getuigschriften van bekwaamheid bezit, haar door twee inrichtingen van gevestigden naam gegeven, verzocht haar plaats in te nemen. De opvolgster van mej. Widérian was mej. J. Althuisius, die het jaar te voren met een gunstig resultaat het examen voor het Witte Kruis had afgelegd en in haar werkkring alhier reeds vol doende bewees voor haar taak berekend te zijn. Mej. Steketee, die op den 1 Januari juist 3 jaren aan de inrichting verbonden is geweest, vertrok eveneens. Het ontbrak in den loop van het jaar niet aan werk, zelfs gebeurde het zesmaal, dat door gebrek aan verpleegsters aan een verzoek om hulp niet kon worden voldaan. Dit bracht het bestuur tot het groote besluit om voorloopig een vierde bjj de inrichting aan te stellen, voor wier huisvesting in het gasthuis het van de bestuurders der Gods huizen de welwillende toestemming ontving. Deze, mevr. de wed. Visser, die nu, na het ver trek van mej. Steketee, als vaste verpleegster is aangesteld, is in den korten tijd van haar hier zijn, vooral buiten de stad, met nut werkzaam geweest. Het zal echter noodig zjjn naar eene vierde vaste verpleegster uit te ziendit maakt bjj het bestuur een punt van overweging nit. Behalve werkzaamheden bjj de zieken in het gasthuis vervulden de verpleegsters de volgende diensten: dagdiensten 141, nachtdiensten 54, weekdiensten 70, tussehendiensten 41 en gratis diensten 262. Uit bovenstaande cjjfers bljjkt dat het aantal gratisdiensten in 1885 belangrijk hooger was dan in de vorige jaren, toen deze 30 en 61 bedroegen. Waaraan het lag, dat men te voren zoo weinig naar deze diensten scheen te verlangen, was eene vraag, die het bestuur zich zelve dikwjjls gesteld heeft, maar niet kon beantwoorden. De eenige reden, die het hiervoor kon aannemen was, dat men bjj de minvermogenden nog niet genoeg bekend is met de goede bedoelingen der verpleeg sters of minder gaarne geholpen wordt door per sonen, die aan meer gemak en aan de meer verkieslijke hulpmiddelen bjj het verplegen gewoon zijn, dan zjj in hun huis kunnen verwachten. Bovendien is in den regel in behoeftige huisge zinnen in geval van ziekte niet alleen oppassing maar ook hulp in de huishoudeljjke bezigheden of verzorging van de kinderen noodig en het ligt minder op den weg der verpleegsters in die be hoeften te voorzien. Ofschoon van de zijde der verpleegsters nimmer eenig bezwaar gemaakt werd, om, ondanks deze moeieljjkheden, ook daar var

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1