N°«22.
I29e Jaargang.
1886.
W oensdag
27 Januari.
Middelburg 26 Januari.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
a
Kerknieuws,
Rechtszaken.
IliWT.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kminingen: Pvan dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Niehwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dek Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John P. Jones, opvolger.
Naar aanleiding van Fantasia's buitensporigheid
tegenover ons vorstelijk huis schrjjit deAmaterd.
kroniekschrijver der Zwolsche Ct.
Dat iemand, met zoo veel geost en vernuft als
B. H. bedeeld, daar wel eens misbruik van maakt
(van het schrijven onder pseudoniem) vind ik
altoos jammer. Maar de stichtelijke en bijkans
zalvende boetgezangtoon, waarop enkele hoofd
organen der pers hier ter stede het incident, dat
tot rechtsvervolging van zijn blad aanleiding
gaf, hebben besproken, en de wijze, waarop ze
Fantasio daarbij als een nietswaardige aan de
publieke minachting hebben prijs gegeven, dacht
mij althans even ongepast.
De vos moet geen passie preeken; de ingewjjde
meesmuilt er om en denkt bij zich zelt aan zeker
vaderlandsch spreekwoord, waarin sprake is van
twee joden en een bril. 't Geleek eenigszins op
- eene herhaling van het misbaar, dat er in den
lande een goede twintig jaar geleden werd aan
geheven over Een avond, aan hét hof j het beruchte
Gtós-artikel, dat tot eene scheuring onder de
redactie van dat maandschrift heeit geleid en
tengevolge had dat B. Huet met Potgieter zich
daarvan afscheidden.
Met terzijdestelling van de onderhavige kwestie,
waarover reeds genoeg water is vuil gemaakt en
geheel afgezien van de hetzij vermeende, hetzij
werkelijk gepleegde majesteitsschennis, waaraan
Fantasio zich ditmaal zou hebben bezondigd, moet
ik wat mij betreft gulweg verklaren zijne „Euro-
peesche Brieven," als litterarisch produet be
schouwd, in den regel steeds als een fijn schoteltje
te genieten en ik weet er meer, die zoo denken.
Dat de lieflijkheden, die hem in den jongsten tjjd
dezerzijds naar het hoofd werden geslingerd, hem
tot een gunstiger meening over „het land waar
eens zijn wieg op stond" zullen doen overhellen,
is kwalijk te verwachten. Toen ik alles gelezen
had, wat er bij deze gelegenheid van nieuws op
zijn zondenregister is geboekt, haalde ik vader
Yan Lennep uit de kast en las diens vermakeljjke
«raadgevingen aan een zijner kleinzoons" nog
eens over.
Naar aanleiding van hetzelfde feit herinnert de
Haagsche courant aan hetgeen in Jan. 1865 voor
gevallen is. Toen versoheen in het Januari-
nominer van de Gids Busken Huet's Een avond
aan het hof, waarin de schrijver eene der hofdames
aan de theetafel der koningin zulk een taal in
den mond legde, dat men algemeen daarover
verbaasd was, en naar aanleiding waarvan een
zijner meestbelangstellende en toegenegen vrienden,
destijds onbekend, maar die volgens genoemd blad
niemand anders was dan de heer J. Kneppelhout,
hem het volgende schreef:
„Gij hebt uzelven heel veel kwaad gedaan en
zjjt uit de deftige letteren in een soort van onge
kamde Bohème te recht gekomen. Na uw best
te hebben gedaan den Hollandschen Mire court
te worden, gaat gij nu gevaar loopen van door
uw onhebbelijk tafereel bjj de groote lui den
naam van eene soort van Jacobijn te krjjgen.
Betaalde deze of gene beoordeelaar u eens met
uw eigene munt en paste op uzelven de kunst
bewerking toe, waaraan gij periodiek uwe gewone
slachtoffers onderwerpt, ik verbeeld mij, dat gij
het maar half aardig zoudt vinden, als hij uw
gebrek aan tact, aan kieseh gevoel, aan goeden
toon, uit uwe ontwikkeling, de toevalligheden
van uwen levensloop, uit eene misschien halve of
verwaarloosde opvoeding trachtte te verklaren,
welke u thans, man geworden, terwijl gjj uzelven
mogelijk niet eens een denkbeeld kunt vormen van
wat gjj mist, opbreekt 1 Een bekend portretschilder
heeft voor weinige jaren eene allerbehageljjkste
voorstelling geleverd der keizerin Eugénie, omringd
'van hare hofdames. Als een of andere ondeu
gende gast u eens den bijnaam van den omge
keerden Winierhailer gafTen aanzien van een
ander zoudt gij, zonder u er verder om te be
kreunen, den vinger om zoo iets niet verleggen;
want een hon mot te smoren ligt buiten uwe
macht. Als iemand eens ging onderzoeken, hoe
het toch komt, dat er altjjd, zelfs te midden uwer
ernstigste geschriften en in weerwil van uzelven
eene kwajongens-ader door uwen stijl loopt, eene»
pointe de gaminerie altijd het effect, dat gjj be
oogt, bederft en de menschen, die gjj zoekt te
winnen, afstoot en ergert 1
Maar bjj deze gelegenheid, welke de kruik doet
bersten, heb ik u willen smeeken, zoo wegens den
vaderlandschen letterroem als om uwe maatschap
pelijke positie, op te passen, dat gij u toch niet
onmogelijk maakt, het gezag, waarop uw letter
kundige smaak, uwe kennis, in éen woord de
bundel groote en schoone gaven, wier vereeniging
de persoonlijkheid van C. Busben Huet vertoont,
u aanspraak geven, niet verspeelt en uzelven eene
reputatie bezorgt, welke gjj wel niet verdient,
maar u toch door eigen toedoen op den hals haalt."
Deze vriendschappelijke raadgeving heeft, zooals
later is gebleken, niet veel vat gehad op den
eenigen stylist en literator Busken Huet.
Men meldt dat door de regeering zal worden
voorgesteld, om het tijdstip van inwerkingtreding
der nieuwe nationale strafwetgeving te bepalen
op 1 September a. s.
Wjj verwjjzen onze lezers naar achterstaande
advertentie omtrent eene waterleiding exploitatie
maatschappij, gevestigd te Botterdam en bevelen
hun de aandachtige lezing aan van het prospectus,
waarin mannen van zeer goeden naam steun en
medewerking vragen voor hun plan tot oprichting
van zulk eene onderneming.
Door den majoor-commandant van het 2 batal
jon 3 regiment infanterie alhier, werd heden
morgen te 10 uren, voor het front van den troep,
de bronzen medalje uitgereikt aan den sergeant
B. Pasveer.
De heer W. van Langeveld, djjksopzichter van
den waterstaat te Veere, wordt met den 15 Febr.
e. k. naar Vlissingen overgeplaatst. Men verneemt
dat de eerstgenoemde standplaats niet meer zal
wordon vervuld.
Zooals gisteren onder laatste berichten gemeld
werd, heeft Z. M. den gen.-maj. M. G. Mat-
thes, insp. der cav., op pensioen gesteld en
het bedrag van bet pensioen bepaald op 2700
'sjaars, en tevens genoemden opperofficier HDs
dank betuigd voor de veeljarige en trouwe dien
sten, door hem aan Z. M. en aan het leger be
wezen.
Bjj dat wapen is benoemd tot gen.-majoor en
inspecteur de kolonel W. K. L, van Helden,
kommandant van het 2e reg. huzaren.
Yan het orgaan der Vereeniging tot bevordering
der zoetwatervisscherijen in Nederland ontvingen
wjj de twee eerste afleveringen. Onder meer komt
daarin een opstel voor van den heer C. J. Botte-
manne Mzn. over bewaarplaatsen van fokzalmen.
Verder eene bijdrage van C. Stal omtrent de
wordingsgeschiedenis der vereeniging, iets over
vischteelt, de notulen der laatste vergaderingen,
gemengde mededeelingen enz.
He* plan der 821e Nederlandsehe Staatsloterij
de eerste te houden overeenkomstig de nieuwe
wettelijke bepalingen is thans vastgesteld. Deze
loterij bestaat uit 21,000 loten en 10,500 prijzen
en 2 premiën. De eerste helft van 't geheef aan
tal loten wordt voor alle klassen, de tweede helft
van klasse tot klasse uitgegeven. In de vier
eerste klassen worden 1600 nummers en even
zooveel prjjzen getrokken, in de vjjfde klasse 4100
prijzen, de twee premiën en 10,500 nieten. De
collecte wordt geopend den 3en Maart 1886. De
trekking der le klasse heeft plaats op 29, 30, 31
Maart en 1 April en de trekking der vier vol
gende klassen telkens veertien dagen de eene na
de andere, terwijl de laatste 100 nummers op
Zaterdag 19 Juni 1886 zullen getrokken worden.
Het kiescollege der Herv. gemeente te Zierikzee
heeft Maandag, tengevolge van het bedanken van
den heer Boessingk, het grostal aangevuld, en
daaruit een zestal opgemaakt, bestaande uit de
heeren: J. F. L. Muller te Gorredijk, A. C. J.
van der Kemp te Spankeren, J. C. Boon te Bever-
wjjk, dr. H. van Veen te Wadenojen, dr. J.
Herderschee te Borculo en Li Slotemaker te
Kedichem.
In het Utr. Dagblad komt, omtrent hetgeen
zooal op kerkeljjk terrein te Amsterdam voorvalt,
de volgende belangrijke correspondentie voor,
waaruit men opnieuw leert hoe dr. Kuyper kuipte.
Zjj luidt als volgt:
//Uit zeer vertrouwbare bron kunnen we van de am-
sterdamsche kerkelijke quaestie de volgende interessante
bijzonderheden mededeelen.
«Er is te Amsterdam eene vereeniging van kerkeraads-
leden, welke geheel bestaat uit volgelingen van dr. Kuyper,
en die steeds, zoo dikwjjls dij noodig is, vóór de openbare
kerkeraadsvergaderingen bijeenkomt en daar vaststelt, hoe
men in den kerkeraad spreken en stemmen zal. Aange
zien de leden dezer vereeniging over de meerderheid in
den kerkeraad beschikken, zoo zijn de openbare vergade
ringen slechts zittingen, waar de vonnissen worden uit.
gesproken, die in die raadkamer zijn geveld.
«Wat was nu in de maand December in een dezer ge
heime vergaderingen besloten Men zou aan de kerk
voogden de vrije beschikking geven over den dienst in
de kerkgebouwen, zoodat zij van den predikstoel zouden
kunnen weren, ieder die hun goeddachtde opdracht
was, daarop niemand anders toe te laten, dan zulke
predikanten, die echt gereformeerd waren, volgens het
gevoelen van dr. Kuyper. Aangezien nu de heer Kuyper
c. s. zoowel in de kerkvoogdij, als in den kerkeraad de
macht in handen had, wilde men eenvoudig de macht
van het laatste lichaam overbrengen bij het eerste college,
omdat de kerkvoogdij geen enkele autoriteit boven zich
heeft, terwijl de kerkeraad altijd onder de hooge besturen
staat, en daardoor niet kon doen wat de meerderheid wel
wilde.
//Nu is er eene bepaling in bet reglement van den
Amsterdamsehen kerkeraad, dat, behalve de voorstellen,
die op de agenda staan, ook onderwerpen mogen worden ter
tafel gebracht en afgedaan, die door een bepaald aantal
leden worden voorgesteld.
»Wat was nu in eene geheime vergadering der boven
genoemde kerkeraadsleden besloten
//Op de kei'keraadsvergadering, te houden op den 21
Dec. onder voorzitterschap van ds. Van der Horst, zou,
staande die vergadering, aan den voorzitter worden over
handigd een couvert, waarin het bovengenoemde voorstel,
om alle macht over kerken en godsdienstoefeningen in
handen te stellen van kerkvoogden. Het aantal onder
teekenaars was meer dan voldoende en de meerderheid
zou gereed staan, om alle voorstellen, uit die enveloppe
te voorschijn komende, dadelijk en bloc aan te nemen.
//Alvorens echter de leden dier geheime vergadering
zoo de macht uit handen gaven, hadden de kerkvoogden,
die ook leden dier vereeniging waren, hun plan de cam
pagne aan hunne trawanten medegedeeld.
«De revolutie zou onmiddellijk beginnen. Aan de drie
moderne predikanten te Amsterdam, de heeren Laurillard,
Ternooij Apel en Berlage, zou dadelijk het recht ontzegd
worden, om als dienstdoende predikanten de kerkgebouwen
binnen te treden. Zonder complimenten zouden ze buiten
de deur gezet worden.
//Iets beleefder zou men een 9tal andere heeren behan
delen, die wel tot de orthodoxe partij, maar meer tot de
irenische richting behooren, waaronder de predikanten De
Graaf, Van Marken, Hoogerzeil, Ten Kate, Vos, Adriani,
Posthumus Meijes en Westhoff.
«Men zou aan dezen kennis geven, dat men van hen
liever niet meer gediend was, en dat men hen daarom
vriendelijk verzocht zich voortaan te onthouden van het
voorgaan bij godsdienstoefeningen, daar men op andere en
hetere wijze in die behoeften zou voorzien. Dit waren er
weer 9 op fatsoenlijke wijze aan den dijk gezet.
//Eindelijk zou aan eenige broeders, die wel gereformeerd
zijn volgens het college van kerkvoogden, maar toch niet
als makke schapen dén leidsman blindelings wilden volgen,
worden medegedeeld, dat ze in de kooi mochten blijven,
mits absolutie vragende voor hunne zonden en gehoor
zaamheid belovende aan vader Abraham. Hiertoe behooren
ds. Van der Horst en v. d. Dussen.
//Men zou dusdoende 12 predikanten te kort komen,
doch voor dezen waren reeds 12 plaatsvervangers aange
worven uit buitengemeenten. De lijst dier heeren bestaat
reeds en wat meer is, zij hadden zich reeds bereid verklaard
dadelijk op te treden, wanneer alles in orde zou zijn.
«Doch, o verdorvenheid van het mensehdom, er was
onder de schare, die in die geheime vergadering dit plan
zoo kunstig had ontworpen, éen Judas, die zijne broe
deren verried.
«Het geheim kwam ter oore van het classicaal bestuur,
voor dat de kei'keraadsvergadering gehouden kon worden,
en de voorzitter ds. Van der Horst was gewaarschuwd,
welke dynamiet-bom voor hem zou worden neergelegd.
Welke maatregelen genomen waren om te waken, dat de
inhoud van dat gewiehtige pakket, dat zulk eene gevaar
lijke brandstof inhield, schadeloos zou blijven, is een
geheim van het classicaal bestuur, want ds. Van der
Horst, de voorzitter, pareerde den slag, door, toen op
den bepaalden tijd nog een enkel lid ontbrak aan bet
getal, vereischt, om wettige besluiten te nemen, de ver
gadering onmiddellijk een week te verdagen.
//In dien tijd nam het classicaal bestuur de noodige
maatregelen, om den coup d'etat te verijdelen en de
aanslag mislukte. Het bewuste besluit kon niet tot stand
komen en de heeren ontwerpers werden geschorst. De
wereld werd daardoor, helaas, beroofd van het treffend
schouwspel om te zien: éen kudde (van gereformeerde
dominé's) en éen herder (vader Kuyper), grazende in de
vette weiden der kerkelijke goederen van Amsterdam.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg
Het veelbesproken feit, dat op zekeren avond
in het z. g. kabinet der sociëteit St. Joris een
kogeltje terecht kwam gelukkig was destijds
daarin niemand aanwezig, kwam heden voor
de rechtbank ter sprake. Daarbjj bleek dat men
met eene jeugdige onbezonnenheid te doeD had.
Zekere C. P. F., 18 jr„ geb. te Goes, laatst
winkelbediende bij mej. de wed. Eivière alhier,
thans in zijne geboorteplaats woonachtig, stond
terecht; beklaagd van in den nacht van 5 op 6
Dec. 1885 op de Balans, zjjnde eene openbare
plaats, te Middelburg, te hebben gedragen een
eenloops zakrevolver, zijnde een verboden wapen.
De beklaagde erkende het feit, maar voerde
tot verschooning aan, dat hp niet wist dat hij op
de openbare straat geen revolver bjj zich mocht
dragen, terwijl het pistoolschot door hem slechts,
uit aardigheid was afgeschoten.
De eisch van het O. M. luidde ƒ12 boete
subs. 4 d. gev.
De beklaagde beval zieh in de clementie der
rechtbank aan, opdat zijne aardigheid hem niet
te duur mocht te staan komen.
Heden zijn veroordeeldM. M. 22 j. visscher,
Arnemuiden, wegens mishandeling tot 15 d. cel
en 8 b.M. M. 22 j. en S. van E. visschers,
Arnemuiden, wegens mishandeling ieder tot 15
d. cel en 8 b.B. M. 19 j. visscher, Arnemuiden,
wegens mishandeling tot 15 d, cel en 8 b.M.
M. 22 j. visscher en J. C. landbouwerszoon, beiden
Arnemuiden, wegens mishandeling, de 1° tot 12,
de 2e tot 8 b.J. B. 15 j. arbeider, Serooskerke,
wegens diefstal tot 8 d. celC. van den B. 13 j.
Serooskerke, wegens idem tot 3 d. cel;A. V. 39).
herbergier, 's Heer Arendskerke, wegens mishande
ling tot 21 d. cel en 8 b.P. V. 22 j.
boerenknecht, Borssele, wegens beleediging van
een beambte in functie tot 15 dagen cel en
ƒ25 b.; N. S. 21 j., h. v. van P. P. werkster
Overslag, wegens hoon tot 8 b. en A. v. d.W. 52
j. smid, Arnemuiden, wegens beleediging van een
beambte tot ƒ8 b.
Nog werd door de arr. rechtbank uitspraak
gedaan in de vroeger medegedeelde zaak tegen
W. K,, 37 jaren oud, landbouwer te Domburg,
geappelleerde van een vonnis van het kan
tongerecht te Middelburgin eersten aanleg
beklaagd van op 9 September 1885, des nam.
omstreeks kwartier voor 7 uren, eene hem toe-
behoorende koe zonder toezicht te hebben laten
losloopen op den ten dienste van het algemeen
bestemden weg, den Heerenweg te Domburg.
De rechtbank veroordeelde beklaagde, met ver
nietiging van het vonnis, door den kantonrechter
gewezen, tot eene geldboete van 1 en in de
kosten, subs, éen dag.
Dit vonnis berust op de volgende overwegingen:
dat de bekh, nu geïntimeerde, voor het kan
tongerecht te Middelburg hebbende terechtgestaan,
bij vonnis van dien kantonrechter van 3 Nov. 11.
is ontslagen van alle rechtsvervolging, op grond
dat het, op het als wettig en overtuigend bewezen
aangenomen feit toepasselijke, reglement op da
wegen en voetpaden in Zeeland als niet verbin
dend moet worden beschouwd, daar het niet be
hoorlijk is afgekondigd j
dat bjj akte van den 12eB Nov. d. a. v., en dus
binnen den bij de wet gestelden termijn, de
ambtenaar van het O. M. bjj dat kantongerecht
heeft verklaard, namens den officier van justitie
bij deze rechtbank, van voornoemd vonnis te komen
in hooger beroep en dat, vermits op het ten deze
toepasselijke art. 96 van dat regl. in art. 113 sub
d en 2 is bedreigd geldboete en verbeurdver
klaring van het vee, waarmede overtreding, o. a,
van art. 96, is begaan, de zaak vatbaar is voor
hooger beroep en mitsdien het appel ontvankelijk;
O. allereerst aangaande het bewjjs, dat door
den inhoud van een, bljjkens het proces-verbaal
der terechtzitting in eersten aanleg voorgelezen;
door H. Jonkers, rijksveldwachter te Domburg,
op den ambtseed opgemaakt proces-verbaal, hou
dende de eigen waarneming van den verbalisant,
bevestigd door diens ter terechtz. in eersten aanleg
als getuige onder eede afgelegde verklaring en
door de bekentenis Van den bekl., eveneens in
eersten aanleg afgelegd, dat de sloot, welke dien
weg afscheidt van het hem toebehooïende land;
waarop de koe weidde, droog was geworden,
zoodat de koe zich van dat land op dien weg kon
begeven, zonder dat hjj zich heeft beroepen op
door hem genomen maatregelen om het komen
van het vee op dien weg te beletten;
dat dit feit moet worden gequalificeerd
»het zonder voldoend toezicht laten losloopen
van eene koe langs eenen ten dienste van het
algemeeen bestemden weg in Zeeland", strafbaar
gesteld bjjdeartt. 96 1° b en 113 1 d en 2
van het regl. op de wegen en voetpaden in Zee
land Provbl. 1881 n° 85);
O. alsnu aangaande de beslissing van den kan
tonrechter „dat aan dit reglement als niet behopp»