N° 19.
139e Jaargang.
1886.
Zaterdag
23 Januari.
LOTH G.
FE.UILLE.TO N.
Het veiloren Paradijs.
Middelburg 22 Januari
Nationale Militie.
Nationale Militie.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3.50.
Afzonderlijke norumers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën-, 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Het tooneel.
Agenten teVlissingen: P. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. van des Peijl, te Zierikzee: A. C. DEMoou,te Tholen: W. A.van Nieltwenhduzen, te Terneuzen: A.van deu Pexjl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger.
Waarschuwing tot inschrijving 1886.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op hunne publicatie van den 1 en 18
December 1885, herinneren den belanghebbenden
dat het register van inschrijving voor Je nationale
militie, ingevolge de w> t, op den 31 dezer maand,
des namiddags te 4 uren, voorloopig wordt gesloten
weshalve de militiephcntigen, die in het jaar 1867
zjjn geboren en zich nog niet hebben doen in
schrijven, worden aangemaand om zulks alsnog
vóór dien tijd te doen, waartoe ter gemeente
secretarie dageljjks, met uitzondering van den
Zondag, op de gewone urtn gelegenheid is ter-
wpl zij, die verzuimen de inschrijving vóór het
hierboven genoemde tijdstip te doen plaats hebben
vervallen in eene boete van 25 tot 100.
Middelburg, den 22 Januari 1886.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS l. b.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 28 en volgende der wet van den 19
Augustus 1861 x£>taa sblud n° 12), brengen bij deze
ter kennis van tielanghebbenden: dat de loting
der in het vorige jaar voor de militie ingeschre
venen zal plaats hebben np de boven-voorzaal
van het raauhuis, Maandag den 8 Februari 1886,
te beginnen des voormiddags te 10 uren; dat
gedurende vjjf dagen, te rekenen van den dag
waarop de loting heeft plaats gehad, tegen de
wijze waarop zij is geschied, oij gedeputeerde staten
bezwaren kunnen worden ingebracht door belang-
hebbinde lotelingen, of door hun vader of voogd
dat de bezwaren moeten worden ingediend door
middel van een uoor de noouig. bewjjr- stuk ken
gestaald verzoekschrift, op ongezegeld papier, on
derteekend door hem, uie ze inbrengt, welk ver-
zoeKsCbrift bjj den burgemeester moet worden
overgebracht, tegen bewjjs van ontvangdat
op Maanuag den 22 Februari 1886, des voor
middags van 10 tot 12 uren, in de beneden-
achterzaal van het raaihuis zitting zal worden
gehouden, tot htt opmaken van ue getuigschrif
ten tr bekoming van vrpstelling wegens broe-
derdienst of op gronu Van te ziju eenige wettige
zoon, bedoeld in de 2de en 3ae zinsnede van
art. 53 der bovengenoemde wetdat zij, die op
zi ouanige vrijstellingen aanspiaak maken, op
g. melden tijd ten r. adhuize zullen moeten ver
s. hpnen, vergezeld van twee bij den burgemeester
lekende meerderjarige ingtzeienen.
Middelburg, den 22 Jannari 1886.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS, L. B,
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
16.
novelle van
MORITZ VGN REICHENBACH.
Serden bracht zijn hand aan de oogen alsof de
voor.,telling dat die twee éen waren, te schoon
was om in eens te vatten.
Daarop zag hij Isabella aan met een uitdruk
king van geluk op het gelaat, zoo als zij er nog
nooit op gezien had.
»Ik dank u, ol ik dank u!' zei hp, haar
de beide handen toestekende.
„En zult gij nu niet op Irma knorren
Ik op haar knorren, omdat zjj zelf Wal
ter Weiringen is? O neenl"
Hij dacht aan al de pijnlijke uren, welke die
naam hem bereid had, aan al den twijfel der
jaloezie, aan alles wat hij geleden had; en bet
bewustzijn dat dit alles door dat éene woord van
Isabella als een nevel was weggevaagd, vervulde
hem met blijdschap, die hem al het andere deed
vergeten. Irma keerde tot het leven terug om
de zijne te zjjn, met een onontwjjd hart; het
paiadjjs van zalige liefde, dat hjj waande verloren
te hebben, opende zich opnieuw voor hem. Hp
sloot zjjn schoonzuster in de armen, drukte
haar de handen en herhaalde:
„Is Irma Walter Weiringen Is Irma het
self?"
„Ja en die presse-papier was een geschenk
van twee vriendinnen, toen hare eerste gedichten
gedrukt waren. Later toen gij met haar verloofd
Waait, liet zjj on» allen beloven, dat wij haar
niet zouden verraden, Zij had zich ook voorge
nomen, om na haat huweljjk niet meet te schrjj-
EEN GROOTE LEEMTE.
door H.
Heb ik in mijn opstel, getiteld „Et n populaire
bpdrage tot de kennis onzer verdedigingsmidde
len," een beknopt overzicht gegeven van de wijze
waarop en de middelen waarmede wjj ons land
kunnen en moeten verdedigen, laat ik tbaus ten
slotte even mogen wpzen op een groote leemte
in ons verdedigingsstelsel, eene zaak die tevens
de provincie Zeeland van nabij betreft, en waarop
mjjns inziens de aandacht niet genoeg gevestigd
kan worden, Wjj zpn in staat, of kunn n het
zpn zoo wjj willen, onze zuidelijke vaarwaters,
den toegang tot het zuider frontier van de vesting
Holland, zooals men het tegenwoordig eigenaardig
en zeer juist noemt, tegen een overmachtigen
vjjand te verdedigen. Daartoe hebben wjj, zooals
ik in mijn vorig opstel gezegd heb, noodig een
aantal kleine oorlogsvaartuigen, bewapend met
zwaar geschut, en vooral veel torpedo's en tor-
pedobooten. Deze laatste kunnen ook op klaar
lichten dag, verscholen in de tallooze killen en
bochten van onze binnenwateren, of achter berms
of uitspringende hoeken van onze waterkeeringeu
aller geduchtste tegenstanders zpn van vijande
lijke schepen. De vijand zal, om ons met vrucht
te kunnen bestrijden, voornamelijk gebruik maken
van soortgelijke vaartuigen als waarvan wp ons
bedienen.
Het over zee brengen daarvan op verre afstan
den is echter zeer moeilijk, maar het grootste
bezwaar, en dit is bjjna onoverkomelijk, schuilt
voor hem in het gemis van een behoorljjke, naojj
gelegen vluebtkaven voor zjjn kleine schepen,
waar hp bp slecht weder of na een galeien
nederlaag kan binnenloopen en tevens gelegenheid
vindt de geleden verliezen en schade aan zjjn
materieel te herstellen. Vooral bij de zoo fijne
en teere samenstelling der toipedobooten en hare
machines is zoo iets hoog noodig.
En hoe is het daarmee bij ons gesteld? Bij ons
bevindt een eventueele vjjand zieh in de gun
stigste positie. Het is alsof wjj zeggen: Waar
de vjjand, wjj hebben de deur voor uwen
neus gesloten, maar wij stellen u gratis in de
gelegenheid gebruik te maken van uwe deugde
lijke breekijzers om ze open te maken; en wanneer
er, zooals licht gebeuren kan, eens een beitel uit
de steel vliegt, gjj kunt die met het meeste
gemak weer in orde brengen in de haven
en op de etablissementen van de maatschappij
de Schelde te Vlissingen.
Die etablissementen en die haven, onbeschut en
ven, daar gjj het niet gaarne zaagt, en in de
brieven uit de twee eerste maanden staat ook te
lezen, dat zjj volstrekt geen lust tot schrijven
zou hebben, en het haar zeer gemakkelijk viel
om het geheel te laten. Daarop hoorden wjj een
tjjd lang niets meer over dit onderwerp, totdat zjj
ons eensklaps een paar weken geleden mededeelde»
dat er eerlang een novelle van haar zou ver
schijnen. Ik vroeg toen of gp op de hoogte
waart en kreeg tot antwoord: neen, gjj wist nog
niets en behoetdet het ook niet te wtten. Leopold
Leiningen bezorgde haar briefwisseling met de
redactie en door hem kreeg zp alle inlichtingen."
„Ol nu begrjjp ik alles!" riep Serden.
„Het is toch beter dat ik hetu gezegd heb
en gp zult dus niet boos zjjn op Irma?"
„Neen» het is goed zoo, alles is goed 1" ant
woordde hjj en de tevreden trek, die sedert een
paar weken geheel verdwenen was, keerde weer
op zpn gelaat tirug.
»En laat nu niets merken tot Irma geheel
hersteld is", voegde Isabella er nog bjj. Daarop
verliet zjj de kamer om naar haar moeder te
gaan.
Serden betrad zeer zachtjes de ziekenkamer.
Irma sliep nog gerust. Hp stond een oogenblik
naar haar te zien, naar zijn vrouw, die bij ver
loren gewaand had, naar het geluk dat hem op
nieuw eD nu eerst geheel geschonken was. Hjj
dacht aan Walter Weiringen en lachte.
Dien zelfden avond zat hjj in het kleine ka
mertje en las de novelle van het Verlor, n Pa-
radjjs", nog eens door. Hij had het papier, dat
hjj voor het blai van een brief gehouden had,
naast zich liggen en vond eindeljjk de plaats in
het verhaal, die hjj zocht. Daar stonden de
woorden van dien brief gedrukt zjj behoorden
bij die geschiedenis, en het papier, dat hem zoo
veel hartzeer gekost had, was niets anders dan
een stuk van het handschrift der novelle ge
weest 1
Het was voorjaar en helder, zonnig weer toen
de reis wag, n den weg van het station naarKarls.
burg insloeg, om de jonge meesteres, ten tweeden
male, naar het huis haars gemaals te voeren.
Lachend keek Irma uit het raampje naar de
welige akkers.
»Alles ziet er heden anders uit dan den
laatsten keer, toen ik dezen weg aflegde om naar
Weenen te gaan!" zeide zjj en legde haar hand
op den arm van haar man.
„Goddank dat wjj niet meer drie maanden
jonger zjjn en dien laatsten tjjd nog eens moeten
doorleven!" riep hjj uit. „Maar één vraag met
betrekking tot die reis ligt rnjj nog altpd op het
hart."
„Welnu?" zei zjj en zag hem vriendelijk aan.
Hjj sloeg zjjn arm om haar heen en trok haar
naar zieh toe.
„Gij hebt onder het jjlen zoo dikwijls van
die reis ge.-proken en het klonk altijd, alsof gjj
die ondernomen halt met het plan om ui t meer
naar Karlsuurg terug te ki-eren. Ziet gjj, schat,
ik weet heel goed dat ik toen een dwaas was
met mijne Armgard-coquetterieën, metmjjn voor
gewende koelheid en mpn angbt om u te ver
wennen
„Lieve hemel welk een zonden register", riep
Irma uit; maar Serden ging ernstig voort:
„Kind, een dwaasheid kan men bei beste
goed maken, wannei r men haar inziet en erkent;
en ik heb de dwaasheid begaan van een vrouw
te nemen die ik eigenlijk niet kende, eenvoudig
onverdedigd als zjj daar liggen, leveren inderdaad
een groot gevaar op voor onze defensie, en het
is bijna onverantwoordelijk ze in dien toestand te
laten. Wjj moeten den vjjand, die ons aanvalt,
Jaarom op de eene of andere wjjze, zoo niet voor
goed doch dit ga.it boven onze krachten maar
dan toch voor een langen tijd het gebruik van
die haven ontzeggen. Daartoe zal het noodig zjjn
een kractitig fort te bouwen, volgens de eischen
des tjjils ingericht, dat den ingang der haven
bestrijkt, en een eventueel te leggen torpedo-ver-
sperring onder vuur houit.
Zulk een tort, stormvrij, en in tjjd van oorlog
tijdig en ruim voorzien var. krjjgs- en mondbehoef
te,., is in staat den vijand laugen tjjd krachtig hit
hoofd te bieden, en met een bekwaam en energiek
kommandant zal het niet vallen zonder hem zeer
zware verliezen te hebben toegebracht. Dat is
echter niet het eenige voordeel, dat het aanbiedt.
Wjj zullen bjj het uitbreken van een oorlog niet
veiplicht zjjn, om tot eene wellicht overhaaste
en daardoor onnoodige vernieling over te gaan
van de kostbare etablissementen der maatschappij
de Schelde.
Ik hoop dat dit kort woord over eene zaak, die
onze provincie vau nabjj betielt, met geheel
onopgemerkt zal bJjjven.
Het is vermakeljjk twee groote bladen met el
kaar te zien redetwisten over den toestand van
den Rotterdamschen waterweg.
N. R. C en Amst. zjjn daarover in een pole
miek gewikkeldde eerste is opgetogen over den
toestand van dien weg; de laatste is daarentegen
op dit punt pessimistisch gestemd. Maar natuur
lijk ook al niet uit haat ot njjd maar wie
kent dit spreekwoord niet? De Amst. schrjjit
heden
„Mag men nu ten opzichte van den N, Rott.
waterweg zelfs de waarheid niet meer zeggen
is V.i verboden op grond van cijfers en feiten de
toekomst van den Rotterdamschen Rjjnhandel
onzeker te achten, alleen omdat de N. R. Ct
onbezorgd isl
„Wjj tneenen inderdaad, dat de toestand, waarin
de N. Rott. waterweg verkeert, duideljjker dan
iets anders doet zien, dat het aanleggen van een
uitnemenden waterweg van Amsterdam naar den
Rjjn een zaak van groot, nationaal belang is."
Dat spreekt van zelf. Chacun prêche pour sa
paroisse.
Maar dat de Amst. niet geheel ongeljjk heeft
m zijne meening over uien weg bljjktwd uiteen
ingezonden ftua in de Dordr. Ct van Vrijdag 15
Januari, waarin het volgende voorkomt:
«biadat sedert 23 October 1885 geen peilingen in den
Nieuwen Rotterdauischen Waterweg zijn openbaar ge
maakt, blijkt uit de N. R. Ct. van heden, 3e blad, dat
de diepte in dien Waterweg, sedert dien datum, gerekend
over 10 peilingen op verschillende plaatsen, gemiddeld i'
verminderd met 2,1 decimeter, en dat de grootste diépte
van 66 decimeter tot op 63 decimeter is afgenomenen
zulks niettegenstaande de nieuw aangelegde werken in de
Nieuwe Maas, en de tonnen gcuds aan dien Waterweg
besteed.''
De N. R. Ct verdedigt haar meening ook door
zich, evenals haar collega, te beroepen op het
groot nationaal belang, dat bjj dien waterweg is
betrokken.
Het is eigenaardig dat bp die groote heeren
alleen sprake is van zulk een belang, wanneer
het Amsterdam en Rotterdam betreft.
En wanneer men over Vlissingen spreekt, zwjjgt
men liefst over de daarbjj betrokken nationale
belangen.
Uit Wolfaartsdjjk sehrjjft men ons:
In de Woensdag gehouden raadsvergadering is
besloten tot wjjziging der verordening op de
heffing van eenen hoofdeljjken omslag, en wel in
dien geest, dat de le klasse naar een inkomen
van ƒ200 tot ƒ300 is vervallen, en dat de aan
slag van belastingschuldigen, welke bezwaard zjjn
met het ondtrboud van meer dan 4 kinderen
beneden den leef tjjd van 14 jaren, met 1,10 wordt
verminderd voor ieder kind boven het getal 4,
mits hun inkomen 2000 niet te boven ga; zoodat
de hoog> r aangealagenen niet meer, zooals tot nu het
geval is, in de reductie deelen.
Over een ingekomen adres van A. Kaan en A.
Markusse, timmerlieden alhier, om de op 17
December jl. gehouden aanbesteding, van het
onderhoud der gemeente-eigendommen voor het
jaar 1886, te vernietigen, op grond eener ver
meende onnauwkeurigheid in de desbetreffende
publicatie, werd lang gediscussieerd, waar bjj som
mige raadsleden bljjk gaven van hunne groota
kennis en bedrevenheid in de Nederlandsche taal.
Ten slotte werd het verzoek echter voor noti
ficatie aangenomen.
Vervolgens werd besloten tot aankoop van twee
jjzeren lantaarnpalen met rjjkslampen, welke ge
plaatst zullen worden te Oud-Sabbinge, om daar
door de thans aanwezige lantaarns, die niet meer
aan het doel beantwoorden, te vervangen, waar
voor aan het dageljjksch bestuur, ter bestrijding
der kosten, een orediet werd geopend van 75.
Dut de ingezetenen hier belangstellen in de
wjjze, waarop de gemeentezaken behartigd worden,
blijkt wel uit hel feit dat 19 personen de raads
vergadering bjjwoonden.
Dit vindt men m gemeenten als de onze maar
zelden.
Wie naar den schouwburg gaat om een Vofi
Moser te zien opvoeren» weet nu eenmaal dat
hem geen fijne vruchten op zilveren schalen zullen
omdat ik verliefd op haar was,1' Irma zei geen
woord; zij liet het hoofd op zjjn schouder rusten»
zoodat hjj niet kon zien, hoe zjj glimlachte.
„Doch ik heb bjj die zaak meer geluk dan
wjjsheid gehad, want ik heb een verstandige vrouw
gekregen, waar veel meer achter zit, dan men
aan naar kinderlijk gelaat zou zeggen, 'tgeen ik
echter eerst pas langs omwegen, door Walter
Weiringen ontdekt heb."
Haar hoofd zonk nog lager op zpn schouder.
„Sedert hebben wjj elkaar nu geheel leeren
begrppen en de zaak heeft eigenljjk niets meer
te beduiden, maar ik zou toch wel eens willen
weten of mijn verstandig vrouwtje werkeljjk ge
dacht heeft, dat ik koud en onverschillig voor baar
was en zjj beter deed met niet meer naar Kar Isa
burg terug te keeren, als zjj eens weg was?"
Nu hief zjj het hoofd op, zag hem vriendeljjk
aan en fluisterde.
„Neen, Karei, het krenkte mp wel dat gjj
mjj zoo als een kmd behandeldet en dat gjj me*
vrouw Armgard het hof maaktet, daar ik wist dat
zp met u coquetteerde, om Leiningen te plagen
er waren oogenblikken, waarin ik er ernstig
over dacht of gij mjj wel waarlijk lief hadt maar
„Nu, wat maar?"
rJa ziet ge, in zulke oogenblikken schreef
ik juist de geschiedenis van het „Verloren Para-
dps, waarin de toestanden uit de verte de onze
gevolgd waren, en de karakters, ondanks een
oppervlakkige gelpkehis, toch anders zpn. Allea
wat mp verontrustte liet ik mpn heldin in ver
hoogde mate ondervinden; ik schilderde af hoe
alles worden kon, worden moest, als als wjj
niet - wij waren.
„Er is in die geschiedenis veel dat ik zelf door*
leefd heb, dat ontken ik niet, maar het is zoo