N° 14.
129e Jaargang^
1886.
Maandag
18 Januari.
Middelburg 16 Januari
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: P. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Niettwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dek Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Puhlicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger.
Naar aanleiding der bewering van jh'r mr Bee-
laerts van Blokland dat cie anti-revolutionaire
partij niet solidair te rekenen is met de jongste
daden te Amsterdam van dr Kuyper en jhr de
Savornin Lohman, schrijft zekere A. G. te A., in
de N. R. Crt. van gisteren, ter bestrijding van
die meening een ingezonden stuk, waarin hij zich
beroept op mr Groen van Prinsterer. Hij zegt
O. a. „Mr Beelaerts beroept zich op het eigen,
openbaar program der anti-revolufionnaire rich
ting" waarin, naar zijne meening, niets voor
komt, wat op d e ze kerkelijke beweging ziet".
(Ik cursiveer). Ik veroorloof mij te vragen staat
deze kerkelijke beweging dan geheel op zichzelve?
Zwijgt dan het program zoo geheel van alles,
wat in verband sta.t met deze kerkelijke bewe
ging? Heeit dan mr Groen van Prinsterer niet
geschreven: >Boven elke andere quaestie(staat)
emancipatie van de hervormde kerk.
„De vrijmaking der kerk heeft den voorrang.
„Degelijke schoolwetsherziening. Wat baat ze,
indien de hervormde kerk door handhaving
van den erbarm elp ken misgreep van
1816.... (ik spatieer) verdeeld blijft. Indien
lauwheid en willekeur het talrijke kerkgenoot
schap aan het ongeloof prijs geeft
„Laat daarentegen de vrije en aldus confes-
sioneele kerk herrijzen uit het graf van den
reglementairen toestell Zij zal de moeder
der vrpe school, zp zal met vertiendubbeide
kracht Vereeniging voor christelij k-na-
tionaai schoolonderwijs zijn."
Mr„ Groen van Prinsterer heelt gezegd„Alleen
in de herleving der Hervormde kerk ligt
tegen liberalisme en ultramontanisme
genoegzame kracht. Alleen in de beljjdenis,
gelpa zjj in de symbolische schriften opgeteekend
werd." Het liberalisme is immers eene politieke
richting? Welnu, beteekent dit laatste dan niet
met andere woordenhet steunpunt voor onzen
strijd tegen de liberalen is voor ons alleen te
vinden op kerkelijk terrein
Mr. Beelaerts van Blokland vraagt en treft
de quaestie „Behoort niet staatkundig terrein
volstrekt gescheiden te blijven van het kerkelijk
terrein Hij beantwoordt deze vraag bevestigend.
Gulden en merkwaardige erkentenis! Te merk
waardiger, omdat zjj de anti-revolutionaire party
als staatspartij opheit. Mr. Groen van Prinsterer
heeft geschreven „men on tz ielt" (ik spacieerde)
sde christelijk-historische richting,
ïdoor kortweg te berichten dat zij is, niet eene
kerkelijke, niet »eene godsdiens tige, niet
eenegodgeleerde,maar eenepoliti eke partij".
Mr. Groen van Prinsterer heeft gevraagd
^Strijden wjj voor een p a rt jj be I ang"? en
geantwoord: »Ja, nameljjk van de partij, die
zich, tegenover de modernen, schaart aan de zij
van den levenden God",
Mr. Groen van Prinsterer heeft gezegd: „de
Christeljj k-historische richting is eene
godsdienstige party, en „van al wat
godsdienstig is ligt in het dogma, in het
leerbegrip wortel." Welnu, met dezelfde leuzen
heeft dr. A. Kuyper te Amsterdam zpne mannen
te wapen geroepen. Welnu, men kan het vaandel
verlaten; maar zoolang men zich anti-revolu-
tionnair noemt en mr. Groen van Prinsterer en
dr: A. Kuyper als anti-revolutionnaire lei
ders erkent, geldt thans: Le drapeau est engage,
vous n'avez plus qu'a le suivre
In tegenoverstelling van den heer Beelaerts van
Blokland, heeft de heer Pabius, eveneens lid der
tweede kamer, in de Sprokkelaar zich voor de
mannen van de daad" verklaard. Hp maakt
eenige bedenkingen tegen het geschrift van den
heer Hogerzeil.
Heel duidelpk is de redeneering niet van den
heer Pabius. Het zou ook niet te verwonderen
zpn, als deze meer kennis had van militaire zaken
dan van kerkrechtelpke quaestien. ArnhCrt.)
De heer P. N. Muller maakt in eene beschou
wing over de financieele voorstellen van den heer
Bloem, in de Amst. de volgende opmerking:
„Twee ministers, beiden behoorende tot hetzelfde
Nederlandsch ministerie, stellen bpna tegelpkertpd
aan de Kamers voor, de een, om het uitvoerrecht
og thee van 1 de 100 KG. op Jaya af te I
schaffen, omdat hp het te bezwarend voor de
planters acht, en de ander om diezelfde thee,,
zoodra ze in het moederland in gebruik komt,
met nog f 15 de 100 KG. meer dan thans reeds,
te belasten. Dus zal de planter op Java op het
zelfde oogenblik en door hetzelfde Ministerie, op
Java, uit een billijkheidsgevoel der Regeering,
ontlast worden met f 1, maar onmiddellpk daarop
in Nederland 15 maal hooger weer worden belast,
uit een fiscaliteitsgevoel.
Dit naakte feit is te sprekend, dan dat elke
inkleeding van woorden den indruk daarvan
anders dan verzwakken zou."
De heer Muller vestigt er ook de aandacht op,
dat een beroep op Engeland, wat de theebelasting
betreft, niet opgaat. Wanneer hier de thee hooger
belast wordt, zal de kleine burgerp ze niet drinken
en zich tot de koffie bepalenterwpl in Engeland
geen kolfie door den minderen man gedronken
wordt.
Zooals een bericht uit Yerseke, in ona
vorig nommer, luidde, heeft aldaar in een en
dezelfde raadszitting het onderzoek der geloofs
brieven van een nieuw gekozen raadslid, den heer
Laban, plaats gehad en deze zitting genomen.
Zelfs deed genoemde heer een voorstel, dat aan
genomen werd.
Terecht maakt de Goesche courant hiertegen
eene ernstige bedenking. In verband met art.
33—35 der gemeentewet, zegt dit blad, kon dit
nieuwe lid nog geen zitting nemen. De genomen
besluiten, waarop zpne stem van invloed heeft
kunnen wezen, zpn dus onwettig en zeker ook wel
de beslissing omtrent het door hem zelf ge
dane voorstel.
Wp verwpzen bovendien ook naar art. 38 dier
wet, waarin uitdrukkelpk wordt gemeld, dat de
nieuw inkomende leden hunne betrekking niet
aanvaarden, alvorens de in art. 33 en art. 35,
tweede zinsnede, bepaalde tpd, d. i. acht dagen,
verstreken is.
De heeren van den raad te Yerseke kunnen dus
nog eens vergaderen om o. a. de torenkwestie te
behandelen.
Gisterenavond hield mevr. Lina Schneider in de
Concertzaal alhier haar eerste der drie voorlezin
gen voor het letter- en kunstlievend Middelburg-
sche publiek. Tot onderwerp had de begaafde
spreekster gekozen Robert Hamerling, den Oos-
tenrpkschen dichter, van wiens kunstrichting en
werken mevr. Sctmeider een vluchtige schets
ontwierp.
Ongttwpfeld waren het tpd en omstandig
heden, welke de spreekster noopten losjes over
de oppervlakte van haar onderwerp heen te glijden,
waar wp zoo gaarne aan haar hand een dieper
blik in de ontwikkeling van dezen poëet hadden
geslagen, wiens rpke phantasie, wiens kunstideaal
en meesterschap over den vorm allen, die zpne
heerlpke dichtwerken lazen en herlazen, zoo niet
begrppen dan toch voorgevoelen,
Met de kunst van zpn landgenoot Makart biedt
die van R. Hamerling menig punt van vergelpking.
Mevr. Schneider noemde R, Hamerling den
vertegenwoordiger van het Duitsche moderne
psychologische epos, zooals Hermann Ling het
historische en Julius Wolff het romantische
epos in nieuweren tpd beoefent. In 't kort ver
haalde zp, hoe de kleine Robert, de zoon van
arme eenvoudige dorpelingen, machtige bescher
mers vond in de verjaagde Bourbons, de bloed
verwanten van Karei X, die een schilderachtig
gelegen kasteel bp Kirch berg, zpn geboorteplaats,
bewoonden.
Prinses Louise, de toekomstige hertogin van
Parma, trok zich zpn lot in 't bpzonder aan. Zp
liet hem naar Weenen vertrekken, waar hp het
gymnasium en later de akademie bezocht.
De stormachtige dagen van 1848 zagen hem
mede strpdenU voor de hervorming van den Oos-
tenrpkschen staat. Toen de studententpd ge
ëindigd was, sloeg het kwade uur. De jonge
dichter moest een loongevend ambt zoeken; hp
werd leeraar aan het gymnasium te Triest.
Tien jaar vervulde Hamerling deze betrekking,
tot zpn wankelende gezondheid hem noodzaakte
zpn ontslag te nemen. Een bpzonder geluk viel
hem ten deel, toen een hem persoonlpk onbe*
kende dame te Weenen hem een jiutrlpksch
inkomen verzekerde, dat den dichter van alle
zorg voor zpn stotfelpk bestaan onthief,
Hierop Btelde niw Schneider in 't licht, hoe
Hamerling tegenover het materialisme van onze
dagen de vaan van het ideaal hoog houdtdat
ideaal, belichaamd in het schoone, eerst schimach
tig, onzeker, wordt hem zelf steeds meer en meer
duidelpk, wat uit een vergelpking zpner eerste
dichtwerken met de latere helder blpkt. Het stre
ven naar het schoone is de roode draad, die door al
zpn gedichten gaat, maar eerst is hp dun en
niet altpd te herkennen, later is geen twpfel meer
mogelpk.
De spreekster droeg hierna eenige proeven van
Hamerlings dichtkunst voor. Uit de kleinere
gedichten, den bundel kinnen und MinnenMeine
Braut en het bekende schoone gedicht Vor einer
Genzianeuit Venus im Exil eenige stroten
'Schmerzlich erzittern der Banne Kronen urn die
Felsenkluft) uit het Schwanenlied der Romantik
in de fraaiste Nevelingen strofen geschreven, het
7" gezang.
Langer hield mw. Schneider zich bezig met
Ahasver in Rom, welks grondidee zp aangaf
Ahasverus niet de wandelende Jood, maar de geest
der eeuwig strevende menschheid. Ahasverus is de
Kaïn, die den dood in de wereld bracht en tot
straf niet sterven mag. Ahasverus vertegenwoordigt
het denkbeeld van eindeloos verlangen naar sterven,
naar rustNero tegenover hem is de zuiverste
type van levenslust, van genotzucht. Met enkele
trekken toekende de spreekster de schoonheden
en gebreken van het gedicht 'en verdedigde het
tegen de aanvallen der bekrompen moralisten.
Met recht noemde zp een dichter als Robert
Hamerling, een Culturdichter, geen poëet voor
jonge meisjes, zonder dat hp daarom van frivoli
teit en zinnelpkheid verdiende beschuldigd te
worden. Na een enkel fragment uit het eerste gezang:
Die Schenke Locusta's voorgedragen te hebben,
besloot Mw. Schneider het eerste gedeelte van den
avond met een verdere korte opsomming der
overige werken van den dichter, begeleid van
enkele karakteriseerende woorden-
Na een korte pauze gaf de onvermoeide spreek
ster het aandachtig luisterend publiek nog eenige
gedichten te hooren. De drie uit het Hollandscb
in het Duitseh overgezette getuigen van het
groote talent der Duitsche sehrpfster, voor wie
fijnheden der Hollandsche taal geen gesloten boek,
de moeilijkheden geen onoverkomelpke hinder
palen blpken te zpn. Oogenschpnlpk stelde het
publiek het Als de kinderen groot zijn van Beets
boven het gedicht van Hooft en de sonnetten van
Couperus en Fiore della Neve, welker technische
bezwaren bp de vertaling waarschpnlpk zwaarder
woge dan bp het eerste. Met veel gevoel droeg
Mw Schneider van Albert Traeger: Das Mutterherz,
van Hermann LingDas arme Brauipaarvan
Friedrich Halm uit dienB drama: Der Solm der
Wildnisz het liefelpke Mein Herz, ich wil dich
fragen, Was ist lienn Liebe, sag'' enz.van
Heinrich HeineDie Wallfahrt nach Kevlaar om
te besluiten met een tweede gedicht van Friedrich
Halm Das Glöcklein von Imsphere
Mw. Schneider stelt zich voor den volgenden
keer te spreken over Fritz Reuter, en daarna
eenige gedichten met pianobegeleiding voor te
dragen.
Uit St. Annaland schrpft men ons:
De afdeeling St. Annaland van de schippers-
vereeniging Schuttevaer met Middelburg de
eenige in Zeeland hield Donderdag hare ge
wone jaarlpksche vergadering;
De voorzitter, de heer L. Theunisse, heette de
leden welkom, gat zpn leedwezen te kennen, dat
niet meerderen waren opgekomen wat trouwens
door omstandigheden van weer en wegen niet te
verwonderen was en herdacht den in 't vorig
jaar overleden oudsten schipper van St Annaland,
lid der afdeeling, D. Hoek. Hp bood allen zpn
beste wenschen aan voor dit jaar, hoopte dat de
afdeeling steeds in bloei mocht toenemen en haar
arbeid, zooals nu reeds tien jaren lang het geval
was, mocht strekken in het belang der binnen-
landsche schipperp.
De secretaris, de heer J. Slager Cz., las de
notulen der vorige algemeene vergadering en der
bestuursvergaderingen en gaf een overzicht van
wat het hoofdbestuur in 1885 had verricht.
Naar aanleiding der voorgelezen notulen werd
opgemerkt, dat omtrent het plaatsen van een
licht op het Klundertsche hoofd de afdeeling reeds
vroeger was werkzaam geweest, doch zonder
gunstig gevolg.
Ook omtrent eene betere verlichting van het
gevaarlpke Hellegat in het begin van het Volke
rak werd uitvoerig gesproken. Mocht het rpk
bezwaar maken om, met het oog op de kosten,
over te gaan tot het plaatsen van een lichtboei
aldaar, dan zouden deze grootendeele gevonden
kunnen worden door de verplaatsing van het
kustlieht van Ooltgensplaat, dat daar ter plaatse
der schipperp van betrekkelpk weinig nut is,
naar een der havendammen van het fort. Beurt
schippers uit Zeeland of schippers, naar België
bestemd, moeten meermalen dit vaarwater ook
bp nacht passeeren en zouden gaarne zien, dat
aan het verzoek van den heer J. Snelleman van
Dinteloord werd voldaan. Het bestuur der af
deeling zal zoo noodig nogmaals pogingen aan
wenden om dat gedaan te krpgen.
Een der aanwezigen merkte op, dat ook het
domeinbestuur, althans op sommige plaatsen in
Zeeland, der schipperp door het plaatsen van
hardsteenen palen, teneinde de ambachtsheerlpke
gronden van rpksgronden af te scheiden, last
heeft veroorzaakt. Wel staan die palen buiten
het gewone vaarwater, maar toch zpn ze bp storm
of andere omstandigheden gevaarlpk voor de
schepen.
De voorzitter deelde mede, dat aan het in de
vorige algemeene vergadering besprokene, omtrent
den steiger te Cortgeno, nog geen gevolg is ge
geven, maar dat der bevoegde macht daarop gewe
zen zal worden. Genoemde steiger is namelpk
ongeschikt voor het lossen en laden van vee en
zware koopwaren bp laag water, waarom het
wenschelpk werd geacht dezen te maken als die
aan 't Catsche veer en te Stavenisse.
De heer Chr. van 't Hof, penningmeester, deed
verslag van de ontvangsten en uitgaven over 1885
de rekening sluit met een batig slot. Het aantal
leden bedraagt ongeveer 60, welk getal een weinig
is verminderd door de oprichting van een afdee
ling te Oude Tonge.
Aan het einde der vergadering dankte de eere
voorzitter, de heer A. J. Bierens, burgemeester,
het btstuur, namens de vergadering, voor alles
wat het in 't belang van de scheepvaart gedaan
heeft in de tien jaren, dat de afdeeling bestaat.
De commissaris, de heer Elenbaas, had de zaal
zeer smaakvol versierd, waarvoor hem mede dank
werd gebracht.
In de Vrgdag te Stavenisse gehouden vergade
ring van ingelanden van den polder Oud-Kempens»
hofstede, is besloten, onder nadere goedkeuring
van ged. staten, tot het aangaan van eene geld»
leening, groot 15,000, rentende 4J%, met
jaarlpksche aflossingen van 500, en zulks tet
bestrpding der kosten van buitengewone werken
aan den onderzeeschen oever van gemelden polder.
Naar de Tern. CrU verneemt zal de heer H. J;
M. Onghena te Zuiddorpe, lid der provinciale
staten, eerlang die gemeente en het land verlaten
om zich metterwoon te St. Nico laas (België) te
vestigen.
In de door hem, bp de eerste raadszitting tan
dit jaar, gehouden redevoering zeide de burge-
meestar van Rotterdam o. a.„Onderscheiden
takken van handel en npverheid zpn blpveü
kwpnen en dit had een nadeeligen terugslag op
de algemeene welvaart. Niettemin geloot ik te
kunnen zeggen, dat de zeer sombere voor»
spellingen, waaraan eenigen zich bp den aan
vang van het vorig jaar waagden, niet geheel
zpn bewaarheid. Voor het gemeentebestuur
althans kan het afgeloopen jaar niet als ongunstig
worden aangeteekend, De opbrengst der middelen
was bevredigend, in sommige opzichten zelfs zeer
voldoende. Het meest verblpdende verscbpnsel
op dit gebied levert weder het havengeld, dat
niet onbeduidend meer herit opgebracht dan eenig
jaar te voren. Dit feit, hetwelk plaats had onder
anders ongunstige omstandigheden, rechtvaardigde
den wensch naar uitbreiding der gemeente, vooral
langs de rivier. In het afgeloopen jaar is dië
wensch bevredigd."
Men leest in het Alg. Dagbl. v. Neit^lndië
Uit Atjeh blpven de berichten omtrent dë
benden tegenover onze linie ongunstig, Het laatste
bericht is, dat een beschadiging van de trambaan
tusschen Lamara en Lampeneroet niet is kunnen
hersteld worden dan ten koste van twee dooden
en vier gewonden, waaronder de luitenant L» C.
Krol van der Hoek, licht. In het regeeringsbericht
van dit feit wordt niet gemeld, wanneer de be
doelde beschadiging van de trambaan had plaats
gehad. Volgens bericht, voorkomende in den
Javabode, zou de herstelling den 7den zpn geschied
en de beschadiging den vorigen dag. In een
vroeger bericht in een Soerabaaiseh blad was een
beschadiging van de trambaan op hetzelfde punt
voorgekomen in den nacht van 25 en 26 November;
de vpand had toen de rails zelve opgebroken en
weggehaald, en een poging om den volgenden
dag de schade te herstellen had men wegens het
vuur van den vpand moeten opgeven. Of die
'herstelling nu eerst twaalf dagen later heeft plaats
gehad, dan, -wel dezelfde beschadiging zoo spoedig