N° 13.
129e Jaargang.
Zaterdag
16 Januari.
Het verloren Paradijs.
Gemeente-belastingen.
Middelburg 15 Januari
f E U I L L E T ON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Kohier n°. 2 voor de belasting op de
honden over 1885.
Agents te Vlissingen: P. G. de Vey Mestbagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bollanb, te Kruiningen: P. van bee Peijl, te Zierikzee: A. C. be Moou, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen, te Terneuzen: A.van bee Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John P. Jones, opvolger.
SUPPLE TOIR
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend:
dat het suppletoir kohier n° 2 voor de belasting
op de honden, over het jaar 1885, waarvan de
heffing is goedgekeurd bij koninklijk besluit van
den 8 Maart 1873 n° 17 en van den 29 Decem
ber 1881 n° 30, ingevolge art. 264 der gemeente
wet, door hen is vastgesteld en gedurende veertien
dagen, aanvangende Zaterdag den 16 Januari a.,
voor een ieder op de gemeente-secretarie zal zijn
ter lezing nedergelegd,
dat ieder, die meent daartoe reden te hebben,
gedurende boven vermelden tijd, tegen zijn aan
slag bezwaren bij den gemeenteraad kan inbren
gen.
Hiervan is afkondiging gesehied waar het
behoort.
Middelburg, den 15 Januari 1886.
De burgemeester voornoemd,
P. ERMERINS, L. B.
Over de gebeurtenissen op kerkeljjk gebied te
Amsterdam worden de sgeliefde broeders in den
Heere" het hoe langer zoo meer oneens.
De Sprokkelaar een orthodox blad stelt
zich tegenover dr Kuyper en de zijnen, keurt alle
uitoefening van geweld af en neemt uit de Banier
de volgende woorden over »wie dan ook in zijn
recht ware, Christus, die altoos gelijk had, deed
anders
De Standaard komt daartegen op in de vol
gende woorden die karakteristiek zjjn om de ei
genaardige manier, waarop men, zelfs met den
bijbel in de hand, een kwade zaak kan ver
dedigen.
«Is dit zoo
Deed de Heere Jezus anders?
Maar kennen de heeren van de Sprokkelaar dan
hun bjjbei niet meer?
Wij althans meenden eens gelezen te hebben,
dat de Heere Jezus in den Tempel ook eens man
nen von I, die er niet hoorden, en dat de Heere
Jtzus toi-n volctrekt niet gedacht heeftsditmoet
de rechter uitmaken,'' maar een geeselkoorde in
de hand greep en er zelf, met slagen toe te dienen,
de vreemde indringers, die er niet. hoorden, uit
dreef.
De Heere Jezus leek in niets op het beeld van
zoetsappigheid.
Als hem persoonlijk onrecht wierd aangedaan,
dan zweeg en leed hij maar als hij in zijn ambt
moest optreden, dan handelde de Heere Jezus
ontzettend doortastend. En Hij zal het nog eens
doen, als Hjj weerkomt op de wolken.
En hiermee maken we nu natuurlijk volstrekt
geen vergelijking tusschen beide voorvallen.
Immers in de Nieuwe kerk is door hh. kerkvoog
den geen geweld gebruikt, want de gestelde
novelle van
MORITZ VON REICHENBACH.
Armgard zag Leopold lachend aan. De rit
meester keek beiden aan en niemand scheen
dadelijk een antwoord gereed te hebben.
.Achweet gij de heldin heeft in haar
uiterljjk zooveel van mjjn zuster Armgara" sprak
eensklaps de zachte stem van mevrouw PonYlsen
„wezenlijk heel veel en dan komt er zooveel in
de beschrijving voor, dat aan deze streek doet
denken. Yooral dat eene tooneel in het park,
dat is precies alsof men te Karlsburg was
„Zoo dat is waarljjk interessant
„En zeer verdacht, als men weet dat zich
slechts één dichterlijk talent in onzen kring be
vindt!" riep de ritmeester uit sen de naam
Walter Weiringer kon heel goed naar Leopold
Leiningen gevormd zjjn."
Leiningen wierp een servet over zjjn hoofd.
„Heeren en dames ik verzoek u dringend
het gesluierde beeld van Saïs te eerbiedigen, tot
dat het oogenblik gekomen zal zijn om den sluier-
op te lichten" sprak hij op hoogdravenden toon.
„Odus bekent hjj eindeljjkHjj is door de
mand gevallen 1" riep Armgard en klapte in de
handen.
Leiningen liet het servet vallen en zei:
p? BIk heb van te yoren geweten dat tegen»
wakers zijn tot tweemalen toe vrijwillig heenge
gaan. En dat een gesloten deur van de gewone
vergaderkamer van hh. kerkvoogden op hun last
door een smid of timmerman geopend is, zal
wel evenmin een daad van geweld kunnen hëeten,
als bet geweld is, wanneer de redacteur van de
Sprokkelaar in zijn eigen buis een smid roept,
om een slot, waarvan de sleutel weg is, open te
maken.
Slechts hierop willen we wjjzen, dat men zich
toch wachte, om in den kerkeljjken strijd het
Beeld van onzen eenigen Heiland te vervalschen.
Indringers dreet Hij wel terdege met geweld
uit het Huis zijns Vaders uit
Welk een brutale vergelijking.
In de eerste plaats de nederige verzekering,
geen vergelijking tusschen beide voorvallen te
zullen maken en daartegenover tal van régels,
waarin het tegendeel zoo duideljjk doorschemert.
Want anders toch had de verdediging en het
beroep op den bijbel geen reden van bestaan.
In de tweedeplaats treft onsde brutaliteit om eene
vergelijking te durven maken tusschen de dwaze
vertooning die nu in de Nieuwe kerk der hoofd
stad plaats heeft en het voorval der uitdrijving
door Jezus uit den tempel van hen die „verkochten
en kochten." Toen Deze dit gedaan had en „de
tafels der wisselaars, en de zitstoelen dergenen
die de duiven verkochten1' had omgekeerd, zeide
Hij; „Is er niet geschreven: Mijn huis zal een
huis des gebeds genaamd worden aller volken
maar gij hebt dat tot eenen moordenaarskuil ge
maakt."
Hoe durven zij, die zich opwerpen als schrift
verklaarders en zich zoo bjj uitstek bjjbelvast noe
men, ter verdediging van hunne houding, zich
op dit alles beroepen
Zij staan tegenover een wettig gezagJezus ver
dreef hen, die Zijn leer oneer aandeden, en verre
beneden Hem stonden. Het wettig gezag erkende
Hij en aan den wil Zijns vaders onderwierp Bjj
zich.
De begrippen omtrent recht zijn echter in dezen
tijd zeer verschillend van die in de dagen, waarin
Jezus leefde; en het zou de vraag wezen of ook
zelfs heden ten dage zulk eene uitdrjjving, door
wien en met welke goede bedoelingen ook, wel
gewettigd zou zjjn.
Zoetsappig klinkt de verzekering van dr Kuyper
en de zijnen, dat de wachters der Nieuwe kerk
vrijwillig heengingen. Alsof zij niet door een
list, met behulp van de politie, die dienen moest
om hun schrik aan te jagen, tot vertrek waren
gedwongen
En dan die verklaring omtrent den sleutel, die
weg was. De heeren Kuyper, Lobman en Kater
wisten zeker niet, waar die te vinden was. O,
neen. In handen yan hen, tegen wie zij zich
verzetten, ha .den zij hem kunnen vinden; maar
de heeren wisten zeer goed dat die sleutel niet
vrijwillig zou worden afgestaan. Daarom maakten
zjj zich liever met geweld meester van het lokaal
dat zij wilden bezitten.
Wjj weten wel dat ons oordeel door tal van
„broeders" en vooral door hen, die nu in de Nieuwe
kerk den scepter zwaaien; verworpen zal worden
spraak te vergeefs zou zijn. Mjjn verzoek, mjjn
dringend verzoek", herhaalde hjj met bijzonderen
nadruk »geldt thans het geheim te bewaren tot
tot ja tot een zeker tjjdstip ik kan er
mij nu nog niet over uitlaten overigens heb
ik volstrekt niet bepaald bekend, dat ik de schrjjver
der novelle ben."
„O Ho hoort hem hoort hem Nu baat
geen loochenen meer!" riep de ritmeester.
„Maar wjj willen wel beloven om voorloopig
te zwijgen" zei Armgard en daarbij klonk haar
stem ongeloofeljjk zacht, terwijl zij Leopold de
hand reikte. „Ik heloot het" herhaalde zjj.
„Ik ookIk ookriepen de anderen.
„Ofschoon het doel dier geheimhouding mij
een raadsel is" voegde de ritmeester er bjj.
Men stond van tatel op en Serden nam afscheid.
De grootste bekoorlijkheid ontbrak thans aan zjjne
gesprekken met Armgard, omdat Irma er niet bij
was om het te hoorei! en te zien. Hij vond de
barones van daag ook een weinig verstrooid;
evenals Leiningen, die waarschijnlijk geheel met
zijn nieuwe lauweren vervuld was.
Hjj nam de couranten, welke het veelbesproken
verhaal bevatten mee om eens »in te zien" en
keerde naar Karlsburg terug
VII.
Heden wachtte hem niemand opvoor het eerst
sedert zjjn huwelijk zou hjj alleen zjjn. Hjj vond
dit vooruitzicht hoogst onaangenaam en riep dus
dadeljjk den rentmeester, met wien hjj zich in de
als onheilig en onchristelijk. Het monopolie op
dat gebied zij hun gaarne gegundzij maken van
een goed beginsel zulk een carricatuur, dat wij,
er een eer instellen niet tot de vromen van hun
«p
slag te t>6hooren. Maar toch willen wij even
onze meening zeggen over de vergelijking, die
de Standaard ons aan de hand deed.
Jezus streed voor een schoon beginsel en deed
dit met alle menschelijke kracht en ook zwakheid,
die in hem was. Hij was een edele figuur, die
nooit zichzelven zocht te verheerlijken maar de
goede zaak welke hij voorstond, zelfs ten koste
van zijn leven, bepleitte. Bij hem waren woor
den en daden in harmonieen het was in een
opwelling van edelen toorn dat hij hen verjoeg,
die een heerlijken tempel verlaagden tot een han
delshuis van het laagst allooi.
Zij die nu in Amsterdam zooveel kabaal maken,
strjjden om het gezag, niet ter eere van een goed
beginsel maar voor eigen roem en macht. Hunne
daleD zjjn meestal niet in overeenstemming met
hunne woordenen aan het recht storen zjj zich
niet. Zij verlagen de kerk tot een plaats, waar
men elkaar leert verketteren en hatenen waar
men zich oefent in de kunst om middelen tot
agitatie uit te denken, die de menschen verbittert
en verscheurt.
Wie nu maar het slimst is en het sterkst, heeft
daar het gezag in handen; zelfs het inbrèkers-
systeem wordt niet onheilig geacht.
Zoo verschaft men zichzelven recht.
Is het dan wonder, dat velen er een eer in
stellen geen lid van zulk een genootschap te zijn?
Bjj aanschrijving van het departement van
oorlog dd. 2 dezer is bepaald, dat de miliciens
der lichting van 1885, die niet tot het bljjvend
gedeelte behooren, met ultituo April 1886 in het
genot van groot verlof zullen worden gesteld,
Bjj ieder bataljon zullen 110 miliciens, het
militiekader daaronder begrepen, tot 10 Sep
tember a. s. onder de wapenen bljjven.
De Staatscourant van heden bevat de acte van
oprichting der twee volgende naamlooze vennoot
schappen, aan wie de koninklijke bewilliging is
verleend
1°. de Oester m aatsc h ap pij Zeeland, met een
kapitaal van 100.000, in 100 aandeelen van
1000. Deze vennootschap is eene voortzettting
van de oestercultuur te Yerseke gedreven. Benoemd
zijntot directeur de heer J. C; Yan der Burght;
tot commissarissen de heer G. T. W. van Geijten-
beek en A. H. A. van Roojen
2°. de oestermaatschappij Wolf aartsdijk, te
Wolfaartsdjjk, met een kapitaal van 28.000 ia
28 aandeelen van 1000, en waarvan voorloopig
optreden als directeur de heer K. Bakker, als
vice-voorzitter de heer J. van Dammeals
secretaris en penningmeester de heer M. Weststrate.
Men schrijft ons uit Oudelande:
Tot nu toe waren alle pogingen, die aangewend
zijn om voor deze gemeente, Baarland en Hoede-
kenskerke weer een arts te bekomen, in plaats
bestuurszaken verdiepte. Maar de avond was
lang. Eindeljjk ontsloeg hij den rentmeester en
bleef alleen. Hij begaf zich naar de bibliotheek
en bekeek de nieuwe boeken, die hij met Irma
geschikt had. Hoe kwam het toch dat zjj er
nooit samen in gelezen hadden? Hij had het
zich toch voorgenomen en Irma had er zich zoo
op verheugd. M&ar toen waren de jachtpartijen
begonnen en de avonden in het officieren-casino.
Hjj hal zijn vrouwtje niet dadelijk veel willen
bederven. Die eenzame avonden zouden haar ook
wel lang gevallen zjjn; maar zjj kon Hn minste
op zjjn thuiskomst wachten. En hjj wist nu dat
hij van avond alleen moest blijven. Hjj was er
dus erger aan toe dan zjj. Waarom was hjj ook
zoo vroeg teruggekeerd? Serden dacht na. Ja,
dat was het; hij had een depeche van Irma ver
wacht, terstond na haar aankomst te Weenen. Zij
zou daar om vier uur zijn. Het telegram had
er reeds kunnen wezen. Het zou 'echter wel een
goed teeken zijn dat er geen was. Het zou zjjn
schoonmoeder beter gaan. Irma zou spoedig te-
rugkeeren. Eigenlijk had zjj m het geheel niet
behoeven te gaan; het was ongelootelyh zoo leeg
en stil het in huis was zonder haar.
Hij liep in de bibliotheek op en neer en bleet
voor de boeken staan. Zou hjj er een beginnen
zonder Irma? Dat was niet de moeite waard, zjj
kwam toch spoedig terug. Er waren wel is waar
wetenschappelijke werken onder, waarbjj hjj niet
aan zijne vrouw gedacht had, toen hjj ze bestelde.
Nu vreeg bjj zich' eensklaps af df zjj daar ook
van den voor drie jaren naar Nieuwer-Amstel
vertrokken heer Arentz, vergeefsch. Onlangs
meenden wjj op den goeden weg te zjjn; de zaak
was nagenoeg beklonken tusschen de genoemde
drie gemeenten en een geneeskundige van elders.
Zelfs waren de onderhandelingen zóó ver gevorderd,
dat die heer, na eerst alleen te zjjn geweest,
naderhand met zijne echtgenoote een kjjkje is
komen nemen.
Nu zjjn wjj echter even ver als vroeger; ook
die arts heeft gemeend te moeten bedanken en
er is nog weinig of geen uitzicht om ons verlan
gen vervuld te zien.
De opheffing der Clinische scholen heeft ons geen
goed gedaan, want genees- en heelkundige hulp,
vóór dien tjjd betrekkelijk goedkoop, is allengs
duurder geworden en bovendien nog moeiljjk te
bekomen.
Uit Yerseke schrijft men ons
Donderdagmiddag hield de gemeenteraad eene
vergadering, wa aria o. a. de volgende zaken zjjn
behandeld
Het nieuw gekozen lid, de heer L. Laban, werd
na de gewone formaliteiten toegelaten en nam
dadelijk zitting.
De voorzitter deelde mede, dat door het dage-
ljjksch bestuur tot uitbreiding der straatverlichting
was beslotendat een lantaarnpaal uit de fabriek
van Van Enthoven Co. als model was ontbo
den, en dat, als deze voldoet, 12 zulke palen met
lantaarns zullen worden aangeschaft.
Naar aanleiding van een schrijven van den
districts-schoolopziener werd besloten voortaan
het aanmaken der schoolkachels, dat tot heden
door de hoofden van scholen geschiedt, publiek
aan te besteden.
Het lid Van Oeveren stelde voor een toren
naart het Ned. Herv» kerkgebouw te stichten
geheel voor rekening der burgerlijke gemeente,
mits de kerk den daartoe benoodigden grond en
een toegangspad tot den toren kosteloos afsta.
Dit werd met 5 tegen 2 stemmen verworpen.
De voorzitter bepleitte de noodzakelijkheid van
een gemeente-uurwerk en van een alarmklok bjj
brand enz.
Het lid Laban stelde voor van de kerk een
bijdrage van 1500 in eens met grond en toe-
gangspad te vragen en dan van gemeentewege
een toren te stichten. Dit werd aangenomen met
4 tegen 3 stemmen, waardoor waarschjjnljjk de
weg gebaand wordt om Yerseke uit zjjn onaan-
genamen torenloozen toestand te verlossen.
Er werd verder besloten den ligger voor de wegen
en voetpaden in handen van den heer Eole te
stellen, met verzoek om eene menigte wijzigingen
aan te brengen.
Tot ambtenaar van den burg. stand, in plaats
van wjjlen den heer Joos Sinke, werd benoemd
de heer Schippers.
Met het oog op de uitbreiding der gemeente
stelde de voorz. voor een tweeden veldwachter Mn
te stellen, hetwelk met 4 tegen 3 stemmen werd
aangenomen. Het traktement van dien 2e° veld-
WW 11«.in..JU.»,JMinI,,, «g
belang in zou stellen? Hjj had nooit over derge
lijke dingen inet haar gesproken, maar af en toe
Verraste hem een uitdrukking van haar, die een
belangstelling verried, welke hjj niet verwachtte»
Irma was ongetwijfeld zeer vatbaar voor ontwik®
keling en het zou wèl aardig zjjn om met haar
over dergelijke dingen te spreken. Serden ver
foeide evenwel geleerde vrouwen. Maar hjj ver
maakte zich toch met Armgard, die over alles
wist te praten, heel goed. En Irma had onge-
twjjtebi evenveel, zoo niet meer verstand dan
Armgard. Hrj ging in een armstoel zitten exi
bladerde in een boek. Doch hjj moest steeds
denken hoe prettig het zou zijn als Irma tegen
over hem zat en hjj, als hjj opkeek, hare don
kere oogen op hem gevestigd zag. Zonderling
zoolang hjj haar bjj zich had, beschouwde hjj haar
als een bekoorlijk, lief kind. Nu zag hjj haar ia
gedachten voor zich met ernstige, verstandige
oogen, waarin iets lag dat hem vreemd was, maar
toch bjj zond er aantrok. Hjj herinnerde zich dat
zjj hem zoo had aangezien, dien laatsten nacht,
toen zjj hem tusschen de gepakte koffers zei, dat
zij vertrekken moest. Hare oogen hadden som
tijds de meest uiteenloopende uitdrukkingen. On
langs toen zjj Leiningen aanzag.
„Beveelt mjjnheer dat ik nieuwe thee boven
breng?" vroeg de knecht, die tijdelijk de plaats
van Frederik vergulde; Serden herinnerde zich
dat hem reeds lang geleden gezegd was, dat de
thee klaar stond.
Wordt vervolgd-l