N° 12.
129® Jaargang.
1886.
Vrijdag
15 Januari.
aai
I
O
Het vtiloien iaradjjs.
Schietoefeningen.
r
Middelburg 14 Januari
1LUILLETON.
pi
t
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte^, Tróuw-, Doodberichten- enz.: van 1-7 regels /1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
1 a gje 1 ij k s
en F er St da gen.
Dit blad verschijnt d
met uitzondering.,van Zon- i
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke, nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent;
Mpn sprak nóg evéa ovex d# ziekte zgner
MIDBELBURGSGHE GO(Hl\
a. het vol-
i
Middelburg,
O.
man
afwendt,
verloren
dedroom
beroemd
NOVELLE VAN
MORITZ VON REICHENBACH.
In de heden namiddag gehouden buitengewone
algemeene vergadering van het polderbestuur van
Walcheren werd in de eerste plaats overgegaan
tot het onderzoek der gelools uneven van den
onlangs gekozen commissaris, den heer J. J. I.
Sprenger. Nadat de commissie, bestaande uit
de heeren Loeft, Rooze en Volkrijk Liebert, zich
daarmede onledig had gehouden bracht zjj, bjj
monde van den eerstgenoemde, rapport uit, strék
kende tot toelating; Alzoo besloten zjjnde, werd
schoonmoeder, maar weldra greep Armgard weer
naar haar courant.
„Gg leest natuurlek geen belletrie", zei zjj,
heeren rekenen dat gewoonljjk benéden hun
waardigheid
„Nu ja, ik moet bekennen dat ik een trage
romanlezer ben
„Natuuiljjk, dat wist ik vóóruitmaar ziét
gij, hier staat zoo’n allerliefste novelle in, wel
zeer tragisch, maar zoo vol gevoel en toch zoo
geheel uit het dageljjksche leven gegrepen, dat
ik haar van het begin tot het einde gelezen heb,
hoewel ik wist dat het slecht zou afloopen?’
„Mevrouw heeft namulgk het laatste hoofd
stuk hét eerst gelezen, zooals zjj gewoonljjk doet”,
riep Leopold er tusschen door.
- »Des te meer verdienste, dat ik de heele
geschiedenis las, Gjj zult moeten toegeven dat
dit een gunstig licht werpt, zoowel op mjjn ma
nier van lezen als op de schrijf wjjze van mjjnheer
■Walter Weiringen.”
»En hoe heet die geschiedenis,, die de eer
zooveel genade in uwe oogen te vinden?”
Set Verloren Paradijs, en zjj schildert het
een jong, allerliefst meisje, dat vol
opgetogen dén man barer keuze de
VI.
De Vergadering was eerst tégen den middag
afgeloopen, en daar Serden geen lust had om naar
zjjn eenzaam’ thuis te gaan, nam hij gaarne de
ultnoodiging van Yisen aan om bjj hem te komen
eten.
»Ga maar vast in hot salon, terwjjl ik mgn
rjj laarzen uittrek, zei deze, toen ze in huis
kwamen; »lk hoor de stem van mjjn vrouw inde
kinderkamer, maar mgn schooimuster is in alle
géval binnen en Leiningen zal ópk wél spoedig
alle commentaar is overbodig. Geen wonder dat*
het Classicaal bestuur nog denzelfden avond dat
het kennis droeg van dé aanneming dezer wijzi-
ging, die voor nietig verklaarde en de’kerkeruads-,.
jeden, ten getale vm.80, sedert yermiuM^&dnsl-.ien
héér Speyker, die bereids van zjjn dwaling is
teruggekeerd, in hun ambt en betrekking schorste.
Deze schorsing moest wel zoo spoedig in haar
werk gaan, omdat de Kuyperiaansche kerkeraad
met het gesanctioneerd gewgzigd reglement ge-,
makkelijk andere wjjzigingen zou voordragen:
als daar zjjn de instructiën voor den koster der
Nieuwe kerk, die als zoodanig ook de bode is van
het classicaal bestuur, welke overigens weinig
bezwarende post geen reden van bestaan meer had
als aan dat collége elke inmenging of liever alle
tot nogtoe behoorend recht op het gebrdik der
kerken en daartoe behoorende vergaderzalen wierd
ontnomen.
Op het veto van het classicaal bestuur omtrent
de inwerkingtreding van het verbeterde en
vermeerderde reglement volgde, zooals behoort,
de aanstelling van twee wachters in de Nieuwe
kerk, waar het hoofdverblijf der kerkeljjke aan
gelegenheden is, en de verd rjj ving dezer mannen
door het triumviraat, Kuyper, Rutgers, Lohman;
wat deze laatste nu mét het droevig conflict
te makén heeft zal wel niémand begrjjpen, als
men wéét, dat hjj tot de kerk alhier in geen
andere betrekking staat dan die van lid van
*t kiescollege. Als advocaat zou hjj d' Kuyper
kunnen dienen van advies, doch als zoodanig trad
mr Th. Heemskerk op, nadat de bekende en
scherpzinnige mr Aug. Philips door dr Kuyper
om rechtskundigen bijatund was aan-
Agenten te Vlissihgen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A'. ‘W. Bolland, té Kniiningen: F. van óer Peijl, té Zierikzee:-A; C: de Moon, te TholenW. A. van Nieuwenhüijzen, te Terneuzen: A.van dér Peijl Jz.
'Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs 'en Londen, de Compagnie générale dé Publicityétrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger.
tevergeefs
gezocht.
Het Nieuws van den Dag van heden (14 Jan.)
noemt mjjn antwoord, gisteren gegeven op de
vraag wat op 18 Jan e. k. moet geschieden, voor
barig en gaat dan in minder besliste woorden
herhalen,,
gena oordeel van drie predikanten,' werd medege
deeld. Ik behoef mgn bericht niet te veranderen, doch
wensch ter verduidelijking alleen nog te zeggen,
dat, bjj voortdurende weigering om de gewraakte
wijzigingen te vernietigen, ih dato 18 Januari het
gehuele geschil, voor zoover de predikanten aan
gaat, oyergaat bjj het Prov. kerkbestuur, dat ook
een sommatie tot vernietiging doet en bij Weige
ring onmiddelljjk schorst voor onbepaaluen tjjd
met verlies van traktement. Overigens neemt
het geschil het door ons aangeduide verloop.
hééft yan
V'
leven van
illusies en
hand reikt, een droeve ontgoochelingsgeschiedenis
doorleeft
kwam.
„heiningen bljjkt eelt dichter te zjjn;” zei
de ritmeester tot Set den; „hjj heeft inderdaad een
prachtigen proloog Voor onze liefhebberij voor
stelling geschreven; welken wjj hopen door ónze
schoonzuster; met de noodige bezieling té hoorei!
Voordragen.”
„Niet voor dat gjj bekent, dat hjj niet allemf
gelegenheidsdichter is!" riep Armgard uit.
„Zoo, dus hebt gg waarlgk dichterleken
aanleg.?”
Leopold Leiningen keek voor zich én haalde de
schouders op.
„Na de verklaring der barones mag ik eigen-
Ijjk slechts ja zeggen, opdat zjj goedgunstig ge
stemd bljjve en mgn werk voordrage.”
„En dus hebt gjj eigenl jjk ook „het verlóren
Paradgs” geschreven, niét waar
„Ik durf n niet tegenspreken?’
„01 wat zjjt gg ondeugend I met zulk Gen
glimlach durft gjj niet tegenspreken. Dat kan
even goed ja als neen beduiden?’
„Ik roep de aanwezigen tot getuigen óf mjj
tegenover u eenige tegenspraak zou baten
„Ik geloof dat de aanwezigen hut geheel
.óver het vruchtelooze van zulk een poging eens
zjjn," zei Serden, „maar ik neem tóch dé vrijheid
van mgn bescheiden vraag te herhalen, waaróm
juist mgn neef onder verdenking ligt van deze
tragische geschiedenis geschreven te hebben
(Wordt vervolgd.)
De burgemeester van Middelburg,
gezien een schrjjven van den commissaris des
konings in Zeeland van 'den 12 Januari 11- A n- tijt
maakt aan de zee.ya,run-den Lekend, dat op een
ot. meer eugen rn het tjjdvak van den 1 o29
dezer maand, van zonsopgang tót zonsondergang,
schietoefeningen zuilen plaats hebben uit den
pantserkoi pel op het fort aan den Nieuwen
Maasmond (Hoek van Holland aan den noordwal)
ih de richting van de Noordzee.
luen 14 Januari 1886.
De burgemeester voornoemd,
F. EKMERINS, L. B.
ander, die haai- van haar jeugd af trouw bemind
heeft. Beiden vinden een kalm geluk, maar zjj
hébben het paradgs der eerste ware genegenheid
verloren, Ómdat ér op aarde nu eenmaal geen
paradgs te vinden is?’
>En vindt gjj dat zoo mooi; mevrouw?.’’
„Gij moest, eens lezen; met hoeveel warmte
én kracht het geschreven is, met hoeveel men-
schenkennis niét waar dat vindt gjj toch
ook?j’ vroeg zjj aan Leopold Leiningen met een
eigenaardig lachje.
„Gg weet, dat ik u op deze novelle op
merkzaam heb gemaakt maar, ik mag er geen
oordeel over uitspreken?’
Mevrouw Armgard lachte en zei:
„Zie nu eens welk een geheimzinnig gezicht
hjj zet, graaf Serden l Nu ja, ik gééf toe dat
■mgn belangstelling gedeeltelijk door uwe aanwij
zingen is opgewektmaar ik heb er geen berouw
yam En als het niet zoo mooi geschreven was,
zóu ik denken dat gij zelf de schrijver waart?’
„Het spgt mg, dat gg zulk een slechten
dunk van mjj hebt?.’
„Neen,” riep Serden uit, „ik verdenk u niet
van een tragische geschiedenis geschreven te
hebben! Hoe komt gjj eigenljjk onder die ver
denking?”
„Gissingsvermogen der barones - ik geef
niets toe maar ik loochen ook niets,” antwoordde
Leopold.
Het binnenkomen van gastheer en gastvrouw
maakte een einde aan hét gesprek; dat échter
aan tafel nog eens op hetzelfde onderwerp terug»
Ik zal niet in bijzonderheden treden omtrent de
gewichtige redenen, die mjj ertoe hebben geleid
mgn Ontslag aan te vragendie redenen zgn
genoeg bekendevenmin wil ik öphalen de ge**
beurtenissen; die’ zich hebben voorgedaan gedu
rende de 28 jsren,-die ik de eer heb gehad griflier
van den polder te zgn geweest.
Verschillende verwisselingen in het personeel
van het bestuur en merkwaardige veranderingen
deden zich voor, die ik niet zal herinneren, maar
eéne behoefte is het mjj te zeggen dat de tegen
woordige stond, nu al het doorleefde voor mgn
geest komt, mjj niet ongevoelig laat.
Dat kan niet anders waar ik de getuigenis afleg
dat ik mjj al die 28 jaren in mgne betrekking
van griffier steeds gelukkig gevoelde en niét anders
dan met genoegen aan het verledens terugdenken
zal. Voorzeker is dit te danken, mgne heeren,
aan het vertrouwen, de welwillendheid en de
vriendschap, die gjj mg wel onafgebroken hebt
willen schenken. In de eerste plaats moet ik dien
dank brengen aan de verschillende voorzitters,
die de leiding dezer vergadering hadden, niet het
minst aan den voorzitter die op dit oogenblik den
presiduntszetel inneemt. In de tweede plaats dank
ik het dag. bestuur voor den genoégelgken en aan-
genamen omgang, waarin ik mjj van zgne
zgde steeds verheugen mocht én eindelgk betuig
ik de algemeene vergadering dank voor de mg
steeds betoonde vriendschap.
Ontvangt gjj allen, mgne heeren, de verzekering
mjjner erkentelgkheid voor het vele goedé dat ik
van u ondervond: weet dat het mij moeite kost
afscheid te nemen van u en van het polderhuis,
waar ik zoo langen tgd werkzaam was en staat
mg toe mjj in uwe gewaardeerde herinnering aan
té bevelen."
Blgkbaar onder den indruk van het gewichtige
oogenblik sloot de heer Van Visvliet zgne toespraak
met. den wensen dat het den polder Walcheren
De voorzitter, daarop het woord nemende, zeide
'dat, toen hjj op uitnoodiging van den heer Van
Visvliet in' de vorige bgeenkomst diéns verzoek
om ontslag in de vergadering bracht en de ver
gadering dat eervol verleende, hjj heeft gezegd
hetgeen hjj meende zoo voor zichzelven als namens
de vergadering te moeten zeggen, zoodat hjj dooi
daarop nu nog terug te komen misschien ih
herhalingen vallen zou; wat het is dén voor
zitter bekend den heer Van Visvliet niet
aangenaam zou zgn;
De voorzitter bepaalde er zich daaróm toe iff
het openbaar den heer Van Visvliet dank te
brengen voor de vele en goede zorgen, die hjj
sedert jaren aan den polder wjjdde; Zeer erken-
teljjk is het bestuur vóór de verklaring van den
heer Van Visvliet dat hg de meest aangename
herinneringen aan den polder met zich neemt;
De voorzitter sloot met den wensch dat het den
aftredenden griffier voortdurend moge welgaan en
het hem gegeven zg nog langen tgd van de
welverdiende rust, dié hjj nu tegemoet gaat; té
genieten.
-Onze Amsterdamsche correspondentscbrgft ons:
Het telegrapbiiBch bericht betreffende hetgeen
op 18 Januari in hét kerkelgk conflict moet ge
schieden vereischt eenige toelichting en aanvulling.
In „het algemeen reglement en instructie voor
dé commissie tot het bestuur over de kerkge
bouwen, goederen, fondsen en inkomsten der
Nederlandsen'hervormde gemeente te Amsterdam,”
aldus luidt du eerbiedwaardig lange titel, warén
door ar. Kuyper c. s. een aantal xwgzigmgun en
bgvoegingen” voorgedragen dd. 24 Nov. 1885, die
dóór «len kerkeraad, voor 4/5 uit Kuypenauen be
staande, in zgn Decemberyergudering geeugekmird
waren, echter niet zónder' protest van de predi
kanten Berlage en Ternooy Appel, en anderen,
die vooraauelgk bezwaar haduen tegen art. 41
(nieuw), Wat dun ook de Cardo guaestionis is, en
dat aan de commissie van het bestuur uer kerken
nagenoeg de geheele en uitsluitende vrgheid van
handelen verschaft. Dat art. luidt aldus „Bjj*
aldieu du kerkeraad (zoo algemeene als. bgzondere^
bjj het vervullen zgner roeping om de gemuente
bg Gods woord te houden en de drie formulieren
van eenigheid als accoord van kerkelgke gemeen
schap te handhaven, op zóó ernstige wgze mocht
wórden benioeiélgkt, dut hg zich genoodzaakt zag,
in volstfekten Zin ‘naar het gebod, dat men Gode
meer''gehoorzaam zgn moet dan den menschen,
te handelen, of door schorsing of afzetting van
meerdere zgner leden, ot uit wat oorzaak ook,
zich zgn recht, om als wettig bestuur der gemeente
op te treden, betwist zag, en betzg een ander
bestuur zich in de zaken van deze gemeente
mengue om te willen doen, wat des kerkeraaus
is, of ook een tegen-kerkermid geformeerd werd,
zal de commissie voortgd.au met uen óorspronké-
Igkéh kerke: aao, (zoo algemeen als bgzonder) die
de gemeente bg Gous woord zócht te houden, als
den éenïg wettigen te erKenuen, en bg de uit
voering van alle bepalingen van dit reglement,
die van „„kurkeraaa”” gewagen, uitsluitend hem
daaronder te verstaan.”
Dit artikel spreekt dan ook duidelijk genoeg en
ïde heer Sprenger door den griffier binnengeleid
ijén door den voóriitter beëédigd.
Daarna zeide de voorzitter o,
^gntó; „Het verheugt mg zeer dat het afscheid.
A-aSTSvp:- vatr jjk^nder genomen hébben in onze
jongste verga lering, nu blgkt een tot wederziend
te zijn geweest. Ik wensch u van harte geluk
met de nieuwe onderscheiding, die u te beurt is
gevallen; voorzeker zal voor u de benoeming
tot commissaris van den polder Walcheren eene
aangename onderscheiding geweest zgn.
Ofschoon ónzi verhouding in deze vergadering
eénigszins is gewgzigd, durf ik toch een beroep
doen op uwe welwillende hulp in het behar
tigen van de belangen yan den polder Walcheren.
Ik wensch u met gbheel mgn hart geluk .en
hoop dat het u gegeven zgn zal nog vele jaren
hier werkzaam te kunnen zgn?’
De heer Sprenger zeide den voorzitter daarop
dank voor de hem gewgde vriendschappelgke
woorden. Hjj verklaarde dat het hem recht aan
genaam was eene betrekking te verkrjjgen zoo
eervol als die van commissaris van Walcheren1,
hetgeen hjj verzekerde niet genoeg te kunnen appreci-
eeren. Hg uitte de hoop dat het hem zou gege
ven zgn het vertrouwen, door de heeren. kiezers
in hem gesteld, niet te zullen beschamen en nog
eenigen tgd te zullen kunnen toonen dat op prgs
te stellen.
In de tweede plaats stelde de voorzitter aan de
orde de benoeming van een griffier nes polders,
waarvoor de volgende voordracht was opgemaakt:
1° candidaat de heer mr F. J. Sprenger, advocaat
eri procureur te Middelburg, 2“ candidaat de heer
H. J. E. Gerlach, secretaris der afd. Walcheren
van de Zeeuwsche landbouwmaatschappij.
Alvorens tot stemming werd overgegaan ver
liet de heer J. J. 1. Sprenger de vergadering.
Uit de ingeleverde stembriefjes bleek dat van
de, 19 heeren zich 16 hebben vevzlaardjvoor den;
Sprenger, die alaoo-iHa griffier
den polder gekozen is, terwgl op den heer H. J,
E. Gerlach 3 stemmen waren uilgeófacht.
Hierna zeide de voorzitter dat, aangezien de
tegenwoordige bgeenkomst vermoedelgk de laatste
zgn zal, die door den héér Van Visvliet zal
bggewoond worden, deze zgn verlangen heeft te
kennen gegeven een enkel woord in het midden
te mogen brengen. Met verlof der verga lering
gaf de voorzitter daarop het woord aan den
altredenden griffier.
>Mgne heeren leden der algemeene vergadering
van den polder Walcheren” zoo ongeveer sprak
de heer Van Visvliet - „Wanneer ik verlangd heb
een oogenblik het woord te voeren is dat in de
eerste plaats naar aanleiding van het besluit
uwer vergadering, den 12en November jl. genomen,
nl; dat om pp voordracht van het dag; bestuur
aan mg een eervol ontslag uit mgne betrekking
te veileenen, en in ae tweede plaats wgl gg dat
ontslag hebt verleend met ingang van 1 Februari
e. k. en dus het oogenblik aanstaande is dat ik
mgne betrekking zal nederleggen.
en zich eindelgk in een aanval van
wanhoop van den eens zoo innig geliefden
Hjj ziet te laat in, wat hg aan haar
heeft en ook zg kan haar eersten lief-
niet vergeten; Hjj wordt een groot,
staatsman en «jj de vrogw van een
kómen.
Serden ging binnen.
„Wel beste graaf, wat spijt het mjj dat
vrouw zoo plotseling naar Weenen vertrokken
isriep mevrouw Armgard hem toe en schoof
dé courant, die zg in de hand hield, snel op zgde.
Weet gg dat reeds?” vroeg Serden ver
baasd. Hjj had het zooeven eerst aan den rit
meester vertéld en dié kon er nog niéts van ge
zegd hebben, daar zij samen in huis waren gékomen.
»Mghheer Von Leiningen veitelde het mjj”
aijtwoordde Armgard, en Leiningen haastte zich
bjj te voegen, dat hjj zooeven den koetsier van
tegengekomen was en van hem het vertrek
van Ixuu vernomen had.