,50T;
W oensdag
30 December.
Middelburg 29 December.
Een Wapenstilstand.
N Dit blad verschijnt dagelijks^
l»et uitzondering van Zon én Feestdagém
Prijs per 3/m. franco f 3,50.'
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Gent per regel
Geboorte--, Trouw-, Doodbehchten enz.; van I -7 rageki
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
De heer Clercx wilde het tusschen de voor
standers van directe belastingen en die van
versterking der middelen door verhooging en
uitbreiding van inkomende rechten op een
tccoordje werpen, maar verzekerde met zijn
goeden vriend Van Baar, nadat hij deze eerst
/riendschappelijk had opgemerkt dat hij altijd
praten wil, al raakte het kust noch wal,
amen te zullen gaan in den strijd tegen een
inkomstenbelasting. Wat baat op die wijze
het jagen naar een accoord, wanneer menden
te/
SEi
Y -
g iig
MIDDELBURGSCHE COURANT
-&1¥ "O
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestbagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland,te Kruiningen: F. Van des Peijl, te Zierikzee: A. G. De Moou.te Tholen: W. A. Van Nieuwenhitijzen, en te. Ter Neuzen A. Vas ju Putt ft
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Pubiicité étrangère G. L. Daub* en Cie., John F. Jones op dger.
Vrijdag-, nieuwjaarsdag-, zal geen
Hommer van ons lilad verschijnen.
Er was in onze tweede kamer een wapen
stilstand gesloten. Bij de behandeling der
begroetingen zou men zich er van onthouden
principieele quaesties aan te roeren, en de li
berale partij, bij monde van de heeren Mees
en Verniers v. d. Loeft', verklaarden zich bereid
den strijd voor eenigen tijd te staken met het
oog op de belangrijke grondwets-herziening,
die in het verschiet ligt, en aan welker tot
standkoming de minister Heemskerk, volgens
fijne verzekering, met een bewonderenswaardig
optimisme, volstrekt niet wanhoopt, al kan hij
zich niet onthouden van te glimlachen bij de
gedachte dat de kamer reeds zou bezig zijn
met de behandeling der additioneele artikelen
van die wet.
Tusschen beide verklaringen van onzen
premier heersckt eenige tegenstrijdigheid. Aan
de eene zijde spreekt zeker zijn goede wil om
het groote werk tot stand te brengen hem moed
in, aan den anderen kant brengt zijn twijfel
hem aan het wankelen. En die twijfel sprak
nog duidelijker uit zijn woorden„De bezwaren,
die (aan grondwetsherziening) in den weg
liggen, kan ik volstrekt niet ontveinzen. Maar
eeti uau Yïiuerlandscli spreekwoord ae pre
mier scheen bijzondere voorliefde voor het
antieke te hebben, want Koen'sen desespe-
reert niet had hij ook al aangehaald „zegt
nood leert bidden, Zou het niet mogelijk wezen
dat nood leerde verzoenen Zou het zoo volstrekt
onmogelijk wezen dat in eene vergadering,
waarin zoo vele verstandige, het land kennende
en het volk beminnende menschen bij elkander
zitten, een weg werd gevonden om dien twist
appel uit den weg te ruimen? Als het niet
kan, dan moet men het zich getroosten, en
moet men ermede blijven leven, maar zoolang
die mogelijkheid niet volstrekt is uitgesloten,
veroorloof ik mij nog niet te wanhopen."
De geschiedenis meldt niet dat de minister
ook glimlachte hij het uitspreken van zooveel
loftuitingen op onze vertegenwoordiging.
"Wij gelooven gaarne dat hare leden ver
standig zijn, het volk beminnen en het land
kennen, maar dat alles maakt hen juist vast
houdend aan het eens opgevatte beginsel
omtrent de quaestie, die thans alles beheerscht,
en daardoor openbaart zich hunne liefde voor
het land door zoover mogelijk van elkaar
zich te verwijderen.
Een wapenstilstand, gesloten met het voor
uitzicht op grondwets-herziening, kon dan ook
moeilijk grooten invloed uitoefenen; en geen
wonder dat menig kamerlid bij de begrootings-
discussiën zeide, wat hij eigenlijk niet had
moeten zeggen en anderen zich in het geheel
niet aan de overeenkomst stoorden.
Het was voornamelijk bij de begrooting van
financiën, dat aan de eene zijde het stilzwijgen
werd bewaard over het beleid van den tegen-
woordigen minister, niettegenstaande aan den
anderen kant op meer duidelijke wijze den
heer Bloem de allervriendelijkste wenken
werden gegeven om ook niet te desespereeren,
maar te volharden in zijn streven om ons
meer en meer van het rechte pad af te brengen.
eenigen weg afsluit, die tot een goed doel
kan leiden
Op dit punt sprak de heer Buma een ver
standig- woord bij de behandeling der wet tot
verhooging van den accijns op het gedistilleerd,
waar bij tegen stemde. Hij verklaarde een
voorstander te zijn van eene inkomstenbelasting
niet om daardoor deNederlandsche natie meer te
drukken, maar om te komen tot een billijker
lastverdeeling. Dit is zijn stelsel, het doel
waarheen hij wilen waar de minister Bloem
nu dien weg niet op wil, zijn beginsel niet
wil volgen, wilde hij met hem den weg der
indirecte belastingen niet blijven betreden.
De heer Buma zou zich zooveel mogelijk
schikken in den gedwongen wapenstilstand,
maar hoopte dat die niet te lang zou duren
en men spoedig achter de groene tafel een
minister van financiën zou mogen zien, die
een meer liberalen weg zou bewandelen dan
de heer Bloem.
En die wensch is ook de onze.
Zoo wij, ter wille van een grondwetsherziening
die hoog in de lucht hangt, moeten voortgaan
op den weg, dien de tegenwoordige minister
van financiën met aandrang ons wijst, dan
wijken wij hoe langer zoo meer van liet
rechte pad af.
Die verhooging van den accijns op het
gedistilleerd was reeds, vooral in de tegen
woordige omstandigheden nu het met de
branderijen zoo treurig is gesteld, een beden
kelijke zaak maar de jongste voorstellen
tot wijziging van het tarief van invoerrechten,
het invoeren van een statistiekrecht bij den
jl.I- - O- - ■-« 1 3 -j
de wapenstilstand den minister geen aanleiding
geeft om zijn eigen meeningen aan banden te
leggen.
Het is een opmerkelijk verschijnsel, dat de
minister bij de verdediging van zijn voorstellen
hoofdzakelijk zijn kracht zoekt in het buiten
land. Frankrijk doet zus, Duitsehland alzoo.
In de republiek bedraagt het invoerrecht op
petroleum ƒ8.64 a 11, in het keizerrijk
ƒ3.60. Dergelijke mededeelingen vormen de
hoofdargumenten van 's ministers verdediging;
en het is oi de heer Bloem er niet aan denkt,
dat onze toestanden niet te vergelijken zijn
met die in de groote rijken in onze buurt.
Onze handel en industrie zijn reeds meer beperkt
in hun arbeidsveld dan die van onze naburen
elke belemmering of vermeerdering van lasten
zal hen daarom dubbel drukken en de con
sumenten natuurlijk niet het minst treffen.
Voor het heffen van een statistiek recht
heeft de minister nog een argument, dat aan
bedenking onderhevig is. Hij meent dat de
juistheid der statistiek zal worden bevorderd.
Wij betwijfelen dit. Waar een last gelegd
wordt op verschillende goederen zal men die
last trachten te ontduiken men zal het met
de opgaaf niet zoo nauw nemen, en de statis
tiek zal daardoor te minder vertrouwbaar
worden.
Zoo is het met de heffing van accijnzen, die
de vervalsching in de hand werkenzoo zal
het gebeuren dat, bij verhooging van het recht
op thee, juist de goede thee hoe langer hoe
zeldzamer worden zal en de vervalschte, die
vaak bovendien nadeelig is voor de gezondheid,
beter haar weg zal vinden.
De petroleum wordt in de laatste jaren meer
en meer gebruikt, vooral ook onder de volks
klasse. Hoezeer wij, om het gevaar daaraan
verbonden, dat gebruik niet zoo bijzonder
toejuichen en als middel om het tegen te gaan
een verhooging van het invoerrecht op dat middel
tot verlichting zoo slecht niet zou zijn, vinden
wij het toch onbillijk dat deze olie, die voor het
volk onmisbaar is geworden, die bovendien
tal van personen een middel van bestaan
oplevert, met bijna de helft meer invoerrecht
zon worden getroffen. Eu dat dankt zij hoofd
zakelijk aan het burgerrecht, dat zij meer en
meer heeft verkregen. Zeker, 36/100 cent per
liter is niet veel; maar gevoegd bij de tegen
woordige heffing van 44/100 per liter, zal
zulk eene vermeerdering zich van zelf doen
gevoelen, zoowel bij den handel, niet het minst
bij den kleinhandel, die zijne verdiensten met
cie negotie in dat artikel bij halve centen en
centen telt, als bij üe mrnaere siauatir, am
in hun huishouden geen vermeerdering,
hoe gering ookvan uitgaven kunnen
dragen. Dat over het geheel die vermeer
dering niet zoo gering is, blijkt wel hieruit
dat de minister van de voorgestelde verhooging
van het invoerrecht op aard- en steenolie,
voor verreweg het grootste gedeelte bestond,
blijkens de M. v. T., deze invoer uit petroleum,
eene vermeerdering van inkomsten ver
wacht van drie ton.
Hoofdzakelijk de handel zal dus door de
voorgestelde heffingen getroffen worden daar
door lijdt natuurlijk ook het algemeen.
En wij meenen dat de financieele toestand
op dit oogenblik zulke maatregelen niet eischt.
De heer Heemskerk wees er reeds den 2 Dec.
op, dat die toestand, in vergelijking met
andere landen, niet zoo ongunstig is.
De waarde van de nationale schuld, waarvan
thans geen andere amortisatie plaats heeft
dan de verplichte en waaraan de regeering dus
niet veel kan doen, heeft, vergeleken bij die
van 10 tot 12 jaren geleden, vooruitgang
ondergaan. Er zijn bovendien geen schatkist
biljetten in omloop.
Op de staatsbegrooting voor 1886 werden
door de regeering 3 en de tweede kamer 8
ton bezuinigd. Wel zijn hoofdzakelijk op
marine en oorlog die bezuinigingen gevonden
voor maatregelen, die verdaagd zijn, maar de
geleidelijke weg om noodige verbeteringen aan
■"SO Mx
eenige jaren ook gemakkelijk. Als men nu
de opbrengst der verhooging van den accijns
op het gedistilleerd, van het zegelrecht op
effecten en van het overgangsrecht van effecten
bij overlijden, waartoe door de tweede kamer
is besloten, meerekent, dan zou er op de be
grooting een tekort wezen van 13 millioen,
waartegenover staat een bedrag van 14 millioen
voor buitengewone uitgaven, die uit leeningen
mogen worden bestreden.
De gewone uitgaven en ontvangsten sluiten
dus met een voordeelig saldo.
Toch blijft natuurlijk bezuiniging gewenscht,
te meer omdat, al zal nu het volgend jaar
niet, zooals in 1885,10 maar slechts 5 opcenten
op het personeel worden geheven, die ver
meerdering toch in ieder geval eene buitenge
wone heffing is, die zoo spoedig mogelijk dient
te worden opgeheven.
Er is dus nog geen aanleiding om op be
lastinggebied te blijven stilstaan. Yerre van
dien. Maar om daarom mee te gaan met den
minister van financiën, dit blijven wij ook zeer
gevaarlijk achten.
Het is daarom te hopen dat de Eerste kamer,
die weldra over de verschillende begrootingen
baar oordeel zal moeten uitspreken, niet doe
als hare jongere zuster, maar zich door geen
wapenstilstand late weerhouden om een
hartig woordje te spreken over het verkeerde
financieel beleid van den heer Bloem, die, hoe
eerlijk en oprecht ook in zijne verklaringen
en beginselen, toch van liberaal standpunt
geen goedkeuring, zij het ook zijuelings, onder
vinden kan en mag, voor hetgeen hij in 'g
lands belang meent te moeten doen.
De suikerbietenkwestie, voor onze landbouwers
van zooveel belang, vraagt tegenwoordig wêer
meer en meer de aandacht, en niet zonder
reden nu de vereeniging van suikerfabrikan
ten den prijs voor het a. seizoen weer heeft vast
gesteld en wel tegen 10 per 1000 KG. franco
aan de fabriek en 9 elders aan een of ander
vaarwater,
Reeds een paar jaar geleden werd door het hoofdbe
stuur der Ma tschappij ter bevordering van landbouw
en veeteelt in Zeeland aan de landbouwers de raad
gegeven om zich evenzeer te vereenigen en tegen
over de fabrikanten als voorwaarde te stellen
verkoop met het suikergehalte tot
Die wenk is niet opgevolgd; nu eerst, nadatzp
meermalen herhaald wordt, komt e?n wi'
meer leven op dat gebied en beginnen de bc
te begrijpen dat in hun belang een bi ach til
eendrachtig optreden meer dan gewenscht ie.
Om dat streven ook in onze otngeviag a
ingang te doen vinden, wijzen wif v ~J" inge
zonden stuk in de N. Bred, en Oosterh. Crt.
waarin de aandacht gevestigd wordt op het feit dat
de directie van de suikerfabriek te Diekirch aan,
de landbouwers bekend maakt, dat zji besloten
heeft voor het cultunrjaar 1886, per 1000 kg
netto, suikerbieten franco of station Diekirch
(Luxemburg) 25 fr. te betalen. En mocht in de
maanden van aflevering, October tot November
1886, de suikerprijs meer bedragen dan 40 fr. dar
geeft zij een halve franc per 1000 kg. suikerbieten,
voor elke franc prijsverhooging van de suiker
meer. De fabriek verklaart zich ook bereid om.
contracten te sluiten met het suikergehalte lot
baMs.
Dit verschil is immers in het oogvallend groei,
zegt de schrijver.
En dan dient onze landbouwer bjj de levering-
van bieten aan het suikerfabrikautenbond nog
rekening te houden met het soort van zaad, waar
van kleine bieten groeien die rijk aan suiker zij v
De opbrengsten zuilen dus van jaar tot
ringer voor den landbouwer worden. De scaryvor
geeit daarom ook in gemoede den landbouwers den.
raad Richt gjj ook een vereeniging op, zooais
heeren suikerfabrikanten dit deden, en bepaalt,
dat de bieten voor het volgende jaar niet minder
dan voor ƒ12 per 1000 KG. franco aan de fabriek
en voor 11 per 1000 KG. sldera aan het
verlangde vaarwater zullen worden geleverd,
Dezen prijs acht de schrijver niets te hoog maai
zeer billijk. De beetwortelteelt is voor cfen land
bouwer een zeer tijdroovende teelt, en tevens
heeft men nog rekening te houden met de ai-
standen voor het vervoer der bieten
De Amst. weet meetedeelen dat 'acor net nocr
militair gerechtshof de stukken, in zake debuzare
officieren, wel onlangs nog eens opgevraagd zi
om den minister inlichtingen fe geven, maar
dat deze er inzage van heeft genomen, rusten
thans reeds weder sedert eenige dagen in fa
archief ter plaatse waar ze behooren.
De StCt. bevat de wet tot naturalisatie vüü
Henricus Francken, winkelier, geboren te Verrebroec
(België) den 13de!1 November 1833, wonende
Graauw, provincie Zeeland.
Benoemd tot secretaris-generaal bjj bet depar
tement van justitie, jhr. mr, P. J. van Bejrma,
thans referendaris; tot referendaris bij dat deps
tement mr. F. W. J. G. Snjjder van Wissenkerk
thans commies en tot commies jhr. mr. W Alberd?,
van Ekenstein, thans ambten, van het O. M. bjj
de kantongerechten in het arr. Breda.
Bij koninklijk besluit is, met ingang van
Januari 1886, op zijn verzoek, eervol ontslag ve
leend aan J. J. I. Sprenger, alB raad in het beBtuir
van het waterschap Walcheren, provincie Zeeland
Met ingang van 16 Januari 1886 zijn benoemd]
tot directeur van het rijkstelegraafkantoor te
Leerdam M. J. Coster, thans in geljjke betrekking
te Hansweert; tot directeur van het rijkstelegraaf
kantoor te Hansweert G. E. van Krieken, thai
directeur van een der rijkstelegraafkantoren, (Zni
laatste berichten van gisteren.)
In de gisteren te Amsterdam gebonden verg;
dering der Vereeniging van Nederl. letterkundiger
bleek, dat in het verstreken eerste jaar veel be
langstelling ook van niet-letterkundigon was onder
vonden. De vereeniging telt thans 109 leden
Commissarissen zijn de heeren Bank, De Jonge
van Ellemeet, Smit Kleine, De Beaufort en baron
Yan Golstein. Als nieuwe bestuursleden werden
benoemd de heeren Bouberg Wilson en Perk
17 leden zijn tot de voorzorgskas toegetreden er.
2 schenkingen a 100 waren ingekomen. Be
sloten werd in de Mei-vergadering een behoorijj;
geformuleerd voorstel te behandelen, om door. het
uitgeven van geschriften de voorzorgskas te stijven.
Doel en inrichting daarvan werd door prof
Van Geer, adviseur der vereeniging, aader uiteer-
gezet.
Na afloop der vergadering brachten de leden
een bezoek aan de kunstzalen der International*)
Kunstvereeniging.
Z, M. de koning heeft het besr»>-riuheerecha P
aanvaard t het waarte^hds van het Ae-£
<eerCandsck'\ Werkliedcri'nds.
De miniate* van financiën is als eerelid van
fonds opgetreden.