295 Dinsdag 15 December. ua rg 1»8Ö. Rijks-Belastingen. Rijks-Belastingen. P A TEN TEN. Middelburg 14 December. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen* Prijs per 3/m. franco f 3,50; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Adrsrtantiën 20 Cent per regel* Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte GEMEENTERAAD. kt O Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF, Van beji Peul, te Zierikzee: A. c. De Mooij, te TholenW. A. Van Niecwenhuijzïn, en te Ter Neuzen A. Van du Peul Jz Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale d? Publidté étrangère G. L. Daöbe ea Cie., Jon» F. Jones opvolger. D e burgemeester van Middelburg maakt bekend: dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is ve^ onden de door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 9,10 December 1885, invorderbaar verklaarde kohieren der per- soneele belasting n° 7 en 8 voor het dienstjaar 1885/86, met uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwjjten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in den loop des dienstjaars een perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van den 9 April 1869 {Stbl. n°. 59). Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 11 December 1885. De burgemeester voornoemd, PICKÉ. De Burgemeester van Middelburg maakt bekend: dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is verzonden het door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 10 Dec mber 1885, invorderbaar verklaarde kohier van het patentrecht over het 2e kwartaal voor het dienst jaar 1885/86, met uitnoodiging aan ieder wiens zulks aangaat, om na bekomen kennisgeving van zjjnen aanslag, ten spoedigste het door hem ver schuldigde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behooren te worden ingediend. Hiervan is heden afkondiging geschied waar het beh >ort. Middelburg, den 11 December 1885. De Burgemeester voornoemd, PICKE. De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat op Woensdag den 16 December 1885, des namiddags te 2J uren, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 14 December 1885. De burgemeester voornoemd, PICKÉ De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat de patenten voor het 2e kwartaal van het dienstjaar 1885/86 ingevuld gereed liggen, en dat tot de afgifte daarvan ten raadhuize zal worden gevaceerd van den 16 December 1885 tot den 30 December 18 5, des Woensdags en Zaterdags van iedere week, des voormiddags van 10 tot 12 uren. De belanghebbenden worden mitsdien aange maand om, binnen den boven bepaalden tijd, de voorschreven patenten in persoon te komen afhalen, bij gebreke waarvan deze door den deur waarder der directe belastingen, tegen voldoening yan 10 cent, aan huis zullen worden uitgereikt, terwijl zij zich blootstellen in eene boete te ver vallen van vijftien gulden, indien zij, des gevraagd, hun patent, of een afschrift daarvan, niet kunnen vertoonen. Hiervan is afkondiging geschied waar het behoort, den 14 December 1885. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. Na de voor Vlissingen zoo teleurstellende tijding omtrent de aanlegplaats der booten van den Nordd. Lloyddie op Oost-Azië en Austra lië zullen varen, lazen wij nog eens na, wat ér in de K'óln. Zeituw) van Zondag 5 Juli voorkwam. Daarin werd toen het volgende gemeld Fiirst Bismarck hat bereits gestern den Vertrag mit dem Nord-deutschcn Lloyd vollzogen imd bat gieich- zeitig festgesetzt, dass di' ostasiatische wie die anstrali- sche Linie den Hafen von Vlissingen anzulaufen hnben. Von Deutscher Seite sind ueuerdings an Ort und Stelle die Verbiiltni sse der Hiifen von Antwerpen, Rotterdam und Vlissingen eingehend untersuebt worden. Das Ergebnis war die unbedingte Enfsebeidnng fur Vlissingen. Het officieuse steeds goed ingelichte Keul- sche blad deelde dus mee, wat ook op dien Vrijdag, 'den 3™ Juli,'ons bekend was geworden, dat voor Vlissingen een gewichtige beslissing was genomen en het daardoor met recht zich verheugen kon in het vooruitzicht op een nieuw leven. En thans is aan al die schoone verwach tingen de bodem ingeslagen. Vorst von Bis marck is op zijn eens genomen beslissing teruggekomen en niet Vlissingen maar Antwer pen zal de begeerde aanlegplaats wezen. Wat den rijkskanselier tot die verandering bewoog, leert ons het de vorige week in den Duitsehen rijksdag gesprokene. De verklaring, hieromtrent in den rijksdag afgelegd door den staatssecretaris Von Bötticher, bij de behandeling van den begrootingspost van 4,400,000 Mark, uitgetrokken voor het op richten en in standhouden dier stoomvaart lijnen op Oostelijk Azië en Australië, komt hierop neer Zaterdag had hij eene beslissing van den rijks kanselier onderteekend, bij welke aan den Nord- deutschen Lloyd werd medegedeeld dat, bij wijze van proef, voor den tijd van ëen jaar, het aacloopen te Antwerpen is goedgekeurd. Met het oog op de daarmede verbonden veelvuldige en gewichtige belangen, had de regeering zich met de quaestie der Westelijke aanleghaven ernstig en grondig bezig gehouden Er kon daarbjj slechts sprake zijn van drie havens: Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen. Rotterdam kon men niet kiezen, omdat die haven niet ten allen tijde toegankelijk is voor de schepen, welke op de overzeesche lijnen dienst zullen doen. De diepgang van die schepen, wier minimum inbond is bepaald op 3000 ton, bedraagt nl. 21 voet, en bet kanaal van zee naar Rotterdam kan slechts ten allen tijde veilig worden bevaren door schepen met ten hoogste 19 voet diepgang. Bovendien is het kanaal bij ijsgang in het geheel niet bevaarbaar. De regeering ware derhalve genoodzaakt, boe gaarne zij ook met de wenschen van Rotterdam rekening had gehouden, de keuze van deze baven op te geven. Daaren tegen hadden zeer vele gewichtige redenen bestaan om aan Vlissingen de voorkeur te geven, en wel ten eerste wegens den korteren weg, want om naar Antwerpen te komen, moeten de schepen Vlis singen voorbij varen, en dit levert een tijdverlies van 12 tot 18 uren, met inbegrip van bet laden der schepen, op Bovendien scheen het ons, aldus verzektjjde de heer Von Bötticher, ook om redenen die ik hier slechts kan aanduiden, maar niet nader wil ontwikkelen, niet ongeschikt, en gelegen in het belang van zekere kringen der Duitsche nij verheid, om niet aan de Belgische haven, die aan de bedoelde takken van nijverheid grootere con currentie kan aandoen dan de Nederlandsche, boven de Nederlandsche haven de voorkeur te geven. Intusschen konden alle deze redenen niet beslissend zijn tegenover den door den Norddeut- schen Lloyd uitgesproken wensch.Het is niet juist, als men zegt, dat de beslissing over de keuze d< r havens uitsluitend ligt in de handen van den rijkskanselier. Volgens het contract heeft veeleer de Lloyd het eerst zijn verlangen kenbaar te maken, en de rijkskanselier slechts zijne goed keuring te verleenen, De rijkskanselier heeft geoordeeld, dat op die wenschen allereerst moest worden gelet, wanneer er niet zeer bijzondere redenen waren om ze van de hand te wjjzen. Voorts is het van gewicht, dat juist ook door industrieelen in Zuid en Zuidwestelijk Duitschland duidelijk voorliefde voor Antwerpen aan den dag is gelegd. Al is ook voor de Rijnvaart de weg naar Antwerpen of naar Vlissingen vrij wel hetzelfde, toch bestaat te Vlissingen nog lang niet zulk een levendig handelsverkeer als te Antwerpen. Wij hebben echter uitdrukkelijk en met opzet ervan afgezien, deze goedkeuring te verleenen als definitief, maar er de voorkeur aan gegeven, vooreerst slechts bij wijze van proef en voor den duur van één jaar, Antwerpen te kiezen. Mocht het algemeen belang van Duitschland's handel en industrie eene andere haven gewenscht doen bljjken, dan willen wij ons zeiven volmaakte vrijheid voorbehouden, in dit opzicht van haven te verwisselen. Deze beslissing der regeering werd door de afgevaardigden Hammacher en Windthorst toege juicht. De directeur van den Nordd. Lloyd Meier ver klaarde, dat men te Rotterdam niet kon aanloopen, omdat bij eenen diepgang van 21 voet de schepen van den Lloyd daar niet genoeg water vinden; waar door Rotterdam buitengesloten werd, ofschoon men aan den Rijn, vooral aan den Bovenrijn, deze keuze levendig heeft gewenscht. Tegen de bewering dat Antwerpen niet zoo be schut is tegen ijs als Vlissingen merkte hij op dat reeds sedert langen tijd de schepen naar Brazilië en La Plata driemaal per maand gaan, en zij sedert tien jaren, slechts drie keeren niet in staat zjjn geweest te Antwerpen aan te loopen; toen moesten de goederen van eene andere haven uit over landwegen naar hunne bestemming verzonden worden. Het was te wachten, dat na de bekend gei!i:&ktë beslissing de voorbijgegane havens, en Antwerpen vooral, zich niet zoo kalm daarbij zonden neerleggen maar nog alles zouden beproeven om verandering daarin te brengen, België's handelsplaats spande daartoe in 't bijzonder alle krachten in. De koning werd in den arm genomen en Leopold, vol ijver waar het de belangen van zijn land geldt, nooit terugdeinzende voor per soonlijke offers, waar dit bevorderlijk wezen kan aan die belangen, moet, naar men zegt, ook in dit geval zich moeite en nog meer getroost hebben om de Duitsche regeering te bewegen terug te komen op een eens genomen beslissing. Dit reeds lang bekende feit melden thans ook de Duitsche bladen. Het werd toen loven en biedenontzaglijke aanbiedingen werden gedaanen, daarbij gevoegd de voorliefde, die de Lloyd zelf heeft voor Antwerpen, is bet niet moeilijk te begrijpen dat de noodlottige wijziging plaats had. Toch zijn er in onze oogen onverklaarbare dingen. Eerst heette het, dat men Vlissingen had gekozen en ook in Bremen wenschte. omdat het een neutrale haven was, waar geen handel van beteekenis nog bestond, zoodat het niet, zooals Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam, als concurrent van Bremen kan beschouwd worden. Thans wordt ditzelfde feit als een beletsel aangemerkt en beweerd, dat Vlissingen's han delsinrichtingen niet van dien aard zijn om als Ewnlegplaats dienst te kunnen doen. Niettegenstaande, zooals uit bovenstaande blijkt, zeer vele gronden voor Vlissingen pleiten die plaats zeer vele voorde e- 1 e n aanbiedtondanks het groote oponthoud dat de booten, door naar Antwerpen op- en af te varen, zullen ondervinden, laat men thans Zeeland's havenplaats weer los en kiest men Antwerpen. Over den postdienst leest men geen enkel woord in de, namens de Duitsche regeering, afgelegde verklaring. En deze woog juist zoo zwaar bij de eerst gedane keuze. Heeft de stem van dr. Stephan, de .groote bewonderaar van Vlissingen, die, juist voor zijn postdienst, geene andere haven wenschte, geen invloed meer gehad Of is zijn macht bij de regeering aan het tanen Kort geleden werd daarop gezinspeeld en wij vonden dit een veeg teeken voor Vlissingen. Dien steun dus missend, tegenover zich vindend den machtigen invloed van een vorst als Leopold, die door zijne bemoeiingen be treffende den Congo-staat met Duitschland op zulk een goeden voet staat, moest Vlissingen immers wel eene harde teleurstelling bereid worden. En bij dit alles kan men nog voegen gevoeligheid van Duitschland jegens ons, tengevolge der moeilijkheden, ondervonden bij de letterkundige conventie en het aanhangige zalmtractaat. Zoo is Vlissingen dan ook de dupe geworden van diplomatieke verwikkelingen. Het feit ligt ertoe; klagen baat thans niet; wij, Zeeuwen, zijn gewend aan teleurstellingen en de ondervinding op dit punt heeft ons voor de zooveelste maal geleerd aan beloften en verklaringen van regeeringspersonen geen waarde te hechten. Eén zaak hopen wij, nl. dat onze regeering zich in dezen niets te verwijten zal hebben. Wij hebben grond om dit te vooronderstellen de regeering heeft, zoo verzekerde men ons, van haar kant Vlissingen alle mogelijke faci liteiten verleend. Maar hoe rijmt zich daarmee de mededeeling in de bladen, dat de Belgische regeering had aangeboden om de postbooten van den Nordd. Lloyd vrij te stellen van alle haveD-, loodsgelden en andere kosten, terwijl omtrent Vlissingen een dergel ij k aanbod nog niet gedaan was Een tegenspraak van dit bericht of eene mededeeling, waarom zulke aanbiedingen van onzentwege niet konden geschieden, zou zeker zijn in het belang de-' zaak en kunnen strek ken ter rechtvaardiging van lieu, die in deze zich zooveel moeite getroostten en nu zoo bitter teleurgesteld zijn. Zal in onze kamer deze kwestie ter sprake worden gebracht? Ons dunkt, het ware niet onnoodig en zonder nut. En waar de Duitsche regeering voorloopig slechts voor één jaar Antwerpen, op verzoek van den Lloyd, aanwees, daar kunnen ophel deringen en mededeelingen eene vingerwijzing zijn om tegelegenertijd nog stappen te doen in goede richting, die weer hoop kunnen geven op een gUDStig resultaat. Die voorwaardelijke beschikking bewijst toch, naar ons gevoelen, voldoende dat de Duitsche regeering hare sympathie voor Vlissingen blijft behouden en dat zij slechts door bijredenen, door andere invloeden zich liet bewegen op een eens genomen beslissing terug te komen. En dit is nog een lichtzijde in deze sombere historie. De opbrengst der rjjksmiddelen in November bedroeg ƒ9 979.000. Dit is wel ƒ814.000 meer dan de opbrengst verleden jaar, maar het kan toch moeiljjk een zeer bevredigend cijfer worden geacht. De vorige maand toch bracht ons boven de 11 millioen, en December zal nog meer dan 10 millioen moeten geven om ons te brengen tot de raming, waarbjj niet eens op de 10 bnitengt- wone opeenten op het personeel is gerekend. Er is weder stilstand gekomen in de stjjgende opbrengst der directe belastingen. Het personeel bracht .wel .000 meer op dan in November 1884, maar grondbelastingen patent vloeiden trager, zoodat de eerste aan 't eind der 11 maanden maar even boven 't bedrag is van het vorige jaar en het laatste middel er nog 73 000 beneden blijft. Van de indirecte belastingen was het weder het regi stratierecht, dat buitengemeen ongustige uitkom sten gaf. Bedroeg de opbrengst hiervan 581.000 tegen 710.000 verleden jaar, het is aan de bevredigende uitkomst van het successierecht alleen te danken, dat het totaal der indirecte belastingen niet ver beneden het vorige jaar blijft. Het registratierecht is aan het einde der 11 maanden ƒ930.000 lager dan verleden jaar, en zal bij een totale raming van 9.100.000 vermoedeljjk slechts ƒ7.212 000 opbrengen. Ook de invoerrechten waren ditmaal iets lager dan verleden jaar, over de 11 maanden echter iets hooger. Het gunstigste figuur maakt het eindcijfer der accjjnzen, bedra gende voor November 3.925.000 tegen 3.302.000 en over de 11 maanden ƒ38.448 000 tegen ƒ30 299 000 verleden jaar. Het waB bepaald de suiker, die 9 ton opbracht, waaraan deze gunstige uitkomst is te danken. Wijn, zeep, bier en geslacht waren daarentegen lager dan verleden jaarhet laatste bracht ƒ345.000 op tegen ƒ379.000, wat misschien alleen aan de lagere vleeschprjjzen ia toe te schrijven. Het laat zich met dat al niet aanzien, dat aan 't eind des jaars de accijnzen de raming zullen bereikenal is de suiker in de laatste maanden heel wat bijgekomen, 't is moeiljjk te voorzien, dat December de nog noodigo 1.022.000 zal opbrengen het gedistilleerd blijft denkelijk 3 ton ten achteren en de wjjn licht wel evenveel, waartegenover van zout, zeep, bieren en azijnen gezamenljjk een hooger opbrengst van 3 ton staat te wachten, terwijl het geslacht weer wel IJ ton te weinig zal geven te zamen in 't gunstigste geval een vermoedeljjk tekort vaneen half millioen ongeveer. De overige middelen geven tot geen bjjzondere opmerkingen aanleiding. Vad.). De heer Heldt komt in de Werkmansbode nog nader op zijne uitwerping uit het Bond van alge meen kies- en stemrecht terug. Hij stemt toe, dat zijn standpunt, te Sneek inge nomen, in strijd is met de letter, maar niet met den geest der statuten. Wel wordt in art. I gesproken van het geven van kiesrecht aan alle meerderjarige ingezetenen; maar over de nadere beteekenis van dit woor ije alle, of daaronder ook de vrouwen behooren, is om der eenheidswille nooit een stemming uitgelokt. De heer Heldt wijst er verder op, dat het woord stemrecht in den titel: „Bond voor algemeen kies- en stemrecht" de beteekenis heeft van „het recht des volks om te verwerpen of aan te nenwij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1