N° 290.
188* jaargang.
1885.
W oensdag
9 December.
Beken d ma k i n g.
EEN WEESIlllS VOOR !LIERLAND.
"FEUILLETON.
Nieuwjaars-collecte.
Middelburg 8 December.
Dit biad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco 3,50;
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën 2sO Gent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
CHBISTOFFKL.
MIDRELRIRGSCHE COURANT.
Agenten zijn te ViissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van dek Peul, te Zierikzee: A. C. Ds Moou, te TholenW. A. Van Nieowknkdijzen, en te Ter Neuzen A, Van dm Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs en Cie., John F. Jones opvolger.
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend, dat een wit scliaap (ram),
naar gissing 8 a 9 maanden oud, hetwelk op
openbaren grond in dt-ze gemeente zonder geleider
ia bevonden, gedurende 8 dagen ia geacbut.
Hetzelve ia binnen 14 dagen na beden door den
eigenaar, tegen betaling van de bjj de verordening
op het losloopen en schutten van vee vastgestelde
kosten, teiug te bekomen aan het commissariaat
van politie.
Hiervan is afkondiging geschied te Middelburg,
den 7en December 1885.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
P1CKÉ.
De secretaris.
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
DOOB
F. NAGTGLAS.
I.
Een der belangrijkste vraagpunten op maat-
sehappelgk gebied is ongttwjjteld de verpleging
van behoeftige weezen. Men heeft ze terecht
genoemd de kinderen van het geheele volk, en
dat het hart der beschaafde natiën voor die
hulpbehoevenden klopt, wordt bewezen door den
onbekrompen steun, "ie „op het geloof gebouwde"
instellingen, als van Franke te Halle en van Van
'tLindenhout te Neerbosch, ondervinden. Wieetn
oog en hart heeft voor de kinderwereld vergeet
ook de weezen niet. De meening over de beste
verpleging loopt echter ver uiteen, want terwjjl
Een schets uit Texas.
„Het zou mjj niet verwonderen als de kapitein
kwam", zei Christoffel vertrouwelijk tot Geranium,
terwjjl bjj hem een paar graankorrels extra gaf.
„Als bjj komt Dick, zal hjj naar die wond aan
uw hals kjjken, hjj is heel knap in al die soort
van gevallen" en nauweljjks waren die woorden
er uit of het welbekende vrooljjke gefluit deed
zich in de verte booren.
Het gelaat van Christoffel helderde op, geljjk
dat eener vrouw, en met een afscheidswoordje
aan de ossen snelde hjj heen, ditmaal niet mer
kende hoe de trouwe dieren hem nakeken, mis
schien met een onbewust pijnlijk gevoel van
jaloezie.
Nog nooit had de kapitein er zoo mooi en zoo
knap uitgezien. Zjjn kleeding was buitengewoon
fraai en schilderachtig en een schitterende Serape
Saltillero (een kostbare met goud en zilver door
weven mantel, zóo fijn en zacht van stof dat men
hem in den zak kan steken en die uitsluitend te
Saltillo in Mexico vervaardigd worden) hing van zjjn
schouders af, en verleende aan zjjn reeds zoo
indrukwekkend gelaat en fiere gestalte iets
koninkljjks.
„God zegene u, Nap 1 Ik ben big van u te
zien 1"
„Dat weet ik, Chris."
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat de commissie, die zich in de laatste jaren
op hunne uitnoodiging welwillend heeft beiast
met het verzamelen van giften en het doen van
eene uitdeehng van eetwaren en brandstoffen op
den nieuwjaarsdag, zich dit jaar weder
heeft bereid verklaard tot üatzelfde doel werkzaam
te zjjn
dat deze commissie maartdag den 31 Me-
ceinDer a., te beginnen des middags ten 12
uren. eene inzameling aan de huizen der ingezetenen
zal houden, terwjjl burg. en weth., het doel en
streven dezer commissie zeer waardeerende, de
vrjjheid nemen haar andermaal bjj de ingezetenen
ten dringendste aaD te bevelen.
Middelburg, den 7 Decetnher 1885.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
P I C K
t~)zi cpptpftlvlt!
A. DE VULDER VAN NOORDEN. 1
men aan den eenen kant de opvoeding in gestichten
hoort aanbevelen, wordt aan de andere zijde do
zoogenoemde uitbesteding geprezen. Ook hier ligt
de waarheid waarschijnlijk wel in bet midden.
Dat inrichtingen, waarin honderde kinderen als
in een kazerne leven en waarin het individu
noodzakelijk in de massa verloren gaat, juist niet
geschikt zjjn om menBchen op te voeden en te
harden in den strijd voor het bestaan, zal wel
geen bewijs behoevenmaar hoe ook de uitbesteding
ontaarden kan, is reeds voor jaren in het bekende
werkjeEen Zuid-Bevelandsche Wees treffend ge
schetst. Kleine gestichten, waarin men zooveel
mogeljjk tracht te naderen tot een goed huiselijk
leven, het ideaal voor iedere opvoeding, zijn zeker
de duurste, maar ook de beste instellingen. Boven
staande gedachten kwamen bjj mij op, toen ik
onlangs een bezoek bracht aan het Nederlandsch
centraal Israëlielisch Weeshuis, eene instelling die
ook uit Zeeland wordt ondersteund, doch naar
het mjj toescheen aldaar niet zóo bekend is als
zij werkelijk verdient, waarom ik er de aandacht
eens op vestigen wil,
De Israëlietische gemeenten zijn, behalve in
enkele groote steden, in ons vaderland te weinig
talrjjk om behoorlijk ingerichte weeshuizen te
kunnen onderhouden, en zoo zjjn ook de kansen
gering om goede gezinnen yoor de uitbesteding
te vinden.
De ervaring dezer bezwaren bracht te weeg, dat
ruim een twintig jaren geleden door de U-
trechtBche afd. der Maatschappij tot Nut der Israëlieten
een plan werd beraamd tot oprichting van een
gesticht voor onverzorgde Isr. weezen in Neder
land, en opmerkeljjk is het dat twee kinderen
van den man, die het voorstelde, later in het
huis zjjn verpleegd. Het plan ondervond in den
aanvang weinig belangstelling, doch de Utrecht-
sche afdeeling liet zich niet afschrikken, en riep
in 1867 en 68 herhaalde malen belangstellenden
uit verschillende streken des lands samen. Hoewel
allen in deze vergaderingen het eens waren over
de wenschelijkheid van een weeshuis, ontbrak
echter de onmisbare steun daar buiten. Men
stapelde daar bezwaren op bezwaren en veront
schuldigingen op verontschuldigingen, zoodat de
commissie op het punt was om de zaak op te
geven, toen een pittig man, dhr. A. E. Cohen uit
Arnhem, voorstelde om, krachtiger dan tot hiertoe
geschied was, algemeene medewerking in te roepen,
en eene som van 600 waarborgde als voorschot
bjj de noodzakelijke onkosten. Dat schjjnbaar
eenvoudig aanbod wordt in een der verslagen
genoemd, »een keerpunt in de geschiedenis van
het weeshuis". De omzendbrieven werden ver
spreid de koning gaf het voorbeeld en in plaats
van lauwheid en onverschilligheid kwamen warme
belangstelling en krachtige medewerk ng.
Op de Nieuwe gracht, om den hoek van de
Magdalenasteeg, werden nu een paar woningen
aangekocht, die zoo goed mogeljjk voor het doel
werden ingericht, en op den 1 Aug. 1871 werd
het weeshuis met 12 verpleegden, alle jongenB,
geopend.
Zij gingen tegenover het knetterende houtvuur
zitten en spraken eerst niet veel. Nap lachte
gedurig in zich zelf van innig geluk. Christoffel
sloeg hem gade en wachtte geduldig op het nieuws
dat zijn gast hem te vertellen had. Eindeljjk
vestigde Nap zjjne schoone oogen op het kalme
gelaat van zijn vriend, schoof dicht naar hem
toe, raakte zacht zjjn hand aan en zei op buiten
gewoon liefeljj ken toon„Christoffel ik ben
verliefd 1 op het mooiste en het liefste meisje
ter wereld Ik ben verliefd, Christoffel
„Dat spjjt mjj zeer, dat spijt mjj."
»0! neen, waarom zou u dat spjjten
„Het is een waagstuk, waartegen weinig
mannen bestand zijn. Als gjj in deze verliest, is
het een verlies dat gij nooit berekenen noch
herstellen kunt. Wie is het meisje, waar hebt
gjj haar gezien
„Laat ik het u vertellen en wees niet jaloersch
op mjj, oude Chris.
„Drie avonden geleden kampeerden wjj bjj de
plaats van dokter Hay, aan den Boomgaardkreek.
Tegen zonsondergang ging ik naar hem toe, om
hem te vertellen, dat er twaalf van zjjn paarden
onder een troep waren, die wjj bjj Alvarado aan
eenige Camanchez dieven ontnomen hadden. Een
negerknaap zei mij dat de dokter in huis was en
ik begaf mij regelrecht naar de openstaande deur.
Hjj was er met; maar voor den haard zat een
meisje, met de handen boven haar hoofd ineen
gestrengeld, te schommelen en iets te zingen, dat
mjjn hart deed stil staan van verrukking. Ik
Dertien jaren lang beeft men zich in die
vervallen huizen, met muren die op invallen
stonden en met levensgevaarlijke trappen, beholpen,
totdat in 1883 besloten werd tot een geheele
verbouwing, welke in het volgend jaar werd voltooid.
De eenvoudige, en daarom juist fraaie gevel,
in hard steen het hebreeuwsche opschrift dragende
Toevlucht der Weezen, en de jaartallen van
stichting en verbouwing, lokte mij dezer dagen
uit om met een vriend, aan die inrichting een
bezoek te brengen.
Een net weesmeisje, dat open deed, liet ons in
de spreekkamer en dribbelde weg om „vader" te
gaan roepen. De heer M. Marchand staat met zjjne
echtgenoote, sedert de oprichting in 1871, aan het
hooiu van het weeshuis, en beiden schenen mjj
uitnemend berekend voor hunne moeilijke taak.
Regenten zijn terecht afgeweken van den ouden
stokregel, dat kinderlooze echtgenooten de
geschiktste zjjn om ouderlooze kinderen op te
voeden, en het drietal eigen kinderen van vader
en moeder groeiden tegelijk met de weezen op.
Is opvoeding in het gezin reeds een bezwaarlijk
werk, hoeveel te moeilijker wordt het, wanneer die
band ontbreekt, en wanneer men te doen heeft
met een aantal kinderen, uit onderscheiden kringen
aikomstig en van ver uiteenloopende neigingen-
Daarvoor is noodig een groote mate van billijk
heid en rechtvaardigheid, met bedachtzaamheid
en geauldeen krachtigen wil en een warm hart,
wat hetzelfde is, een ijzeren hand, maar bekleed
met een fluweelen handschoen, geleid door het
beginsel dat heerschen dwaasheid maar regeeren
wijsheid is. Nadat de vauer mij met eene opge
wektheid, die aantoonde hoe hjj met liefde voor
de zaak was bezield, een en ander had verhaald van
de geschiedenis der instelling en van de plechtige
wjj.waarop het nieuwe gebouw werd ingewjjd fnet
een feestrede van den opperrabbijn, toespraken en
liederen en wat er zoo al bjjoehoort, gingen wij
verder.
Hoewel wjj geheel onverwacht kwamen, was
alles zoo net en zindeljjk alsof men het er met
zorg op toe had gelegd om ons een goeden en
aangenamen indruk te geven. De reukorganen
kunnen ons Boms wondeiljjk het verledene voor
den geest tooveren, t-n daardoor alleen herinnert
mjj menig gesticht aan een oud gasthuis, waar ik
in mjjn jonge jaren veel verkeerdeen de ouder-
wetsche kazernelucht (want misschien is dat ook
al veranderd) zal geen oud soldaat ooit uit het
geheugen gaan. Hier was echter niets te ruiken,
en de lucht even zuiver als op de beroemde
Utrechtsche wandelingen, die er niet ver van daan
liggen. Zonder tocht te verwekken, ging er door
het geheele huis een stroom van lrissche lucht,
zoodat het niet te verwonderen was, dat ik onder
de kinderen geen enkele bleekneus opmerkte.
Achter de zitkamer van vader en moeder is een
ruim vertrek, waar de jongens zich in hun vrije
uren met allerlei werkzaamheden kunnen bezig
houden. Vrjje tjjd, is wel eens gezegd, is de tjjd
om iets nuttigs te doenbezigheid maakt vrooljjk
en gezond; rust roest en doet kwaad doen, zoo
als de vader opmerkte, die als cud onderoificier
bjj ervaring weet. hoe ledigheid terecht des duivels
oorkussen heet; en den sterke zwak maakt, zooals
arbeid den zwakke sterkt. Een oud rjjmpje luidt
terecht
„Arbeid is des licbaamsvoeder
Arbeid is des zielehoeder
Arbeid is der deugdenmoeder."
Aan de werkkamer grenst de eetzaal met een
aantal groote tafels. Aan de middentafel, waar
de spijzen en gedekte schotels worden opgedragen,
eet vader en moeder met hun eigen kinderen en
een vijftal der oudste meisjes, die de overigen
bedienen. Hier zitten ook de oud verpleegden,
die nu en dan het gesticht komen bezoeken, en
men vindt er soms een vaardig zilversmid of een
kundig horlogemaker, of wel een fiksche koper-
slagersvrouw of een goede kleermakerswederhelft,
die met dankbaarheid spreken van de goede
opleiding, hier voor jari n genoten. De voeding
is, blijkens het gezonde voorkomen der verpleegden,
uitnemend, en verdient daarom wel iets uitvoeriger
te worden besproken. Driemalen daags (vm. 8,
nam. half 5, en 's av., naar den leeftijd, om half 8,
8j en lOj)) wordt er brood met thee gebiuikt.
Het middageten wordt viermalen 's weeks om
1 uur opgedragen; Zondags om 2 uur en Vrijdags
na, het uitgaan van de kerk. Enkele keeren in
de week krijgen allen koffie met suiker en op
Zaterdag en Zondag en andere feestdagen des
namiddags thee.
Het middagmaal wordt geschikt naar het seizoen»
doch inden winter volgt men echter zekeren vasten-
regel. Men eet dan ook zooveel mogeljjk versche
groenten, en bewaart de ingelegde zuurkool, snjj-
boonen en andere, waarvan ik in de kraakzindelijke
kelders grooJ.' hoeveelheden zag, tot het laatst.
Des Zondags wordt er gort met stroop, of rjjst met
suiker en aardappelen met jus gegeten,'s Maandag»
en Donderdags bruine boonen met aardappelen en
jus Dinsdags soepvleesch en aardappelenWoens
dags hutspot; des Vrjjdags morgens brood en rjjst
met melk en suiker, en 's avonds na kerktjjd soep
en, als er geen versche groenten zjjn, gort met
pruimen en nu en dan gebakken aardappelen;
Zaterdags, in verband met de Joodsche levenswjjs,
gedroogde appelen met bruine of witteboonen
gebraden vleesch en brood. Dat er slechts drie
malen in de week vleesch gegeten wordt, geschiedt
minder uit zuinigheid dan om de kinderen niet
aanjiet dageljjksch gebruik van vleesch te gewen
nen gedachtig aan het wjj ze woord van Goethe.
Men verliest niet altijd als men ontbeert.
(Slot volgt).
stond zoo lang naar haar te kijken, en sloeg de
bevallige schommeling van haar figuurtje gade,
totdat zij mjj hoorde; toen keerde zjj zich om en
stond op. O i Chrisnooit zal ik dat lieve
gelaat, die zachte oogen, dien frischen blos ver
geten Wjj keken elkaar een paar minuten aan,
voor dat ik kon spreken en ik weet nog niet wat
ik toen gezegd heb. Haar vader is uit Texas
geboortig, maar haar moeder was een Spaansche,
daar ben ik achter gekomen. En Chris 1 zij is
het mooiste meisje van de wereldZjj heet
Inez, Chris, Inez, is geloof ik de mooiste naam
dien ik ooit gehoord heb."
Christoffel zag den jongen man bezorgd aan
doch deze vervolgde opgewekt:
„Ik ben naar Laven burg geweest voor deze
nieuwe kleeren. Staan ze mij goed? Zjj passen
mjj immers Chris, gjj kent zooveel verzen, en
ik wilde iets over liefde schrijven en haar zenden.
Ik ben zoo gelukkig 1 Ik geloof niet dat er nog
ooit iemand zoo gelukkig geweest ie."
Christoffel zweeg nog altjjd.
„Waarom spreekt gjj niet, Chris? Zjjt gjj
niet bljj
„Ik weet het niet. Is hot een goed meisje
Bemint zjj u Zoo niet, vlucht dan liever naar
den versten uithoek der aarde, dan dat gjj haar
trouwt. Zeg kapitein, ik heb iemand noodig, <iie
voor mij naar Schotland gaat, om iets t6 onder
zoeken. Doe dat voor mjj en ik zal u goed be-
loonen."
„Voor geen miljoenen I Ik zon niet kunnen,
Dr. Kuyper deelt mede, dat van de 28 professo
ren in de theologie aan de universiteiten van
Leiden, Utrecht, Groningen en Amsterdam niet
éen enkele gereformeerd is 1 Noch Dotdes, noch
Gunning, noch De la Saussaye, noch Van Too-
renbergen is gereformeerd, zegt dh Kujper. Za
moeten allen de kerk uit 1
Chris. Waarom sjjt gjj zoo Ontmoedigend, oudö
vriend Ik heb u nog nooit iemand zoo met
koud water zien overgieten, als gij mjj nu doet."
„Ik zal het u zeggen, kapitein; ja ik sal
het u zeggen. Misschien kan ik u voor leed be
waren; en waarom zou ik mjj zei ven sparen
Dertig jaar geleden, juist toen de wereld lachend
en vol hoop voor mjj lag. ontmoette ik Clarisse
St. Clairde mooiste vrouw op de geheele wereld;
zooals ik toen dacht. Het was op een helderen;
warmen dag in Augustus, en ik liep door het rijpe'
koren. Er was slechts een smal paadje, waarop
ik halverwege een jong meisje tegen kwam, dat
mjj in dat zaebte licht een te schoon schepsel
toescheen om een gewoon stervelinge te zijn. Ik
herinner injj dat zij in het rose gekleed was en
haar strooien hoed aan den arm had hangen. Zjj
had een krans van klaprozen in het blonde haar
en haar witte boezelaar was vol varens en woud*
bloemen.
„Van alle vrouwen in den geheelen omtrek waa
zjj de minst geschikte voor mjjmaar ik waa
betooverd door baar schoonheid en wilde naar
nieinands raad luisteren. Zjj was jjdel, beuzel
achtig, verkwistend en, met het oog op het heilig
ambt, waaraan ik mjj zou wjjden, betoogden mjjn
vrienden met alle recht, dat zulk een huweljjk
hoogst ongepast zou wezen Maar ik zag geen
gebrekeu in Clarisse. Er mocht van komen waf
er wilde, ik had vast besloten om haar te trou
wen. En ik kreeg mjjn zin, Nap. Ik hoopte dat allel
terecht zon kome»maar er kwam niet» terecht;