286. Ï281 Jaargang Y ri jdag 4 December. FEUILLETON. Middelburg 3 December, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagent Prijs per 3/m. franco f 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Adverienüèfl 10 Cent per regelt Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f i,SO iedere regel meer f Q,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte GBBBTatJIDAi ÜIIDDELBURGSCHE COURANT. W Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningeaF. Van de» Peul, te Zierikzee: A. C. De Moou, te ThoienW. A. Van Nieuwenhdiizen, en te Ter Neuzen A, Van sn Peul Je# Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. De redactie van de Standaard weet eigenlijk niet recht wat zij wil. Nu zy ziet dat door de overdreven eischen harer partjjgenooten van een overleg betreffende art. 194 der grondwet geen quaestie meer kan zjjn, begint zij te draaien in een allerzonderlingsten cirkel. Na de beslissing over de kiestabel en 't ontwerp Lobman nopens de kieswet heeft zij, naar zy zegt, de zekerheid bekomen dat de grondwetsherziening nu stellig verschoven is, en op dit oogenblik niet kan slagen. Er is nu, meent bet blad, alleszins oorzaak, om niet langer de fout te begaan, t. w. dat men te veel zwakke steeën zonder voorziening liet. Het blad bedoelt de regeling van de rechten van den arbeid. Deze moet onder handen genomen worden. In art. 146 staat: »Er ia een algemeen wetboek van burgerlijk recht, van koophandel, van straf recht, van burgerljjke rechten en strafvordering en van de samenstelling der rechterlijke macht." Dit nn mag zoo niet blijven. Naast het burgerlijk wetboek en dat van den handel, moet eerlang ook een wetboek van den arbeid komen te staan, en althans op het program voor toekomstige grondwetsherziening moet van anti revolutionaire zjjde voor goed ook de eisch een plaats vinden, dat artikel 145 voortaan in deze voege worde gelezen „Er is een algemeen wetboek van burgerlijk recht, van koophandel en van arbeiden evenzoo van strafrecht, van rechts- en strafvordering, en van de samenstelling der rechterlijke macht." Het getuigt zeker wel van eene zonderlinge ambitie om punten aan te roeren, van belang bjj een herziening, waaraan men zelf wanhooptof die men eerst in zulk een ver verschiet ziet tot stand gekomen. De Standaard schijnt in den laatsten tjjd het air aan te nemen van bijzonder belang te stellen in de arbeidersquaestiehare sympathie draagt echter een bij voorkeur platonisch karakter. Wanneer er quaestie is van eene wijziging in de wet op den kinderarbeid of van leerplicht, voor de arbeiders van zeer veel belang, en door een groot deel der werklieden gewenscht, dan weet zij allerlei excepties op te werpen om het nut daarvan te betwisten. Aan dergelijke belangstellende vrienden hebben de arbeiders al bijzonder weinig. Bü de behandeling, gisteren in de eerste kamer, van het ontwerp tot het verleenen van subsidie ten behoeve der stoomtram Breskens—Maideghem, betuigde de heer mr. C. J. Pické zijne ingeno menheid met de goede gezindheid der regeering en kamer tegenover het ongelukkige vierde DOOK Annie Fellowers. Gisteren hing er den heelen dag een dikke mist zoo'n mist die overal door heen dringt en over alles zulk een somber waas verspreidt, dat men bjjna zou gaan twijfelen of er ooit zomer en zonneschijn bestaan had. Ik was geheel alleen buiten in het groote huis en liep door de ontta kelde kamers, waar de meubels spookachtig in lakens gehuld, in de hoeken bij elkaar geschoven stonden, zoodat het geheele middenvak leeg en kaal was. Op een van de tafels ontdekte ik een oud werkmandje van my en om iets uit te voeren begon ik dat op te redderen. Daar vond ik een verschrompeld tonkaboontje, een agathen vinger hoed, een oud speldenkussentje en een verschoten naaldenboekje. Toen ik dat open deed, viel er een briefje uit. Ik raapte het op en eensklaps verrees er, toen ik het by dat gebrekkige licht goed bekeek, een visioen voor my van een blozend, friseh gelaat, blank als een lelie, met al den zonneschy'n van onbezorgd geluk in de heldere oogen- Ziehier de brief, voor zoover drukwerk dien kan weergevenwant het is onmogeiyk om daarmede het slordige, slecüte schrift, de inkt vlakken en de kreukels na te bootsen. „Woensdag, Beste Amjee ik ben heelemaal alleen thuis Zeeuwscbe district, en zyn dank aan den minister van buitenlandsche zaken voor diens optreden voor de belangen van Zeeland. Overigens verklaarde hij in dit subsidie volstrekt geen gevaarlijk ante cedent te zien, wèl overtuigd dat dit geval zich niet licht, misschien nooit meer, zal voordoen. Men bedenke toch wel. dat deze ongelukkige streek nooit eenig rykssubsidie genoot, terwijl de staat toch veel verplichtingen aan dat district heeft wegens het genieten van aanzieniyke gelde- lpke voordeelen uit de gronden, door inpoldering verkregen, waardoor de staat rijk, de streek arm werd. Yerder vertrouwde de heer Pické dat de minister van buitenlandsche zaken, met het beleid hem eigen, verdere struikelblokken, aan de tot standkoming der iyn in den weg staande, zal weten weg te nemen. De minister van waterstaat zeide o. a., dat, zoodra het subsidie is verleend, de tramweg kan worden gemaakt. De regeering zal voor de tot standkoming der lijn waarborgen eischen en verder overwegen wat ter uitvoering van de wet is te doen. Het Wag. Weekblad schryft o. a. het volgende staaltje van berusting-theorie. Van anti-revolutionnaire zijde is in de laatste jaren sterk geageerd tegen het optreden als zoo danig van een anti-liberale party zulk een heette met het zuiverhouden van 't beginsel in stryd te zyn, gevaariyk en op niets uitloo(jende. Wy waren steeds een andere zienswyze toegedaan. Het op zichzelf genomen uitnemend anti revolutionnair program is voor de praktyk totaal ongeschikt door het als regel van handelen te volgen stuurt men de zaken van 't land in de war. Willen we het alles destrueerend liberalisme binnen engere grenzen brengen en houden, dan moeten anti revolutionairen, conservatieven en roomschen elkander in de hand werken, in de hoofdzaken één lijn trekken. Dan blyven we van een calvinis- tischen ideaal-staat evenver verwyderd als thans maar wat nood 1 zulk een is toch volstrekt onbereikbaaren onbruikbaar. Le mieux is en biytt in deze tegenwoordige huishouding altyd Cennemi du bien. Allerminst in een land met zulk een, wat het godsdienstige betreft, gemengde bevolking als 't onze, is er op goede resultaten van een eenigszins ingrypende politiek eenige kans. Het onvolmaakte ziehelyHe, abnormale zal steeds tot op zekere hoogte als de normale toestand moeten beschouwd worden aan grondige genezing is niet te denken. Het „als 't redeiyk gaat, moet men 't loven" zal wel altyd een wyze levensles biyven. Wil iemand dit slaveeren, schipperen, plooien" heeten en 't daarom verwerpen, hy doe het. Maar als we tjjd van leven hebben, zal de zoodanige ons ten laatste gelyk moeten geven. Vóór een 40 jaar hadden wy ook een hoofd vol idealen en meenden, dat ais het slechts zus en zóo in kerk en staat geschiedde, het weidra alles in 't reine zou zyn. Een oud leeraar, nu reeds want Papa en Mama zyn naar Southampton. Kom mp helpen huis Houden, wat ik je bidden mag. Ik studeer Staathoudkunde, (ze meende zeker staathuishoudkunde) o! dat is zoo interessant. Kom, as je blieft 1 „Uwe uliefhebbende, Geertruida. „PS. Ik zal je met het rytuig komen halen." In dat kattebelletje waren drie ylekken en eenige vegen. Het was biykbaar niet gevloeid, nat dicht gevouwen en in het eerste couvert dat haar in de hand kwam gestopt, 'tgeen nu toe vallig een groot blauw envelop met linnen ge voerd was geweest en het ergste was nog, dat er een plakaat zwart lak op zat, die biykbaar met een duim was dicht gedrukt. Dit oude briefje bracht my een reeks van her inneringen voor den geest. Het heugde my hoe ik dit onoogelyke epistel jaren geleden ontvangen had, op een heerlyken voorjaarsmorgen en nauwe lijks tijd had gehad om het te lezen, toen ik het rijtuig reeds op het grint hoorde; daarop vernam ik hoe een levendig jong persoontje er uit sprong, hoorde ik een fikschen ruk aan de schel, het ge trippel van kleine voetjes en het geruisch van geste ven rokken door de gang en daar stoof juffrouw Geertruida naar binnen. Deze beoefenaarster der staathuishoudkunde was gekleed in een vuile katoenen morgenjapon, met een bruinen hoed achter aan het hoofd en een ouden shawl om de schouders, scheef vastgestoken met een diamanten speld. Haar wit zjjden dasje Boven, schudde dan zyn hoofd en sprak van illusion- Die man zag 't goed in. Onzes inziens behoort daarom de gedragslijn deze te zynons aan 't eenmaal historisch gewordene aansluitend,desgevorderd onder protesti op langzame verbetering van 't bestaande bedacht zyn, dankbaar voor elke kleine vordering en steeds jagende naar 't volmaakte, al weten we ook deze nooit te zullen grijpen. En blijtfc er dan veel dat we anders zouden wenschen, welnu, dat is aan deze zondige bedeeling eigen. Het volmaakte blyft voor 't hemelsch vaderland bewaard". De Vragen des tijds van December bevat o. a een opstel van den heer Van Houten over de muntquaestie- Naar aanleiding van de ernstige economische nadeelen die uit deze quaestie voort vloeien, oppert hij het denkbeeld om een soort van groote internationale pasmunt in te voeren. Een internationale muntregeling stuit vooral af op den tegenstand van Engeland tegen het bimetallisme De heer Van Houten meent nu, dat men Engeland wel zal kunnen winnen door aan dat land een geldelijk voordeel te verzekeren voor zyn medewerking tot een beperkt zilverge bruik. De Engelsche 10 shillingsstukken (goud) zyn zeer gesleten, maar de regeering ziet op tegen de kosten van vermnnting. Daarom ware het gewenscht, dat Engeland deze kleinste gouden munt verving door ruime aanmunting van zilveren 4-schillingstukken, welke tot een bedrag van 5 pond sterling wettig betaalmiddel zouden zyn en den dienst zouden verrichten welke elderB het vijlfranestuk, de dollar, de piaster, rijksdaalder, vijfmarkstuk enz. enz. bewyzen. Alle of eenige rijken zouden zich dan verbinden aan dat muntstuk binnen hun gebied eveneens als betaalmiddel voor kleine sommen wettelyken koers te geven en Enge land zon daarby 20 pCt. winst behalen. Het 4 schillingstuk zou dan gelijk moeten gesteld worden met francs 5.05, mark 4.10, 2.42^ en een groot gemak geven in haven- en grensplaatsen, by reizen, enz. Daarby moet zich dan klein papiergeld zilver notenaansluiten, ter waarde I en 4 steeds inwisselbaar in 5 en 20 viershillingstukken, en welke evenals bankpapier wel in aanzieniyke bedragen vrijwillig zouden worden aangenomen. De andere staten zouden ook zulke zilvernoten uitgeven, van gelijken vorm en met de eigen zilveren specie als waarborg. Ook voor het internationaal postverkeer was zulk een regeling gewenscht. Het is te hopen, dat de scbryver zyn denkbeeld ook in Engeland openbaar maakt, om aldus te vernemen hoe men er daar over denkt. Op de gisterenavond gehouden vergadering der liberale kiesvereeniging Eendracht maakt macht alhier waren 52 leden tegenwoordig. In de eerste plaats was aan de orde de bespreking van candidaten voor de ve: vulling der in den gemeenteraad, door het vertrek van den heer Van Teylingen, opengevallen plaats- hing half op haar rug, haar zwarte glacé hand schoenen waren vodden en haar neus stak door een gaatje in haar voile. Zy voerde my mede in haar rytuigje en ik herinner mij nog met een gevoel van angst hoe wy allerlei wagens en karren voorbij vlogen en toen Wy eens, zonder de minste blijkbare reden, ach tereenvolgens over twintig vuilnishoopen aan den kant van een breeden, gladden weg hosten en ik het waagde om haar daarop te wyzen, had zy het zóó druk met een merkwaardige plaats in »Sordello" voor my op te zeggen, dat ze net zoo min op mijne woorden als op de schokken van het rytuig lette. De hemel boven ons was helder blauw, met donzige kleine wolkjesde weilanden naast de rivier zagen geel van de boterbloemen, en de boomen waren met het eerste zachte groen overdekt. De lucht vol voorjaarsgeuren de geur der hagedoorns, der vochtige aarde, der wilde kastanjebloesems die, als kaarsjes aan een Kerstboom, tusschen het donkere loof omhoog staken, en van de seringen en maandrozen in de tuintjes. In het struikgewas tusschen de hazelaars zong de nachtegaal zyn hoogste lied en op de plekken, waar het bosch gekapt was, zag de grond blauw en rood en geel van de hyacinten, orchideeën en irissen. Over de duinen joegen de schab uwen het zonlicht achterna en een zacht koeltje deed het lange gras golven. Geertruida liet onbezorgd de teugels op den rug van Let paard liggen; zejde met baar wei- Het bestuur deelde mede dat door geen der leden gebruik was gemaakt van het recht om by het bestuur opgave te doen van h. i. geschikte candidaten, waarom het bestuur gemeend heeft zelf enkelenamen te moeten noemen. Dat doende, merkte het bestuur echter op dat het daartoe alleen overging in een geval als dit, waarin nit den boezem der vereeniging geen personen zyn aanbevolen. De drie namen, die het bestuur der vergadering in overweging gaf,waren in alphabetische volgorde die van de heeren mr F. N van der Bilt, m' E. P. Schorer en C. J. J A. van Teylingen, die zich bereid hebben verklaard eene eventueele candida- tuur te aanvaarden Er hadden niet vele besprekingen plaats. Tot ondersteuning der candidatuur van den heer m* E. P Schorer werd aangevoerd diens zelfstandigheid, eerlykheid, gemoedelijkheid en kunde; tegenover iedereen durft hy zijn gevoelen uiten. Er werd op gewezen dat mf Schorer, die vroeger door de kerkelijke partij werd aanbevolen, niet behoort tot die party en zich waarschijnlijk eene candidatnur van die zijde niet zou hebben laten welgevallen. De heer Schorer staat buiten de partyen, doch heeft de meeste aspiraties voor de liberale beginselen. Bovendien waren eenige leden van oordeel dat, waar het hier eene gemeenteraadsverkiezing geldt, de politieke klenr minder behoefde in aanmerking te komen dan wel de geschiktheid, terwijl nog anderen ook de kans van slagen in de schaal wierpen ten voordeele van den heer Schorer. De zelfstandigheid, eerlykheid en kunde van den heer Schorer werden van de zyde der tegen standers zijner candidatuur niet betwist, ook niet de kans van slagen. Zy verklaarden zich uitslui tend tegen het candidaat stellen van dien heer op grond dat hy niet is lid der vereeniging en niet is liberaal. Deze sprekers zouden desnoods liever een echec lijden dan het beginsel der vereeniging prys geven en vonden juist de mede- deeling, dat de heer Schorer tot geen der partyen behoort, een bezwaar om hem te stemmen. Ten voordeele der candidatuur van m' P. N. van der Bilt werd aangevoerd dat hy kunde, zelfstan- digheid en geschiktheid voor lid van den gemeente raad bezit, tevens lid is der liberale'party en het, op grond van zyn werkzaamheid in andere colleges, te verwachten is dat hy met ijver en toewyding zich van zyn lidmaatschap kwyten zal. Daarna werd tot stemming overgegaan uit den uitslag bleek dat van de 49 briefjes 34 den naam behelsden van m* F. N. van der Bilt en 11 die van den heer m' E. P. Schorer, terwyl de heer C. J. J. A. van Teylingen twee stemmen bekwam en twee briefjes van onwaarde bleken. De heer Van der Bilt is alzoo de candidaat der vereeniging. Door den voorzitter, den heer mr E. Fokker, werd nog medegedeeld dat de vereeniging weder met een 4tal leden is versterkt en thans 192 leden telt. Het advies der Liberale unie in zake de onder- wysquaestie gaf geene aanleiding tot besprekingen! Het bestuur bad, in verband met de vraag »wordt wijziging van art- 194 der grondwet wenschelyk ass luidende stem verzen op, waarby zy de meests lange woorden verkeerd uitsprak, of onversaagd de moeielykste oversloeg en volgens haar eigen vrijen wil den klemtoon legde. Toen wy de plaats onzer bestemming bereikten stond het tweede ontbijt gereed. Geertruida nam met een zekere waardigheid plaats aan het hoofd van de tafel, en beyverde zich om een uitstekende gastvrouw voor my te zyn. Zy bood my aard-s appelen by een taartje aan en Vulde mijn glaö lichten rooden wijn met een flinken scheut port wijn aan. Ik moet er ook bijvoegen dat, als se voor zich zelf iets opgeschept had, dankje zei want verstrooidheid was een van haar beminne lijkste gebreken. In myn hoedanigheid van niet-verantwoordelykè persoon, vond ik hare gebreken alle even be koorlijk, maar ik weet dat zy haar gouvernante wanhopend maakten. Er werden een menigte verhalen over haar in omloop gebracht door eenige neven, die haar somtyds uitlachten, maar steeds min of meer verliefd op haar waren verhalen hoe ze de koffiekan volschonk met heet water, in de meening dat men koffie precies zoo zet als thee hoe zy altyd het woord kunstmatig gebruikte als ze kunstig wilde zeggen en eeDs een brief aan een dominé begon met zeer lieve dominé omdat, zooals zy zei, zeer een bijzondere onder scheiding was en altyd gebruikt werd als men aan een dominé schreef. Na het ontbijt nam Geertruida my mede naar haar eigen kamertje, dat alle blyken droeg va^ -«

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1