267.
Donderdag
12 November.
Opricltii raw Mflenziteif
Een Mesteerenl Metal.
Gemengde Berichten*
128® Jaargang.
.80*
Middelburg 11 November.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Rechtszaken.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50;
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên Jgö Cent per regel.
Geboorte», Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 ~7 regels i ,10
iedere regel meer f 0,20.
Groot© letters worden berekend naar plaatsruimte
Bij deze courant behoorcn vier BIJVOEGSELS.
Nu kunnen wij ons voorstellen dat men
pik een dwang afkeurt^ wanneer het een in
MIDDELBURGSCHË COURANT.
Agenten zijn te YlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nietjwenheijzen, en te Ter Neuzen A. Van de» Peul Jz
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubb en Cie., John F. Jones opvolger.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 8 der wet van den 2en Juni
1875 (Staatsblad no 95), maken bekend
dat bij koninklijk besluit van den 16en October
11. no 33, op het door H. M. van ISrakel
ingesteld beroep met vernietiging van hun besluit
van den 19en Mei te voren, aan genoemden per
soon en zijne rechtverkrijgenden op de volgende
voorwaarden, dat
lo de afval der huiden onmiddellijk worde
verwijderd
2o de huiden na ontvangst onmiddellijk worden
gezouten
3o dat de bodem van het lokaal, de rompmuren,
het putje en riool ondoordringbaar en pekeldicht
worden gemaakt en gehouden
4o dat het venster in den voorgevel een vast
staand venster zal moeten zijn. en dat een lucht
koker in het dak worde aangebracht
vergunning is verleend tot het oprichten eener
huidenzouteri) in perceel M no 71 in de Seislaagte
alhier.
Middelburg, den lOen November 1885.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
P1CKE.
De secretaris.
A. DE VUL DER VAN NOORDEN.
De zittingen van onze provinciale staten
leveren gewoonlijk weinig stof op tot eenige
nabetrachting. In de laatste jaren toch komen
geene kwesties ter behandeling voor, waarbij
beginselen in het spel zijnde strijd daarvoor
behoefde dus niet te worden aangegord, en
voor kleur bekennen bij het een ot ander
vraagstuk bestond weinig of geen gelegenheid.
Een voorproefje van zulk een debat bood
ons echter tie jongste vergadering dier staten,
de vorige week gehouden, bij de behandeling
van het voorstel van gedeputeerden tot het
verleenen van eene subsidie aan den genees
kundigen raad voor Zeeland, voor instandhou
ding van een pare vaccinogène te Middelburg.
Wie belang stelt in de daarover gevoerde
discussiën verwijzen wij naar de verslagen van
die zitting, welke gelijk met dit nommer van
ons blad onzen lezers zijn toegezonden.
Veel nieuws, veel belangrijks leverden de
beraadslagingen niet op; maar wel iets bijzon
ders dat onze aandacht trok en opmerking
verdient.
Wjj weten nu eenmaal, dat vooral de vaccinatie
bij een deel van ons volk een rijke bron is
geworden voor gemoedsbezwaren. Het stand
punt, dat de staat in deze heeft ingenomen,
vindt bp velen afkeuring, omdat zij volstrekt
niet doordrongen zijn van het begrip, dat ter
bescherming van het algemeen dwang vaak-
onmisbaar en noodigis. Is het te verwonderen
dat, waar vrijheid gevaar oplevert voor liet
algemeen welzijn, de staat ter bescherming
van allen zich bedient van een middel, dat
hem is gegeven, om zulk gevaar te keeren
Het spreekt van zelf dat daardoor inbreuk
gemaakt wordt op bijzondere rechten en mee
rlingen maar in hoeveel andere gevallen heeft
dit evenzeer plaats en hoe dikwijls moet niet,
sells in den kleinsten kring, het individu wij
ken voor het algemeen Wie deel uitmaakt
van de algemeene maatschappelijke samenle
ving doet gedeeltelijk afstand van zijn rechten
zij worden ingekort door de plichten, die men
tot welzijn van het geheel op zich moet nemen.
Hiervan hen te overtuigen, die stijfhoofdig
zich blind staren op één punt, lijkt ons een
Sisyphus-arbeid. Zij houden vast aan het
idee dat geen dwang mag uitgeoefend worden,
zelfs al zien zij ieder oogenblik rond zich het
bewijs geleverd, hoe noodig het tegendeel is.
eigen oog slecht middel betreft. Maar zoodra
het een goed beginsel geldtzoodra het al
gemeen belang bevorderd wordt door een
middel, waartegen men geen bezwaar heeft en
waarvan men zelf het nut erkennen moet, dan
is ons zulk een verzet onverklaarbaar.
En bij de vaccinatie-kwestie doet zich dit
toch voor.
In de bedoelde zitting van de provinciale
staten liet een drietal zich hooren tegen vaecine-
dwang. Wie huiverig is van .Jenner's uitvinding
gebruik te maken, omdat hij het nut ervan
ontkent, vrees voor besmetting koestert of, op
grond van godsdienstige begrippen, in de
vaccine een afkeurenswaardig middel ziet, hij
heeft recht te protesteeren tegen den dwang,
hem en zijn medestanders op dit punt opgelegd
al dient zijn verstand hem toch te zeggen dat
dit protest vruchteloos is en geen verandering
mag brengen in het toepassen van een alge-
meenen maatregel. Anders wordt het echter
wanneer men niet behoort tot die tegenstan
ders. Een van het trio, een medicus, nu
verklaarde zich voor de vaccine en verheugde
zich er over dat er eene gelegenheid zich voordoet
om steeds goede stof beschikbaar te hebben.
Maar dwang moest hierbij niet bestaan.
Zonderling schijnt ons vooral van die zijde
zulk een gedachtengang, omdat wij hier staan
voor een maatregel, die, wordt hij niet algemeen
toegepast, zijn doel mistdaar elke inbreuk
erop gevaar oplevert voor anderen.
Een deskundige, die zich groot voorstander
van de vaccine noemt, kon, meenden wij,
zulk een standpunt niet innemen zonder gevaar
te loopen van aan zijn eigen overtuiging
afbreuk te doen, of de waarde van zijn protest
te reduceeren tot nul. Van die zijde onder
vond echter de voorgestelde subsidie geen
bezwaar.
Dit was wel het geval hij de twee andere
heeren, die wij op het oog hebben. Samen
erkennen zij niet tegen vaccine maar wel tegen
dwang op dit punt te zijn en daarom het
voorstel van ged. staten niet te willen steunen.
Zonderling is ook zulk een protest.
Wij stellen ons voor een lid der tweede
kamer, aanhanger van algemeenen dienstplicht
die verklaart den minister van oorlog niets te
•willen toestaan, zoolang zulk eene grove
onbillijkheid als het tegenwoordig, in zijn oog
onrechtvaardig, stelsel van dienstvervanging
niet is opgeheven.
Met recht zou men zich over zulk een pro
testeeren kunnen verbazen maar hoeveel te
meer onhoudbaar is eene stelling, verkondigd
ten opzichte van de vaccine door hem, die
verklaart tegen de zaak zelve geen bezwaar te
hebbenja eer tot instemming daarvan dan
tot verzet ertegen gestemd te zijn.
Wij zien dan ook nog niet recht het juiste
verband dat er bestaat tusschen verzet tegen
den dwang en het verleenen van zijn stem
voor eene subsidie ten behoeve van een pare
vaccinogèneen zelfs de nadere ophelderingen
van de protesteerenden hebben ons niet kunnen
overtuigen, dat het gedeputeerd college ongelijk
had toen het, bij monde van een zijner leden;
de verklaring aflegde niet te begrijpen, wat de
vaccine-dwang met hun voorstel had te maken.
Maar wat ons voor de zooveelste maal wel
duidelijk was en steeds duidelijker wordt, is
het feit, dat sommigen niet altijd gelukkig zijn
met hun poseëren en protesteeren tegen nuttige
maatregelen.
Er zit in de gansche beweging tegen de
vaccine iets onbestemds; iets voor ons onver
klaarbaars. Een anti-revolutionair beginsel
schijnt het niet te zijn; de gevoelens daarover zijn
te verdeeld en de verschillende houding, door
de drie bestrijders van den dwang aangenomen,
bewijst dit opnieuw. Maar die beweging zal,
en dit vinden wij een geluk, wel meer en
meer veld verliezen, wanneer gesproken en
gehandeld wordt op eene wijze als in onze pro
vinciale staten door hen die de Christelijk his
torische partij vertegenwoordigen. Dan zalmen
spoedig dit vraagstuk kuunen schrappen uit
de rij der middelen, welke dienen om agitatie
te wekken.
v.Een «standpunt, door een der drie staten
leden aangenomen, viel te verdedigen. Waar
deze zich bepaalde tot de vraag hebben wij
hier te doen met een provinciaal belang, daar
stond hij op effen terrein en was de quaestie
zuiver gesteld. Voor zijn vraag bestaat grond.
En tegenover de ontkenning van zijne zijde
stellen wij, zonder aarzelen, een ontoorwaar -
delijk bevestigend antwoord.
De zorg voor een goede inenting rust wel
degelijk op de provincie, vooral op eene als
Zeeland, dat steeds gevaar loopt uit België
besmet te worden. De wet moge op de ge
meenten de verplichting leggen om voor do
gelegenheid tot kostelooze inenting en herin
enting te zorgen, hare belangen zijn op dit
punt saam verbonden en hare vertegenwoor
digers in de staten hebben daarom het recht
aan de kosten van zulk een parc-vaccinogène
een bijdrage te verleenen. Dat men evenzeer
stof uit Holland kan laten komen, is mogelijk
maar eerst in dagen van epidemie zal blijken,
van welk groot nut zulk een par.c in eigen
omgeving is.
In andere provinciën toch kan men in zulke
tijden zich er op beroepen dat men slechts
voldoende heeft voor eigen kring en weder-
keerig heeft men de macht om niet te voldoen
aan verzoeken van elders, wanneer men vreest
voor eigen omgeving tekort te zullen komen.
Het spreekt van zelf dat de gemeente, waar
zulk een pare is gevestigd, daarvan het meeste
gemak en nut heeft; en niet zonder grond
gaf Middelburg daarom subsidie. Maar er is
meer nog noodig. Wanneer straks door de
commissie van de Vereeniging tot bevordering van
animale vaccinatie gevraagd zal worden om toe
te treden tot het lidmaatschap, wat volstrekt
geen zwaar financieel offer vergt, dan is het
gewenscht dat zij algemeen ondersteuning
vinde. Dit zal aan de goede zaak meer
stabiliteit kunnen geveneene vastheid die
zoo zeer gewenscht is.
Heden middag te 3 uren is van de werf der
koninklijke maatschappij de Schelde te Ylissingen
met goed gevolg te water gelaten het schroef-
sleepbootje Maria, bestemd voor de heeren W.
van Someren, Greve en c®. te Soerabaja. Morgen
zal het bootje van Vlissingen naar Haarlem ver
trekken, om bij den heer W. H. Jacobs aldaar de
machine en ketel in te nemen.
Na proeftocht wordt het genoemde sleepbootje
op het dek van een der mail booten van de maat
schappij Nederland naar zjjn bestemming Soerabaja
overgebracht.
De kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam
heeft met 30 tegen 21 stemmen toestemmend de
vraag beantwoordwenscht men het bestaande
art. 194 der grondwet onveranderd te behouden
Yóor de stemming hadden reeds 21 leden de
vergadering verlaten.
De regeéring heeft bekrachtiging gevraagd van
een onderhandschen verkoop van staatsduingronden
ten ZW. van Scheveningen, voor 65.000, aan
's Gravenhage, voor de werken ten behoeve der
waterverversching en voor een bevloeiingsterrein
ter loozing van het rioolwater in den zomer.
Het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap
zal Zaterdag 21 Nov., des namiddags te halfeen uur,in
een dér lokalen van het genootschap Natura Artis
Magistra te Amsterdam, zjjne 46e algemeene ver
gadering houden, o. a. ter benoeming van twee
bestuursleden tot vervulling van ontstane vacatures.
De hoogleeren dr. W, F. R. Suringar en dr.
K. Martin zullen tevens voordrachten houden over
hunne wetenschappelijke reis naar Nederlandsch
West-Indie.
Mr. Pols, professor in het strafrecht te Utrecht,
en mr. Yan Haaften, substituut-officier bp de
arrondissements-rechtbank te Rotterdam, zjjn naar
Rome vertrokken, om de Nederlandscho regeering
te vertegenwoordigen op het aldaar te houden
internationaal congreB over het gevangeniswezen.
Te Oud-Vosmeer is wegens het epidemisch
heerschen der besmettelijke keelziekte de open
bare school gesloten.
Door den bisschop van Breda is benoemd tot
assistent te Hulst de heer J. Pillot.
De boerenarbeider P. de B., beschuldigd van uit de
kleerenkfst van den zoon zijns meesters een rijks
daalder te hebben ontvreemd en aan wien de
Middelburgache rechtbank voor dit feit 3 maanden
celstraf oplegde, stond gisteren in hooger beroep
voor het gerechtshof, kamer van corr. zaken, te
's Gravenhage terecht.
Bekl. ontkende het hem ten laste gelegde feit
te hebben bedreven.
De adv.-gen. requireerde bevestiging van het
vonnis a quo.
Nog stond terecht een jongman, beschuldigd
van in den avond van 14 April jl. op een voetpad
onder Gunterhoek, gem. Stoppeldjjk, iemand, met
wien hjj woorden kreeg, 22 verwondingen met
een scherp werktuig te hebben toegebracht, welke
echter geen beletsel om te werken voor meer dan
twintig dagen hadden doen ontstaan, voor welk
feit de genoemde rechtbank den bekl. 183 dagen
celstraf en een boete van 8 had opgelegd.
Deze bekl. bekende wèl met den verwonde
geworsteld, maar ontkende een scherp werktuig
bjj zich gehad en zijn tegenpartij deze wonden
toegebracht te hebben.
De advocaat-generaal requireerde dat het hof
het vonnis wegens vice de forme vernietigen en,
opnieuw jecht doende, den bekl., met het oog
op den ernst van het feit', tot 183 dagen celstraf
en een boete van f 8 veroordeelen zou.
Maandag uitspraak. Gisteren in 't kort gemeld),
Gisteren stond voor de Amsterdamsehe recht»
bank te recht, de zich noemende zaakwaarnemer
Mozes Sanders, een dier gevaarlpke personen, die
voor onervaren lieden de gangen naar de kantonge
rechten leidende, onveilig maken, Beklaagde had
zijn bijstand aangeboden aan zekeren V., die voor
het kantongerecht gedagvaard was wegens eene
vordering van ƒ210. Zonder toestemming van
Y. ging Sanders met dezen de audiëntiezaal binnen,
vatte dadelijk het woord op en zeide na afloop
der zitting: »dat zaakje kost je weinig geld, slechts
ƒ12.50," welk bedrag door Y. aan den beklaagde
werd uitbetaald. Op listige wjjze wist bekl, zijn
cliënt later nog een bedrag van 140 afhandig
te maken, voorgevende kans te zien voor die
som de zaak te schikken. Zooals zich laat denken
bleef de zaakwaarnemer in gebreke zijn plicht té
doen j V. hoorde niets meer van de saak, ea
eerst geruimen tpd later met een paar vrienden
erover sprekende, werd een stuk te voorschjjt:
gebracht, hem door Sanders ter hand gesteld-
zooveel als een quitantie voor geleend geld be
vattende. V: trof later eene schikking met deö
eischer, betaalde dezen 140 en was vöor eert
bedrag, aan den Zaakwaarnemer Sanders toever
trouwd, bedrogen. De beklaagde trachtte het té
doen voorkomen, alsof er van eene kansovereen-
komst sprake was geweest,
Het O. M., de schuld van den bekl. wettig feil
overtuigend bewezen achtend, requireerde schuldig^
verklaring aan misbruik van vertrouwen dooi* het
ten nadeele van den eigenaar verduisteren vas
gelden en mitsdien veroordeeling tot 9 maandefi
celstraf en 12.50 boete.
Deze zaak kan velen tot leering wezen.
Mochten de weezen in het stedeljjk weeshuis
te Ylissingen een paar weken geleden hef
genoegen smaken dat hun een aangename avond
bereid werd doof den heer C. Veldheer, ter
gelegenheid zjjner zilveren bruiloft, gisteren avond
werden zij wederom verrast door een huiseljjk
feestje, dat hun en den bewoners van het gasthuis
bereid was door den heer K. Blonk, oud regent
van beide gestichten, die sjja tachtigsten jaardag
vierde en op deze wpze van zijne dankbaarheid
deed blijken.
Dinsdagavond is de verdachte aan den diefstal
enz. bg de wed. A. R. te Borssele, die 24 October jl.
op vrjje voeten werd gesteld, voor de tweede maai
gearresteerd en gevankelijk naar hier overgebracht,
Te Utrecht heeft een oude vrouw, die boren
een stoot in slaap was gevallen, zoodanige brand*
v