N° 266.
128®'Jaargang.
188A
Woensdag
11 November.
Inspectie ei Exercitie tijj ie Branlieer.
Verzet tegen het Socialisme.
Middelburg 10 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiên 20 Gent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
MIDDELBURGSGHE CO! RAM.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peul, te Zierikzee: A. C. Di Moou, te TholenW. A. Van Nieuwenhuuzen, en te Ter Neuzen A, Van du Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Pubücité étrangère G. L. Daubs en Cie., John F. Jones opvolger.
De burgemeester en wethouders van Middelburg;
gelet op art. 20 der verordening op de brandweer
in deze gemeente, van den 24 Mei2 Au
gustus 1882; maken bekend: dat de inspectie,
en exercitie met een gedeelte der brandspuiten
volgens voordracht van het bestuur over de brand
weer, zal plaats hebben Dinsdag den 24 November
a., met de spuit E te met de spuit L te 10§,
met de spuit S te 11 en met de spuit W te
lj uur.
Weshalve de bedienden, aan die spuiten geplaatst
opgeroepen worden zich, ten voorschreven ure,
aan de onderscheidene brandspuithuisjes te be
vinden, zullende, bij niet verschijning, tegen hen
proces-verbaal worden opgemaakt tot toepassing
der bg de verordening vastgestelde straffen, be
staande in eene geldboete van 1 tot 25 en
eene gevangenisstraf van éen tot drie dagen, te
zamen of afzonderlijk.
Hiervan is afkondiging geschied waar het behoort
den 10 November 1885.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
P I C K
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Actie wekt reactie. Sedert de sociaal-demo
craten in ons land niet slechts van zich doen
spreken, maar in de laatste maanden door
straatrumoer de aandacht op zich doen vestigen,
zwoegt de drukpers onder het in de wereld
zenden van anti-socialistische geschriften.
Betoogen van iederen aard en iedere strekking;
van het standpunt der kerken, van dat der
staathuishoudkunde, van dat der algemeene
menschenliefde. Aan het afbreken der dwaal
leer gaat in 't algemeen het aanbevelen van
betere geneesmiddelen gepaard. Daarin komen
allen overeen, dat ze het onwisse, hersenschim
mige van de sociaal-democratische toekomst
beelden in het licht stellen, naast het zeer
duidelijke en bepaalde doel, waarheen de
sociaal-democraten onomwonden hun streven
richten vernietiging onzer maatschappij, onge
acht den jammer en de ellende, aan haren
ondergang verknocht.
Wij ontkennen niet, dat deze betoogen nut
kunnen hebben. Het gezond verstand te
laten spreken tegenover drogredenen, die, op
beslisten toon en handig voorgedragen, niet
nalaten ingang te vinden, zou in ieder geval
een goed werk wezen, al ware het slechts om
schrijvers en lezers te nopen, zich beter
rekenschap te geven van de gronden in de
bewijskracht hunner eigen overtuiging. Maar
toch komt het ons voor, dat niet daaraan de
grootste behoefte bestaat. Ieder verschijnsel
heeft zijn oorzaak. De sociaal-democratie
zou niet ontstaan zijn, haar leer geen ingang
vinden, indien niet de ongenezen kwalen onzer
maatschappij haar leven schonken en onder
hielden. De noodzakelijkheid nu, om aan te
toonen dat zij ongelijk hebben, die onze in lief
verleden gewortelde en de toekomst beheer-
flchende wereld vernielen willen, zonder dat
zij eene tastbare voorstelling bezitten van wat
zij-voor haar in de plaats zullen stellen, lijkt
ons zóó dringend niet. Zoolang het menschdom
niet krankzinnig geworden is, weigeren wij te
gelooven, dat deze toeleg beduidenden bijval
vinden, laat staan gelukken zal. Veel meet
noodig lijkt het ons, te erkennen, want het
onderzoek is reeds volbracht, wat de onte
vredenheid geboren doet worden en wat haar
van haar vernielend karakter berooven kan.
Het' eenvoudigst is, zich van die erkentenis
af te maken met de opmerking: ontevredenen
en jaloerschen zijn er altijd geweest en zullen
er immer blijven. Het eenvoudigst, maar ook
het gevaarlijkst. Aldus schommelt men zich
in slaap, aan het wiegetouw van een lichtzin
nig optimisme. Deze geruste lieden mogen zich
wel daarvan rekenschap geven, dat de kracht
het bestuurd wordende deel der volken
in onzen tijd oneindig grooter is dan voorheen
dat die is toegenomen te gelijk, maar in nog
grooter mate, als het weerstandsvermogen en
het zelfvertrouwen der bestuurders zijn ver
zwakt. Let alleen op de middelen van gemeen
schap en op die tot verspreiding van het ge
sproken en geschreven woord. Als een onzicht
bare, maar onverbrekelijke band, hechten zij
de ontevredenen der geheele wereld aan elkan
der. Wat heden een communist te Parijs ont
werpt, wordt enkele dagen later in de werk
manswoningen te Amsterdam, te Almeloo en
te Tilburg overwogen. Deze eiken dag
vernieuwde boodschap, dat zij geestverwanten
bezitten in ieder land, sterkt het gemeenschaps
gevoel der ontevredenen, op hetzelfde oogen.
blik dat zij het besef, of de, misschien nog
verderfelijker, illusie, hunner kracht doet
wassen. Daarmede is nog niet alles gezegd.
Elk betoog, drogreden als het zijn moge, be
vat zijn deel van waarheid, met sluw beleid
gewoonlijk in het licht gesteld. Hierdoor
zijn het niet alleen de geestverwanten, die
gesterkt, maar de tegenstanders, die in de
vastheid hunner overtuiging geschokt worden.
Toeneming van kracht aan den eenen ver
zwakking van weerstandsvermogen aan den
anderen kant. Hoe kan men verzekerd zijn,
dat op eenig oogenblik, op een zwak of slecht
verdedigd punt, de aanval niet de verdediging
zal overmannen
Aan deze werkingen paal en perk te stellen,
wie die er aan deukt Vrijheid heeft de
menschheid zich tot wet gekozen, haar ODge-
boren maken kan zij niet. Trouwens, terug
komen op het verkregene, onze maatschappij
de boeien weder aanleggen, welke de middel-
eeuwsche, zoo goed en kwaad als het ging,
maar veel meer kwaad, dan goed, in
haar verband hielden, het zou eene revolutie
vorderen, niet geringer dan die, naar welke de
sociaal-democratie jaagt.
Vast in onze overtuiging, dat binnen het
kader der bestaande samenleving de kwalen
erkend en gelenigd moeten worden, zien wij
uit naar bondgenooten. Op dit zoeken zouden
wij de krachten aller vrijzinnigen vereenigd
willen zien. Want, ook dit gezichtspunt
moesten wij een oogenblik innemen, de
kerken stooten hen terug.
Vóór ons ligt een geschriftje, Ontmaskering
reeds bij het tweede duizendtal verspreid,
waarin een en ander steekhoudends tot bestrij
ding der sociaal-democraten gezegd, en voorts
terugkeer tot het geloof aan de leerstukken
der Roomsche kerk als algemeen redmiddel
aanbevolen wordt, onder bittere ver wij tingen
aan degenen die dit geloof verwerpeD. In
een dispuut over godsdienstige meeningen
wenschen wij ons niet te begeven. Niet dan
ter loops willen wij daarom den verdedigers
van het leerstellig Christendom tegemoet voeren
dat zij immer redeneeren alsof de Christenheid
niet de minderheid, maar het geheel dei-
levende menschen omvatte; alsot er, naast de
Christenvolken, niet eene Chineesche, eene
Japanscheeene Indischeeene Perzische
beschaving en samenleving bestonden, welke
den grondslag van het leerstuk der erfzoude
en verlossing missen, en niettemin duren, ja
wassen, tot bedreigens toe der Christen propa
ganda. Ook zullen wij de gedachte niet
uitwerken, dat onder de 400 millioenen opge
telde belijders van het Christendom, ontelbare
millioenen zich bevinden, voor welke het
kerkgeloof niet meer is dan een vorm, meer
onbewust voortgedragen dan met overtuiging
heieden, weshalve het aan gegronden twijfel
onderhevig is, of het bezitten en verliezen
van dien vorm, inderdaad voor de samenleving
der Christenvolken eene zaak van zóo alles-
beheerschend gewicht is, als de verdedigers
van het dogma gelooven. Deze overwegingen
mogen aan theologanten van beroep, aan
kerksche en geloovige lieden, ongehoord en
verschrikkelijk schijnenze maken niettemin
deel uit van de overtuiging, welke hen, die
«iet kerksclt en niet geloovig zijn? met zekere
gerustheid door het leven doet wandelen. Wij
willen daarbij niet langer stilstaan, maar
alleen nog dit opmerkenaangenomen eens
dat het belijden van zekere leerstukken, met
do gevolgen daaraan verbonden, voorwaarde
van onze maatschappelijke behoudenis ware,
wat zou dit hun baten, die deze belijdenis
missen Het geloof is, zoo ver wij weten,
geen opperkleed, dat men bestellen en zich
aanschaffen kan, zoodra de winterkoude tot
bedekking van het lichaam noopt. De niet-
geloovenden staan eenmaal buiten de kerk
aan de geloovigen het recht hen te beklagen;
te veroordeelen, te verdoemen zelfs met den
mond, sedert de macht tot vervolgen aan ieder
ontnomen werd. Aan de vrijzinnigen de plicht
om, elders dan op den onbereikbaren vlucht
heuvel des geloofs, veiligheid te zoeken.
Verbetering, niet instandhouding der tegen
woordige maatschapelijke vormen, willen die
werklieden, welke leden of geestverwanten zijn
van'het Algemeen Nederlandsch werkliedenverbond.
Dat zij bestrijders zijn van de sociaal-democrati
sche dwaalbegrippen, heeft hun voorzitter, B.
H. Heldt, nog weder doen uitkomen in zijne
artikelen uit De Werkmansbodedezer dagen
in brochure-vorm uitgegeven onder den titel
Wat onderscheidt de sociaal-democratische be
weging van diewelke zich openbaart in het
algemeen Nederl. Werkliedenverbond(Amster
dam, Brinkman Van der Meulen.)
Aansluiting bij deze bondgenooten zouden
wij de liberalen, of in 't algemeen allen, die
tot maatschappelijke verbetering willen mede
werken, aanbevelen uit kracht van hun
beginsel, maar tevens als eene daad van
welbegrepen zelfverdediging en behoud. Maar
het zou eene aansluiting moeten wezen, niet
met het woord alleen, maar met de daad. Het
wantrouwen, nog bij velen bestaande tegen
iedere vereeniging van arbeiders, ook zooals
die belichaamd is in het Alg. Ned. Werk
liedenverbond, zou plaats moeten maken voor
werkzame en ijverige propaganda en onder
steuning ten behoeve van genoemd verbond,
dat door clericalen en sociaal democraten om
het hardst bestookt wordt. Naast deze
handreiking zouden de hervormingsgezinde^
erkennende dat de tijd van onderzoeken en
overpeinzen gesloten isdat ervariDg en
betoog, bier te lande en elders, ons genoeg geleerd
hebben om eindelijk iets te durvendat dus
het oogenblik van handelen (Mar is; moeten
komen tot het aanvaarden en in praktijk
brengen van deze stellingen, in 1878 door
het Alg. Ned. Werkliedenverbond als grondslag
voor zijn programma beleden
«dat in de laatste honderd jaar de voortbrenging groo-
teljjks is toegenomen, tengevolge van een reeks uitvindin
gen en in het bijzonder door de toepassing der stoomkracht
en de aanwending van meer machinerieën
//dat met deze nieuwe wijze van voortbrenging hce
langer hoe meer de vrjje mededinging in de plaats is
getreden der vroegere instellingen en voorschriften, welke
voor een groot deel ten doel hadden de z wakken tegenover
de sterken te beschermen
//dat zij, die in den strijd der Vrije mededinging alleen
over hunne arbeidskracht hebben te beschikken, een
onevenredig gering aandeel outvangen uit de voorraad
schuur der maatschappij, welke zij met hunnen arbeid
z oo krachtig helpen vullen
«dat het loon, hetwelk zij ontvangen, voor de meesten
niet voldoende is om hen behoorlijk en gezond te doen
leven en om gedekt te zijn tegen de nadeelen, verbonden
aan gedwongen werkeloosheid, die uit ziekte, ongeva'
ouderdom of' nijverheidscrisis ontstaat;
«dat daartegeuover de prijzen der levensmiddelen en
de huishuren klimmende zijn
»dat zij, niet in staat zijnde hunne stoffelijke behoeften
voldoende te bevredigen, ook ten aanzien van hunns
verstandelijke en zedelijke ontwikkeling niet dat peil,
kunnen bereiken, waarnaar zij streven
«dat deze toestand, waarin de groote meerderheid van
het Nederlandsche volk verkeert, eene op hare beschaving
en menschlievendheid bogende maatschappij onwaardig is,
en hare belangen benadeelt
«dat z\j tevens niet is in het belang van den staat,
omdat de goede verstandhouding er ouder lijdt, en er
gevaren voor de openbare rust uit kunnen voortspruiten;
«dat het besef van dien ongnustigeu toestand hoe langer
hoe levendiger wordt onder de duizenden en duizenden,
die zich daarover hebben te beklagen, en dat dit besef
wordt aangewakkerd door de tegenstelling, welke de
maatschappelijke toestand vormt, met de door den staat
gehuldigde gelijkheid der burgers voor de wet, en met de
hooge beteekenis, welke slechts in theorie aan den arbeid
als hoofdbron der voortbrenging wordt toegekend
«dat dientengevolge pogingen in 't werk moeten worden
gesteld, om den stoffelijken, verstande lijken en zedelijk en
toestand der arbeidende kfhsse iu Nederland te verbeteren".
De liberale kiesvereening te Zierikzee hield
gisteren, ten huize van den sociëteithouder W-
Kanaar, eene vergadering die door 36 leden werd
bijgewoond.
De drie bekende adviezen der Liberale Unie in
zake het kiesrecht, de belastingherziening en de
onderwgsquaestie werden aan de vergadering
medegedeeld. Naar aanleiding daarvan stelde de
heer mr J. Moolenburgh de volgende vragen aan
de vergadering voor:
1° Is algemeen stemrecht onder de tegenwoor
dige omstandigheden wenscheljjk?, welke vraag
door de vergadering ontkennend werd beantwoord.
Slechts 6 stemmen verklaarden er zich over.
2° Moet in de grondwet het hoofdprincipe
worden opgenomen hetwelk met algemeene stem
men bevestigend werd beantwoord.
3° Wenscht de vergadering als hoofdprincipe in
de grondwet te zien opgenomen de huurwaarde
Bevestigend beantwoord met groote meerderheid
(slechts 4 stemmen tegenj.
4° Moet het maximum en minimum iD de grond
wet worden opgenomen? Met algemeene stemmen
in ontkennenden zin beantwoord.
5° Wenscht de vergadering naast de huurwaarde
capaciteit als grondbeginsel in de grondwet opge-
nome" te zien Met algemeene stemmen beves
tigend beantwoord.
6° Is het wenschelgk naast de huurwaarde te
stellen de betaling van eenige rijksbelasting? Ja.
Betreffende de onderwjjsquaestie werd te kennen
gegeven, dat tegen wijziging van art. 194 der
grondwet geen bezwaar bestaat, mits de bepaling,
dat overal voldoend lager onderwgs worde gege
ven, blijve gehandhaafd.
Betreffende de belastingherziening werden de
volgende punten aan het oordeel der vergadering
onderworpen.
1° Men verlangt verandering van de samenstel»
ling der belastingen, door eene belasting op de
inkomsten. Dit werd algemeen goedgekeurd.
2° Is de vergadering voor progressive percen
tage hetwelk met 19 tegen 14 stemmen toe
stemmend werd beantwoord.
3° Geen Terhooging van belasting zonder hera
vorming en 4° verhooging van belasting alleen
dan wanneer die onvermijdelijk is. Beide punten
werden zonder hoofdelijke stemming aangenomens
Door den gemeenteraad van Terneuzen is gisteren
op zjjn verzoek een eervol ontslag verleend aan
den heer N. M. F. van Bakergem, als onderwijze!
met akt# voor Franscb, aan school B, en dien sa
volgens besloten tot oproeping van een onderwijzer
zonder taaiakte, tegen 550s
Mede werd besloten voort te gaan met dewer*
ken der rioleering, door het leggen van een riool
aan de Noordelijke zgde der Tholenstraat en
tevens pogingen aan te wenden, om, in overleg
met de betrokken belanghebbenden en het rjjk,
eene verbetering te verkrijgen van den toegangs
weg tot het spoorwegstation.
Naar wg vernemen is öp het cnlarigs dcor bui'g;
en weth. van Hulst aan den minister van water»
staat ingezonden adres, betrekkelijk dén thaöG
geregelden dienst der treinen óp den spoorweg
MechelenTer Neuzen, te kennen gegevendat
de opheffing der treinen 7 en 8 op het Nederlandsch
gedeelte van den spoorweg MechelenTerNeüzeti
door het bestuur dier onderneming iB voorgesteld
op grond, dat het verkeer met bedoelde treineh
steeds zeer gering is en groot verlies veroorzaakt
en dat de thans ingevoerde dienstregeling voor»
loopig tot 1 Jan. e. k. is goedgekeurd, terwgl
nader zal worden onderzocht, in hoeverre het
wenscheljjk is, dat trein 7 weder tussohen Teï
Neuzen en St. Nicolaas worde ingelegd.
Van katholieke zjjde wordt in het district Sneek
de candidatuur van den heer A. baron Schimmel*
penninck van der Oye gesteund.
Mr J. Kneppelhout, de bekende Schrijver der
Studententypenis Zondag overleden.
De heer Kneppelhout werd 8 Jan. 1814 te Leiden
geboren. Zgne eerste in 't licht verschenen pen-
nevruebten dagteekenen van 1838 en dragen den
titel: Opuscules de Jevnesse. Onder den invloed
van Fransche vrienden, die hg in het opvoedings
gesticht van d' P, de Raadt te Noorthej leerdtj