MJDDELBURGSCHE COURANT
Oii en Nieuw Nederland.
BIJVOEGSEL
Maandag 2 November 1885. N°. 258.
Middelburg 51 October
door FNAGTGLAS.
Liberale Kiesyereeniging:
VAN DB
VAN
De vereeniging van gepensioneerde onderofficieren
en minderen van het Nederlandsche leger doet
weder een beroep op het Ned. volk. Deze
nuttige vereeniging werd gesticht met het doel
om zieke en hulpbehoevende gepensioneerde mili
tairen en hunne gezinnen, vooral zij, die ingevolge
de wet van 29 Mei 1877 niet in het genot van
het verhoogd pensioen konden gesteld worden,
te ondersteunen.
Waar de hulp van den staat ontbrak, trachtte
men in deze leemte door particuliere bydragen
te voorzien.
Door energie van het hoofdbestuur, gesteund
door adeldenkende en invloedrijke personen, ge
raakte deze vereeniging tot grooten bloei, en was
daardoor in staat aan vele nooddruftigen, die
niet gaarne tot de algemeene armen wenschten
gerekend te worden, eenige ondersteuning in den
nood te verschaffen. Zoo zjjn over het afgeloopen
boekjaar aan 721 leden, 106 weduwen en 2 weezen
uitkeeringen gedaan tot een totaal bedrag van
10.860.20.
Bij de afdeeling Middelburg werden daarvan
uitgereikt aan 1 lid voortdurende ondersteuning,
aan 5 leden 2 maal periodieke uitkeeringen, en
aan 2 leden buitengewone gratificatiën tot een
totaal bedrag van 174.50, terwijl de inkomsten
aan donatiën en contributiën slechts f 135.50
bedroegen. Deze afdeeling, bestuurd door de heeren
A. Adema voorzitter, W. C. Gort secretaris en
E. Nieuwenhuis penningmeester, bestaat uit 19
leden, 5 beschermers en beschermvrouwen, en 35
donateurs en donatrices.
Het bestuur, dat dezer dagen weer circulaires
onder de ingezetenen heeft verspreid, verzocht
dringend daaraan belangstellende aandacht te
wjjden.
Eene vereeniging, die zich te doel stelt niet
alleen oud-strijders, o. a. den 92jarigen Wolf,
eenige lafenis te verschaffen, maar ook vooral hen
te ondersteunen, voor wie de tjjden zoo moeilijk
zjjn en die te veel eergevoel bezitten om de
algemeene liefdadigheid in te roepen, is de
hulp, die zjj vraagt ten volle waard. Daarom be
velen wjj haar bij ieder aan, die wat wil afzonderen
voor de hulpbehoevende en rechtschapene voor
malige landsdienaren en hunne gezinnenhet
bestuur zal zeker gaarne de gewenschte inlich
tingen verschaffen.
De eerste-luitenant E. A. Umland van het te
Middelburg in garnizoen zjjnde bataljon, en gede
tacheerd bij de normaal schietschool te 's Graven-
hage, is op den len November overgeplaatst bij
den staf der infanterie en blijft bij de schietschool
werkzaam.
De heer mr. J. O. H. ftamaer heeft wegens redenen
van gezondheid bedankt als gouvernements-secre-
taris in Suriname. Daardoor is eene belangrijke
betrekking, aan welke eene bezoldiging van 9000
verbonden is, opengevallen.
Volgens de algemeene beschouwingen over de
staatsbegrooting meende men in alle afdeelingen
der tweede kamer zich, in afwachting van de
antwoorden aangaande de grondwetsherziening,
van beschouwingen over het algemeen regeerings-
beleid te bunnen onthouden.
Dat van den ernstigen wil naar bezuiniging
bleek, betwijfelde men. Laat men de posten buiten
rekening, door toevallige omstandigheden, vol
tooiing of uitstel van werken bespaard, die dooi
de verhoogingen op marine en oorlog verre worden
overtroffen, dan was er geen bezuiniging. Vele
leden zagen daarin een bewijs van „zwakheid van
Het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen
ontving onlangs van zjjn medelid, den heer Jan
Rutger Planten, consul generaal der Nederlanden
te New-York, eene belangrijke verzameling boeken
ten geschenkemeest betrekking hebbende op de
lotgevallen der eerste Nederlandsche kolonisten
in, Noord-Amerikaeen onderwerp, waarin het
genootschap steeds belangstelde o. a. door de uit
gaaf in 1818 van de, door den toenmaligen voorzitter
mr. N. C. Lambrechtsen bewerkte, beschrijving van
de ontdekking van Nieuw-Nederland. Wat het
inzien dier boeken mjj te denken gaf, wensch ik
aan de lezers der Middelburgsche courant mede te
deelen. Het is een zeer opmerkelijk verschijnsel,
dat, terwjjl de polsslag van ons volksleven in
Nederland zelf zeker minder krachtig klopt dan
voorheen, zoodat er wel eens gesproken is van
een uitgedoofde natie en van doode ate oen, de loten,
in de zeventiende eeuw van onzen stam afgescheiden,
meer en meer roemen op hun afkomst en als
naneven den lof van het oude vaderland verheffen.
Het zaad, waaruit de Nederlanders aan de zuid
punt van Afrika en de oostkust van Noord-Amerika
ontsproten sjjn, is meest afkomstig uit den gouden
tjjd onzer republiek, en de deugden der vaderen
schjjnon in die verre streken opmerkelijk zuiver
bewaard te zjjn gebleven.
Waaneer wy ons by dit overiicht bepalen tot
de ministers van financiën an binnenl. zaken.
Met leedwezen trof men tal van tractements-
verhoogin - en aan; terwijl een groot deel der
bevolking een belangrijke vermindering van
inkomsten ondergaat, door den gedrukten toestand
van nijverheid, handel en landbouw, behoorden de
ambtenaren althans niet hooger te worden bezol
digd.
Yooral bij Waterstaat, H. en N zag men het
streven om de ramingen te hoog op te maken,
geen rekening houdende met de lagere prijzen;
het gevaar daarvan is, dat men dan later supple-
toire aanvragen kan doen, schijnbaar zonder het
eindcijfer te verhoogen.
Verder kwam men op tegen de uitbreiding van
het begrip buitengewone uitgaven". Met de
aangenomen grenslijn had de kamer zich nooit
vereenigd, en men betoogde o. a. dat de uitgaven
voor den Rotterd. waterweg er niet onder behooren.
Dekking van het tekort door bezuiniging achtten
verscheiden leden niet onmogelijk, als de regeering
het initiatief neemt voor inkrimping van te kost
bare en omslachtige organisatiën. Er moest een
eind komen aan de toeneming der uitgaven voor
den algemeenen dienst (van 45 millioen in 1865
tot 81 mill, in 1884); immers een belangrijke
versterking van de middelen scheen in elk geval
ondoenljjk. Men wees daartoe o. a. op de rech
terlijke macht en het onderwijs, en drong bepaal
delijk weder aan op opheffing van een of twee
rijksuniversiteiten-
De meening, dat het evenwicht door een zuinig
beheer is te herstellen, vond echter niet algemeen
instemming. Vele leden achtten bovendien een
ruime versterking van middelen ncodig, met betere
verdeeling van lasten. De versterkingen ep kleine
schaal kwamen onvoldoende voor. Sommige leden
pleitten voor een belasting op het roerend vermo
gen, ook omdat dit een rekbare bron van
inkomsten zou zjjn. De bekende gronden voor
en tegen werden dienaangaande aangevoerd.
In een andere afd. wilde men de mingegoeden
ontheffen van de hen drukkende lasten, accijnzen
op zout, azijn en zeep en de kleine patenten.
Andere leden, die ten aanzien van het laatste
middel daarmee instemden, ontkenden ten stelligste
dat de mingegoeden thans te zwaar zjjn belast
de zoutaccjjn8 bedraagt voor een gezin van 8
personen slechts 5 cents per week; de afschaffing
der kleine patenten daarentegen, die de kleine
burgerklasse bezwaren, kan worden vergoed door
verhooging van invoerrecht op gemaakte kleederen,
bewerkt hout, steen enz. ten nutte onzer njjverheid.
Tevens werd gewezen op de rechtmatige
ergernis, welke de gunning van belangrijke leve
ringen aan buitenlanders telkens verwekt, en op
de wenscheljjkheid om de voorkeur te geven aan
Nederlanders, wier inschrijving de buitenlandsche
met weinig overtreft.
Er waren leden, die, door een andere becijfering
dan die van den minister, kwamen tot een tekort
van ƒ6.700.000 voor 1886; zjj verlangden dus
een versterking van de middelen met 6 a 7 millioen.
En hoe, vraagde men, zal de minister de rente
enz. dekken van de eerlang te sluiten leening van
65 millioen?
Ten einde hen aan willekeur van hoogerge-
plaatsten te onttrekken, werd de wensch geuit
dat een alg. maatregel van bestuur de bevoegdheid
van ambtenaren zou regelen, om door de drukpers
of in openbare vergaderingen hun gevoelens te
openbaren.
Eendracht maakt Macht.
Vergadering, Vrijdagavond gehouden.
Deze bjjeenkomst, belegd ter bespreking der
adviezen van het bestuur der Liberale Unie in
zake kiesrecht, belasting-herziening en onderwjjs,
bleek veel belangstelling gewekt te hebben. 62
leden waren tegenwoordig en 7 hadden zich doen
vertegenwoordigen.
In de eerste plaats werd mededeeling gedaan
van een schrijven van den heer F. C. M. Boenders,
waarin deze, naar aanleiding van het voorgevallene
op de vergadering van 3 Juli, en met uiteenzetting
van zijne toen ontwikkelde denkbeelden, verklaarde
Foord-Amerjka, verdient het aandacht, dat, terwijl
de meeste koloniën op wapengeweld zjjn gegrond
onze vestiging aldaar op vrede en rechtvaardigheid
rustte. Een veelbelovend jongman, een vriend
van een mjjner vrienden, de heer Herbert Living
ston Satterlee, heeft kort geleden, ter verkrijging
van den graad van doctor in de rechten voor de
faculteit der staatkundige wetenschappen te Co
lumbia, een belangrijke dissertatie geschreven, en
aan het Zeeuwsch gen. toegezonden, over de
Political History of New-York (1885) Hierin wordt
onweersprekelijk het recht gehandhaafd van het
Nederlandsch bezit, dat, zooals men weet, door
de Engelsche regeering lang werd betwist. Tevens
wordt de, door latere schrijvers te weinig gewaar
deerde, invloed uiteengezet, die de inrichting onzer
republiek op de vormiDg van het gemeenebest der
Vereenigde Staten van Noord-Amerika heeft
uitgeoefend. »Het Nederlandsche volk", zegt ge
noemde schrijver, heeft de grondslagen gelegd
voor onze machtige republiek zjjn geest heeft de
verschillende nationaliteiten, die zich onder ons
vestigden, weten te doordringen met dezelfde zucht
voor vrjjheid en lust tot arbeiden, en daarenboven
ook met een zin voor zelfstandigheid, die trouw
vasthield aan de overgeërfde leer geen belastingen
zonder de toestemming des volks".
Hadden de Engelschen ons in 1664 de kolonie
eigenljjk meer ontkaapt dan ontweldigd, niet lang
mochten zich die zoogenoemde veroveraars in het
bezit verheugen. In Juli 1673 zeilde een Zeeuwsch
eskader van vijftien oorlogschepen, onder den
voor hot lidmaatschap van Eendracht maakt maeht
te bedanken.
Vervolgens werd mededeeling gedaan dat weder
5 nieuwe leden zijn toegetreden, en daarna had
de voorlezing plaats van de door het bestuur der
Liberale L nie aan de kiesvereenigingen, leden der
Unie en hunne afgevaardigden gerichte missives
ten geleide van en betrekking hebbende op de
verschillende adviezen.
Aangezien die circulaires zoowel als de adviezen
in ons blad en in andere persorganen herhaaldelijk
zjjn medegedeeld en besproken, achten wij het
onnoodig die nogmaals op te nemen, evenmin als
wjj ons voorstellen de breede discussies, gisteren
avond gevoerd, hier in haar geheel in te lasschen.
Wjj doen dit te minder, omdat de verschillende
sprekers, hunne staatkundige meeningen uitspre
kend, weinig of geen nieuwe gezichtspunten
openden.
Door oen voorzitter, den heer mr E. Fokker,
werd, alvorens de beraadslaging te openen, mede
gedeeld dat de Liberale Unie in November oi
December zal vergaderen en dan, naar aanleiding
van de door de verschillende afdeelingen medege
deelde gevoelens omtrent de adviezen, den afge
vaardigden verschillende vragen zullen worden
voorgelegd.
De voorzitter wees erop, dat de adviezen volstrekt
niet bindend zijn. maar uitsluiten'* als leiddraad
voor de beraadslagingen moeten beschouwd worden.
Het bestuur dezer kiesvereeniging heeft gemeend
de bespreking der adviezen aan geen inleider te
moeten opdragen, maar de leden zelve hun opinie
te laten verdedigen.
De voorzitter sprak daarbjj de hoop uit, dat
deze beraadslagingen vooral mogen leiden tot toe
nadering van de liberalen en geenszins tot verwij
dering. Eendracht maakt macht. Men hoore
elkander en overlegge de voorstander van alge
meen stemrecht beschouwe hem, die zich voor
huurwaarde als maatstaf van kiesbevoegdheid
verklaart, niet als een achteraankomenden stumper,
evenmin als de voorstander van het huurwaarde
stelsel in hen, die voor algemeen stemrecht zjjn,
revolutionairen en barricadehelden zie.
Met betrekking tot het eerste punt van behan
deling, het kiesrecht, werden door het bestuur de
volgende vragen aan de leden ter overweging
aangeboden
1* Ib voor eene gewenschte regeling van de
kiesbevoegdheid grondwetsherziening noodzakelijk?
2° Behoort algemeen stemrecht te worden
ingevoerd
3° Behoort kiesbevoegdheid afhankeljjk te worden
gesteld van aanslag in en betaling van een oi
meer rjjks directe belastingen
4° Behoort kiesbevoegdheid afhankeljjk te worden
gesteld van de huurwaarde
5° Behoort kiesbevoegdheid te worden toegekend
aan de zoogenaamde capaciteiten (dit woord in
ruimen zin genomen)
6° Verlangt men den grondslag „capaciteit''
nevens die van huurwaarde
7, Behoort de grondwet de hoofdbepalingen
omtrent kiesbevoegdheid te bevatten, met dien
verstande dat
a de grondslagen (huurwaarde, capaciteiten en
census) worden vermeld
b bjj de huurwaarde een maximum
c bij de huurwaarde een minimum
d bjj de huurwaarde een minimum en een
maximum aangegeven wordt;
e bjj de capaciteit als eenigen eisch gesteld
wordt het genoten hebben van gewoon lager
onderwjjs.
f bjj de capaciteiten de regeling aan de wet
gever overgelaten wordt.
De algemeene beraadslaging over deze punten
in het algemeen werd hierop geopend.
De heer H. Snjjders, wien in de eerste plaats het
woord werd gegeven, brak eene lans voor het
algemeen stemrecht, niet omdat hjj vermoedt, dat
hjj daardoor tegenstanders tot zijne meening zal
bekeeren, maar omdat hij ook die staatkundige
meening hier niet wenscht verzwegen te zien.
Wij volgen den spreker in zijne breede beschou
wing niet en stippen alleen aan, hoe hjj er op
wees dat, waar de wetten voor het geheele
Nederlandsche volk bindend zjjn, het niet meer
kommandeur Cornells Evertsen, waarbjj zich later
vier Amsterdamsche schepen onder Jacob Binckes
voegden, als in zegetocht, langs de oostkust van
Amerika. Toen werd ook de oude nederzetting
aan den Hudson, met haar drie steden en in de
dertig dorpen weer bemachtigd, en het kostte aan
de vijftienhonderd zeesoldaten onder den pittigen
Zeeuwschen kapitein Colve weinig strjjd om overal
het »Oranje, blaDje, bleu" te doen wapperen. Alles
werd nu weer met de oude Hollandsche namen
herdoopt en de forten in goeden staat van tegen
weer gebracht, doch bjj den vrede van Westminster
(19 Febr. 1674) werd Nieuw-Nederland weder
afgestaan om het mede door de Zeeuwen veroverde
Suriname te kunnen behouden. De kolonie is dus,
wat niet vergeten moet worden, door geen wapen
geweld ons afgewonnen, maar bjj vredesverdrag
vrjjwillig afgestaan.
Slechts zestig jaren zjjn onze landgenooten in
Nieuw-Nederland gevestigd geweest, en het getuigt
van de merkwaardige kracht onzer nationaliteit
dat, na meer dan twee eeuwen, de stempel van
hun verbljjf diep is ingedrukt gebleven. Een
aantal der aanzienlijkste familiën in de Ver. Staten
Btellen nog altjjd prjjs op die banden des bloeds
met het oude vaderlandzjj roemen er op van
geboorte Amerikanen, maar van afkomst Neder
landers te zjjn. James W. Gerard scbrjjft in The
old Stadthuijs of New Amsterdam 1875 (Z. gen.)
»Onze tegenwoordige schrijvers mogen wel waken
om het Nederlandsche volk niet verkeerd voor
te stellen. De zinspreuk, waaronder onze republiek
dan billijk is dat hot ganaohe volk deel heelt aan
de vertegenwoordiging, welke die wetten maakt.
Dat, waar allen verplicht zjjn «ie lasten te dragen,
niet enkelen de rechten behooren uit te oefi nen.
Spreker erkende dat er natuurljjk uitzonderingen
moeten worden gemaakt, en dat bjjv. reder kiezer
persoonljjk zjjn biljet invullen moet enz.
Verder wees de spreker erop, «lat tegen aanneming
van huurwaarde als maatstaf voor kiesbevoegdheid
dezelfde bezwaren bestaan als tegen den census
en zou daarom het toekennen van kiesrecht aan
capaciteiten erboven stellen, Hjj wenschte
verder de grondslagen niet in de grondwet op te
nemen, maar de regeling daarvan aan den gewo
nen wetgever over te laten.
Spreker is volkomen overtuigd, dat algemeen
stemrecht niet is een panacea tegen de maatschap
peljjke kwalen, maar meende toen dat invoering
daarvan goeden invloed hebben zou. Al ware dit
maar alleen zeide hij doordien het de ooren
zou sluiten van hen, die nu luisteren naar de
oproerige taal van een Domela Nieuwenhujjs, een
Fortuyn en anderen-
De heer D jorenbos verklaarde voor een deel
met den vorigen spreker te kunnen meegaan. In
beginsel zou ook hjj gaarne algemeen stemrecht
zien voorgeschreven, doch in de praktjjk vreest
bij dat ons volk niet ontwikkeld genoeg zjjn zal
om van dat recht een goed, een zelfstandig
gebruik te maken.
Ook z. i. moet de grondwet niet bevatten de
beginselen van kiesrecht. Nu bljjkt hoeveel
bezwaren aan eene grondwetsherziening verbonden
zijn, moet niet voor elke verbetering feitelijk de
weg afgesneden zijn. Dat de tegenwoordige
grondwet die bepalingen bevat is een fout, waar
van wjj nu de lasten dragen. Volgens dezen
spreker moest de grondwet alleen bevatten de
eisch, dat de kiezer Nederlander en meerderjarig
zjj, terwijl de overige vereischtcn door den gewonen
wetgever kunnen worden aangegeven.
De heer mr W. A. van Hoek zegt daarop het
eens te zjjn met den heer Snjjders, dat invoering
van algemeen stemrecht niet de panacea is voor
alle mogeljjke maatschappelijke kwalen, maar toch
meent mr Van Hoek dat een deel der ontevreden
heid en de malaise erdoor verdwjjnen zal. Zeker
zal een der argumenten tegen den tegenwoordigen
gang van zaken daardoor worden weggenomen.
Ook als middel tot politieke opvoeding, wat alge
meen stemrecht in andere landen heeft getoond
te zjjn, acht de heer Van Hoek de invoering
ervan in Nederland gewenscht. Vrees voor revolutie
behoeft er bjj de kalme natuur van onze landge
nooten niet te bestaan.
Ofschoon mr Van Hoek dus overeenstemt met
den heer Snjjders, acht hjj voor het oogenblik de
aanneming van een algemeen stemrecht zeer
verkeerd. Waar de heer Fokker op eendrachtige
samenwerking aandringt en waar die werkeljjk
gewenseht is, mag men niet dadeljjk de zaak in
de war sturen. De Liberale Unie wil den weg op
van vooruitgang en behoort daarin te worden
gesteund.
De heer Van Hoek raadt daarom aan het voor
stel van de Unie aan te nemen en niet het
algemeen stemrecht, hoe wenscheljjk en noodig
misschien ook, te proclameeren.
Na zjjne meening uiteengezet te hebben, voegde
de heer Van Hoek daaraan den wensch toe, dat
in zjjne plaats als afgevaardigde dezer kiesver
eeniging een ander mocht wor«len aangewezen
op grond, dat het niet wenscheljjk is een voor
stander van algemeen stemrecht naar de algemeene
vergadering der Liberale Unie te zenden.
De heer P. A. Verhulst verklaarde geen voor
stander van algemeen stemrecht te zjjn, doch
groote uitbreiiling van het kiesrecht noodig te
achten. Z. i. is het ook niet goed in de grondwet
de voorwaarden voor kiesrecht op te nemen.
De heer mr E. Fokker deed zich als principieel
tegenstander van algemeen stemrecht kennen en
gelooft desniettegenstaande niet zoover van de
andere sprekers af te staan als het wel sehjjnt.
Wanneer algemeen stemrecht met eene lange
jjst van uitzomieringen wordt ingevoerd, bestaat
de mogelijkheid dat het aantal kiezers kleiner zal
zijn dan wanneer de tegenstanders, dus zij die
voor zekere huurwaarde met capaciteiten jj veren,
groot is geworden Eendracht maakt macht, hebben
wjj aan Nederland ontleend. Het is mjjne
innige overtuiging, dat wjj hoofdzakelijk aan den
Nederl geest te danken hebben onze godsdienstige
en burgerlijke vrijheden, onzen ondernemingsgeest
en onze beschaving.Diezelfde geest leeft
gelukkig nog in deze stad.Hjj maakt haar
vrjjzinnig, verdraagzaam en bewaarde haar voor
aanmatiging, huichelarjj en ontrouw". Niet minder
sterk wordt die invloed geschetst door William
L Stone in zjjn Centennial History of New-York
1876 (Geschenk aan het Z. gen.)
Het kan zjjn nut hebben om de bekende, maar
zeker door velen vergeten geschiedenis dezer
kolonie hier even aan te stippen.
Reeds in 1598 kwamen eenige Nederlandera
in dienst der Groenlandsche maatschappij, op het
eiland Manhattan doch slechts om er de winter
maanden door te brengen. Het liep echter tot
1609 aan, eer Henry Hudson, met het Amsterdamsch
schip He Halve Maan op weg om een doortocht
naar Oost-Indië te zoeken, het anker in de naar
hem genoemde baai vallen liet Spoedig na hem
kwamen zich hier anderen onzer landgenooten
vestigen, voornamelijk voor den handel in bever-
vellen en huiden.
In 1614 wierpen zjj aan de westzjjde der Noord
rivier eene kleine schans op, en in hetzelfde jaar
werd het eerste schip gebouwd, dat den profetischen
naam Onrust kreeg. Terwjjl Zeeland zich den
handel op Brazilië meer bijzonder aantrok, was
het vooral de kamer Amsterdam der in 1621