0 256.
1885.
V rijdag
30 October.
V
Adviezen en besluiten.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco f 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiên 20 Cent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,5®
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
|Midderburg 29 October.
Het teedere punt der onderwijs<juaestie is
Want hoe gaarne wij tot tempering van
IIIDDELBIJ
COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh er Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Var Nieüwbnhuijzer, en te Ter Neuzen A. Var der Peul Jz
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
Niet om eene beslissing vooruit te loopen
of daarop invloed uil te oefenen, maar louter
tot voorlichting van de leden der kiesvereeni-
ging Eendracht maakt machtin het district
Middelburg, willen wij herinneren aan hetgeen
het bestuur der Liberale TJnie in zijne adviezen
over kiesrecht, belasting-herziening en onderwijs
voorstelt, en aan het voornaamste, dat, hoofd
zakelijk naar aanleiding der quaestie van het
kiesrecht, in de onderscheidene afdeelingen is
besproken, en het verschillend standpunt dat
tegenover deze drie quaesties wordt ingenomen,
Wij doen dit tevens om de belangstelling
op te wekken voor de vergadering, die Vrijdag
avond plaats heeftwel waeht den leden een
uitgebreide arbeid, zoo uitgebreid dat menigeen
er door zou kunnen worden afgeschrikt, maar
niets belet de behandeling van een of twee
punten nog te verdagen.
Er is op dit oogenblik den afdeelingen wel
wat te veel werk in eens gegevenmaar vóór
dat op hoofdpunten de vereischte samenwerking
is erlangd, en hieromtrent een vaste leid
draad voor de liberale partij is verkregen,
gaat nog geruime tijd voorbij.
Aan de te behandelen punten op ditoogenblik
nog meer uitbreiding te geven, zooals in een
der afdeelingen werd verlangd, komt ons
onpractisch voor. Het spreekt van zelf, dat
het bestuur later over andere punten, o. a.
defensie en dienstplicht, zijne meening zal
zeggen en die van de afdeelingen zal vragen,
maar op dit oogenblik is de agenda der werk
zaamheden reeds groot, zoo niet te groot.
Vooral in ons land, waar het politiek leven
niet zoo ontwikkeld is, dient men op dit punt
voor overlading zich te wachten, wil men de
liberalen niet afschrikken.
Reeds nu staat in sommige afdeelingen de
opkomst der leden niet in verhouding tot de
belangrijkheid der gestelde vraagpunten, en
moest zelfs in eene enkele de vergadering, tot
behandeling daarvan uitgeschreven, wegens te
geringe opkomst worden verdaagd.
Zou het dan juist gezien wezen om het
bestuur der Unie nog meer werk te vragen?
Wij vertrouwen dat de vergadering, morgen
door Eendracht maakt macht te houden, den
liberalen in ons land tot voorbeeld zal kunnen
worden gesteld, zoowel wat betreft de belang
stelling, zich uitende in eene talrijke opkomst
der leden, als de beslissingen, die een gedeci
deerd karakter zullen dragen.
In de allereerste plaats is dan de quaestie
tan het kiesrecht aan de orde; en voor alles
zal daarbij de vraag ter sprake komenzal
de Grondwet daaromtrent bepalingen bevatten,
of zullen die aan den gewonen wetgever wor
den overgelaten
Het bestuur der Unie verklaart zich voor
het eerste standpunten zou in de grondwet
een artikel willen zien opgenomen, waarbij
werd bepaald dat de leden üer tweede kapier
rechtstreeks gekozen zouden worden door de
meerderjarige mannelijke ingezetenen, Neder
landers, die krachtens eenig hun toekomend,
(persoonlijk of zakelijk) recht eene woning of
een gedeelte daarvan in gebruik hebben,
waarvan de jaarlijksche huurwaarde een voor
elke gemeente vast te stellen minimum bereikt,
dat nergens lager dan ƒ50 of hooger dan
150 door de wet, gedeputeerde staten gehoord,
wordt bepaald. Kiesbevoegdheid zou verder
moeten worden verleend aan allen, die aan die
algemeens vereischten voldoen en die eene
zekere mate van bekwaamheid bezitten, blij
kende uit eenigen graad, titel of diploma, het
ïen van
of de uitoefening van eenig beroep, een en
ander te regelen bij de wet.
Het bestuur wil dus in de grondwet de
hoofdbepalingen van het kiesrecht opnemen en
die niet aan den gewonen wetgever overlaten.
Het meent dat, wordt dit nagelaten, men een
der grondslagen onzer staatsinrichting aan
teugelloozen partijstrijd prijs geeft. Anderen
zijn dit gevoelen niet toegedaan, o. a. prof.
Buijs, die in zijne, Toelichting en kritiek op
de Grondwetschrijft„Moge men, als het
oogenblik voor de grondwetsherziening einde
lijk aanbreekt, zich spiegelen aan de fouten in
1848 begaan, en bij de regeling van het kies
recht de vrijheid van den toekomstigen
wetgever zooveel mogelijk eerbiedigen".
Het is een -feit dat, uit vrees voor algemeen
stemrecht, hetwelk, zij het ook na jaren, een
maal toch zeker komen moet, velen den
wetgever in de grondwet willen binden.
Bij wijze van remtoestel tegen eene
beweging, die meer en meer veld wint,
moet eene bepaling in de grondwet dienst
doen. En thans, nu wij in dezen tijd te meer
zien, hoe moeilijk een grondwetsherziening is
hoe het verkrijgen van een verandering meer
dan een menschenleeftijd vordert, valt ervoor
de meening, tegenovergesteld aan die van het
bestuur der Unie, veel te zeggen.
Willen dus velen, op het voetspoor van prof.
Buijs, in de grondwet bepalen: „De leden van
de tweede kamer worden rechtstreeks gekozen
door heD, die de vereischten bezitten, welke
de wet stelt en op de wijze in die wet voor
geschreven," anderen gaan nog verderen in
een enkele afdeeling is zelfs het algemeen
stemrecht gedecreteerd, met eenige uitzonde
ringen. Dit stelsel nu vindt in onze tweede
kamer in den heer Gratama een warm voor
stander volgens dat zal de gewone wetgever
een lijst van uitzonderingen moeten maken, die
na een bepaald aantal jaren moet worden
herzien; terwijl anderen duidelijk wenschen
aangegeven te zien, dat de kiezers zelve op
het stembureau schriftelijk hun briefjes moeten
invullen. Zij zien hierin een maatstaf tevens
voor de ontwikkeling van het kiezerspersoneel.
Afgescheiden van de quaestie over de opname
der hoofdbeginselen in de grondwet zelve, is
de vraag, op welken grondslag ons kiesrecht
moet rusten, zeer gewichtig.
Het bestuur der Unie meent dat, volgens
de voorgestelde regeling, de hoogste staats,
wet duidelijk opneming van den gezeten
werkmansstand aangeeft. Dit wordt betwijfeld;
de huurwaarde met het aangegeven minimum
zal, de heer Bruinsma toonde dit dezer dagen
in de Amst. aan, aan dien eisch niet te ge»
moetkomen. Daartoe zou het minimum veel
lager moeten zijn, en in sommige afdeelingen
zag men dit daarom liever op 40 bepaald*
Anderen meenden, dat de regeling, door mr Van
Houten voorgesteld als overgangsmaatregel,
beter zou voldoen en het gekweten aanslag
biljet in 's rijks belasting een goede maatstaf
wezen zou*
Onder hen, die met het bestuur der Unie
meegingen, waren er, die meenden dat capa
citeiten thans als maatstaf van kiesbevoegd
heid zouden kunnen vervallen, omdat de bepaling
omtrent huurwaarde vanzelf de capaciteiten
tot het kiezen zou toelaten. Men ziet: de
meeningen zijn op dit terrein zeer vele en
het zal voor het bestuur der Unie hoogst moei
lijk wezen, die alle tot éen geheel te brengen.
Meer eenstemmigheid zal er onder de libera
len heersehen over de quaestie van belas
tingherziening trouwens op dat gebied heeft
zich onder hen een vaste opinie gevestigd en
hun partij zal wel beamen wat het lte-
bestuur zegt, dat het haar streven moet wezen,
hervorming van het samenstel onzer belastin
gen onverwijld tot stand te brengen door
belasting naar de inkomsten, en wel met
progressieve percentage; en dat zonder die
hervorming geene verhooging van belastingen
mag plaats hebben.
echter wêer daar om zulk een kalmte, voort
komende uit eenstemmigheid, in een orkaan te
doen veranderen.
Aan de eene zijde staan zij, die van geen
schikkingen willen weten, die de tegenpartij
het A on possumus zullen toeroepen aan den an
deren bant wordt om tweeërlei redenen gestreefd
naar eene wijziging van art. 194 der grondwet,
ten eerste om den schoolstrijd te temperen, ten
tweede om aan de billijke eischen der tegen
partij te gemoet te komen.
Tot de laatsten behoort het bestuur der
Unie.
Wij gaven indertijd aan, in weibeu geest dit
art. 194 gewijzigd zou wenschen; en wij
meenden niet beter te kunnen doen dan onzen
lezers bet volgende onder de oogen te brengen:
Het tegenwoordig artikel
194 luidt
Het openlaar onderwijs
is een voorwerp van de
aanhoudende zorg der re
geering.
De inrichting van het
openhaar onderwijs wordt,
met eerbiediging van ieders
godsdienstigehegrippen, dooi
de wet geregeld.
"Er wordt overal in het
Rijk van overheidswege vol
doend openbaar lager onder
wijs gegeven.
Het geven van onderwijs
is vrij, behoudens het toe
zicht der overheid, en boven
dien, voor zoover het mid
delbaar en lager onderwijs
betreft, behoudens het onder
zoek naar de bekwaamheid
en zedelijkheid des onder
wijzers het een en ander
door de wet te regelen.
De Koning doet van den
staat der hooge-, middelbare
en lagere scholen jaarlijks
een uitvoerig verslag aan de
Staten-Generaal geven.
Schema van dit artikel, in
den geest van het bestuur
der Literals Unie.
Het onderwijs is een
voorwerp van de aanhou
dende zorg der regeering.
De inrichting van het
openbaar onderwijs wordt,
met eerbiediging van de
godsdienstige begrippen der
ouders en voogden van de
kinderen, door de wet gere
geld. De openbare onderwij
zer heeft recht tot uiting
zyner meeningen, doch moet
alles vermijden wat geloofs
haat en verachting van an
dersdenkenden kan aankwee-
ken.
Er wordt in het Rijk
van overheidswege voldoend
openhaar lager onderwijs
gegeven. Daar waar door
het bijzonder onderwys, zon
der subsidie van overheids
wege, in de behoefte op,
naar het oordeel der regeering
voldoende wijze wordt voor
zien, onthoudt de overheid
zich van het direct versohaf
fen van onderwijs.
De regeering zorgt dat
voor onvermogenden gele
genheid besta tot het koste
loos ontvangen van (eenvou
dig) lager onderwijs.
Het geven van onderwijs
is vrij, behoudens het toe
zicht der overheid en boven
dien voor zoover het
middelbaar en laser onderwijs
betreft, behoudens het onder
zoek naar de bekwaamheid
en zedelijkheid des onderwij
zers het een en ander door
de wet te regelen.
De Koning doet van den
staat der hooge-, middelbare
en lagere 9cholen jaarlijks
een uitvoerig verslag aan de
Staten-Generaal geven.
Wij wijzen er uitdrukkelijk op, dat niets
anders onze bedoeling was dan een art. 194
te laten zien in den geest van de door het
bestuur der Unie geuite meening*
Waarschijnlijk dat dit bestuur met opzet
zich onthield van het formuleeren van een
nieuw artikel, omdat het meende dat dit niet
op zijn weg lag, en vooral niet, omdat de tegen
partij nog niet met eene bepaalde formille voor
den dag kwam. Dr. Schaepman heeft thans
zich daaraan gewaagd; de groote vraag blijft
echter of dit zijne persoonlijke meening is of
dat hij in dezen handelde uit naam zijner partij.
Wat hierboven staat, maakten wij op ten
gemakke van onze lezers; de bedoeling van
het UnieBestuur, zooals wij die hebben gemeend
juist op te vatten, hun duidelijk te maken, was
ons streven.
Men kan nu zelf nagaan of dat bestuur te
veel wil toegeven of nog te weinig verzoenend
zich toondeof de belangen van het openbaar
onderwijs door zijn voorstel zouden worden
geschaad.
Wie op dit laatste een bevestigend antwoord
moet geven, hij bestrijde de voorgestelde
verandering met alle kracht j en zoo ook, na
verkregen ophelderingen en na voor- en
tegenstanders geboord te hebben, dit onze
meening mocht worden, wij zullen ons aan
zijne zijde scharen.
den schoolstrijd willen meewerken, ons open
baar neutraal onderwijs is ons nog steeds te
lief om, door aan de tegenpartij eene conces
sie te doen, de belangen daarvan te schaden.
Binnen enkele dagen zal dr. Schaepman in een
brochure zijn oordeel openbaar maken over de
mogelijke beslechting van den schoolstrijd.
De Tijd deelt reeds enkele bladzijden mede
van dit geschrift en zegt dat de schrijver een
nieuw art. 194 aldus formuleerts
„Het onderwijs is vrjj.
Het toezicht over het onderwijs en het onderzoek
naar de bekwaamheid en zedelijkheid der onder
wijzers worden geregeld bij de wet.
De gemengde school wordt van overheidswege
ingericht met eerbiediging van de godsdienstige
begrippen der schoolgaande kinderen.
Ter dekking van de kosten der openbare school
wordt van ieder daar schoolgaand kind een bijdrage
geheven.
De kosten van het onderwijs aan kinderen van
bedeelden, onvermogenden en minvermogenden
worden geheel of gedeeltelijk door de openbare
kassen aan elke door deze kinderen bezochte school
vergoed.
Onze correspondent te ns Grayenhage meldt ons
Door de haast is mijn telegram van het voor
gevallene ter tweede kamer-zitting van gisteren
niet duideljjk geweest.
Bij de behandeling van het wetsontwerp tot
wijziging van het strafwetboek is toen vervallen
het opzet als criterium der strafbaarheid van het
dronken maken van kinderen, terwijl de bestraf
fing van toediening of verkoop van sterken drank
aan kinderen onafhankelijk is gemaakt van de
plaats waar dit geschiedde. Dit toedienen is dus
overal strafbaar gesteld.
Op advies der commissie voor de verzoekschriffen
is besloten ter griffie te deponeeren het adres van
Domela Nieuwenhuis c. s., zich beklagende over
de aantijgingen, door den minister Heemskerk tegen
de sociaal-democraten geuit. Daarentegen is besloten
aan den min. van justitie te verzenden, met
verzoek om inlichtingen, hun adres, waarbij grieven
worden geuit tegen de weigering van rechtsper
soonlijkheid aan de vereeniging tot stichting van
het lokaal Walhalladeze grieven acht de
commissie voorloopig niet geheel ongegrond.
Aan het onlangs gehouden examen voor lafld«
meter van het kadaster heeft o. a. voldaan de
heer M. W. Hildernisse, aspirant landmeter bij
het kad. te Goes.
Uit Goes schrpft men ons
In de Autevergadering waren gisteren avotul
leden tegenwoordig. De voorzitter opende de ver
gadering met de mededeeling van de tegenwoordige
samenstelling van het bestuur, en met de tjjding
dat gedurende dezen winter de heer mr A. Eer dijk
zou komen spreken over de sociaal-democratie*
Deze vergadering zal ook toegankelijk wezen voor
niet-leden. Verder zouden op een gewonen lees®
avond de heeren W. J. van Gorkom en Z. D* van
der Bilt La Motthe als sprekers optreden, terwijl
men de gegronde hoop heeft, dat de heer G. v.d*
Hoek zijne zoo gunstig bekende medewürking zal
willen verleenen. De kas laat niet toe anders
sprekers te laten komen.
Voorts bracht de afgevaardigde ter alg. verga*
dering verslag uit, hetgeen, niet het oog op het
rondgezonden gedrukt algemeen verslag, kort kon
zjjn.
Tot hoofdbestuurders werden, op voorstel vaü
den voorzitter, bij acclamatie de 12 eerst voörge-
dragenen gekozen.
Een paar kleine wijzigingen in het huishoudelijk
reglement, om dit in overeenstemming tebrengeti
met de nieuwe wet van 1885, werden vöorloopig
besp roken,
In het verslag der te Zierikzee gehouden raads
zitting, voorkomende in ons nommer van Woensdag,
is een fout geslopen. Er staat in de 2» kolom
dat de opmerking over beperking in de uitge
breidheid van het aannemingsbestek ten opzichte
van het algemeen onderhoud enz. aanleiding tot
verandering in dat artikel gaf; dit moest zjjn
geen aanleiding.
Tevens werd gesproken van eene commissie van
financiëndie bestaat te Zierikzee niet. Bedoeld
werd de commissie, in wier handen de begrooting
was gesteld.