N°. 240,
128® Jaargang. 1885.
Maandag 12 October.
De HÉsMel of: de kift te veel.
Middelburg 10 October.
F EUILLETON.
Brieven uit de Hofstad.
BIJVOEGSEL
MIDDELBURGSCHE COURANT.
tempêtes sedert lang van het programma verdwenen.
Dat dezen winter waarschijnlijk zelts het geheele
programma achterwege zal blijven is een gevolg
van den gezondheidstoestand van Z. M., die op dit
oogenblik wel zeer bevredigend is, maar toch een
eenigszins langdurig verblijf in de eigenlijke
residentie niet wenscheljjk schijnt te maken men
zegt althans, dat de zeelucht den koning hinderljjk
is. Is dit in de eerste plaats misschien onaange
naam voor den vorst zelf, het is tevens zeer
schadelijk voor de Haagsche neringdoenden. In
den tegenwoordigen slappen tjjd zouden wat
hofpartijen, die wvn zelf weder tot andere partijen
aanleiding geven, een welkome verkwikking voor
hen zjjn. Intusschen, hoewel liever oogenblikkeljjk
geld ontvangende dan in een schoone toekomst
starende, moeten die materialistische fournisseurs
de la cour nu maar hopen op de totstandkoming
der zeehayen te Scheveningenyelen zien daarin
voor Den Haag zooveel heil, dat zij verwachten
over eenige jaren van de hofstad zonder hof als
van een koopstad te zullen kunnen spreken maar
dan in de ware beteekenis van het woord, niet
van de ontkenning afgeleid. Als men dat wenscht,
dan voeg ik er mijn wenschen voor de vervulling
gaarne bjj, maar ik betwijfel toch of Den Haag
wel geschikt is om een koopstad te worden, en
of het dit wel ooit worden zal. En zoo niet, dan
zal de haven van onschatbaar nutzjjn voor de Scheve-
ningsche reeder jjen,maar voor DenHaag weinig voor
deel opleveren. Of ook de komst van zooveel Engel -
sche misses, die de Haagsche omtrekker Damas
tengevolge van de zeehaven tegemoet ziet, zoo
zeker zal zjjn Och, men behoeft er niet om te
treuren al kwamen zij nieter is hier overvloed
van jonge dames, zelfs van veel lievere dan de
Engelsche misses, die Damas zich voorstelt de
trappen van het Mauritshuis afdalende, terwijl
zjj hun tongetjes uitsteken tegen de jeugdige
ambtenaren van het tegenover gelegen departe
ment van koloniën. For shameen dat die stijve
missesZoo onbehoorlijk los van tongHet
genot, ook zelfs voor de betrokken jeugdige amb
tenaren, is minstens twijfelachtig, en de dames
zouden op minder vleiende wijze van zich doen
spreken. Alsof de Hollandsche geen stof genoeg
opleverden om het schoone geslacht op de spraak
te brengen 1 In ieder geval zorgen de thans reeds
hier verblijvende vreemde dames daarvoor meer
dan genoegaan versterking van hun aantal
bestaat waarlijk geen behoefte om den Hagenaars
discours te verschaffen. De Belgische Jeanne
Lorette en de half-Engelsche mevrouw Bulkley
zorgen wel, dat het gesprek levendig blijft. Ten
aanzien van de eerste is pas de vraag beantwoord
hoeveel straf zjj wel zou krjjgen, en nu
wordt weer besproken, hoe weinig zij wel
krjjgen zal. De anders felste tegenstanders in
een strafproces zjjn thans verwonderlijk eenstem
mig in de meening, at de schoone Beige ver
mindering van strat verdient. Van verschillende
zjjden wordt er bjj den minister van justitie op
aangedrongen om de drie jaren gevangenisstraf in
celstraf van den halven duur te veranderen, en
men beweert dat het bezoek van Z. Exc., onlangs
aan de gevangenis alhier gebracht, mede ten doel
had de veroordeelde te zien en te spreken, teneinde
volgens eigen overtuiging den koning te kunnen
adviaeeren. Het is te hopen, dat men het te
beniger tijd niet zal behoeven te betreuren de
straf in eenzame opsluiting te hebben veranderd,
ondanks de meening van het gerechtshof, die vrij
algemeen bekend is gewoiden, dat de gemoeds
toestand van Jeanne Lorette haar verbljjf in een
eenzame cel niet raadzaam, zelfs gevaarlijk moet
doen achten. Juist met het oog op dien toestand
is haar gewone gevangenisstraf opgelegd, in weerwil
van de groote bezwaren verbonden, aan de
opsluiting van iemand van hare ontwikkeling en
beschaving bjj het allergemeenst rappaille in de
gevangenis in den Bosch.
De volharding van mevrouw Bulkley, een betere
zaak waardig, is mede het onderwerp van vele
gesprekken. Maar de afkeurende stem van velen
bepaalt zich niet tot haar daad, doch strekt zich
uit tot de handelwijze van justitie en politie, in
deze zaak gevolgd. Beide hebben zich als het
ware opgedrongen ora, zij het ook met een goed
doel, behulpzaam te zjjn bjj den voorgenomen
kinderroof. Doordien een paar onder een valsch
mom verborgen politiebeambten zich bereid hebben
verklaard een handje te helpenwas zoo
spoedig het vereischte getal mannen gevon
den. Inderdaad hebben deze dienaren van den
heiligen Hermandad, geheel ontrouw aan hun
roeping om misdrjjven te voorkomen, de
poging tot ontvoering gemakkelijk gemaakt en
verhaast. Eigenljjk zjjn zjj, hoewel zonder boos
opzet, aan de daad medeplichtig. Zulks is beneden
de waardigheid van politie en justitie. Hun beleid
en hun slimheid zjjn van zeer verdacht allooi.
Het doel heiligt geenszins de middelen.
Dezen regel mocht men wel wat meer in acht
nemen. Mag men het gerucht gelooven, dan
heeft zelfs de minister van oorlog er niet tegen
opgezien om een groot heer genoegen te doen
door een zeer afkeurenswaardig middel. Om
zekeren graaf niet van zjjn onmisbaren huisknecht
te berooven, liet men dezen, als milicien onder
de wapenen gekomen, bjjna terstond weer met
groot verlof huiswaarts keeren. Nog erger is een
ander middel, onlangs door een aanzienlijk per
soon gebruikt, om zich aan den schutterlijken
dienst te onttrekken. De zoon van een adelljjk
heer, die beiden, de vader in hooge betrekking,
de zoon onder dezen, in dien«t van den koning
zjjn, heeft zich niet ontzien zich als huisbediende
op te geven, teneinde op dien grond vrijstelling
van de schutterij te erlangen.
En, wat het meest verwonderen moet, die
manoeuvre is goed gelukt; de autoriteiten hebben
die valsche opgave geslikt. Men vergete toen
niet het noblesse obligeen bedenke dat, evenals
een goed voordeel i goed doet volgen, een elecht
voorbeeld evenredige gevolgen heeft.
9 October 1885.
Het moet een teleurstellende gewaarwording zjjn
voor de vele vreemdelingen, die bjj een bezoek
aan ons land natuurljjk niet nalaten ook in de
koninkljjke residentie af te stappen, wanneer zij,
op aanwjjzing van hun Baedeker, voor een paleis
komen, waarvan de luiken der ramen half gesloten
zjjn, de venstergordijnen zjjn afgenomen, waar van
bedrijvigheid van af- en aanrijdende équipages en
buigende lakeien geen spoor is, waar voor slechts
éen van de beide schildwachthuisjes een grenadier
heeft post gevat, m. a. w. wanneer zjj niets be
merken, wat het verbljjf van het koninklijk gezin
binnen het als hofstad te boek staande's Graven-
hage verraadt. En als zjj navraag doen naar dat
vreemde verschijnsel, vernemen zjj, als ware het
de meest natuurljjke zaak van de wereld, dat de
koning maar heel weinig hier is, dat hp gewoon
lijk op een van zjjn landgoederen vertoeft en
alleen zoo eens een paar dagen in Den Haag komt
om de kamers te openen of een dergeljjke ge
wichtige bezigheid te verrichten, om zich onmid
dellijk na het volbrengen van die koninkljjke
taak weder op zjjn buitenverblijf terug te trekken,
gedachtig aan het ware woord van den dichter
»Hoe genoegljjk rolt het leven des gerusten
land mans voort." Zjj hebben dan hun kennis
verrjjkt met een nieuwe afleiding in den geest
van lucus a non lucendo, of, om Hollandsch te
spreken, van student, afgeleid van niet-studeeren;
immers het moet hun toeschijnen, dat Den Haag
den naam van Hofstad draagt, omdat er geen hof
is. Gelukkig, of liever misschien ongelukkig voor
mjjn lezers, dat men uit een hofstad zonder hof
toch „Brieven uit de hofstad" schrijven kan
Gelukkig in ieder geval voor den schrjjver, want
verheelt u, lezers, dat hjj zijn stof (natuurlijk in
overdrachteljjken zin) aan het hof en zijn gevolgen,
aan gala-diners en dito bals moest ontleenen
Wat zou hjj met de handen in het haar zitten
En zjjn wanhoop zou niet Bpoedig voorbijgaan,
want er schjjnt geen vooruitzicht te bestaan, dat
er dezen winter feestelijkheden ten hove zullen
plaats hebben. Ik spreek daar van dezen winter,
alsof wjj reeds in 't hartje waren nu, de almanak
moge het tegenspreken, zijn officieele waarheid is
thans een tastbare logen, zooals wel eens meer
met die Boort van waarheid het geval is, en ik
bljjf er bp, dat het tegenwoordig winterweer is,
al is het nog geen wintertpd. »Dans ce temps le
temps avec tant de tempêtes est hors de temps",
zeide dezen zoogenaamden zomer een Franschman.
Mocht bpjons in werkelijkheid evenveel overeen
stemming bestaan tusschen weer en tjjd als bjj de
Franschen in hun taal 1
Maar ik had het over bals, en daar zjjn de
D00B
F. 8. MILL1NGTON.
IX.
Een vreemde bezoeker.
Margaretha stelde haar daaromtrent gerust en
Vertelde wat er gebeurd was.
Wjj moeten terstond aan uw vader schrjjven"
zei mevrouw zoodra ze het verhaal gehoord had,
althans zooveel mogelpk, want Margaretha zag
geen kans om haar den geheelen indruk van het
bezoek weer te geven. Wjj moeten aan uwe vader
schrpven. Wjj laten ons zou maar niet de deur
uitzetten. Wjj hebben den huur van mpnheer
Schuller overgenomen en hebben met niemand
anders te maken. Wie is die man, en waar komt
hp van daan
»Dat weet ik waarlpk niet."
»Hoe heet hjj
»Dat heb ik niet gevraagd."
»Waar woont hp
»Hier, denk ik, als hjj thuiB is."
»Hebt gjj hem dan niet ter dege ondervraagd
wie en wat hjj is
»Neen, ik kon hem niets vragen."
»Niets vragen Waarom niet kind
>Ik heb er niet aan gedacht."
»Hoe onnoozel! Hjj kan wel een bedrieger
zijn. En hebt gij hem alleen in die kamer gelaten
Hp kan wel alles gestolen hebben."
sNeen mama, hjj is geen dief, of bedrieger,
maar hjj is de eigenaar van dit huis en alles wat
er in is. Hjj was eerst boos natuuiljjk, maar later
heel vriendelpk. Hjj heeft een groot verdriet ge
had. Ik geloof dat ik alles begrjjp en heb uiede-
ljjden met hem."
«Medeljjden met hem En hjj zet ons op
straat, uit ons eigen gehuurd huis?"
»Ik wilde maar dat ik hem de waarheid eens
had kunnen zeggen," viel Sophie in. Zjj had staan
luisteren en kon zich nu niet langer bedwingen.
„Ik zou hem eens goed gezegd hebben, waar het
op stond. Ik heb heel veel lust om hem na te
loopen en hem op de parade de les te lezen
Maar Sophie werd alweer naar beneden gestuurd
en in de lagere gewesten opgesloten, zooals de
Geest in de Arabische Nachtvertellingen in zjjn
koperen pot", en na eenigeu tijd kon Margaretha
haar geschiedenis vollediger vertellen, waardoor
haar moeder ook overtuigd werd dat er een ver
gissing had plaatsgehad en dat zjj niet de eenigen
waren, die reden tot klagen hadden. Het waB de
schuld van mpnheer Schuller, en die moest tot
verantwoording geroepen worden. Het was jammer
dat haar man zoo'n haast gemaakt had met het
huis te nemen, zonder informatiën in te winnen;
het was nooit goed om iets overhaast te doen.
Bovenkomende zagen ze dat Judith door de
verhalen en het misbaar van Sophie zóó geschrikt
was dat de koorts erger was geworden, zoodat
mevrouw niet langer aarzelde om den dokter te
laten halen.
»Het was heel vriendeljjk van dien heer,
wiens naam gij met gevraagd hebt, Margaretha,
dat hjj u een dokter aanbevaL, maar misschien is
die mpnheer Jones zjjn broer en rekent heel veel
voor de visite. Men voelt zich echter op een
vreemde plaats zoo hulpeloos, dat het goed is te
weten, om wien men zenden moet. Ik hoop dat
bjj niet al te duur zal zjjn. En het zal mjj
benieuwen, hoeveel wjj voor het huis en den
spiegel te betalen zullen hebben. O Hemel, ik
vrees dat 'net een heele boel zal zjjn wjj zjjn aan
zijn genade overgeleverd 1"
„Daarom zal hjj toch niet meer rekenen, ik
ben zeker dat hjj edelmoedig zal zjjn".
„Ja maar, No. 7 was tegen half geld te
krjjgen, anders zouden we nooit hier gekomen
zjjn. Kind! Kind! Wat zal uw vader zeggen?
Maar hjj had beter moeten informeeren. Wat
zei die mjjnheer van dien spiegel
„Niets, mama".
Heeft hjj het gezien
Ja, dat denk ik wel, want de deur was open
en hij is er tweemaal langs gegaan".
„En zei bjj niets
„Neen, mama, niets".
„Dan is het toch zeker zjjn eigen huis niet,
daar kunt gjj van op aan. Hjj moeteen bedrieger
zjjn."
Slechts een gering aantal leden van de afd,
Middelburg der Vereeniging t. b. v. fabriek- en
handwerksnijverheid in Nederland had gevolg
gegeven aan de oproeping van het bestuur om
tegenwoordig te zijn ter algemeene vergadering,
gisterenavond op de bovenzaal der sociëteit De
Vergenoeging gehouden.
Bjj afwezigheid van den voorzitter, den heer
J. W. de Raad, werd de bpeenkomst door den
heer A. A. Mes Gz. geleid.
Na mededeeling van eenige ingekomen stukken,
gaf de voorzitter kennis, dat de heer J. H. Will,
in de vorige vergadering tot bestuurslid benoemd,
zich die benoeming heeft laten welgevallen.
Door den heer K. Baart, afgevaardigd geweest
naar Haarlem ter algemeene vergadering der
vereeniging, werd verslag uitgebracht omtrent het
daar behandelde en mededeeling gedaan dat
Middelburg het volgend jaar de eer hebben zal
de hoofdbestuurders en afgevaardigden in zjjn
midden te ontvangen. Dit laatste gaf den voor
zitter aanleiding om de hoop uit te spreken dat
de flauwe belangstelling, waarvan de leden in den
laatsten tjjd bljjk geven, moge aanwakkeren en het
bestuur bp de taak, die het in 1886 wacht, op de
medewerking en steun van de leden zal mogen
rekenen.
Hierna werd aan C. Adriaanse, gedurende 40
jaren werkzaam bjj de firma I. de Broekert en O,
de zilveren medaille uitgereikt, hem op voordracht
van de afdeeling door het hoofdbestuur toegekend.
De voorzitter wenschte den bekroonde geluk met
de onderscheiding hem ten deel gevallen en sprak
de hoop uit dat hjj daarin eene aansporing
moge vinden op den ingeslagen weg voort te gaan.
Ook de patroon van den met het eeremetaal
begiftigde sprak een woord van hulde en waar
deering voor den trouwen, jjverigen bediende.
Vervolgens werd door den penningmeester
rekening gedaan van zjjn gehouden beheer gedu
rende het boekjaar 1884/85. Bljjkens die rekening
hebben de ontvangsten bedragen 458.72J de
uitgaven 223.76, zoodat de rekening met een
voordeelig saldo van 234.96J sluit.
Daarop was aan de orde de benoeming van een
bestuurslid in de plaats van den heer J. W. de
Raad, die aan de beurt van aftreding is. Aange
zien de heer De Raad, niettegenstaande de vel#
door het bestuur gedane pogingen pertinent
verklaard had zich eene herbenoeming niet te
zullen laten welgevallen, werden door het bestuur
aanbevolen de heeren J. A. Frederiks en A. de
Vulder yan Noorden. De heer J. A. Frederiks
werd gekozen met 6 van de 11 uitgebrachte
stemmen. Op den heer De Vulder van Noorden
waren 4 stemmen en op den heer C. A. Kouion
was 1 stem uitgebracht.
Eindeljjk was aan de orde de behandeling der
indertpd in de vraagbus gevonden vraag «Welke
artikelen zjjn er, die noemenswaard van buiten
aangevoerd, met eenig succes in deze provincie
zouden kunnen vervaardigd worden?"
Ofschoon, zooals te verwachten was, op deze
X
»Ik wilde maar...."
Wjj moeten eens even terugkeeren tot onzen
jongen vriend Jan te Liverpool. Ofschoon hjj den
voet in het kantoor Walrus, Dugong en Co. gezet
had en van zins was hem er in te houden, was
hjj er lang niet op denzelfden voet als zijne neven.
Tom was de zoon en toekomstige deelgenoot en
kon vrjj wel doen wat hjj verkoos en Gus was de
vriend van Tom en de lieveling zjjner tante
die nam dus ook zjjn vrjjheid. De opmerkingen
van mevrouw Walrus hadden in zoover invloed
op baren echtgenoot uitgeoefend dat Jan een
ondergeschikte betrekking kreeg. Terwjjl de twee
andere heeren een aparte kamer hadden, naast die
van het hoofd der firma, in alle opzichten gerie
felijk ingericht, moest Jan de winkelknechts en
de bestellers naloopen, en boodschappen doen,
geld ophalen in een woord alles, wat zjjn neven
beneden hun waardigheid keurden Zjj hielden
hem op een afstand, loochenden de verwantschap
waar hjj zich zooveel van voorgesteld had en
bemoeiden zich heel weinig met hem.
Jan had nogal moeite om een woning te vinden,
die met zijne middelen strookte. Er waren kamera
genoeg te krjjgen in een fatsoenlijke voorstad en
in de nabjjheid der villamaar die waren vreeseljjk
duur, althans in zjjn oog en als hjj in een mindere
buurt rondkeek was er in de meeste kamers
gebrek aan versche lucht en zindeljjkneid en daar
kon hjj zich ook niet in schikken- Het kon hem