N° 222, 128' Jaargang. 1885.! Maandag 21 September. ,-EI Middelburg 19 September. FEUILLETON. BRIGITTA FOSWXE. 1 Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent; Advertentiën' 20 Gent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van i -7 regels f 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groot© letters worden berekend naar plaatsruimte MIDDELBURGSCJE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Boiland, te KruiningenF. Van der Peiil, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A, Van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van dei Peui Jz Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Pubhcité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op artikel 230 der gemeentewet en op de circulaire van gedeputeerde staten van Zetland van den 8 Aug. 1879 n° 5 Provinciaal Mad n° 73), brengen ter kennis van de belanghebbenden dat bjj het gemeentebestuur is ingekomen een verzoek van F. I. Peters om een stuk grond ter grootte van 40 centiaren, gelegen aan den stationsweg, naast perceel wijk P no. 44, in erfpacht te bekomen, teneinde daarop en op een gedeelte van het daaraangrenzende terrein, aan de firma Boddaert Cie. in erfpacht uitgegeven, een woonhuis te bouwen, bij de inwilliging van welk verzoek bedoelde grond aan den openbaren dienst zal moeten worden onttrokken. Zij, die tegen deze uitgift in erfpacht bezwaren mochten hebben, worden verzocht deze schriftelijk kenbaar te maken vóór of op den 24 September a. Middelburg den 18 Sepeember 1885. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De minister van waterstaat, handel en nijverheid heeft, naar wjj vernemen, aan ged. staten te kennen gegeven dat ook hjj geen voorafgaande vergunning meer noodig acht voor het loggen van pannen ten behoeve van de oestereultuur in de Zeeuwsche stroomen. Ieder is derhalve vrjj pannen in de Schelde neder te leggen, terwijl zjj slechts dan behoeven opge ruimd te worden, wanneer zjj nadeelig voor de rivier mochten geoordeeld worden. Door de regeering is ingediend een eenigszin® gewijzigd wetsontwerp tot heffing van een zegel op effecten, dat zij met 1 Januari hoopt in te voeren. Die invoering op dat tijdstip is echter nog onzeker, meldt men ons zeer lakoniek. Zoo spoedig zal, dunkt ons, toch een dergelijk ontwerp niet behandeld wezen. Heden is door den minister van binnenlandsche zaken op de gebruikelijke wijze de zitting der staten-generaal gesloten. In de sluitingsrede betuigt Z. M. zjjn dank voor de zorgen, door de leden der kamer aan 's lands belangen gewjjd. Natuurljjk wordt daarin herinnerd aan hetgeen in het afge- loopen zittingjaar is tot stand gekomen. Nu opnieuw in onze gemeente een kostbare ruit is ingeworpen moet ons een opmerking uit de pen, die wjj reeds lang bjj ons zeiven gemaakt hebben. Het verwondert ons nl. dat door belangnebbenden of besturen -van glasverzekeringmaatschappjjen niet een premie wordt uitgeloofd voor hem of hen, op wier aanwjjzing en getuigenis de dader gevonden en gestraft, wordt. Zjj zouden zulk een som ter hand kunnen stellen jEen verhaal van A. LüTTELSBURG. Maar Brigitta had de helft van den weg nog niet afgelegd, toen zjj reeds, uitgeput van vermoeienis en van moedeloosheid, voor de deur van een haar vreemd huis neerzeeg. Zij kreeg een keerljjk gevoel, dat zjj nog nooit gekend had. Droomde zjj Het was, alsof er eensklaps een reeks van jaren uit haar leven geschrapt waren. Zij was weer op den Kullen en Bpeelde voor de deur, maar haar moeder lag niet op het ziekbed, zjj keek naar haar spelen. En nu zag zjj een grooten jongen aankomen dat was Paul Dauneförd, die gaf haar de hand en hu voelde zjj zich zoo onuitsprekeljjk gelukkig „Eén mensch zegt g wjjs „Stellig en zeker, vrouw op straat. Zjj ljjkt wel bevroren". „Bevroren Lars, dat hoop ik niet". Er sprong een heer uit het rjjtuig, terwjjl de koetsier van den bok klom. Hjj boog zich over de roerlooze gedaante heen, maar het was nog te duister om hare trekken te onderscheiden, doch dat Tvas bjjzaak voor dokter Eriksen. Rijk of voornaam of gering het was een men- Lars Zjjt gij niet mjjnheer, daar ligt een aan den officier van justitie bjj de reehtbank alhier, met beleefd verzoek over dat geld te be schikken en te verdeelen onder hen, die naar zijn idee aanspraak op belooning hebben voor de hulp, door de politie ei; justitie ondervonden bij het vinden en straffen van den dader of daders. Dit straffen moet natuurlijk op den voorgrond staan. Het is bijna zeker dat er een complot bestaat een complot van lafhartige booswichten die niets liever willen dan vernielen en onrust zaaien. De geniepige taktiek, die zjj daarbjj volgen, maakt het voor de politie met den grootsten ijver zeer moeiljjk hen te ontdekken, al moge men ook van sommigen harer dienaren in enkele gevallen, zooals heden nacht, wellicht wat meer voortvarendheid hebben kunnen verwachten. Er moet dus gezocht worden naar hulp bjj hen, die nu nog om ver schillende redenen niet willen spreken en zeggen wat zij weten. Wordt hun eene belooning toege zegd, waarschjjnljjk zal bet dan niet langer ontbreken aan de noodige aanwjjzing, waardoor men op bet spoor komen zal van hen, die reeds te lang hun schandeljjke wandaden bedreven. Een oud-bekende vraagt in Middelburg weêr bjj de jonge dames eene vriendeljjke ontvangst. De heer Gr. Stahl uit Altona, die reeds jaren geleden door zjjne vaardigheid en kennis in het maken van kunstbloemen zulk een goeden naam verwierf, heeft thans weêr voor eenigen tjjd in Middelburg zich gevestigd. Hij is te gunstig bekend om veel tot introductie te behoeven. Het nieuwste, wat thans door hem in toepassing wordt gebracht, is het vervaardigen van bloemen en planten uit kruiden. Wist hjj vroeger den vorm en de kleur der bloemen na te bootsen, thans geeft hjj ze ook, om de natuur nog meer nabij te komen, de daartoe onmisbare geuren, en zjj zjjn daardoor te meer geschikt voor cadeau's. Deze kunst kan men tegen zeer billjjk honorarium spoedig van hem leeren, en wij twjjfelen niet of hem zal in menig gezin en ook in menige school hier en in andere gemeenten der provincie, die hij bezoekt, toegang worden verleend. Waar zelfs vorsteljjke kringen zich voor hem ontsloten, en men daar zjjn werk prees, zal het hem ook hier zeker niet aan waardeering ontbreken. Naar men ons heden van geachte zjjde meldt is d* Mezger van Amsterdam, die dezen zomer gedurende vier weken te Domburg verblijf hield, zoo ingenomen met die badplaats en met de uitstekende eigenschappen van lucht en water aldaar, dat hjj voornemens is er voortaan jaarljjks gedurende een gedeelte van den zomer zjjne uit gebreide praktjjk uit te oefenen. Geeft hjj aan dat voornemen uitvoering, dan behoeft het zeker geen betoog, dat daarvan voor Domburg, ja voor geheel Walcheren, onbereken bare gevolgen zjjn te wachten. Daaraan zal echter nog veel moeten voorafgaan, maar wjj houden ons overtuigd dat het hem niet zal ontbreken aan de noodige medewerking tot seheljjk wezen, dat hulp behoefde, of als zjj dood was, dan kon hjj voor de begrafenis zorgen en allerlei doen, dat niet zou geschieden als hjj haar aan haar lot overliet. Met behulp van zjjn koetsier werd de verstjjfde vrouw in het rjjtuig getild en nu ging het in draf huiswaarts, waar zjjn vrouw hem vermoedeljjk niet zeer vriendeljjk zou ontvangen, daar zij be weerde dat haar huis geen hospitaal voor Jan en alleman was. Zjj meende het echter slechts half zoo kwaad als zjj het zeide en als er hulp moest zjjn was zjj de eerste, die tot elke opoffering bereid was Mevrouw Christine lag nog gerust te slapen, toen de dokter met zjjn koetsier de patient naar boven droeg en haar op de canapé in de huis kamer nederlegde, teneinde terstond alles in het werk te stellen om de levensgeesten weer op te wekken. Het duurde ook niet lang of Brigitta begon weer adem te halen en hare lippen te openen. Haar buitengewoon schoon, edel gelaat wekte de belangstelling van den dokter in hooge mate op. Zjj was gekleed als een Vrouw uit de volks klasse, maar haar hemd was helder wit en aan den hals met een plooisel gesloten. Wie zou het zijn en hoe kwam zjj aan die kleeding? Yoorloopig moest zjjn nieuwsgierigheid echter onbevredigd bljjven want al was de patient weer bjjgekomen haar bewustzjjn keerde nog in lang Biet jerug en eerst toen zjjn vrouw, die met verwezenljjking van zoo bljjde vooruitzichten, op welker belangrijkheid wij ons voorstellen ter gelegener tijd nader terug te komen. Dy rekening van het waterschap Schouwen over 1884, die voor ingelanden ter visie ligt, toont aan een ontvangst van 192.022.93 en een uitgaaf van 169.518.32, dus een goed slot van 22.504.61. Onder de inkomsten bedraagt hoofdst. II opbrengst van eigendommen en bezittingen 15.067.56; hfdst. III belastingen en heffingen 145.375.61 hfdst. IV inkomsten van verschillenden aard en toevallige baten f 6.579.76 en hfdst. V buitenge wone ontvangsten 25.000. De uitgaven beliepen Hoofdst. I uitgaven van vorige diensten 2.041.04; hfdst. II kosten der gewone werken 70.518.604; hfdst. III kosten der buitengew. werken 21.893.474; hfdst. IV rentebetaling en afioss. gevest, schuld 41.884.104; hfdst- V bezoldiging en schadeloos stellingen aan het bestuur enz. 14.431.09; hfdst. VI kosten van de inspectiën op de zee- werken en andere ƒ755.474; hfdst. VII kosten van onderhoud aan de waterschapBeigendommen en andere 1.588.24; hfdst. VIII grond en andere lasten ƒ2.692.30; hfdst. IX kosten van brand, licht en bureaubehoeften 323.264hfdst. X druk-, bind en schrijfloon 734.61hfdst. XI kosten van bjjhouding kadastralen polderlegger 100 hfdst. XII verkiezingskosten ƒ71.63; hfdst. XIV alle andere uitgaven 12 486.484hfdst. XIII reservefonds en XV onv. uitgaven nihil. De 12e rekening van het reservefonds-dienst 1884, van gemeld waterschap bedraagt in ontvang en uitgaaf 5.294.80. De uitkeering van een gedeelte der opbrengst van de personeele belasting aan de gemeente zal in de eerste dagen van ieder kwartaal geschieden door de betaalmeesters, maar kan door hen op de gebruikeljjke wjjze op de kassen der ontvangers worden oyergewezen. Dat dr Kuyper en de heer Buytendijk het niet al te best kunnen vinden is reeds lang bekend maar niet altjjd weet men de oorzaken van zulke geschillen. Dezer dagen schonk het Wag. Weekblad ons daarover eenig licht. Daarin schreef de heer Buytendjjk „Gewichtiger is, dat wjj in twee belangrijke punten het met het antirevol. program niet eens zjjn, met art. 12 en art. 20, althans zooals deze door de Stand, worden uitgelegd. Toen wjj voor anderen kunnen we niet spreken hef program beaamden, kwam het niet in ons op, art. 12 ook op 't hooger onderwjjs te doen slaan. Nu het bljjkt dat de deputaten-vergadering het met de opvatting van dr Kuyper eens is, verbiedt ons geweten, nog langer met de partjj mee te gaan, die dr Kuyper tot haar leidsman heeft. „Nog gewichtiger is ons verschil ten aanzien van art. 20. Dit bevat een soort van compromis tusschen hen, die zich Gereformeerden heeten, en hen, die den naam van Irenischen verkregen. Huiverend gaven we indertijd ook aan dit artikel onze adhsesie. Wjj kenden de arrière pensee van den opsteller van 't program. We wisten en schrik de komst eener nieuwe huisgenoot vernomen had, haar uiterste best aan haar deed, sloeg Bri gitta de oogen op. Mevrouw Christine had nooit mooier, donkerder oogen gezien en het vervallen, bleeke gelaat van het jonge vrouwtje stemde haar te haren gunste. Zjj bedwong zich en deed geen enkele vraag; maar bejjverde zich om alles voor Brigitta te doen wat noodig was. Waarschjjnljjk tengevolge van den reeds lang doorgestanen angst en het lichameljjk ljjden der laatste uren kreeg zij in den loop van den dag een zware koorts, die haar gedurende eenige weken aan het ziekbed kluisterde. Zjj was slechts éen oogenblik bjj kennis geweest, doch niet lang ge noeg om iets meer over zich zelf en haar aange legenheden te vertellen dan men uit haar ijlen reeds had opgemaakt. Dokter Eriksen geloofde niet, dat het mogeljjk zou zjjn om haar in het leven te hoüden en dat speet hem zeer. Het was zjjn scherpen blik niet ontgaan, dat hjj met een ongelukkig, vervolgd schepseltje te doen had, dat onschuldig leed en niet bestand was tegen haar hart lot. Herhaald eljjk trof een naam zjjn oor, die hem volstrekt niet vreemd was en zelfs eenmaal zjjn bijzondere belangstelling had opgewekt. Brigitta sprak gedurig van Olaf Halm en zjjn kind. Olaf Halm was een arm musicus, dieinder- tjjd het hart der schoone, rjjke, voorname Gerda Yon Bestwig veroverd had en later in armoede hjj sprak het in H Stand. n° van 13 Dec. 1880 vrijmoedig uit dat hij art. 168 der Grondwet liefst eenvoudig geschrapt zag, waar wjj violent tegen zjjn. Maar waar hjj de eventueele uitbe taling aan den rechthebbende in dat art. 20 opnam, en het dubieus liet, of daaronder de kerk of wel de gemeente of standplaats verstaan moest worden, zoo konden we er ons bjj neerleggen. Immers in 't reeds gememoreerd artikel van 13 Dec. '80 staat met zoovele woorden te lezen, dat de beslissing dienaangaande alleen naar recht zou geregeld worden. Kwam het dus ooit zóóver, dat over art. 168 een beslissing genomen zou worden in den zin van 't program, dan meenden we grond te hebben te hopen, dat de uitbetaling zou ge schieden aan de kerk, altijd in verband met de gemeenten en standplaatsen. „Sedert vond er ten deze een geheele omkee- ring, plaats. Het werd meer en meer openbaar, dat art. 20 de stormram worden moest om de Herv. kerk ten ondergang te brengen. Zelfs schreef dr Kuyper een artikel om te betoogen, dat die „rechthebbenden" de gemeenten of standplaatsen zjjn, zonder verband met de kerk in haar geheel. „Dit gaf in vereeniging met al het andere den doorslag aan ons reeds lang gekoesterd voornemen, om met dr Kuyper en zijn aanhangers te breken. En waarlijk, wij hebben het niet zonder lang wikken en wegen gedaan. We voelden, het moest er toe komen, en toch stelden we 't, met het oog op de daaraan verbonden gewichtige gevolgen, zoo lang mogeljjk uit. Maar toen ten laatste Stand, en Heraut alle terughouding lieten varen en met steeds grooter beslistheid voortschreden op den o. i. heilloozen weg, toen moest de slag vallen en kozen we beslist positie tegenover de Kuyperiaansche partij." Naar aanleiding van de motie-Pijnappel betref fende het voorstel-Reekers (zeevisscherjj) heeft_Me minister van waterstaat enz. een nota aan de eerste kamer ingediend. Het standpunt zegt de minister dat de regeering tegenover het wetsvoorstel meent te moeten innemen, kan geen ander zjjn dan dit dae zjj, de beweegredenen der bestaande wetgeving als juist erkennende, ontkennend moet antwoor den op de vraag of sedert feiten of gezichtspunten zjjn ontdekt, die tot een nieuwe overweging moeten leiden. Zjj meent, dat er geen redenen waren om het debat van 1884 over de wonder- kuil te heropenen, en dat het nu heropend on derzoek in geen geval tot aanneming van het wetsvoorstel had moeten leiden. De minister herinnert daarna aan de geschiedenis der wet en merkt daarbjj op, dat in 1884 tot de handhaving van het verbod werd besloten, niet in de meening dat Voiendam zou zjjn tevreden gesteld, maar ondanks de overtuiging dat het zjjn bevolking onaangenaam is. En in den tegen* stand der VolendammerB, veel meer dan in het nader onderzoek, vindt de minister thans de aan leiding tot het voorstel-Reekers. Voorts betoogt de minister, dat het verbod voorloopig moet gehandhaafd bljjven, waartoe hjj de geldelijke uitkomsten der verschillende vissche- rijen vergeljjktzoo gaan op 5 kilogram viseh omkwam. Of was hjj niet omgekomen Het laatst had hjj hem in het hospitaal gezien, en wel in een hopeloozen toestand, maar de ziekö zelf had stellig geloofd, dat hjj beter zou worden en later, ofschoon nog volstrekt niet hersteld, het hospitaal verlaten. Hij was daarna nog eens aan Olaf Halm herinnerd, toen de oude mevrouw Von Bestwig gestorven was en kort daarna haar echt genoot beiden zonder testament, zoodat hun geheele vermogen, en dat was zeer aanzienljjk< waar men zeide, aan den eenigen zoon en aan Olaf Halm verwielwant zjjn vrouw had hem een levend kind nagelaten. In dien tjjd had men nasporingen naar Halm gedaan, doch zonder gevolg. Dokter Eriksen had wel gevonden dat men niet den goeden weg insloeg om iets van hem te vernemen, maar de jonge heer Von Bestwig verlangde geen opzien te baren, opdat die oude zaak niet weer ter sprake zon komen en dat kon men hem van zijn standpunt niet kwaljjk nemen. Zoo was Olaf Halm noch zjjn kind voor den dag gekomendat was misschien reeds vroeger gestort ven, want niemand had het ooit bjj hem gezien. Dr. Eriksen had niet alleen altjjd de handen, maar ook het hoofd vol en dus vergat hjj Olaf Halm geheel en al, totdat hjj door Brigitta weer aan hem herinnerd werd, (Wordt vtrvolgd,)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1