128® Jaargang.
18 i
Zaterdag
19 September.
N° 221
BRIGITTA POSWIE.
Dit blad verschijnt dagelijks^
met uitzondering van Zon- en Feestdagen»
Prijs per 3/m. franco f 3,50.'
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën* 20 Cent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels i
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Mïd&iltaf 18 September.
FEUILLETON.
De voordracht van mr L. W. C. Keuehenius.
Wordt vervolgd.]
MIDDELBURGSdHE COURANT.
I 'p
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoor, te Goes: A. A. W. Bollard, te Kruiningen: F, Var dek Peul, te Zierikzee: A. C. De Moou,te Tholenw. A. Var Nieüwenhuijzer, en te Ter Neuzen A. Var die Piijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe en Cie., John F. Jones opvolger.
Op de gisteren te Purmerend gehouden alge-
meene vergadering der Holl. Maatschappij van
Landbouw is met 580 tegen 30 stemmen aange
nomen de volgende motie
De vergadering, van oordeel dat de heffing van
beschermende rechten bij invoer van landbouw
producten den toestand verergeren en niet verbe
teren zal, draagt aan het hoofdbestuur op, al zijn
invloed aan te wenden om die ramp voor ons
land te keer te gaan, als onze regeering ooit
voorstellen van dien aard mocht doen."
De Amst. laat zich uit Goes, als iets geheel
nieuws, het gerucht seinen, dat mr Pompe van
Meerdervoort zijn ontslag als lid der tweede
kamer zal nemen.
Dit gerucht loopt reeds meer dan twee maanden,
zoo niet langer. Zoo geheel nieuw is het dus
niet, en wj meenen gerust te kunen verzekeren,
dat er door mr Pompe nog geen besluit in dien
geest is genomen.
In de vergadering van ingelanden van den Groo-
ten Huissenspolder, gisteren te Zaamslag gehouden,
is, in de plaats van wijlen den heer C. M. van
Dixhoorn, als gezworene van den polder benoemd
de broeder van den overledene, nl. de beer M. van
Dixhoorn.
Door de gemeenteraden van Cadzand en Zuidzande
is tot verloskundige benoemd mej. E. Hoogerhejde
van Zierikzee.
Uit Hoofdplaat meldt men ons
In de, voor de derde maal belegde, raadsvergade
ring op Dinsdag jl., waarin alleen de heeren Wejjnen
en Tas waren verschenen, werd het nieuw gekozen
lid Dossche beëedigd, die nu ook zitting nam.
De raad het Tres faciunt collegium was over
bodig nam opnieuw een besluit in zake de
haven, waarover nader, en stelde de begrooting
voor 1886, zooals zij was aangeboden, onveranderd
vast, in balans op 9070.60J, zijnde ƒ1218.46
beneden die voor 1885.
Onder de uitgaven komen opnieuw vele
segge 21 posten voor met eene lagere raming
dan voor bet loopende dienstjaar. Onderwijs komt
daarin voor met het leeuwenaandeel 43.3 pet.,
waarvan 40 voor jaarwedden alleenrenten en
aflossing van schuld met 12 pet.
Onder de inkomstenhoofdelijke omslag 28.2
pet.; vaste bijdrage (vervangende het 4/5 pet.
belasting) 19 pet.; 30 pet. subsidie onderwijs 17.4
pet.; weg-, kaai- en havengelden 15.4 pet.ver
gunningsrechten 3.6 pet.sehoolgelden 2.7 en alle
overige inkomsten 13.7 pet. Yoor weg-, kaai-en
havengelden zjn 1000 minder uitgetrokken,
terwjl het vergunningsrecht aanmerkelijk is ver
laagd, zonder verhooging van andere belastingen
Een verhaal
van ]A. LüTTELSBURG.
„Brigitta om Gods wil spreek I Wat is
er gebeurd vroeg Paul.
Zjj antwoordde niet en juffrouw 'Steenbok ging
op spottenden toon voort
»Ziet ge wel ja zoo kan men zich in de
menschen bedriegen. In het eerst heb ik haar
zelf beklaagd, zooals zj daar met dien zieken man
aankwam en ik hield haar voor een onschuldig
lam, mti.n.r nu? Juist omdat zij zich zoo lief
voor doet. moet het dubbel erg zjjn, en als gj een
eerljjk man zjt, dan heb ik medelijden met a.
Die daar is uit baar dienst gejaagd, omdat men
een gouden armband van haar meesteres in haar
koffer vonden zij kan niet dankbaar genoeg zjn
dat men deernis met haar jeugd gehad en de
politie er niet bij gehaald heeft, zooals recht en
bill jk zou geweest zjjn. Dus binnen de acht dagen
moet de woning ontruimd zjjn ik geef geen
uitstel."
De deur yiel achter juffrouw Steenbok dicht en
het werd zoo stil in het vertrek, dat men een speld
had kunnen hooren vallen, Brigitta zat onbewe
gelijk èn voelde dat de oogen van Paul op haar
geyestigd waren, zooals zjj zich voorgesteld had
noodig te maken. Maar toch: Ne Jupiter quidem
omnibus
De Woensdag te Amsterdam gehouden verga
dering van leden der Vereeniging van Weesvaders
was buitengewoon talrjjk bezocht, omdat, zooals
men weet, er sprake was van zeer ingrijpende
voorstellen, die uit den boezem- der vereeniging
zouden worden ter tafel gebracht en baar ont.
binding bedoelden.
Na afdoening der gewone huishoudelijke zaken,
bleek echter dat zoodanige voorstellen niet waren
ingediend, daar de tweede voorzitter, van wien
dit gerucht was uitgegaan, geen enkel bewijs
daarvan kon overleggen. Toen dan ook het door
deztn ingediend voorstel tot ontbinding der
vereeniging in behandeling zou komen, werd met
algemeene stemmen besloten daartoe niet over te
gaan, aangezien duidelijk aan 't licht kwam dat
hoegenaamd geen aanleiding daartoe bestond en
veel eer moest gedacht worden aan eene zekere
manoeuvre om de vereeniging te ondermijnen.
Een motie van wantrouwen, tegen den voor
steller ingediend, werd, echter met een zeer kleine
meerderheid, verworpeninmiddels had hij zijn
ontslag als bestuurslid genomen.
Uit de mededeelingen van den secretaris bleek
dat de vereeniging, in tegenspraak met de ver
spreide geruchten, in bloeienden toestand verkeert,
zoowel in stoffelijk als zedelijk opzicht.
Ook bleek dat het fonds voor onverzorgde
weezen solied is belegd. Er bestaat alle uitzicht
dat dit fonds in de naaste toekomst volkomen
aan zijn doel zal beantwoorden.
Aan eene commissie van drie leden werd opge
dragen om gevolg te geven aan ingekomen aan
vragen tot opneming van zeven weezen, die in
deerniswaardigon toestand verkeeren. Er werd
besloten tot het opnemen van meerdere weezen
niet over te gaan voor de eerstvolgende buiten
gewone vergadering, die zoo spoedig mogeljjk te
Utrecht zal worden gehouden. Met een toepasselijk
woord sloot de voorzitter deze vergaderingwaarin
ontegenzeggelijk was gebleken dat de vereeniging
met vertrouwen de toekomst mag te gemoet gaan
en dat haar een ruime en schoone werkkring
wacht.
De Nederlandsche commissaris-generaal bij de
internationale tentoonstelling te Antwerpen heeft
aan de regeering medegedeeld, dat, met het oog
op eene wegens misstellingen noodzakelijke her
ziening der in den Belgischen Moniteur geplaatste
lijst van bekroningen, de officieele opgaven omtrent
de Nederlandsche bekroonden op die tentoonstel
ling eerst kunnen worden.bekend gemaakt, nadat
die herziening zal hebben plaats gehad.
In de concertzaal was gisterenavond een groot
aantal belangstellenden en nieuwsgierigen aanwezig
om mr Keuehenius te zien en te hooren.
Toch hadden wjj nog meer toehoorders verwacht J
vragend.
En toch was dit zoo niet. Een oogenblik was
hij als bedwelmd geweest door die zware beschul
diging, welke men tegen zjjn vrouw inbracht
maar geen seconde was de gedachte bij hem
opgekomen was zij schuldig Hp voelde innig
medelijden met haar en was woedend tegen het
noodlot, dat haar zoo vervolgde- Hjj kende haar
te goed om haar in staat te rekenen, dat zij zich
een kleinood op onrechtmatige wjjze zou toe
eigenen.
Hij ging naar haar toe, sloeg zjjn arm om haar
heen en zei
„Brigitta, wij gaan morgen dadeljjk heen.
Het zal mij niet moeieljjk vallen om de geringe
som, die wjj onze hospita schuldig zijn, van mijn
patroon in voorschot te krijgen die is altijd zoo
goed voor mij. Ik blijf geen uur langer dan
noodig is onder het dak van iemand, die u zoo
belastert".
Zij zag hem aan, doch sloeg de oogen weer
neer. Zjj was op het punt in zjjne armen te
vallen en hem voor zjjn vertrouwen te danken
maar zij had er den moed niet toe.
„Paul, juffrouw Steenbok gelooft niet, dat zjj
mjj onrecht aandoet wilt gjj mjj evenaanhooren?"
„Gjj behoeft mij niets te zeggen, Brigitta,
ik ken u. Wie zóo lang met u geleefd en uw
handel en wandel gezien heeft, als ik, die kan u
niet in staat rekenen tot een slechte daad. Wind
u niet noodeloos op, over een zaak, die voor mjj
»ieta beteekeat, behalve dat ik behaald va» zins
wij dachten dat de zaal te klein geweest zou zjjn
om allen te bevatten en dit was het geval niet;
er was nog plaats over.
Onder de aanwezigen zagen wij vele erkende
liberalen, die eveneens de gelegenheid niet onge
bruikt wilden laten om den anti-revolutionairen
afgevaardigde te leeren kennen.
Nadat de heer A. Littooy, predikant bij de
Christeljk gereformeerde gemeente, de bijeenkomst
met een gebed had geopend en de heer mr L. W.
C. Keuehenius door zijn mede-kamerlid jhr mr J.
J. Pompe van Meerdervoort aan de aanwezigen
voorgesteld was, nam de heer Keuehenius het
woord.
Hij deelde mede dat, wjjl hjj dezer dagen op
verzoek der Unie, eene school met den bijbel, te
Axel eene spreekbeurt moest vervullen, de anti
revolutionaire kiesvereeniging te Middelburg hem
uitgenoodigd had ook hier op te treden en die
uitnoodiging wilde de heer Keuehenius niet afslaan.
Onvoorbereid als hij verklaarde te zijn riep hij
echter de toegevendheid iti van zijne hoorders,
waar hjj ter sprake wenschte te brengen de be
ginselen, die z. i. de anti-revolutionaire partij
geroepen is te handhaven.
De groote strijdvragen van den dag, vrjjheid
van onderwijs in verband met art. 194 der grond
wet en scheiding van kerk en staat, zouden het
onderwerp zijner rede zjjn.
Wij beleven gewichtige tijden, zeide de spreker
en de verschjjnselen, die wij niet alleen in ons
vaderland maar ook elders waarnemen, van be
roeringen onder het volk, doen ons vermoeden dat
de komst des Heeren nabij is want de Heer heeft
het in zijn Woord gezegd: als gjj zult hooren
van oorlogen en geruchten van oorlogen verschrikt
dan niet; de komst des Heeren is dan nabij.
Wanneer overal en ook in Nederland zich meer
en meer onder de volksklasse, onder den druk van
allerlei maatschappeljjke omstandigheden, onte
vredenheid vertoont en die ontevredenheid tot
oproer dreigt over te slaan, een opstand tegen het
gevestigd gezag, dan voegt het den burgers, maar
vooral het Christenvolk, te vragen waar de oor
zaak daarvan moet gezocht worden.
Hooren wjj de klacht der sociaal-democraten,
die na weinige dagen zich in grooten getale zullen
vergaderen in de residentie om door een optocht
en mocht het daarbij bljjven! uitdrukking
te geven aan de wenschen van het volk, dan mag
gevraagd worden: is er reden voor die klachten
Spreker wilde op dezen avond niet het recht
der sociaal-democraten onderzoeken, zich ook niet
opwerpen als hun verdediger en allerminst onder
schrijven dat het bezit der rjjken of meergegoeden
diefstal of roof moet geacht worden, tegenover
de onvermogenden gepleegd, maar wel wilde hjj
erop wijzen, dat zulke klachten zeer zeker niet zouden
vernomen worden, wanneer in ons Christenvolk
meer Christelijke beginselen waren doorgedrongen
en in toepassing werden gebracht.
Er is misschien voor menigeen, die zich bjj de
sociaal-democraten heelt aangesloten, reden om te
klagen over de weelde der rjjken, over miskenning
ben om uwe onschuld aan het licht te brengen".
Er kwam als een zonnestraal op haar betraand
gelaat, doch eensklaps schudde zij droevig het
hoofd en zei
„Het zal u niet baten, PaulWie kan
Gustaaf Maalstroom bewjjzen, dat hjj dien armband
in mjjn koffer gelegd heeft De kleine bedeesde
Edison was de eenige, die hem bjj mijn goed
gezien heeft en die werd nog een dag vroeger
weggezonden dan ik".
„Wie was Edison?" vroeg Paul gejaagd,
„Een loopjongentje bjj Maalstroom."
»En werd die eerder weggezonden dan gjj
„Ja den dag te voren".
»Weet ge nog waarom?"
„Hjj had een sleutel gebroken",
Paul liep een paar maal het vertrek op en neer.
Vroeger was hij verlegen geweest, doch nu voelde
hij een ongekende kracht in zich hjj wilde
het weefsel van leugens, dat zjjn arme vrouw
omgaf, vaneen rjjten.
„Brigitta, begeef u thans ter ruste", sprak hjj
teeder, als een moeder tot haar kind. .Waarom
hebt gij mjj dit alles niet vroeger gezegd Ik zag
immers wel dat gjj verdriet hadt".
Zij stond op en wilde de kamer verlaten. Bjj
de deur keerde zjj zich om en zei:
„Paul en als nu de schjjn weer tegen mij is
gelooft gjj dan toch aan mjj?"
„Eeuwig en altjjd, Brigitta".
„God zegene u".
Zjj verliet de kamer, maar ging niet naar bed,
der rechten van het volk of over de minder goede
behartiging zijner belangen, maar welke die
klachten ook mogen zjjn, hoe gegrond zij ook
zouden mogen schijnen, zij zullen nooit kunnen
en mogen leiden tot opstand tegen het gevestigd
gezag. Men spiegele zich en neme een voorbeeld
aan het Christelijk gedeelte van het Nederlandsche
volk dat jaren lang reeds vroeg naar eene school
met den bijbel, maar tot hiertoe die klacht
onverhoord zag blijven. Het Nederlandsche volk
het mag tot zijne eer gezegd worden heeft
tot hiertoe met Christelijke lijdzaamheid het onrecht
gedragen dat het aangedaan is door toepassing
der beginselen nedergelegd in art. 194 der grondwet-
Dat artikel legt den staat den plicht op aan
het openbaar onderwijs zijn aanhoudende zorg ta
wijden en toe te zien dat overal in het rjjk van
overheidswege voldoend openbaar lager onderwjjs
gegeven worde. Dat artikel geeft ook vrijheid
tot het geven van bjjzonder onderwjjs, maar de
overige bepalingen van datzelfde artikel en de
toepassing daaraan gegeven zijn tot dezen stond
het middel geweest om de ontwikkeling van het
vrije onderwijs tegen te werken. Op allerlei wjjze,
door overmacht, geld en invloed heeft men de
ontwikkeling der vrjje Christelijke scholen belet.
De strijd daarover gevoerd is bekendGroen
van Prinsterer heeft zjjn gansche leven eraan
gewijd om de regeerders van ons land te overtuigen
dat het volk, dat groot geworden is onder de
belijdenis van het Evangelie, ook het recht heeft
zijnen kinderen eene Christelijke opvoeding te
verschaffen.
Vjjandschap tegen den Christus en ongeloof of
klein geloof zjjn oorzaak van de verdrukking der
vrjje scholen. Om des vredes wil, vooral ook met
het Israëlitische deel der natie, heeft men gemeend
de kinderen van het Nederlandsche volk te moeten
vereenigen op een school, van staatswege opgericht
en door den staat bekostigd, en om de botsing
tusschen verschillende geloofsbeljjdenissen te ver-
mjjden heeft men het voorschrift gegeven, dat
ieders godsdienstige begrippen moeten worden
geëerbiedigd.
Het gevolg daarvan is, dat hetgeen op de
openbare school over den godsdienst kon gezegd
worden, is teruggebracht tot een minimum, dat te
kleiner werd naarmate de onderwjjzers onder den
invloed dezer wet werden gevormd.
In den eersten tjjd verkeerden de onderwjjzers
nog onder den invloed der wet van 1806 en zjj
die aan 't hoofd stonden en zij die hunne kinderen
ter school zonden waren nog vervuld met eerbied
voor het christeljjk geloof; maar hoe langer de
bjj bel van de school verwjjderd was, hoe meer de
vroegere indrukken verflauwden en hoe meer op de
school een geslacht is gevormd ten eenenmale
van godsdienstig onderwjjs en bjjbelkennis ver
stoken.
Wij zouden onbillijk oordeelen, wanneer wjj
hen, die met jjver de openbare scholen verdedigen,
allen beschouwden als dienaars van het ongeloof
en vjanden van het Christendom. Er zjn er
onder de liberalen, die strenge toepassing eischen
Zj kon niet bij ven, al was Paul duizendmaal
van haar onschuld overtuigd.
Zj rilde bj de gedachte van aan zjne zjde
voort te leven met dien last in het hart. Schaam^
te en vrees, dat er toch eenmaal twjfel in zjn
ziel kon ontstaan, zou haar verteerd hebben. Zjj
moest weg zj moest zich in een onbereikbaar
hoekje verbergen.
Zj begreep wel dat Paul in ongelegenheid zou
komen met het kind, maar daarom had zj heul
alles verteld, wat zj van Gerda en haar familie
wist. Zj wilde zelf beginnen met uit te vorschen
of Olaf Halm nog leefde en hem zeggen, dat zj
niet langer voor zjn kind kon zorgen.
Daarna zou ze Paul laten weten, dat zj nooit
terug kwam en dat hj haar als een doode moest
beschouwen.
Zj zei tot zich zelf dat zj zjn geluk verwoest
had, maar als z j heenging dan was h j ten minste
niet meer de echtgenoot van een dievegge l
Toen Paul zich eindel jk ter ruste begeven had,
verliet Brigitta het huis. Aan de deur bleef zjj
nog een oogenblik staan, doch niet omdat zj
aarzeldemaar zj was dun gekleed en een scherpe
noordoostewind joeg haar de sneeuw in het gelaat.
Zj trok haar doek vaster om de schouders en
snelde voort. In het zuideljk gedeelte der stad
woonde een vrouw, die zj van vroeger kende;
daar wilde zj een onderkomen zoeken, totdat zj
wist of Olaf Halm nog leefde.