N° 202, 128» Jaarsan 1885. V rijdag 28 Augustus. FEUILLETON. Middelburg 27 Augustus. BRIGITTA FOSWIK. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per 3/m. franco 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Gent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Brieven over de Ommerschans. ui. MIDDELBURGSCHE COURANT. w Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mbstdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Krniningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Moou, te TholenW. A. Van Rieowenhüuzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Na u in enkele trekken de verpleegden te hebben leeren kennén, wil ik thans u een blik doen slaan in de wijze, waarop de inrichting wordt bestuurd, om daarna de eventueel aan te brengen verbeteringen te bespreken. Het bestuur van het gesticht de Ommerschans, is opgedragen aan een directeur, een adjunct directeur en twee onder-directeuren, waarvan de een voor den landbouw en de ander voor het gesticht zelt is aangesteld. Aangezien de directeur tevens directeur van de gestichten te Veenhuizen is, en aldaar ook woont, is de adjunct-directeHr als eerstaanwezend ambte naar als het hoofd der directie in de Ommerschans te beschouwen. Verder bestaat het personeel uit zes zaalop zieners, met den titel van majoor, 38 zaal- of kamerwachten, naarmate het getal zalen dat bevolkt wordt, en verder uit enkele magazijn- en werk meesters, een boekhouder en klein kantoorpersoneel. Voeg daarbij nog een achttiental veldwachters, van wie verreweg de meesten, zoo niet bjjna allen, op tameljjk verren afstand, op de verschillende toegangs- of uitgang6wegen van de Schans en hare terreinen, ter bewaking geposteerd zijn, dan heeft men natuurlijk moet men niet rekenen den dokter, den apotheker, de geestelijken enz., het geheele personeel der inrichting. Wanneer men nu de 38 zaal- of kamerwachten ook buiten rekening stelt, daar zij allen verpleegden zijn, voor wie de collega's als kameraden niet het minste respect hebben, dan komt men tot een getal van 50 ambtenaren, waaronder dan ook een dozjjn kolonie- of zetboeren geteld worden. Met dat getalletje nu, waarvan slechts achttien halt gewapend zjjn, moet men eene bevolking regeeren van 1400 mannen, van wie velen reeds eenige jaren in verschillende civiele en militaire gevangenissen hebben doorgebracht en de meesten door onverschilligheid uitmunten. Onder deze 1400 verpleegden moeten nu, met gevaar voor hun leven of voor ernstige handtas telijkheden, de zes zaalopzieners eiken dag ver- keeren en hen in alles nagaan. Ieder hunner heeft circa 200 a 250 man voor zijne rekening. Als men nu de bespottelijk zachte straften tegen de verpleegden in aanmerking neemt, die, wanneer ejj den majoors of anderen beambten bloedende kwetsuren toebrengen, slechts een, twee of hoog stens drie dagen cachotstraf krijgen, moet men dan den beambten niet gelijk geven dat zjj zoo min mogelijk aanklagen en hun leven niet verder in gevaar brengen? Ware het echter niet dat deze zaalopzienera Een verhaal van A. LüTTELSBURG. Intusschen had Brigitta het armoedige hutje be treden, zooals zjj meende, door niemand opgemerkt} doch het gerucht dat zjj teruggekomen was ging reeds van mond tot mond. De trotsche, de hoog moedige was weer thuis; het was haar dus in Landskrona ook niet meegeloopen en zjj was niet alleen. Niet alleen Wie was er dan bjj haar Voor zoover men wist had zjj geen familie die oude vrouw Foswik was ook een verwor- pelinge geweest. Zjj had een kind meegebracht een pas geboren kindNu was men er achter dat was niet te verwonderen men had het wel voorzien; hoe kon het ook anders En toch vond menigeen dit bericht zonderling genoeg, als men zich Brigitta voorstelde, en sommigen schudden ongeloovig het hoofd. Maar het feit was toch niet weg te redeneeren; een buurvrouw had het kind met hare eigen oogen gezien en met hare eigen ooren hooren schreeuwen en de meeaten hadden het wel verwacht. Eindeljjk twijfelde niemand er meer aan alleen Paul Dauneförd werd rood van kwaadheid en wilde er niet van hooren. Brigitta Foswik 1 Zjj over- iedereen in schoonheid. Zjj -was zoo lief, zoo terecht inzagen, dat zjj zoowat tusschenbeiden, èn directie èn verpleegden, in moeten laveeren, voor zeker hun leven zoude onhoudbaar zjjn. Ook weten le verpleegden zeer used <V zaalopzieners hen niet anders kunnen aanklagen dan zooals dit in de burgerlijke maatschappij geschiedt en dat de zaak dus in alle instantiën haren gewonen loop heeft. Zjj hebben daardoor de gelegenheid om, hoe verraderlijk zjj onder elkander ook zijn, zich. bjj het getuigenverhoor tegenover eenen beambte zoo eensgezind mogeljjk te toonen. Maar zal men vragen hoe bewaart men dan nog met zulk een kleine macht orde en rust onder die vreemde, onverschillige en luie, soms karakterlooze menschen Hiertoe werken twee machtige factoren mede. In de eerste plaats worden de oproerigen door de stamgasten van het gesticht in bedwang ge houden. Die stamgasten of oudere bewoners begrjjpen, en zeer terecht, dat bjj ernstige onge regeldheden hunne positie in de Schans er niet op zoude verbeteren, „en zij veel te verliezen en niets te winnen zouden hebben. Zij zijn maar al te vast overtuigd, dat de maatschappij hun nimmer zulk een leven zoude bieden, als zjj nu genieten. In de tweede plaats speelt het verraad een groote rol. Iemand,die een complot zou willen smeden, is er niet zeker van of niet in hetzelfde uur, waarin hij zijne kamaraden, die anders altijd eensgezind zijn wanneer er van verzet tegen een beambte sprake is, wil opruien, in de befaamde brievenbus van den onder-directeur een briefje is gestoken, slechts een paar regels bevattende, die vermelden wat men voornemens is te doen, en wie de raddraaiers zijn. Al die brave menschen laten nooit na elkander, waar zjj dit eenigszins kunnen, een poets te bakken. Dit is nu het geheim van do rustige rust, waarin de Ommerschans verkeert 1 Maar of men nu altijd, daarop rekenende, zal kunnen blijven voortleven, is eene vraag, die meer bevoegden dan ik zullen hebben op te lossen. Ik keer thans nog even terug tot de directie en haar personeel. De adjunct-directeur heeft, zooals men dit noemt, alle rangen in bet gesticht doorloopenhjj is een zeer bekwaam, stipt en rechtvaardig man, die alle capaciteiten voor eene dergelijke betrekking in zich vereenigt; hjj weet, zooals meermalen is ge bleken, ontzag in te boezemen, en wordt zoowel door ambtenaren als verpleegden ten hoogste gerespecteerdhij is kortom the right man on the right place. Ook de onder-directeurs voldoen zoo goed mogeljjk aan hunne vele en niet geringe plichten. Evenzoo de zaalopzieners; ook deze doen, voor zooverre mogeljjk, overal orde en reinheid heerschen. Aan de directie en haar personeel ligt het dus voorzeker niet, dat de Ommerschans betrekkelijk zoo weinig resultaten oplevert. En wie weet ook, hoe dikwerf ook zjj reeds bjj de bevoegde autori teiten op de groote gebreken en op de bedroevende en slechte vruchten hebben gewezen, maar ook zacht en toch zoo ongenaakbaar dat kon men baar niet vergeven. Toorn en schaamte dreven hem bet bloed naar de wangen, als hjj zoo over haar hoorde sprekenmaar zjjn hart klopte tevens van vreugde, dat zjj teruggekeerd was, want zoo lang zij weg was, was het voor hem winter geweest. Nu was zjj er weerNVaarom zou hjj zich praatjes aantrekken, die, van allen grond ontbloot, alleen voortkwamen uit het brein van een kwaad sprekende buurvrouw en natuurljjk van zelf zouden doodbloeden. Hij had geen tjjd om er veel over te denken en hield zich alleen bezig met bespie gelingen hoe zjj er nu wel zou uitzien, of zjj nog mooier geworden was, of zij veel veranderd zou zjjn, enz. Paul Dauneförd was een knappe, flinke jongen, drie of vier jaar ouder dan Brigitta. Hjj had altjjd diep medelijden gevoeld met dat bleeke, schuchtere meisje en was altjjd big als hjj haar kon helpen en in bescherming nemen, of nu en dan een klein genoegen doen, al was het maar met een mooi steentje, een schelpje, een bloempje of door bij haar te bljjven staan, als de andere kinderen van haar wegliepen. Hoe grooter zjj werd des te schuchterder werd zjj, maar ook des te mooier, en van lieverlede begonnen zijne tjjdge- nooten ook in te zien, dat Brigitta eigenljjk het mooiste meisje was. Zij was echter trotsch en terughoudend jegens allen die haar vroeger bespot ten en vervolgden, maar sloot zich des te meer bjj Paul aan, die zich door die onderscheiding biet weinig gestreeld voelde. Wie weet oi bjj hoe menigmaal zjj ten antwoord kregen, dat hunne voorstellen öf op financieele (en deze misschien 't meest), óf op andere bezwaren afstuitten, totdat zij eindelijk den moed moesten opgeven. Welke verbeteringen, naar mjjn gevoelen, aan te brengen zjjn, wil iff ten slotte mededeelen. De schandalen, door de Pall Mall Gazette ge openbaard, wekken terecht verontwaardiging; maar vóór zjj het licht zagen was het toch reeds bekend genoeg dat in verschillende landen een wederkeerige handel gedreven wordt in blanke slavinnen. Van de onervarenheid, van de armoede, van de zucht om eene nette betrekking te ver vullen, wordt misbruik gemaakt, om jonge meisjes naar elders te lokken, en laaghartige, karakter looze bedriegers geven haar dan over aan de huizen van ontucht. Die zaak heeft onze lezers weten het uit de Brieven uit de Hofstad in ons blad de aandacht van eene vroegere en van de tegen woordige regeering getrokkenin de tweede kamer is zij ter sprake gebracht. De minister Du Tour zal ook nu pogingen in 't werk stellen om de medewerking der regeeringen van andere landen te verkrjjgen, teneinde onderling aan zulke schandalen een einde te maken. Toch gaat de regeling van zulke zaken niet spoedig; toch gebeurt het vaak dat door andere bezigheden de aandacht van zulk eene belangrjjke quaestie wordt afgeleidtoch is het mogeljjk dat, waar de eerste indruk, door de Londenscne schan dalen teweeggebracht, voorbjj is, de belangstelling verflauwt. Elke aandrang, die langs wettigen weg kan uitge oefend worden om de oogen op deze wonde plek onzer maatschappij gevestigd te houden, verdient aanbeveling en ondersteuning. Wanneer dan de volgende week bij verschil lende boekbandelaars in onze gemeente een adres ter teekening zal liggen aan onze tweede kamer, waarin haar door het Nederlandsche vrouwenbond lot verhooging van het zedelijk beioustzijn verzocht wordt om middelen te helpen beramen tegen dien gru- weljjken, ongeoorloofden handel, dan hopen wij dat alle Nederlandsche vrouwen aan de roepstem van het bestuur van dat bond znllen voldoen en het adres zullen medeteekenen. Juist der vrouwen taak is het om in deze haar stem te doen hooren; de tweede kamer zal naar die stem zeker luisteren en de minister Du Tour zal eene aansporing en steun te meer daarin vinden om zjjn vroeger gemeld plan te volvoeren. Daar ligt nog een veld braak, waarop met vrucht kan worden gearbeid; en wij kunnen ons niet voorstellen dat een vrouw zal willen achterwege bljjven om een enkel zaadkorreltje te helpen strooien dat levenwekkend en zegenverspreidend kan worden. Het pogen van het bond verdient aller sympathie, al ware het alleen omdat het bljjk geeft van warme liefde en toewjjding voor het geluk van tal van meisjes, dat op zoo schandeljjke wjjze vaak wordt verwoest. niet tegen den zin zjjner ouders, ondanks spot en hoon zjjner kameraden, Brigitta tot zijne geliefde uitverkoren had, als niet juist in dien tjjd haar moeder gestorven en zjj vertrokken wareHjj deed haar nog een heel eind uitgeleide en zou haar misschien ook gezegd hebben hoe lief hjj haar had en dat hjj geen grooter geluk op de wereld kende dan haar eenmaal zjjn vrouwtje te mogen noemen, maar zjj was dien dag zoo somber en droevig gestemd, dat de goedhartige jongen den moed niet had gehad om te spreken van hetgeen hem zoo geheel vervulde. Maar bjj het afscheidnemen moest zjj het hem wel aangezien hebben dat hjj nog iets heel bjjzonders op bet hart had. Gedurende de zomermaanden had hjj er ernstig over gedacht om haar in Landskrona te gaan opzoeken maar een onverklaarbare schroom weerhield den anders zoo dapperen, vastberaden Paul; hjj vreesde wellicht dat zjjn aanblik haar in de stad minder welkom zou zjjn de roep die van haar trots uitging was dus op hem ook niet zonder indruk gebleven. Maar nu was zjj weder terug en dit was een bewjjs, dat zjj naar haar geboorteplaats verlangd had. Of zjj ook wel eens aan hem gedacht had Zjjn hart klopte onstuimig en de lucht in het enge vertrek dreigde hem te doen stikken. Nu stond hjj buiten, met den helderen sterren hemel boven zich. Een scherpe noordwestenwind zweepte bulderend de bruisende, schuimende golven tegen de rotsen aan zjjne voeten, maar Paul stoorde aich niet aan storm ot regen -r bad Moge het daarom het bond niet aan mede werking ontbreken Het Dagblad meldt dat aan het departement van financien een nieuwe wet op het personeel in bewerking is. Ook schijnt eene wjjziging van de patentwet in overweging te zjjn, waarbjj o. a. de binnenlandsche scheepvaart gebaat zou worden. In de gisteren in de Prins van Oranje te Goes gehouden vergadering van ingelanden der »breede watering bewesten Yerseke", werd de rekening over het dienstjaar 1884/5 vastgesteld in ontvang op 152.547.98, en uitgaaf op 135.529.58, dus slui tende met een goed slot van.17018.40. Vervolgens werden uitgeloot; Van de leening yan ƒ96,000, 3 obligatiën a ƒ500: no" 41, 171 en 179 van de leening van 200,000, 2 obliga tiën a 1000, no® 82 en 103van de leening van 25,000, 3 obligatiën a ƒ500, no" 5, 10 en 19van de leening van 60,000 1 obligatie a ƒ1000 n° 59. Een voorstel van den heer Delpaire tot aankoop van een perceel grond, gemeente Yerseke, sectie B n° 159, werd, na vaststelling van een minimum prijs, gesteld in handen van het polderbestuur ter afdoening. GGt In een artikel met het opschrift„Een borrel- quaestie" stelt De Tijd tegenover een becjjfering van de Volksvriend waarvan de uitkomst was, dat in de zeven eerste maanden van 1885 het Nederlandsche volk vier en vjjttig millioen zes honderd twaalf duizend borrels jenever (wel te verstaan veraccijnsdeu jenever) minder had ge dronken dan gedurende de zeven eerste maanden van 1884 andere becjjteringen en zjj komt tot de slotbom, dat sedert de invoering van de drank wet het verbruik van gedistiLleerd nog vrjj aan- zienljjk toegenomen is. In 1882 bedroeg de hoe veelheid veraccjjnsd gedistilleerd 387.842 hectoliter; in 1883 396.694 hectoliter; in 1884 iets minder, nameljjk 394.624, en op grond der gewone bere kening, dat de opbrengst gedurende de zes laatste maanden twee millioen meer geeft aan accjjns dan de eerste helft van het jaar, kan men hot verbruik voor 1885 zonder overdrjjving stellen op 400.000 hectoliter. De som, die jaarljjks aan sterken drank door ons volk wordt uitgegeven, neemt dus toe in veel grooter verhouding dan het quantum gedistilleerd, waarover de accjjns wordt betaalddaarenboven bljjit nog buiten rekening de Bterke drank, die langs de grenzen wordt binnengesmokkeld en zelfs zjjn weg vindt tot Amsterdam, ,getuige de aan- zieuljjke hoeveelheid spiritus, daar ter stede onlangs in petroleumfust frauduleus ingevoerd en door de ambtenaren in beslag genomen. Het is er verre af, zegt De Tijd ten slotte, dat wjj ons in de toeneming van het jeneververbruik zouden verheugen. Het kwam ons echter van belang voor, het zeer overdrevene aan te toonen der voorstellingen, die van de uitwerking der den zonnesehjjn in het hart. Zjjn oog was geves-* tigd op het laatste hutje van de rei en hjj meendé er nog een lichtje te zien flikkeren. Hjj wilde niet de inspraak van zjjn hart volgen, die heni noopte om op dat schjjnsel af te gaanmaar wat vermocht zjjn wil tegenover het vurig verlangen om misschien nog éen blik op haar lief gelaat të werpen? Onwillekeurig richttte hjj zjjne schreden naar haar Woning en eer hjj tot het rechte besef gekomen was van hetgeen hjj eigenljjk ging doen, stapte hjj reeds flink door. Binnen tien minuten had hjj het huisje bereikt en zag dat hjj zich vergist had, het lag in diepe duisternis voor hem. Zjjn hart klopte zoo hevig en angstig hjj voelde zich zoo beklemd dat hjj meende het veiligst te doen met om te keeren, doch een onweerstaanbare macht hield hem tegen. Het bewustzjjn van zoo nabjj Brigitta te zjjn, had reeds iets bedwelmends en hjj luisterde met inge houden adem of niet eenig gedruisch, eenige beweging haar tegenwoordigheid zou verraden. Daar binnen bleef alles stilalleen de wind gier de om het huisje heen en speelde met een losse plank, die af en toe tegen den wand sloeg. Met een zucht besloot Paul om huiswaarts te gaan; doch juist toen hjj zjjn rug naar de deur gekeerd had, vernam b ij in het huisje het huilen van een klein kind. Als door een adder gestoken, deinsde de jonge man achteruit en de nacht was helder genoeg om de doodeljjke bleekheid van zjjn gelaat te doen zien. Met zjin rechterschouder tegen den wajjd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1