N° 201, 128® Xaargan Donderdag 27 Augustus^ Middelburg 26 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per 3/m. franco f 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Gent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Brieven over de Ommerschans. 0j> eene geschikte gelegenheid om zich voorgoed IIDDELBURGSGHE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Boeland, te Kruiningen: F. Van der Peul, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwehhüuzen, en te Ter Neuzen A. Va» der Peul Jz Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Puhlicité étrangère G. L. Daübe en Cie, John F. Jones opvolger. ii. Er is, geloof ik, niét éene plaats in ons vader land, waar men zulk eene gemengde bevolking opeen gehoopt ziet, als in dit gezond lustoord. Dat de nieuwe drankwet een groot contingent levert is ontegenzeggelijk waar, maar even waar is het ook dat zij het meeste bijdraagt tot het gemêleerde der bevolking; van allerlei rang en stand vindt men hier, zoowel den jonkheer, den officier, den docter en den notaris als den geringsten bedelaar toch trett men er aan. Maar dit juist maakt het zoo hoogst moeiljjk die bevolking te besturen. Gevangenen toch kan men ze niet noemen daarvoor hebben zjj zich niet genoeg aan de maatschappij vergrepen, maar ook de naam van verpleegden, waarbij men onwillekeurig denkt aan hospitalen, lief- of weldadigheidsgestichten, is, naar mijne meening, niet gelukkig gekozen. Dat er echter onder die verpleegden om bij hun offieiê'elen naam te blijven vele heldere en knappe koppen zich bevinden, is helaas maar al te waar. Daarvan getuigen ook de sierljjke voorwerpen, die zij in hunnen ledigen tjjd, in stilte en verborgen, met de gebrekkigste materialen en werktuigen vervaardigen, en die men overal bjj de vrije bewoners in en om de Schans kan bewonderen. Ook het parket te Zwolle en het ministerie van justitie in Den Haag zouden u, in den vorm van menigen klachtenbrief, de beste bewijzen kunnen geven van de ontwikkeling dier personen. Deze verpleegden nu, schrander als zij zjjn, weten maar al te goed van hunne vreemdsoortige positie bj verschillende gelegenheden gebruik te maken. Geen hotelhouder van den eersten rang heeft zulke lastige logés, als hier de verpleegden zjjn wanneer er maar iets aan het eten ontbreekt, of aan de zindelijkheid en den toestand van hun onder-, boven- of beddegoed, durven zij tegenover de ambtenaren een toon aanslaan, als een logé in een hotel wanneer de propriètaire hem een flesch Haute Sauterne te veel op de nota berekend heeft. Zeer karakteristiek is 't zeker, dat er onder de verpleegden zjjn, die, in een gaspjjp gevonden en in zulk eenen staat aan de Schans gekomen, dat men ze met geen tang aangeraakt zou hebben, toch binnen enkele dagen zich ten hoogste ver ontwaardigd toonden over een tipje ijzersmit in hun goed, of een naadje of draadje, dat het oog Van de naaister ontsnapt en nog niet her steld was. En dit bjj eene uitrusting van onder kleederen en beddegoed, die menige eerljjke huisvrouw zoude doen watertanden. De arbeid van de verpleegden bestaat hoofdza kelijk in veldarbeid. Toch bevinden er zich ook hier fabrieken, zooals weverpen, mattenvlechterp, stroohufzenfabriek enz., en verder timmermans-, Smids-, koperslagers-, metselaars-, kleermakers- en verwers-werkplaatsen, bleekerjjen enz.; kortom alle mogelijke vakken zjjn bier vertegenwoordigd. Behalve in de fabrieken, wordt in alle werk plaatsen alleen voor de gestichten zeiven, en niet Voor anderen gewerkt. De werkuren zjjn: des winters Van8uur'smor gens tot 4 uren des namiddags, met een tusschen- ruimte van li uur voor rust en eten, n. 1. van half twaalf tot 1 uur des voórmiddags(alzoo hebben de verpleegden in dat deel van het jaar 6i uren arbeid.) Des zomers werken zjj van 6 uren 's morgens tot 6 uren 's avonds, met dezelfde tusschenruimte van li uur voor rust en eten; de arbeidstpd bedraagt dan dus 10£ uur, behalve de uren of half uren die er bovendien voor andere zaken worden afgenomen. Waarlpk, zulk een werktjjd is bespottelijk, ware het niet tevens bedroevend, doch wjj willen de werkzaamheden van een langen zomerdag op den voet volgen, en wel, onpartjjdigheidshalve, bjj den zwaarsten en druksten arbeid, namelpk dien in het veld. 1) 1) Ter nadere toelichting dient, dat van de tot de Ommerschans hehoorende 14 kapitale boerderijen, het kleinste gedeelte is verpacht aan zoogenaamde vrije boeren, die ze, evenals overal de pachters, met eigen personeel en werktuigen voor hunne rekening exploiteeren, en daarvoor, onder de gestelde voorwaarden, hunne pacht- lemraan betalen, Te vpf nur in den morgen nu worden de ver pleegden door dé bel gewekt; zij trekken te 6 uren, na hun ontbijt, het gesticht uit, om ten kwart voor 6 uren of half zeven of later ter plaatse van hunne werkzaamheid aan te komen, al naar mate de landerpen dicht bij of meer verwijderd van de Schans liggen- Laten wjj nu het gunstigst geval aannemen, nl. dat zij te 7 uren allen aan het werk zjjn,na de wandeling moet ook even gerust worden,—en allen flink(?) doorwerken, dan eindigen zjj reeds te elf uren, om precies te half twaalf uur, wanneer de mand wordt opgehaald aan een hoog paalwerk, dat overal in den omtrek kan ge zien worden, en het sein is, dat men weder naar het gesticht kan terugkeeren om te-eten en te rusten, de poort van het gesticht binnen te gaan. Zij hebben dan 4 uren gewerkt. Te éen uur verlaat men weder het gesticht, om, behoudens uitzonderingen, te twee uren opnieuw druk aan het werk te zijn, en dan ten half zes weder te ein digen, teneinde te zes uren bjj het ophalen van de mand, de poort te kunnen binnentreden. Er is dan 3£ uur gewerkt, alzoo over den geheelen dag 7J uur. Nu moet men daarbij niet rekenen, dat er velen zjjn, die 's morgens om kwart voor elven, en 's middags kwart voor vijven, reeds in de onmiddellpke nabpheid van het gesticht naar de begeerde mand uitkijken, evenmin, dat men bjj den minsten regen of het kleinste wolkje, dat onweer aankondigt, zich onmiddellijk verschuilt in de schuren van de koloniale boerderijen om in onderling gesprek of iets anders het verdriet te verzetten, dat men niet met blakenden ijver kan doorwerken. Te half zeven wordt het avondeten gebruikt, en daarna kan men op het binnenplein wandelen, liggen of den tijd, totdat men naar bed gaat, op andere wjjze doorbrengen. Is het nu te verwonderen, dat er jjverigen zijn, die reeds ten half acht hunne vermoeide leden uitstrekken, om in Morpheus armen de vermoeie nissen van den dag te vergeten, en zich tot den volgenden dag 5 uur 's morgens, dus gedurende bjjna negen uren, trachten te verkwikken en te sterken voor den volgenden dag Wat zouden onze boerenjongens van zulk werk wel denken? En dat in de langste en drukste zomerdagen En als men dan dien veldarbeid nog beschouwt, zooals schrijver dezes hiertoe ontelbare malen in de gelegenheid was, dan verwondert men zich niet meer van zoovele vrije boeren hier in de omstreken te hooren, dat zij liever twee flinke boerenknechten dan tien kolonisten (verpleeg den) in hun dienst hebben. Is het dan nog vreemd, dat de Ommerschans den staat zulke enorme sommen kost, en zoo weinig resultaten oplevert? Zjjn dan al die ver pleegden luiaards zal men vragen, Neenwer kelijk niet; dit bewjjzen de dingen die zij in hunnen vrjjeh tjjd in stilte, met het grootste geduld maken, maar zij worden hier tot luiaards gemaakt. Om één voorbeeld Blechts te noemen; de Bpitters, die voor elk vak, dat zij uitgraven, geld verdienen, en dus In zekeren zin op stuk werken, arbeiden vrjj pverig door, en weten wekeljjks een aardig duitje te verdienen, maar bjj de overige zaken, waar, hetzij door slechte reglementen of door slecht toezicht, de verdiensten van den jjverige tegenover den luie weinig variëeren, daar gaat ook bjj de nog ijverige verpleegden de moed zakken. Ook bjj de arbeiders in de fabrieken en werk plaatsen kan men dit opmerken; alleen staan dezen, daar zij in- hunne werkplaatsen meer in de nabpheid en in het gesticht zeiven blijven, onder strenger toezicht. In de weverjjen bijv., waar men ook op het stuk werkt, worden de meeste verdiensten behaald, en arbeidt men bet ijverigst; dit geldt ook voor de smederijen, o.a. bjj het spijkers maken enz. In de andere werkplaatsen, waar het moeielijk valt op stuk te laten werken, en het werkloon weinig tusschen den arbeidzame en den nietsdoener varieert, treft men hetzelfde aan als bjj den ver pleegde-landbouwer; men werkt zoo weinig of liever men rust zooveel men kan» Het is ontegenzeggelijk hoogst moeieljjk hierin verandering te brengen, vooral bjj zulk eene vreemdsoortige bevolking; tot dwangarbeid schjjnt men, volgens de reglementen, niet te kunnen I-Iet grootste gedeelte echter wordt door de kolonie zelve bearbeid, waartoe zoogenaamde zetboeren zijn aan gesteld onder wier toezicht alle arbeid door de ver pleegden wordt verricht, terwjjl tot toezicht daarover alweder verpleegden zijn aangesteld. Dit zijn wel de meest geschikte, maar zjj béhooren toch tot de kameraden. Het geheel staat- natuurlijk ouder de bevelen van den jandbouW'Onderdirecteur. overgaan, en toch zon dit voor velen onder deze onbeschaamde en onverschillige personen meer dan hoogst noodzakelijk zijn. Men zal echter toch verbeteringen moeten invoeren, zocwelin het waar achtig belang der kolonie als der verpleegden zeiven. Hierover evenwel later meer. Des Zondags wordt, na de rustige werkdagen, algemeene rust gehouden; men gaat naar de voor- en namiddag godsdienstoefeningen in de hervormde of roomsch-katholieke kerk, en verder brengt men den dag door, naarmate het weder is, öf al pratende en discussieerende op de uitgestrekte binnenplaats (des zomers Binnenhof) of zich ver makende in de zalen met lectuur, waarvoor een bibliotheek in het gesticht is, of met domino- en damspel eu onderlinge gesprekken. Kaartspel is verboden, maar hiervan wordt toch gebruik gemaakt, misschien wel juist omdat het verboden is. evenals er, niettegenstaande het strengste verbod en ondanks daarop zware straffen zijn gesteld, sterke drank wordt gebruikt, waar voor veel geld wordt betaald. Wanneer men echter met kaartspel of andere verboden spelen bezig is, worden er, tegen eene kleine belooning, aan elke toegangsdeur wachten geplaatstevenzoo ook waarschijnlijk bjj de ramen aan de buitenzijde van het gebouw. Bjj het minste geritsel of de geringste verdachte beweging, waaruit blijkt dat er een beambte in aantocht is, loopt de wachthebbende naar een tafel, slaat er met de vuisten op, en schreeuwt of buldert het uit, evenals iemand die hevige kiespijn krijgt. Op een andere keer begint hij met eene forsche stem een lied uit te galmen, of maakt hij allerlei zonderlinge geluiden. Bij al deze consignes, en ze zjjn ontelbaar, zjjn in één oog wenk de kaarten of verboden voorwerpen ver dwenen, en de binnentredende beambte vindt al de vrienden met het leukste gezicht ter wereld, rustig op hunne armen geleund, zitten praten. Wanneer men in aanmerking neemt, dat er onder de verpleegden vele vertegenwoordigers van het Nederlandsehe en Ned.-Indische leger zijn, zal men waarljjk niet verbaasd zjjn over het vernuft om steeds afwisselende consignes te verzinnen. Zulke kunstjes kennen de soldaten. Al de bijzonderheden en grappen te verhalen die hier voorvallen, is niet mogelijk; dit ligt dan ook volstrekt niet op mjjnen weg en bevordert evenmin het doel dat ik mjj met het schrijven dezer regelen voorstel. Echter nog één staaltje van de onbaatzuchtigheid der verpleegden. Treft men overal in de maatschappjj bankiers of geldschieters aan, ook de Ommerschans mist deze nuttige personen nietalleen behandelt men ze daar op eene zeer origineele manier. Ook in dezen kring vindt men natuurlijk on der de verpleegden zuinige en niet zuinige personen, en onder de eerste categorie nu treft men de bankiers aan. Zjj zijn steeds hoogst zuinig op hunne karig ver diende penningen en behooren misschien ook wel tot de vlij tigs ten, Zjj nu helpen hunne meer royale lotgenooten aan datgene, waarvoor men alles krijgen kan, en, evenals in de groote maat schappjj, worden hun de schoonste beloften gedaan omtrent restitutie. De sommen, die in voorschot wörden verstrekt, zjjn niet groot, maar worden •daarentegen ook geheel zonder onderpand gegeven, De provisie houdt echter geljjken tred met de groote risico van teruggave. Wanneer nu de bankier zoo nu en dan de uit staande posten van verstrekte gelden aan diversen de revue laat passeeren, en hjj bemerkt dat die sommen wat te groot en de debiteurs ook wat te nonchalant worden in het nakomen hunner beloften, dan dringt hjj natuurlijk, als man van orde in zaken, bjj zjjne debiteurs op eenige afbetaling aan. Heeft hij nu het ongeluk zjjne debiteurs niet in de beste luim aan te treffen, dan vindt de onderdirecteur in de aan zjjne woning bevestigde brievenbus eene naamlooze missive, waarin de bankier wordt gesignaleerd, tevens met de aan- wjjzing waar het grootboek zich bevindt. De directie, die dergeljjke hankoperatiën, om overwegende redenen, niet mag toelaten, doet onverwjjld onderzoek, en vindt ook werkelijk het voor debiteurs zoo fatale boek. Daarop vertrekt reeds den volgenden morgen vroeg de bankier (zonder grootboek)niet met de noorderzon, maar naar het noorden (kolonie Veenhuizen). Aldaar overgeplaatst, kan hjj nadenken over het wisselvallige eener bankierszaak, terwjjl zjjne debi teurs hem meestal bjj zijn vertrek juichend een welgemeend vaarwel toeroepen, en sommigen, over het vlakke hunner band blazende, hem nog na- Rchreeuwen: „daar hebt ge de kwitantie ook." De bankier is afgereisd, en door zijn vertrek zijn alle zaken gequiteerd. De directie kan natuurlijk niet anders handelen, maar of daardoor het zedeljjk peil der debiteurs wordt verhoogd, dat is eene andere vraag. Toch is het zeker verwonderlijk dat nog zoo menigeen geld leent, maar het is vaak onbekend heid met eene dergeljjken schelmen-tactiek, die deze of gene er aldus doet inloopen. Naar wij vernemen bestaat bij den heer Lhoste, den bekenden en moedigen luchtreiziger, het plan om Zondag a., des 's namiddags, alhier met een zjjner luchtballons op te stijgen. Yerlof daartoe is hem door den burgemeester gegeven. Mochten er dien dag zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor het onmogelijk zou kunnen zijn het plan te volvoeren, dan geschiedt de opstijging op een anderen dag. De ballon wordt hoogstwaarschjjnljjk gevuld en opgelaten op de werf der firma Yan Leeuwen. De tentoonstelling van bloemen, gekweekt door den arbeidenden stand, zal alhier plaats hebben den 9 en 10 September a. in het Schuttershof. De vereeniging Uit het volkvoor het volk zal weer zorg dragen voor de gebruikeljjke feesteljjk- heden, waaronder ook ditmaal weer een vuurwerk behoort. Heden morgen kwam te Ylissingen per stoom- boot Willem Prins van Oranje van de Zeeland, van Londen aan prins Christiaan van Sleeswij k- Holstein met zjjn zoon prins Albert en zjjne 2 dochters. De hooge reizigers vervolgden hunne reis per aansluitenden trein naar Duitschland. Men schrijft ons uit Vlissingen: Naar wij vernemen is door de Maatschappy tot exploitatie van gronden alhier aan den gemeen teraad ter goedkeuring ingezonden een nieuw plan voor een te bouwen Badhotel op de duinen nabij de stad. Het is voor de gemeente te hopen dat dit plan de goedkeuring van den raad verwerve, opdat wjj althans, tegen het volgend badseizoen, in het be zit mogen komen van dit onmisbaar hotel. In het Dv. N. beklaagt zich, naar aanleiding der jongste standjes te Amsterdam iemand, dat toen hij, ofschoon slechts toeschouwer, door een agent in het politiebureau werd gebracht, van iemand, die achter de deur stond, een sabelhouw op het hoofd ontving, waarvoor hij naar het ziekenhuis moest worden gebracht om verbonden te worden. Dat hjj werd „opgebracht" moge eene vergis sing zjjn, maar daaraan staat iedereen bloot, die zich in een volksoploop waagt. Waarom echter; toen hij eenmaal in het politiebureau was, men hem nog een sabelhouw toebracht, is niet best té verklaren. Het is eene les te meer voor de Amsterdammers; om aan de beweging" ook niet als toeschouwer deel te nemen. Met het stoomschip Zuidholland zal 29 Augus» tus a. s., 's namiddags te 1 uur, eene brievenmaal worden verzonden uit Rotterdam naar Padang en Batavia. Omtrent Atjeh ontvangt het Hbld het volgende schrijven uit Penang van 24 Juli jl. s Onze positie wordt door vriend en vjjand at zeer sterk beschouwd. „Tengkoe-di-Tirou en die personen, welke bjj het voortduren van een voordeeligen smokkelhandel belang hebben en uit twee vaatjes tappen (ons te vriend houden en tevens met den vjjand heulen), en daaruit van beide zjjden belangrjjke voordeelen trekken, zjjn de eenige die het voorstel levendig houden. „Na reeds eenige malen voor deze bentings bloedig het hoofd te hebben gestooten bjj éen der laatste aanvallen sneuvelde een zjjner broe ders schijnt Tenkoe-di-Tirou van dergeljjke gewaagde en warme ondernemingen te hebben afgezien» Hjj wil er zich nu toe bepalen, om, waar dit mogeljjk is, onze soldaatjes, zoo zjj zich in kleine getalen buiten de bentings begeven, onver wachts te overvallen en yan hunne geweren te berooven, en verder te Btelen of te branden waar dit voor de hand komt, om aldus den omtrek onzer vestiging onveilig en het land onrustig te houden. „Zjjne volgelingen behooren tot het schuim der bevolking, het slechtste gehalte van Atjehers, menschen die niets te verliezen hebben. De betere Atjehers, gegoeden en aanzienlijken, zjjn den oorlog al lang evenzeer moede als wjj en wachten slechts

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1