197, aargan Zaterdag 22 Augustus. Middelburg 21 Augustus. Heel of half werk Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent: Advertentiën: 20 Cent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1, iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte «n* MIDDELBURGSCHE OOIRAM. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Boeland, te Kruiningen: F. Van de» Peijl, te Zierikzee: A. C. De Moóu, te TholenW. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van de» Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. „Overigens waren ook leden van oordeel, dat de behandeling der ingediende voorstellen ook dan nuttig zou kunnen zijn, indien art. 194 (der grondwet) ongewijzigd bleef en de tegenstanders der bestaande schoolwetgeving daaraan hunne medewerking onthielden. Al kwam dan geene herziening der grondwet tot stand, toch zou de overweging daarvan tot eene betere verstandhouding der staatkundige richtingen onderling kunnen leiden en bouw stoffen kunnen opleveren voor eene latere herziening, wellicht door eene andere regeering ter hand te nemen." Deze zinsnede lezen wij in het voorloopig verslag over de aanhangige voorstellen tot grondwetsherziening, en zoo daarin niet de meening van vele leden was uitgedrukt, wij zouden niet hierop de aandacht vestigen, omdat wij gevaar loopen met, door eene quaestie te behandelen die den geur der nieuwheid mist en bij vele lezers niet op belangstelling mag rekenen, een ondankbaar werk te ver richten. Er ligt toch waarheid in de bewering, die in hetzelfde verslag te lezen staat en geuit is door sommige leden, dat de poging, welke nu wordt aangewend om eene grondwetsherziening tot stand te brengen, de openbare meeniug volkomen koud laat, maar dit mag geen reden zijn om het pogen te staken en nog minder om, nu wij zoover gevorderd zijn en eene bepaalde opinie op dit punt zich meer en meer gaat vestigen, erover te zwijgen. Om bij ons volk belangstelling te wekken voor politieke vraagstukken, hoe gewichtig ook op zickzelven, het is een hoogst moeilijk werk. Zoolang geen kerk of geloof daarmee gemoeid is, blijft het gros koud en aan de schoolquaestie, aan die eeuwig durende schoolquaestie, zou nooit zulk eene belangstelling zijn te beurt gevallen, wanneer men niet zoo handig geweest ware daarvan eene geloofsquaestie te maken. Daardoor alleen is zij de hoofdvraag van den dag geworden 5 daardoor alleen vormt zij den hoofdschotel van het politiek menu der laatste jaren, maar daardoor ook alleen zijn zoovelen van dit gerecht oververzadigd, en willen zij, met ons, het gaarne van onze tafel voor goed zien verdwenen. Echter niet tot eiken prijs. Maar nu de regeering ons het vooruitzicht van zulk eene oplossing onthield; nu het voor loopig verslag over hare voorstellen, niettegen staande dealgemeene beschouwingen voor het grootste gedeelte over die quaestie loopen, ons geen bepaalde wijziging van art. 194 in het ver- Bchiet geeftnu blijkt het duidelijk dat er van geen enkelen prijs quaestie, van geen overleg sprake is geweest en nog zal zijn. En dat is eene teleurstelling. Want grooter schrikbeeld kon ons niet worden voorgespiegeld dan eene vertraging van het groote werkeen uitstel van zulk eene herziening tot... ja tot welken tijd valt niet te zeggen. Er ligt wel iets treffends in die zinspeling <op eene betere verstandhouding tusschen de staatkundige richtingen, door de voorbereiding tot zulk een werk verkregen; maar die ver standhouding zal eeu utopie blijven zoo lang het voornaamste struikelblok niet is wegge nomen. En bovendien, de omstandigheden zijn tegen woordig er niet naar om noodeloos werk te doen. Zoo veel blijft er op parlementair gebied rustenhet veld onzer financiën ligt nog braak het grootste deel van het nieuwe zittingjaar zal met de behandeling der verschillende begrootin gen spoedig genoeg voorbij gaan men dient dus te woekeren met den tijd. En daarvaneen groot deel verloren te laten gaan door half werk te yemcbten j aonder eene poging te wagen om het geheel tot stand te brengen, komt ons be denkelijk voor. Het getij is nu gunstig. Aan liberale zijde is een kennelijk streven merkbaar tot toena dering, zonder daarom haar hoofdbeginsel op het gebied van het onderwijs prijs te geven. Dit echter verdient vooral in 'toog te worden gehouden tegenover de pertinente verklaringen der andere partijen: zonder herziening van art. 194 geen grondwetsherziening. De anti-revolutionaire kamerleden geven in hun nota, bij de algemeene beschouwingen gevoegd, geen bepaalde aanwijzing van begin selen die zij inzake onderwijs in de grondwet zouden willen opgenomen zien; dit doen wel hunne katholieke collega's. De heeren Schaep- man c. s. herhalen dat zij als beginselen in de grondwet zouden opgenomen wenschenvrij heid van onderwijs, behoudens toezicht maar buiten beheer van de regeering, vaste regelde openbare school aanvulling van de bijzondere en bij de inrichting van het open baar onderwijs eerbiediging der godsdienstige begrippen neutraliteit alleen daar ver plichtend waar de gemengde school onvermij delijk is. Hoever men dit zou kunnen uitstrekken blijkt wel uit betgeen juist beden een teleurgestelde van '48" in Be Tijd schrijft ïDoch ook de onvermogenden behooren vrjj te bljjven in de keuze der scholen; en de staat zou verkeerd handelen, op zijn kosten armenscholen op te richten, werwaarts zjj bun kind ;ren zouden moeten zenden. Hjj besteedt zjjn geld niet voor het onderhoud der scholen, maar geeft het in evenredigheid van het getal kinderen, die een school bezoeken. Zeer wjjseljjk heeft de jongste Belgische schoolwet dit punt geregeld in haar 36 artikel ,Le conseil communalaprès avoir entendu le bureau de bienfa isance, dresse, chaque annee, la liste des enfants pauvres, admis a recevoir Vinstruction gratuite et determine la retribution par élève due, de ce chef, aux instituteurs de ces écolesT Belgie ons voorgehouden als exempel, Het is niet aanlokkend; maar de bedoeling is duidelijk genoeg; zelfs die minvermogenden moeten met staatsgeld behouden blijven voor de kerk. Deze moet haar invloed op hen kunnen blijven uitoefenen de staat zou alleen toezicht mogen houden, maar over het beheer van zulke scholen, waar wie weet hoevele leerlingen gaan voor wie de staat betaalt, niets te zeggen hebben. Aan een oplossing van de schoolquaestie in dien geest zouden wij niet gaarne mee werken; niet omdat wij den armen het recht zouden willen ontzeggen een eigen keuze te doen op dat gebied, voor zooveel dit slechts mogelijk is theorie en praktijk gaan hierbij niet gemakkelijk band aan hand maar omdat wjj den staat niet zouden willen laten gebruiken om door de kerk juist op dat recht der armen inbreuk te laten maken. Want hoe vrijheidlievend die tegenstanders der open bare school zich steeds voordoen, er schuilt een adder onder het gi'as. De vrijheid, die zij zoo vurig wenschen, waarvoor zij zoo warm pleiten is wij zouden haast onzen lezers verschooning willen vragen voor zulk eene bekende waarheid bij hen niet zoo boog in eere dat wjj voor geen inbreuk daarop behoeven te vreezen. Er dient dus van liberale zijde wel degelijk toegezien te worden dat men met inschikke lijkheid niet te ver gaaten aan de zijden hunner tegenstanders ernstig overwogen of door te hooge eischen niet alles worde bedorven voor jaren lang. De hooge toon, dien de anti-revolutionaire en katholieke kamerleden in hunue nota's aan slaan, bewijst nog niet hun goed recht noch dat eene schikking onmogelijk is. Steunen zij op hun oogenblikkelijke macht; zij weten ei en goed als wij dat politieke invloed broos en vaak kortstondig is. Daarop laten zij zich dus niet te veel voorstaan. Wij meenen dat zij hun hoogste toppunt hebben bereikten dat bij eene volgende gelegenheid in geen geval vermeerdering, maar hoogst waarschijnlijk ver mindering van hun macht te wachten staat. Op dit oogenblik is echter de groote vraag; 1 van wie zal nu de poging uitgaan om het halve werk af te maken, en de geheele her-. 'iit;,iing te doen slagen t Van de regeering, gelooven wij, kan dit niet geschieden, nadat zij categorisch verklaard heeft geen herziening van art. 194 noodig te achten, evenmin als destijds de grondwetscom missie aan zulk eene herziening groote waarde toekende. Onder de liberale kamerleden zijn er voor zeker verscheidene, dit bleek uit bet voor loopig verslag bij wie de wenseh levendig is om aan den strijd op het gebied van het onderwijs, die zoolang reeds het vaderland verzwakt, een einde te zien gemaakt. Zij verklaarden zich bereid, om tot een wijziging van art. 194 mede te werken, voor zoover dit zonder verloochening van beginselen mogelijk was. Al bleet het openbaar onderwijs in hun oogen eene door een groot deel der natie op prijs geschatte, historische instelling, die in het belang der volksontwikkeling vooreerst onmisbaar was en waaraan zij, niet gezind bet onderwijs weder in den staat van verval te doen geraken, die het ten tijde onzer republiek kenmerkte, nimmer eene schendende hand zouden helpen slaan, toch wilden zij erkennen dat ook aan het bijzonder onderwijs meer vrijheid van beweging moest worden gegund. Maar toch kunnen zij moeilijk het initiatief tot wijziging nemen, zoolang de tegenstanders niet in een bepaald voorstel hun gevoelen hebben blootgelegd. En dat is dè plicht der anti-school wetmannen. Doen zij dit niet, dan laden zij den schijn op zich van de agitatie te willen voortzetten die zoo verderfelijk is voor 's lands belang. Volharden zij bij hun verzet om dat zelf te doen dan is de beste weg dat de drie par tijen uit hun midden eenige personen aan wijzen die onderling overleg plegen en trachten voor art. 194 een redactie te ver krijgen welke zooveel mogelijk aan alle zijden bevredigt. Volledige vervulling der wenschen is niet bereikbaar. En is er, als resultaat van bet overleg, eene formule gevonden, dat men dan de regeering verzoeke die over te nemen. Dit is ten minste een middel om te voorkomen dat wij met half werk blijven zitten. Toen wij dit geschreven hadden lazen wij het Handelsblad van heden. Daarin zien wij een gelijkluidend voorstel als wij deden, terwijl als leiddraad voor zulk een overleg door dit blad wordt aangegeven hetgeen Thorbecke reeds meer dan een halve eeuw geleden, in 1829, heeft geschreven en vóór de grondwetsherziening van 1848 heeft her haald - gelijk dr. Betz in zijn jongste vlug schrift over art. 194 in herinnering heeft gebracht - i Vrijheid van onderwijs7 behoudens toezicht der regeering. Staatszorg voor onderwijs voor zoover daaraan behoefte bestaat. Beide onderwerpen bij de wet te regelen. Zonder ons nog geheel voor die formule te verklaren kan zij toch, dunkt ons, alle basis grooten dienst bewijzen.^ Wij zouden echter willen vragenkan het uitvoerend comité van de Liberale unie in dezen niet meewerken om van liberale zijde omtrent dit punt overeen stemming te verkrijgen Bjj gebrek aan stof is het niet te verwonderen dat in deze dagen menig correspondent en menige redactie slechts een balletje opwerpt om daarmede de kolommen te vullen en de aandacht te trekken. Zoo de Haagsche correspondent der Zaanl. courant. Door den dood van m* Modderman, die tot raadsheer in den hoogen raad was benoemd, maar als zoodanig nog niet was beëedigd, is een vacature ontscaan in genoemd college. Niette genstaande de grondwet uitdrukkelijk voorschrijft dat de benoeming geschieden moet uit een nomi natie van vijf personen, daartoe den koning door de tweede kamer aan te bieden, beweert de cor respondent dat dit nu niet noodig is, omdat de beëedigiug van mr Modderman nog niet had plaats gehad en deze eigenlijk nooit lid is geweest. Z. M, zou, volgens hem, eene nieuwe benoeming kunnen doen uit de vroeger ingediende voordracht, thans natuurlijk slechts uit vier personen be staande. Dit ideetje, dat door allerlei spitsvondigheden wordt verdedigd, houdt de pers bezig. Men staat soms verstomd hoe een verstandig man zulke zonderlinge dingen kan vertellen. Eene benoeming uit een onvoltallige nominatie zou daarom noodig wezen, zegt de correspondent, omdat er eigenlijk geen vacature isde hooge raad heeft n. 1. den heer Modderman nooit in zjjn midden gehad, en kan dus geen kennis geven aan de tweede kamer van diens overlijden. Alsof dit een handeling in strjjd met de grondwet zou wettigenOns dunkt, de zaak is nog al dood eenvoudig. De hooge raad geeft aan de tweede kamer kennis dat de vroeger ontstane vacature, ter vervulling waarvan mr Modderman was benoemd, nog steeds voort duurt tengevolge van diens overladen en dat hjj daarom de kamer verzoekt het college te helpen voltallig maken. Geljjk wij nog in een deel der oplaag van gisteren mededeelden bevat de St. Ct. een konin klijk besluit van den llen Augustus 1885, tot vaststelling van een nieuw bjjzonder reglement van politie voor het Nederlandsch gedeelte van het kanaal van Gent naar Temeuzen. Boven en behalve de vergoeding van 30 pet. is ter inrichting van het lager onderwijs eene sub sidie verleend aan Ellewoutsdjjk van 795, Koe wacht van 1700, Waarde van 960 en WeBt- dorpe van 240. Zondag den 23on Aug., 's avonds te 7 uren, zal weder op het Molenwater eene openbare muziek uitvoering door het muziekkorps der dd. schutterij worden gegeven. Het programma luidtMarsch wals, Haussehild; Ouverture, Adam Fantaisie Tannhauser, Wagner; La Cloche du monaslère, Wely; Festgesang an die Künstler, Mendelssohn; Andante, Haydn; Fan taisie stuk, Laban. Den 1" Nov. 1875 werd, tjjdeljjk in het belaag van den oesterhandel, een rijkstelegraaf kantoor geopend te Yersekendam, met een dageljjkschen dienst yan 9—12 en 27. Des Zondags van 8—9 en van 13. Gedurende de twee maanden Nov. en Dec. behandelde het nog 1074 telegrammen. Hel bleef het volgende jaar gesloten van 1 Juni tot 1 Sept., en had den overigen tjjd 3638 tele grammen. Den 18 September 1877 werd het kantoor, dat tot dusver slechts een gedeelte des jaars, geheel alleen in het belang van den oester- handel, in dienst was, naar Yerseke overgebracht in een nieuw, door de gemeente verstrekt, gebouw. Tevens werd, met 1 October d. a. v., de dienst van post- en telegraaf vereenigd, en bleet het nu als ge woon kantoor voortdurend in dienst. Het telegrafisch verkeer nam geregeld toe, en men behandelde in 1883 reeds 6087 telegrammen. Tot eene goede dienstregeling ten gemakke van het publiek scheen men moeielijk te kunnen geraken, althans in het tienjarig bestaan, werden de uren van opening achtmaal gewjjzigd, tot ten laatste de minister goedgunstig beschikte op een verzoek van vele belanghebbenden, meest allen pachters van oester- banken, en het kantoor doorloopend van 's mor gens 7J tot 's avonds 9 uren werd opengesteld, van 1 Sept. 1884 af, welke diensttjjd tot 1 April aanhoudt; waarna, wegens het stilstaan van den oesterhandel, eene meer beperkte dienstjjd aan vangt. Het belang van dit kantoor bljjkt nog sterkei?{ wanneer men nagaat dat het van de ongeveer 260 rjjkskantoren nr 97 staat, volgens het jongste jaarverslag. Trouwens een onlangs door ons gegeven statistiek deed voldoende uitkomen van welk groot nut dit kantoor is en hoezeer het steeds in werkzaamheid toeneemt. Uit Sint Maartensdijk schrijft men ons: Maakten wjj onlangs melding van eene uit breiding, aan de oestercultuur te dezer plaatse gegeven door de firma Seret en Bolier, thans kunnen wjj berichten, dat ook nog yan andere zjjde pogingen aangewend worden ter verkrijging van een terrein op den vooroeyer yoor den zeedjjk van den Mujjepcdder, ten einde daar een hulp oesterput aan te leggen, waarin de aangeslagen pannen gedurende den winter kunnen bewaard worden. Voor pannenleggers aan deze zjjde der Schelde zou dan gelegenheid bestaan, bjj een dit jaar mogeljjk te geringen prjjs van het afsteeksel, hunne pannen tot het volgende jaar te bewaren. De afslag van bet mosielgaa<f is, soo whrgft i j v

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1