De Kon. Maatschappij De Schelde. 100ste algemeene vergadering van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeenlieden te Amsterdam gehouden. 'fc gekrenkt rechtsgevoel, ook voor de schatkist is de gewenschte verandering enkel profijt. Yeel meer jachtacten zouden worden uitgereiktmet het stroopen zou het zoo goed als gedaan zijn, daar dan niemand de kans zou willen loopen, om voor zulk eene kleinigheid tejworden bekeurd. Het gevaar, dat het wild bjj deze regeling uitgeroeid za\ worden, is niet te duchten. Integendeel, de landgebruiker, die thans de eieren van 't wild vernietigt of de jongen doodt, ten einde niet ge noodzaakt te zjjn het wild op zijne kosten voor anderen te voeden, zal in 't belang van jachtver maak het wild in bescherming nemen, omdat hg de macht bezit, het te kunnen beperken, zoodra het hem schadelijk begint te worden. De acte van 30 voor alle geoorloofde jacht bedrijven bljjve behouden, omdat deze meer als eene weelde-acte beschouwd kan worden. In art. 16 zag de vereeniging gaarne vereen voudiging gebracht, wat betreft de aanvrage om consent. Bg de thans in werking zijnde wet moet die aanvrage geschieden bij den commissaris des konings, waardoor veel tjjd verloren gaat, eer een definitief antwoord kan verkregen worden en alzoo de schade reeds vóór dien tgd is aangericht. Elk landgebruiker weet bg ondervinding, welke groote schade wilde ganzen, houtduiven en wilde eenden kunnen veroorzaken op het weiland, op den graan akker en in velden met koolzaad of erwten bezaaid. Thans mag niemand dat wild buitenden jachttijd dooden dan na bekomen consent. De omslachtige formaliteiten, hiervoor nocdig, maken een gemak kelijker consent-aanvrage, b. v. bij den burge meester, zeer gewenscht. Uit art. 17 zag de vereeniging gaarne geschrapt eenden en plevieren. Volgens de bestaande wet mogen eenden niet anders dan in den jachttijd worden gedood of gevangen, behoudens het recht van consent. Nu is het voor den landbouw zeer gewenscht, dat de wilde eenden te allen tijde mogen vervolgd worden. Wat de plevieren aangaat; ze leven uitsluitend van insecten en andere kleine dieren, welke zjj op den bodem zoeken. Daar zjj met uitzondering van enkele bessen geen ander voedsel gebruiken dan insecten en slakken, kunnen zg onder de nuttige vogels gerangschikt worden. Deze nuttige vogels worden vreeseljjk vervolgd en in de wet onder het wild gerekend, dat straffeloos gedood mag worden. Daarom wensehte de vereeniging de plevieren onder de bescherming der wet gesteld te zien door art. 21 lit. a. „Het is verboden kieviten te schieten of te vangen,1' te veranderen in„Het is verboden kieviten en plevieren te schieten of te vangen." Van art, 25 zag de vereeniging gaarne geschrapt; lit. c, luidende.' „Het is verboden te visschen elders dan in rivieren, stroomen, meren en plassen, wanneer het water met jjs bedekt is, tenzij met toestemming van onzen commissaris in de pro vincie." Na langdurige winterkoude worden de vaarten en grachten met eene dikke jjslaag bedekt, waar door de lucht afgesloten en het water onder de jjskorst stinkend en bedorven wordt. De visch sterft daaronder soms geheel uit. Door openingen in 't jjs te maken, kunnen wel is waar vele vis schen gevangen worden, maar de overige worden dan van een wissen dood gered. Zoo kan de visch beschermd worden door de vangst in den wintertijd toe te laten. Uit het verslag van den directeur, waaraan wij gisteren reeds het een en ander ontleenden, kunnen wjj nog het volgende mededeelen Het aantal tonneninhoud en machinekracht was in 1884 het grootst sedert het bestaan van de maatschappij. Afgeleverd werden 5 nieuwe stoom schepen en verschillende belangrijke stoommachines en stoomketels. Reeds in een vorig verslag werd er melding van gemaakt, dat van de ministeriën van marine of koloniën geene orders waren ingekomen en dat daarop vooreerst zelfs geen uitzicht bestond; dit heeft zich helaas bewaarheid. Van die departe menten bleyen de bestellingen geheel achterwege, op uitzondering na van een paar minder belangrijke en in concurrentie aangenomen werken. De proef met den aanbouw van Cargo steamers voor buitenlandsche rekening viel niet gunstig uit; er moet op betere tjjdsomstandigheden ge wacht worden om daarmede voort te gaan. het afscheid. Eindeljjk rukte zjj zich los. „Hoe jammer dat gjj weg moet," zei mevrouw Smith, toen ze haar uitliet. „Gwendolin en Grizzel hadden toch wel éen nacht alleen kunnen blijven: zjj zouden niet wegloopen en het huis evenmin. Kom morgen ochtend zoo vroeg terug als gjj kunt en zorg dan dat gjj een paar dagen kunt bljjven." Zjj vertrokken door de achterdeurdat was het gemakkelijkste. Schunk zat al in de tilburyhg scheen erge haast te hebben om weg te komen. Mjjnheer Smith hielp Charlotte bjj het instappen en weg reed de advocaat, over het erf, terwjjl een van de herdersknapen het buitenhek open hield. De zon, die in het Westen onderging, scheen hem vlak in het gelaat. „O, ik vergeet mjjn parasol", riep Charlotte, toen zjj vlak voor het hek waren. »Ik moet hem hebben, mjjn blauwe parasol 1" En Schunk hield het paard in met een knorrig gemompel over parasols in het algemeen. „Gjj behoeft er niet uit te gaan, dat houdt maar op. Roep eromZeg SmithZg heeft haar blauwe parasol vergeten". Maar mjjnheer boorde hem niet. Wordt vervolgd.) De reparatiën voor het loodswezen waren be langrijk doch de reparatie tengevolge van avergen in of buiten de haven waren minder dan vroeger. Bjjna alle aangenomen werken leverden geen winst op en de meeste gaven zulke nadeelige resultaten, dat zelfs de onkosten daarop niet konden worden afgeschreven. Hoewel nu de markt der materialen zoo laag staat, dat eene verdere reductie bjjna ondenkbaar is, beginnen de prjjzen in hot buitenland weder iets beter te worden en laat het zich thans aanzien, dat spoedig werk tegen betere prjjzen aan de wereldmarkt zal komen. Is het voor heeren aandeelhouders niet bemoe digend om ook over het afgeloopen jaar op zulk een nadeelig resultaat te moeten wjjzen, éen troost zij het dan ook een zeer schrale is het, dat deze maatschappij deelt in hetzelfde lot van de meeste, de directeur zou bjjna durven zeggen, van ongeveer alle haar zustermaatschappijen. Is de scheepvaartbeweging iu de havens niet dermate toegenomen, als de directie meende te moeten verwachten, de exploitatie der havenwerken was in elk geval f 4000 voordeeliger dan het jaar te voren. Met de AD lot Expl. van Ss. bljjft de verhouding helaas in status quo. Wat de financieele positie der maatschappij be treft, zal het geen verwondering wekken, dat die niet rooskleurig kan genoemd worden. Het verlies in twee jaren van ruim 1/3 van het aandeelen-kapitaal, 231,749.524, heeft het geheele bedrijfskapitaal ontbloot en alleen aan den krach- tigen steun van commissarissen en eenige aan deelhouders is het te danken, dat tot nu toe in het bedrjjfkapitaal is kunnen worden voorzien.- De heer mr H. P. G. Quack, buitengewoon hoog leeraar in de staathuishoudkunde aan de universiteit van Amsterdam, opent de vergadering met eene rede, zoo schoon van vorm en stijl en om zjjn inhoud zoo belangrjjk, dat de poging om er een drageljjk uittreksel van te maken hoogst be denkelijk mag heeten. Plaatsgebrek dwingt ons echter ons te bepalen tot zulk eene bekorting. Spreker verklaarde iets op het hart te hebben over de roeping en de taak der maatschappij bg het begin van den tweeden eeuwkring, dien zjj is ingetreden. Hg wensehte de aandacht te be palen bjj de sociale gedachte, die in de Btichting der Nieuwenhuizens ligt opgesloten, en die zjj voortdurend moet verwerkeljjken, zoolang er levenskracht in de maatschappij is. In het leven, werken en streven der menschen zjjn twee sferen waar te nemen de individueele Bfeer steunend op eigen belang en op de rustelooze zucht om eigen positie te veroveren of te verbe teren en de sociale sfeer, waarin op den voorgrond staat, dat het leven op aarde een samenwerken is, waarin het begrip gemeenschapszin zjjn kracht ontwikkelt. Toen nu op het einde der achttiende eeuw in Europa allerlei maatschappelijke groe- peeringsvormen, die hun dienst hadden gedaan, verbroken werden, b. v. de gildentoen door velerlei uitvindingen als van Watt en Arkwright (stoomspinnerij) een strekking van isolement voor den werkman was ontstaan; toen ontplooide de maatschappij haar vaandel. Tegenover een beschouwing, waarvan het egoisme dè drjjfveer en anarchie het gevaar was, wees zg op het goed recht van het sociaal gezichtspunt. Het familiewezen, het huisgezin toonde immers aan, dat de menschheid nog door andere drjjfveeren zich liet leiden dan door eigen belang, door die nl. verwant aan zelfverloochening, zelfopoffering en gemeenschapszin; bv. in oorlogstijd zwicht het egoisme en treedt te midden van gevaar de zelf opoffering te voorschjjn- Die toch" moest gekweekt worden en naar die sociale ideën wees de maat schappij. Zjj leerde dat er een algemeene band bestaat tusschen alle leden van het volk, dat al de deelen van een volk voor elkander verant woordelijk zjjn. Men moet zich werkzaam lid der groote gemeenschap gevoelen en als zoodanig handelen. Het doel op aarde mag niet zjjn een welbegrepen egoisme. Wie uitsluitend zgn eigen leven zoekt, zal het verliezenwie het durft ver liezen, zal winnen, geljjk het kapitaal en het productie-proces wordt vernietigd, om later des te meer rente op te brengen. Die sociale ideën, goed begrepen, moesten nu op het geheelo leven der menschen haar uitwerking hebben. Het beginsel van het leven voor anderen moet versterkt worden. Tegenover de halfheid der menscheljjke hartstochten en inzichten het complete, het volle, het geheele leven stellen. Zoo ongeveer sprak de maatschappij en om goed te. doen gevoelen wat zg wilde, schreef zjj in haar vlag de woordenlot nut van k algemeen. Het uitgangspunt was(de eigen woorden der stukken) »het teeder medeljjden over den staat des gemeenen mans in het vaderland." Het geheele V iderland was éen gemeenschap, en wanneer een lid kwjjnde, was de gansche gemeenschap ongezond. De beginselen, waarop men den arbeid voor 't geheel vestigde, de motieven waarvan men uitging waren dienende liefde en zelfverloochening. Aldus was de oude Nieuwenhuia. Ofschoon streng en stroef van geloof, stjjf en benepen yan vormen, beredeneerd en houterig van stjjl, toch droeg bjj het warmste hart voor zgn medemensch, en maakte de daad, waartoe hjj zich aangordde, duurzaam. Door het sparen gemakkeljjk te maken zou men armoede trachten te werenoveral zou men onderwjjs bieden en dat onderwjjs op alle wjjzen ontwikkelds: Verder zou men betoogen dat wezenlijke vooruit gang alleen denkbaar is bjj eenvoud van zeden, bjj soberen, ingetogen, nederigen, bescheiden, nauwgezetten en zachtmoedigen levenswandel Allerlei middelen konden worden aangewend, doch het gold de geheele samenleving niet de enkele deelen. Het nut van het algemeen bleef de brcede taak. De methode, die men aanwendde, was eigenaardig Hollandsch. Niet met schokken en schudden, maar bedachtzaam en verstandig. Van dweepzucht geen zweem. Men had geduld. Zjj, die gelooven, haasten niet. Stil en rustig arbeidde men zonder ophef of bazuingeschal. Maar de wezenlijke kracht zit niet in het geraas van al die winden, die van alle kanten zonder eenheid komen aanwaaien. De vooruitgang der samen leving gaat kalm in zgn werk. In stilte, omhuld en onbespied, wassen de nieuwe kiemen in de menscheljjke maatschappjj. Eerst als zjj zekeren groei hebben verkregen, gaan de publieke opinie en de humbug er zich mede bezighouden; schjjn- en overbeschaving zgn hier meestal het spoor bjjster. Het waren de visschers, de vrouwen en de arme lieden, die het eerst en dadelgk de reinheid en verhevenheid begrepen van de woorden van het Christendom Aan de sociale gedachte, die de grondslag uit maakt van de Maalschappy tot Nut van 't Algemeen, moet bjj dit eeuwfeest sterker dan ooit vastge houden worden. Ons volk heeft het meer noodig dan ooit. De verdeeldheid wordt, de tweestrjjd ontbrandt telkens heftiger. Krakeelen van allerlei aard houden ons bezig. Het dierljjk instinct en de ruwe kracht schjjnen bjj de menschen ontketend. Misschien zjjn deze teekenen des tjjds slechts de opborrelingen, het schuim van een stroom, die in de verte ontzettend komt aanzwellen. Wjj be doelen, zegt spr., de geweldige beweging, die Europa thans beroert en ontroert: de vaart en de vooruitgang der democratie. Reeds is het alge meen stemrecht meester in Frankrijk en Duitsch- land, in Engeland bjjna een voldongen feit, en ons land zal wel volgen. Aan de demoeratie wil zjj gezond kunnen arbeiden moeten kennis en karakter toebedeeld worden, en in beide opzichten kan de Mu t. N. v. A. de grootste diensten bewjjzen. Ziedaar onze taak. De democratie moet in kennis vooruitgaan, door onderwjjs, doch op eiken trap der jeugd, totdat de jongeman of jonge vrouw zelf den werkkring des levens opvat. De behoefte groeit met den waschdora der democratie. Bewaarscholen, am bachtsscholen, teekenscholen, alle moeten den jongeling ten dienste staan. Wekken wjj slechts op, wat ingeslapen was. In vroeger tijd deden wjj^ Nederlanders, ons dageljjksch werk zoo goed, Utrechtsche trijp, Friesch smeed- en drijfwerk, Delftsch aardewerk, Hollandsche eiken kasten, Goudsch glasschilderwerk zgn gangbare namen door geheel Europa. Wel is in de laatste jaren door ons een stoot gegeven om ons jonge geslacht in de richting van de kunstnjjverheid te brengen. Maar ook dit is slechts een fragment van het geheel. Onze lagere klasse moet een volk worden van zelfstandige mannen. Zjj moeten meer weten dan lezen en schrjjven. Indien sleur en slender bjj ieder werkman wjjkt voor doorzicht en mees terschap in eigen vak, dan is onze democratie gezond. Arbeidsloon kan dan weder synoniem worden met arbeidsvrucht. De democratie ontgaat haar gevaarljjkste klip, wanneer er positieve kennis in de lagere standen wordt gevonden. Maar behalve kennis heeft de democratie noodig karakter. Want het wezen der democratie is geljjkheid voor allen en van zelf leidt dat begrip van geljjkheid tot jaloerschheid en tot al de slechte hoedanigheden daarmede verbonden. Die jaloersch heid moet worden bestreden, en dit kan de Maatschappij tot nut van 'f algemeen bevorderen; zjj toch kwam voort uit de gezeten burgerjj, en haar eerste gevoel was mededoogen voor den toestand van den gemeenen man. Hier geschiedde dus dadelgk geheel het omgekeerde van wat men in naburige landen beeft zien gebeuren. De kwetsende uitdrukking van elders la bourgoisie satisfaite heeft onze burgerij niet verdiend. Wel moet met smart erkend worden, dat het Nut in de laatste 25 jaren de teekenen der tjjden in dat opzicht niet altjjd heeft begrepen, dat het de arbeidersbeweging buiten zgn sfeer en buiten zjjn inwerking heeft gelaten maar juist hier is terrein te herwinnen en kleur te bekennen. De bemoeiing met het pensioenfonds van werklieden wjjst trou wens, welken weg men op moet gaan. Maar het is slechts een begin. Breed moet de roeping worden opgevat. Op de zeden en gewoonten van het volk moet worden ingewerkt. Niet de bezit tingen, maar de hartstochten en begeerten moeten worden genivelleerd. Men moet aan de democratie moraal en moraliteit geven, of die bjj haar ver sterken. Men moet nl. begrippen van voorzorg, beleid, en waardigheid onder de lagere klassen weten te brengen. Vroeger werd dat reeds treffe- ljjk voor een deel door de spaarbanken gedaan. Doch waar zgn de verzekeringen tegen ongelukken» tegen invaliditeit Heeft het Nut in het coöperatie wezen wel eens ingegrepen Heeft het voor arbeiderswoningen, voor kwesties van normalen-arbeidsdag en arbei dersrechtbanken hart gehad Vestigt het genoeg de aandacht op participatie in winsten van onder nemingen ook door de arbeiders Heeft het 't probleem der vroege huweljjken, met al den nasleep van gevolgen voor den arbeidersstand, besproken en toegelicht Er is een ruim terrein om te arbeiden. Aan opvoeding tot zelfregeering moet gearbeid. Zelf uitgaande van het sociaal beginsel dat het leven hier op aarde een leven voor anderen is, kan de maatschappjj dit denk beeld ook aan de arbeidende standen helder maken, en de democratie der toekomst de klippen doen vermjjden, waarop thans b. v. de Fransche democratie telkens dreigt te stranden. Dan zou onze democratie begrjjpen, dat zonder karaktervor ming ook door haar weinig kan worden tot stand gebracht. Zjj zoude haar twee grootste fouten wellicht ontgaan: haar haast om vruchten te plukken voor zjj rijp zjjn, en haar zwakheid voor algemeene, vagenquasi eenvoudige stellingen en gegevens. Beide fouten hangen samen met gemis aan zelfbeperking, aan zelfverloochening, aan zelfregeering. Op karakter komt het bjj de democratie aan en het Nut is er op aangelegd om bier een goed voorbeeld te geven. Wanneer de M». tot Nut van 'l Algemeen in dien geest werk zaam is, dat zg kennis en karakter bjj het volk moet bevorderen, dan werkt zjj de sociale gedachte uit, die de grondslag van haar wezen is. Daarin ligt echter nog meer opgesloten. Niet alleen moet men de sociale kwalen onder de oogen zien, ook tot haar genezing moet worden medegewerkt. Ook alles wat de armenverzorging betreft behoort hiertoe. Voor de naaste toekomst moet wellicht nog meer op de sociale behoeften dan op de sociale kwalen en nooden gelet worden. Tegenover het atomistisch individualistisch stre ven, ontplooien wjj nog altjjd het golvend vaandel, waarop het woord gemeenschapsgevoel ons toe wenkt. Gemeenschap, samenwerking moet er zgn geen wezenljjke genieting is denkbaar, wanneer zjj niet gemeenschappeljjk wordt genoten. Alleen die arbeid draagt waarachtige vruchten, die gemeenschappeljjk wordt verricht. Door zoo te arbeiden werken wg in waarheid aan het werk der menschheid. Doen wjj dat in eenvoud, nede righeid en ootmoed, dan zal er zegen op het werk rusten. Wjj zullen dan leven weten mede te deelen ook in den eeuwkring, dien wjj thans aan vangen. Onze woorden zullen iets meer beteekenen dan het geritsel van door de wind opgejaagde dorre bladeren. Het hart in het Nederlandsche volk zal ons begrjjpen en voor ons kloppen. Een storm van toejuichingen brak op deze Hchoone rede los. Toen die eindelgk tot bedaren was gebracht, werd het jaarverslag uitgebracht. Aan dat verslag is het volgende ontleendDit jaar zjjn de departementen Axel, Oude Niedorp en Stevensweert ontbonden, waar tegenover staat dat te Biervliet, Boornbergum, Heer Hugewaard, Ruurlo en Vrootnshoop nieuwe vertakkingen der M" werden gevestigd. Het getal departementen groeide daar door tot 343 aan, die met 8 algemeene, 418 eereleden totaal 17504 leden tellen, zoodat dit cjjfer ook ietwat is toegenomen. Met het oog op de aanhangige wetsverandering, bjj aanneming waarvan een geb(Sel nieuw hoofd* bestuur moet gekozen worden, zgn de opengevallen plaatsen in het hoofdbestuur, door het vertrek der heeren A. Moens en H. de Veer en wegens peri odieke aftreding van dr H. F. R. Hubrecht, niet aangevuld. Ofschoon de algemeene vergadering van 1884 machtiging verleende over 16.700 van het kapitaal der M" te beschikkenis daarvan slechts voor 8000 gebruik gemaakt, voornameljjk voor de viering van het eeuwfeest. Daarenboven is 3400 besteed voor aankoop van 5000 2j inschrjjving grootboek, als bjjdragein het waarborg fonds van het Ned. werkliedenfonds, waarvan de rente voor de bljjftzoolang niet over d e hoofdsom is beschikt. Met meer dan gewone belangstelling ziet het hoofdbestuur de beslissing tegemoet over het voorstel-Njjmegen om terug te komen op het besluit van 1883 tot het bouwen van een kweek school voor bewaarschoolhouderessen te Utrecht. Dank wordt gebracht aan de commissie tot voorbereiding der algemeeene wetsherziening voor de verdienstelijke zorg, waarmede zjj zich van deh haar opgelegden plicht heeft gekweten. Het waren de departementen 's Gravenhage mr. L.G.Greeve, Groningen H. J. Steghgers, Arnhem mr. De Meyier, Breda mr. Van Emden, Zierikzee J. H. C. Hejjse, Wolvega mr. Sickenga met de hoofdbestuurders Bohringer, Quack, Moltzer en de algemeene secretaris. De besluiten der vorige algemeene vergadering werden slechts ten deele uitgevoerd. Het depart. Monnikendam voldeed niet aan de voorwaarde, gesteld om het toegestane subsidie voor de reor ganisatie zjjner bewaarschool te kunnen erlangen. Aan het schoolfonds voor schipperskinderen in Friesland en aan een dergeljjke vereeniging in Overjjssel en Drente werd ieder 250 verstrekt. Voor de oprichting van bewaarscholen werden aan de departementen Akkrum en Mjjdrecht elk ƒ1000 subsidie verstrekt, 260 voor reorganisatie vanjgymnastiek-onderwjjste Woerdenen aan Wamel 200 voor volksvoorlezingen. Aan 26 departe menten werd gezamenljjk 570 voor volksbiblio theken uitgegeven, terwjjl op bestelling voor 2§ ct. per ex. aan 89 departementen een vjjftal kleine geschriften geleverd zgn tot een bedrag van 16.294 ex. Bg een nieuwe oproeping voor de 4 van de 10 nog beschikbare beurzen van 300 's jaars, door de Mf uitgeloofd voor minvermogende leerlingen aan de rjjksschool voor kunst-ngverheid, werd aan 3 de toelage verleend, nl. aan A. van Buschboek, graveur te Amsterdam, P. Kalemink en W. Zwier, decoratieschilders te Amsterdam ten Amersfoort. Zjj,die toelage hadden, nl. 6, bleven in 't bezit, terwjjl voor de 10' beurs nog een oproeping is gedaan. Eervolle vermeldingen voor bjjzondere plichts betrachting werden ten getale van 24 toegekend, op voordracht van de departementen Alkmaar (3), Amersfoort, Arnhem, Beverwjjk, Breda (2), Does burg, Haarlem (8), Hasselt, Helder, Hellevoetsluis, Hillegom, Hoorn, Kampen en Meppel. Deze be moeiing der Ma zal ook bjj de wetsherziening ter sprake komen. Hierna werd het verslag der financieele commissie uitgebracht en het kiescollege, bedoeld in art. 41 der wet, samengesteld. Overeenkomstig eerstgenoemd keurde de ver gadering de rekening en verantwoording over 1884—1885 goed, in ontvang op 44.842 en in uitgaaf op 44.763. De begrooting voor 1885—1886 werd vastge steld in ontvang en uitgaaf op 43,116.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 2