De Kon. Maatschappij De Schelde.
100ste algemeene vergadering van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeenlieden
te Amsterdam gehouden.
'fc gekrenkt rechtsgevoel, ook voor de schatkist is
de gewenschte verandering enkel profijt. Yeel
meer jachtacten zouden worden uitgereiktmet
het stroopen zou het zoo goed als gedaan zijn,
daar dan niemand de kans zou willen loopen, om
voor zulk eene kleinigheid tejworden bekeurd. Het
gevaar, dat het wild bjj deze regeling uitgeroeid
za\ worden, is niet te duchten. Integendeel, de
landgebruiker, die thans de eieren van 't wild
vernietigt of de jongen doodt, ten einde niet ge
noodzaakt te zjjn het wild op zijne kosten voor
anderen te voeden, zal in 't belang van jachtver
maak het wild in bescherming nemen, omdat hg
de macht bezit, het te kunnen beperken, zoodra
het hem schadelijk begint te worden.
De acte van 30 voor alle geoorloofde jacht
bedrijven bljjve behouden, omdat deze meer als
eene weelde-acte beschouwd kan worden.
In art. 16 zag de vereeniging gaarne vereen
voudiging gebracht, wat betreft de aanvrage om
consent. Bg de thans in werking zijnde wet moet
die aanvrage geschieden bij den commissaris des
konings, waardoor veel tjjd verloren gaat, eer een
definitief antwoord kan verkregen worden en alzoo
de schade reeds vóór dien tgd is aangericht. Elk
landgebruiker weet bg ondervinding, welke groote
schade wilde ganzen, houtduiven en wilde eenden
kunnen veroorzaken op het weiland, op den graan
akker en in velden met koolzaad of erwten bezaaid.
Thans mag niemand dat wild buitenden jachttijd
dooden dan na bekomen consent. De omslachtige
formaliteiten, hiervoor nocdig, maken een gemak
kelijker consent-aanvrage, b. v. bij den burge
meester, zeer gewenscht.
Uit art. 17 zag de vereeniging gaarne geschrapt
eenden en plevieren. Volgens de bestaande wet
mogen eenden niet anders dan in den jachttijd
worden gedood of gevangen, behoudens het recht
van consent. Nu is het voor den landbouw zeer
gewenscht, dat de wilde eenden te allen tijde
mogen vervolgd worden. Wat de plevieren aangaat;
ze leven uitsluitend van insecten en andere kleine
dieren, welke zjj op den bodem zoeken. Daar zjj
met uitzondering van enkele bessen geen
ander voedsel gebruiken dan insecten en slakken,
kunnen zg onder de nuttige vogels gerangschikt
worden. Deze nuttige vogels worden vreeseljjk
vervolgd en in de wet onder het wild gerekend,
dat straffeloos gedood mag worden. Daarom
wensehte de vereeniging de plevieren onder de
bescherming der wet gesteld te zien door art. 21
lit. a. „Het is verboden kieviten te schieten of te
vangen,1' te veranderen in„Het is verboden
kieviten en plevieren te schieten of te vangen."
Van art, 25 zag de vereeniging gaarne geschrapt;
lit. c, luidende.' „Het is verboden te visschen
elders dan in rivieren, stroomen, meren en plassen,
wanneer het water met jjs bedekt is, tenzij met
toestemming van onzen commissaris in de pro
vincie."
Na langdurige winterkoude worden de vaarten
en grachten met eene dikke jjslaag bedekt, waar
door de lucht afgesloten en het water onder de
jjskorst stinkend en bedorven wordt. De visch
sterft daaronder soms geheel uit. Door openingen
in 't jjs te maken, kunnen wel is waar vele vis
schen gevangen worden, maar de overige worden
dan van een wissen dood gered.
Zoo kan de visch beschermd worden door de
vangst in den wintertijd toe te laten.
Uit het verslag van den directeur, waaraan wij
gisteren reeds het een en ander ontleenden, kunnen
wjj nog het volgende mededeelen
Het aantal tonneninhoud en machinekracht was
in 1884 het grootst sedert het bestaan van de
maatschappij. Afgeleverd werden 5 nieuwe stoom
schepen en verschillende belangrijke stoommachines
en stoomketels.
Reeds in een vorig verslag werd er melding van
gemaakt, dat van de ministeriën van marine of
koloniën geene orders waren ingekomen en dat
daarop vooreerst zelfs geen uitzicht bestond; dit
heeft zich helaas bewaarheid. Van die departe
menten bleyen de bestellingen geheel achterwege,
op uitzondering na van een paar minder belangrijke
en in concurrentie aangenomen werken.
De proef met den aanbouw van Cargo steamers
voor buitenlandsche rekening viel niet gunstig
uit; er moet op betere tjjdsomstandigheden ge
wacht worden om daarmede voort te gaan.
het afscheid. Eindeljjk rukte zjj zich los.
„Hoe jammer dat gjj weg moet," zei mevrouw
Smith, toen ze haar uitliet. „Gwendolin en Grizzel
hadden toch wel éen nacht alleen kunnen blijven:
zjj zouden niet wegloopen en het huis evenmin.
Kom morgen ochtend zoo vroeg terug als gjj
kunt en zorg dan dat gjj een paar dagen kunt
bljjven."
Zjj vertrokken door de achterdeurdat was het
gemakkelijkste. Schunk zat al in de tilburyhg
scheen erge haast te hebben om weg te komen.
Mjjnheer Smith hielp Charlotte bjj het instappen
en weg reed de advocaat, over het erf, terwjjl
een van de herdersknapen het buitenhek open
hield. De zon, die in het Westen onderging,
scheen hem vlak in het gelaat.
„O, ik vergeet mjjn parasol", riep Charlotte,
toen zjj vlak voor het hek waren. »Ik moet hem
hebben, mjjn blauwe parasol 1" En Schunk hield
het paard in met een knorrig gemompel over
parasols in het algemeen.
„Gjj behoeft er niet uit te gaan, dat houdt
maar op. Roep eromZeg SmithZg heeft
haar blauwe parasol vergeten". Maar mjjnheer
boorde hem niet.
Wordt vervolgd.)
De reparatiën voor het loodswezen waren be
langrijk doch de reparatie tengevolge van avergen
in of buiten de haven waren minder dan vroeger.
Bjjna alle aangenomen werken leverden geen
winst op en de meeste gaven zulke nadeelige
resultaten, dat zelfs de onkosten daarop niet
konden worden afgeschreven. Hoewel nu de markt
der materialen zoo laag staat, dat eene verdere
reductie bjjna ondenkbaar is, beginnen de prjjzen
in hot buitenland weder iets beter te worden en
laat het zich thans aanzien, dat spoedig werk
tegen betere prjjzen aan de wereldmarkt zal komen.
Is het voor heeren aandeelhouders niet bemoe
digend om ook over het afgeloopen jaar op zulk
een nadeelig resultaat te moeten wjjzen, éen troost
zij het dan ook een zeer schrale is het, dat
deze maatschappij deelt in hetzelfde lot van de
meeste, de directeur zou bjjna durven zeggen,
van ongeveer alle haar zustermaatschappijen.
Is de scheepvaartbeweging iu de havens niet
dermate toegenomen, als de directie meende te
moeten verwachten, de exploitatie der havenwerken
was in elk geval f 4000 voordeeliger dan het
jaar te voren.
Met de AD lot Expl. van Ss. bljjft de verhouding
helaas in status quo.
Wat de financieele positie der maatschappij be
treft, zal het geen verwondering wekken, dat die
niet rooskleurig kan genoemd worden.
Het verlies in twee jaren van ruim 1/3 van het
aandeelen-kapitaal, 231,749.524, heeft het geheele
bedrijfskapitaal ontbloot en alleen aan den krach-
tigen steun van commissarissen en eenige aan
deelhouders is het te danken, dat tot nu toe
in het bedrjjfkapitaal is kunnen worden voorzien.-
De heer mr H. P. G. Quack, buitengewoon hoog
leeraar in de staathuishoudkunde aan de universiteit
van Amsterdam, opent de vergadering met eene
rede, zoo schoon van vorm en stijl en om zjjn
inhoud zoo belangrjjk, dat de poging om er een
drageljjk uittreksel van te maken hoogst be
denkelijk mag heeten. Plaatsgebrek dwingt ons
echter ons te bepalen tot zulk eene bekorting.
Spreker verklaarde iets op het hart te hebben
over de roeping en de taak der maatschappij bg
het begin van den tweeden eeuwkring, dien zjj
is ingetreden. Hg wensehte de aandacht te be
palen bjj de sociale gedachte, die in de Btichting
der Nieuwenhuizens ligt opgesloten, en die zjj
voortdurend moet verwerkeljjken, zoolang er
levenskracht in de maatschappij is.
In het leven, werken en streven der menschen
zjjn twee sferen waar te nemen de individueele
Bfeer steunend op eigen belang en op de rustelooze
zucht om eigen positie te veroveren of te verbe
teren en de sociale sfeer, waarin op den voorgrond
staat, dat het leven op aarde een samenwerken
is, waarin het begrip gemeenschapszin zjjn kracht
ontwikkelt. Toen nu op het einde der achttiende
eeuw in Europa allerlei maatschappelijke groe-
peeringsvormen, die hun dienst hadden gedaan,
verbroken werden, b. v. de gildentoen door
velerlei uitvindingen als van Watt en Arkwright
(stoomspinnerij) een strekking van isolement voor
den werkman was ontstaan; toen ontplooide de
maatschappij haar vaandel.
Tegenover een beschouwing, waarvan het egoisme
dè drjjfveer en anarchie het gevaar was, wees zg
op het goed recht van het sociaal gezichtspunt.
Het familiewezen, het huisgezin toonde immers
aan, dat de menschheid nog door andere drjjfveeren
zich liet leiden dan door eigen belang, door die
nl. verwant aan zelfverloochening, zelfopoffering
en gemeenschapszin; bv. in oorlogstijd zwicht het
egoisme en treedt te midden van gevaar de zelf
opoffering te voorschjjn- Die toch" moest gekweekt
worden en naar die sociale ideën wees de maat
schappij. Zjj leerde dat er een algemeene band
bestaat tusschen alle leden van het volk, dat al
de deelen van een volk voor elkander verant
woordelijk zjjn. Men moet zich werkzaam lid der
groote gemeenschap gevoelen en als zoodanig
handelen. Het doel op aarde mag niet zjjn een
welbegrepen egoisme. Wie uitsluitend zgn eigen
leven zoekt, zal het verliezenwie het durft ver
liezen, zal winnen, geljjk het kapitaal en het
productie-proces wordt vernietigd, om later des
te meer rente op te brengen.
Die sociale ideën, goed begrepen, moesten nu
op het geheelo leven der menschen haar uitwerking
hebben. Het beginsel van het leven voor anderen
moet versterkt worden. Tegenover de halfheid
der menscheljjke hartstochten en inzichten het
complete, het volle, het geheele leven stellen. Zoo
ongeveer sprak de maatschappij en om goed te.
doen gevoelen wat zg wilde, schreef zjj in haar
vlag de woordenlot nut van k algemeen.
Het uitgangspunt was(de eigen woorden der
stukken) »het teeder medeljjden over den staat des
gemeenen mans in het vaderland." Het geheele
V iderland was éen gemeenschap, en wanneer een
lid kwjjnde, was de gansche gemeenschap ongezond.
De beginselen, waarop men den arbeid voor 't geheel
vestigde, de motieven waarvan men uitging waren
dienende liefde en zelfverloochening. Aldus was de
oude Nieuwenhuia. Ofschoon streng en stroef van
geloof, stjjf en benepen yan vormen, beredeneerd
en houterig van stjjl, toch droeg bjj het warmste
hart voor zgn medemensch, en maakte de daad,
waartoe hjj zich aangordde, duurzaam. Door het
sparen gemakkeljjk te maken zou men armoede
trachten te werenoveral zou men onderwjjs
bieden en dat onderwjjs op alle wjjzen ontwikkelds:
Verder zou men betoogen dat wezenlijke vooruit
gang alleen denkbaar is bjj eenvoud van zeden,
bjj soberen, ingetogen, nederigen, bescheiden,
nauwgezetten en zachtmoedigen levenswandel
Allerlei middelen konden worden aangewend, doch
het gold de geheele samenleving niet de enkele
deelen. Het nut van het algemeen bleef de brcede
taak. De methode, die men aanwendde, was
eigenaardig Hollandsch. Niet met schokken en
schudden, maar bedachtzaam en verstandig. Van
dweepzucht geen zweem. Men had geduld. Zjj,
die gelooven, haasten niet. Stil en rustig arbeidde
men zonder ophef of bazuingeschal. Maar de
wezenlijke kracht zit niet in het geraas van al
die winden, die van alle kanten zonder eenheid
komen aanwaaien. De vooruitgang der samen
leving gaat kalm in zgn werk. In stilte, omhuld
en onbespied, wassen de nieuwe kiemen in de
menscheljjke maatschappjj. Eerst als zjj zekeren
groei hebben verkregen, gaan de publieke opinie
en de humbug er zich mede bezighouden; schjjn-
en overbeschaving zgn hier meestal het spoor
bjjster. Het waren de visschers, de vrouwen en
de arme lieden, die het eerst en dadelgk de reinheid
en verhevenheid begrepen van de woorden van het
Christendom
Aan de sociale gedachte, die de grondslag uit
maakt van de Maalschappy tot Nut van 't Algemeen,
moet bjj dit eeuwfeest sterker dan ooit vastge
houden worden. Ons volk heeft het meer noodig
dan ooit. De verdeeldheid wordt, de tweestrjjd
ontbrandt telkens heftiger. Krakeelen van allerlei
aard houden ons bezig. Het dierljjk instinct en
de ruwe kracht schjjnen bjj de menschen ontketend.
Misschien zjjn deze teekenen des tjjds slechts de
opborrelingen, het schuim van een stroom, die in
de verte ontzettend komt aanzwellen. Wjj be
doelen, zegt spr., de geweldige beweging, die
Europa thans beroert en ontroert: de vaart en de
vooruitgang der democratie. Reeds is het alge
meen stemrecht meester in Frankrijk en Duitsch-
land, in Engeland bjjna een voldongen feit, en
ons land zal wel volgen.
Aan de demoeratie wil zjj gezond kunnen
arbeiden moeten kennis en karakter toebedeeld
worden, en in beide opzichten kan de Mu t. N.
v. A. de grootste diensten bewjjzen. Ziedaar
onze taak.
De democratie moet in kennis vooruitgaan, door
onderwjjs, doch op eiken trap der jeugd, totdat
de jongeman of jonge vrouw zelf den werkkring
des levens opvat. De behoefte groeit met den
waschdora der democratie. Bewaarscholen, am
bachtsscholen, teekenscholen, alle moeten den
jongeling ten dienste staan. Wekken wjj slechts
op, wat ingeslapen was. In vroeger tijd deden wjj^
Nederlanders, ons dageljjksch werk zoo goed,
Utrechtsche trijp, Friesch smeed- en drijfwerk,
Delftsch aardewerk, Hollandsche eiken kasten,
Goudsch glasschilderwerk zgn gangbare namen
door geheel Europa. Wel is in de laatste jaren
door ons een stoot gegeven om ons jonge geslacht
in de richting van de kunstnjjverheid te brengen.
Maar ook dit is slechts een fragment van het
geheel. Onze lagere klasse moet een volk worden
van zelfstandige mannen. Zjj moeten meer weten
dan lezen en schrjjven. Indien sleur en slender
bjj ieder werkman wjjkt voor doorzicht en mees
terschap in eigen vak, dan is onze democratie
gezond. Arbeidsloon kan dan weder synoniem
worden met arbeidsvrucht. De democratie ontgaat
haar gevaarljjkste klip, wanneer er positieve
kennis in de lagere standen wordt gevonden.
Maar behalve kennis heeft de democratie noodig
karakter. Want het wezen der democratie is
geljjkheid voor allen en van zelf leidt dat begrip
van geljjkheid tot jaloerschheid en tot al de slechte
hoedanigheden daarmede verbonden. Die jaloersch
heid moet worden bestreden, en dit kan de
Maatschappij tot nut van 'f algemeen bevorderen;
zjj toch kwam voort uit de gezeten burgerjj, en
haar eerste gevoel was mededoogen voor den
toestand van den gemeenen man. Hier geschiedde
dus dadelgk geheel het omgekeerde van wat men
in naburige landen beeft zien gebeuren. De
kwetsende uitdrukking van elders la bourgoisie
satisfaite heeft onze burgerij niet verdiend. Wel
moet met smart erkend worden, dat het Nut in
de laatste 25 jaren de teekenen der tjjden in dat
opzicht niet altjjd heeft begrepen, dat het de
arbeidersbeweging buiten zgn sfeer en buiten zjjn
inwerking heeft gelaten maar juist hier is terrein
te herwinnen en kleur te bekennen. De bemoeiing
met het pensioenfonds van werklieden wjjst trou
wens, welken weg men op moet gaan. Maar het
is slechts een begin. Breed moet de roeping
worden opgevat. Op de zeden en gewoonten van
het volk moet worden ingewerkt. Niet de bezit
tingen, maar de hartstochten en begeerten moeten
worden genivelleerd. Men moet aan de democratie
moraal en moraliteit geven, of die bjj haar ver
sterken. Men moet nl. begrippen van voorzorg,
beleid, en waardigheid onder de lagere klassen
weten te brengen. Vroeger werd dat reeds treffe-
ljjk voor een deel door de spaarbanken gedaan.
Doch waar zgn de verzekeringen tegen ongelukken»
tegen invaliditeit
Heeft het Nut in het coöperatie wezen wel eens
ingegrepen Heeft het voor arbeiderswoningen,
voor kwesties van normalen-arbeidsdag en arbei
dersrechtbanken hart gehad Vestigt het genoeg
de aandacht op participatie in winsten van onder
nemingen ook door de arbeiders Heeft het 't
probleem der vroege huweljjken, met al den
nasleep van gevolgen voor den arbeidersstand,
besproken en toegelicht Er is een ruim terrein
om te arbeiden. Aan opvoeding tot zelfregeering
moet gearbeid. Zelf uitgaande van het sociaal
beginsel dat het leven hier op aarde een leven
voor anderen is, kan de maatschappjj dit denk
beeld ook aan de arbeidende standen helder
maken, en de democratie der toekomst de klippen
doen vermjjden, waarop thans b. v. de Fransche
democratie telkens dreigt te stranden. Dan zou
onze democratie begrjjpen, dat zonder karaktervor
ming ook door haar weinig kan worden tot stand
gebracht. Zjj zoude haar twee grootste fouten
wellicht ontgaan: haar haast om vruchten te
plukken voor zjj rijp zjjn, en haar zwakheid voor
algemeene, vagenquasi eenvoudige stellingen en
gegevens. Beide fouten hangen samen met gemis
aan zelfbeperking, aan zelfverloochening, aan
zelfregeering. Op karakter komt het bjj de
democratie aan en het Nut is er op aangelegd om
bier een goed voorbeeld te geven. Wanneer de
M». tot Nut van 'l Algemeen in dien geest werk
zaam is, dat zg kennis en karakter bjj het volk
moet bevorderen, dan werkt zjj de sociale gedachte
uit, die de grondslag van haar wezen is. Daarin
ligt echter nog meer opgesloten. Niet alleen moet
men de sociale kwalen onder de oogen zien, ook
tot haar genezing moet worden medegewerkt.
Ook alles wat de armenverzorging betreft behoort
hiertoe. Voor de naaste toekomst moet wellicht
nog meer op de sociale behoeften dan op de
sociale kwalen en nooden gelet worden.
Tegenover het atomistisch individualistisch stre
ven, ontplooien wjj nog altjjd het golvend vaandel,
waarop het woord gemeenschapsgevoel ons toe
wenkt. Gemeenschap, samenwerking moet er zgn
geen wezenljjke genieting is denkbaar, wanneer
zjj niet gemeenschappeljjk wordt genoten. Alleen
die arbeid draagt waarachtige vruchten, die
gemeenschappeljjk wordt verricht. Door zoo te
arbeiden werken wg in waarheid aan het werk
der menschheid. Doen wjj dat in eenvoud, nede
righeid en ootmoed, dan zal er zegen op het werk
rusten. Wjj zullen dan leven weten mede te
deelen ook in den eeuwkring, dien wjj thans aan
vangen. Onze woorden zullen iets meer beteekenen
dan het geritsel van door de wind opgejaagde
dorre bladeren. Het hart in het Nederlandsche
volk zal ons begrjjpen en voor ons kloppen.
Een storm van toejuichingen brak op deze
Hchoone rede los. Toen die eindelgk tot bedaren
was gebracht, werd het jaarverslag uitgebracht.
Aan dat verslag is het volgende ontleendDit
jaar zjjn de departementen Axel, Oude Niedorp en
Stevensweert ontbonden, waar tegenover staat dat
te Biervliet, Boornbergum, Heer Hugewaard, Ruurlo
en Vrootnshoop nieuwe vertakkingen der M" werden
gevestigd. Het getal departementen groeide daar
door tot 343 aan, die met 8 algemeene, 418 eereleden
totaal 17504 leden tellen, zoodat dit cjjfer ook
ietwat is toegenomen.
Met het oog op de aanhangige wetsverandering,
bjj aanneming waarvan een geb(Sel nieuw hoofd*
bestuur moet gekozen worden, zgn de opengevallen
plaatsen in het hoofdbestuur, door het vertrek der
heeren A. Moens en H. de Veer en wegens peri
odieke aftreding van dr H. F. R. Hubrecht, niet
aangevuld.
Ofschoon de algemeene vergadering van 1884
machtiging verleende over 16.700 van het
kapitaal der M" te beschikkenis daarvan slechts
voor 8000 gebruik gemaakt, voornameljjk voor
de viering van het eeuwfeest. Daarenboven is
3400 besteed voor aankoop van 5000 2j
inschrjjving grootboek, als bjjdragein het waarborg
fonds van het Ned. werkliedenfonds, waarvan de
rente voor de bljjftzoolang niet over d e hoofdsom
is beschikt. Met meer dan gewone belangstelling
ziet het hoofdbestuur de beslissing tegemoet over
het voorstel-Njjmegen om terug te komen op het
besluit van 1883 tot het bouwen van een kweek
school voor bewaarschoolhouderessen te Utrecht.
Dank wordt gebracht aan de commissie tot
voorbereiding der algemeeene wetsherziening voor
de verdienstelijke zorg, waarmede zjj zich van deh
haar opgelegden plicht heeft gekweten. Het waren
de departementen 's Gravenhage mr. L.G.Greeve,
Groningen H. J. Steghgers, Arnhem mr. De Meyier,
Breda mr. Van Emden, Zierikzee J. H. C. Hejjse,
Wolvega mr. Sickenga met de hoofdbestuurders
Bohringer, Quack, Moltzer en de algemeene secretaris.
De besluiten der vorige algemeene vergadering
werden slechts ten deele uitgevoerd. Het depart.
Monnikendam voldeed niet aan de voorwaarde,
gesteld om het toegestane subsidie voor de reor
ganisatie zjjner bewaarschool te kunnen erlangen.
Aan het schoolfonds voor schipperskinderen in
Friesland en aan een dergeljjke vereeniging in
Overjjssel en Drente werd ieder 250 verstrekt.
Voor de oprichting van bewaarscholen werden
aan de departementen Akkrum en Mjjdrecht elk
ƒ1000 subsidie verstrekt, 260 voor reorganisatie
vanjgymnastiek-onderwjjste Woerdenen aan Wamel
200 voor volksvoorlezingen. Aan 26 departe
menten werd gezamenljjk 570 voor volksbiblio
theken uitgegeven, terwjjl op bestelling voor 2§
ct. per ex. aan 89 departementen een vjjftal kleine
geschriften geleverd zgn tot een bedrag van
16.294 ex.
Bg een nieuwe oproeping voor de 4 van de 10
nog beschikbare beurzen van 300 's jaars, door de
Mf uitgeloofd voor minvermogende leerlingen aan
de rjjksschool voor kunst-ngverheid, werd aan 3
de toelage verleend, nl. aan A. van Buschboek,
graveur te Amsterdam, P. Kalemink en W. Zwier,
decoratieschilders te Amsterdam ten Amersfoort.
Zjj,die toelage hadden, nl. 6, bleven in 't bezit,
terwjjl voor de 10' beurs nog een oproeping is
gedaan.
Eervolle vermeldingen voor bjjzondere plichts
betrachting werden ten getale van 24 toegekend,
op voordracht van de departementen Alkmaar (3),
Amersfoort, Arnhem, Beverwjjk, Breda (2), Does
burg, Haarlem (8), Hasselt, Helder, Hellevoetsluis,
Hillegom, Hoorn, Kampen en Meppel. Deze be
moeiing der Ma zal ook bjj de wetsherziening
ter sprake komen.
Hierna werd het verslag der financieele commissie
uitgebracht en het kiescollege, bedoeld in art. 41
der wet, samengesteld.
Overeenkomstig eerstgenoemd keurde de ver
gadering de rekening en verantwoording over
1884—1885 goed, in ontvang op 44.842 en in
uitgaaf op 44.763.
De begrooting voor 1885—1886 werd vastge
steld in ontvang en uitgaaf op 43,116.