180. Maandag 3 Augustus. Jaaröaiiür Middelburg 1 Augustus. Een nationale feestdag. Uit hiad verschijnt dagelijks, ïiiet uitzondering van Zon- en Feestdagen* Prijs per 3/m. franco f 3,50* Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentiën* 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Vijfde algemeene vergadering van de Nederlandsche vereeniging van gemeente-ambtenaren. «f* MIDDGLBURGS'CHE COllRANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mbstdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones opvolger. Men heeft gemoedelijke menschen, die steeds droomen van verzoening en toenadering tusschen verschillende partijen, en die, omdat zij slechts oog hebben voor de scherpe kanten en de schaduwzijden van den strijd, langs allerlei wegen naar middelen zoeken om dien te ver zachten, en hen te verzoenen, wier wenschen en ideëen uiteenloopen omtrent verschillende punten van algemeen beleid, Tot zulke gemoedelijke menschen behoort de redactie van het Utrechtsch Dagblad en zij gaf van bare gemoedelijkheid meer dan eenmaal blijk, nu weer laatstelijk door baar plan om een nationalen feestdag voor ons Nederlanders in het leven te roepen. Met een enkel woord wezen wij reeds op den minder gelukkigen vorm van het plan, maar nu andere gezaghebbende bladen hunne instemming ermee betuigen nu zelfs van uit de residentie de banvloek wordt uitgesproken over hen, die zich verstoutten aan dat idee geen goedkeuring te hechten, kan eene enkele opmerking hier nog wellicht haar nut hebben. Dreigende onweerswolken hangen boven ons hoofd, zoo beweert de schrijver van het artikel, in wiens brein het bewuste plan rijpte. Een gruwelijk spel wordt, ter wille van allerlei partijschappen, gespeeld met de hoogste en heiligste belangen des vaderlands. Niet lettende op het verleden, toen onder linge twisten Nederland zoo laag deden zinken, gaat men voort met gekrakeel. Nu acht die schrijver strijd van begin selen op allerlei gebied ook noodig voor de ontwikkeling en de welvaart van land en volk „maar zal die strijd aan het doel beantwoorden, zal hij vrucht dragen, zal hij werkelijk een opbouwenden en geen sloopenden invloed uit- oetenen, dan moet hij" zoo luidt des schrij vers betoog „een gansch ander karakter aannemen, dan de staatkundig kerkelijke strijd, die heden ten dage wordt gevoerd, dan moet daaraan de angel der verguizing en verdacht making worden ontnomen, dan moet niet het belang eener partij, maar uitsluitend het alge meen belang, het belang van alle landgenooten te samen, daarbij het richtsnoer en het einddoel zijn. „Om hiertoe echter te kunnen komen is in de eerste plaats noodig wederzijdsche waar deering en deze kan niet worden verkregen, tenzij men elkander wederkeerig kent en ver staat en hoe ongeiooielijk het ook moge schij nen, in een land zoo klein als het onze, wij Nederlanders, wij kennen en verstaan, elkander niet meer. „Men is er in geslaagd van de verschillende partgen over en weer zulke valsche voorstel lingen te geven, dat men elkander is gaan beschouwen als vijanden en vervolgers, in plaats van als landgenooten, die te zamen betzelfde belang gemeen hebben." Om daarin verbetering te brengen wenscht men een nationalen feestdag in het leven te roepen, waarop alle grieven en veeten ter zijde ■worden gesteld en wjj ons alleen herinneren zouden dat wij landgenooten zijn en er althans nog een band is, die ons allen vereenigt, Van zulk een jaarlijkschen nationalen feest dag zou een kracht kunnen uitgaan, die den angel aan den thans gevoerden strijd allengs zal ontnemen en hij zou wellicht het middel wezen om ons weder door eendracht te doen worden, wat wij eenmaal zijn geweesteen der gelukkigste volken van de wereld. Het valt moeilijk vooruit te zeggen welke de gevolgen van zulk een feestdag zullen zijn 5 jprjj voor ons gelooven niet aan zooveel kracht^ die hij zou uitoefenen. Waar de schrijver meent dat de toestand zoo ernstig is, zou het feestvieren veel hebben van het dansen op een vulkaan, maar wij zien dien toestand, niet zoo ernstig in. Slechts een paar hoofdquaesties, of eigenlijk gezegd een voorname quaestie, die over de school, maakt de gemoederen bijzonder warm, maar overigens vinden wij in den be- staanden toestand geen reden om zulk een somberen toon aan te slaan, en allerminst om te jagen naar zulke kunstmiddelen als ons er een wordt aangeboden. Wie meent dat door een feestviering onze eendracht zal worden verhoogd, verlieze niet uit het oog dat de ervaring der laatste jaren heeft dit geleerd, zelfs de organisatie van een feestdag een bron worden kan van strijd en verwarring. De een zal zulk een dag willen openen met een bidstond, een ander met een reveille. De eene partij zal daaraan eene strenge wijding willen geven en daardoor aan de feestviering het karakter van een feest ontnemen, zoodat anderen worden teruggestooten. Dit bezwaar schijnt men in Utrecht niet ernstig te achten. Men heeft daar reeds de handen aan het werk geslagen en met groote belangstelling zien wij den uitslag dier poging te gemoet, want het zal ons benieuwen of men den sleutel zal kunnen vinden tot oplossing van het groote raadsel, om alle partijen elkaar op dat punt de hand te doen reiken. In het algemeen gelooven wij dus, dat de goede bedoeling van denplan-ontwerper niet zal worden bereikt, welken vorm men ook zal willen geven aan zulk een feestdag. De strijd, dien hij zoo gevaarlijk vindt, zal er niet door verminderen stel dat allen tot eene feestviering van één dag meehielpen, en met broederlijken zin dien dag elkaar de hand daartoe reikten, kort daarop zal men opnieuw, elk voor zijne be ginselen, partij trekken, en de verschillende aanvallen, heusch ot onheuschzullen weer niet ontbreken. Maar wil men als een opwekking, als een herinnering zulk een dag in het leven roepen, dan nog waarschuwen wij ten slotte tegen elke kunstmatige opwinding in deze. Zulke dagen worden van zei ven als het ware geborenzij moeten het kenmerk van hun oorsprong steeds met zich dragen. De jaardag van onzen eersten koning uit ons vorstenhuis sprak indertijd aan het Ned. volk van een nieuw tijdperk, dat nieuwe kracht zou schenken. Er was reden tot feest vieren, en wij willen gelooven dat zij, die daaraan deelnamen, dit met opgewektheid deden, al zal hef ook daarbij wel niet aan dissonanten hebben ontbroken. Zal dezelfde opgewektheid kunnen heerschen bij de herinnering aan den geboortedag van ons prinsesje, eenmaal Neerlands koningin? Hoe lief, hoe aanvallig kind het moge wezen, hoe veel symphathie het zal kunnen verwerven en met hoeveel belangstelling wij hare ontwikkeling mogen gadeslaan als onze aanstaande most gracious Queener valt op dit oogenblik nog niets aantevoeren om de keuze van haar jaardag voor een nationalen feestdag te billijken. Het blijft alles nog te veel hopen en wen schen; te donker is de achtergrond, waarvoor haar beeld is getredenwij weten nog te goed, hoe het de zwakheid van ons vorstenhuis was, die ons op haar onze hoop moet doen bouwen, en dat wij met haar een tijdperk zullen intreden, hetwelk ons langs een voor ons onbekenden weg voeren zal. Verheerlijking van haar zou ongewettigd zijn lieftalligheid en vriendelijkheid toch vor men nog niet de grondslagen, waarop een volk zijn hoop kan bouwen. En bovendien' wie geeft zekerheid dat dit voor ons land kostbaar leven zal gespaard blijven Zou dan haar jaardag, gestempeld tot een grpoten feestdag, een rouwdag moeten wordep? Aan de herdenking van een belangrijk feit uit onze hedendaagsche historie kan men een feestdag wijdenmen kan daaraan verbinden de herinnering aan de eene of andere persoon lijke daad, maar louter aan een persoon, zonder meer, dien te hechten, is gevaarlijk en zal niet die algemeene geestdrift wekken die men wenscht. Misschien doet zich als van zelf de gelegen heid voor om zulk een dag in het leven te roepen, maar als geneesmiddel tegen den strijd der partijen achten wij dien niet geschikt en geenszins gewenscht. Die strijd zal steeds bleven bestaan; zijn karakter zal zich wijzigen naar de vraagpunten waarover hij loopt; trachten wij, liever dan door feestvieringen, die kwesties nit den weg te ruimen waardoor de grootste heftigheid in het leven geroepen, de gemoederen het meest opgewekt worden. Dat is misschien minder gemoedelijk, maar zeker wel meer practisch. Volgens het jaarverslag, uitgebracht door het bestuur der Vereeniging tot bevordering van goede voorstellingen op kunstgebied alhier telt die ver eeniging thans 75 leden en zjjn de financieele resultaten over het afgeloopen jaar niet gunstig geweest. »Reeds in het vorige verslag" zoo lezen wij, hebben wij met leedwezen moeten constateren dat, naarmate door ons toedoen zich hier ter stede de gelegenheid tot het bijwonen van goede voorstel lingen vermeerderde, eene merkbare vermindering van belangstelling bij het publiek was waar te nemen en gaven wij met het oog daarop ook gevolg aan ons toen reeds uitgesproken voornemen om het getal der voorstellingen in den schouwburg slechts tot een 4tal te beperken, waartoe te meer aandrang bestond, wijl aan de Amsterdamsche af- deeling van het Ned. Tooneel, aan wier voor stellingen alhier steeds drukker bezoek tendeel viel dan aan de Rotterdamsche verboden werd de provinciën te bereizen eh er alzoo met haar niet gecontracteerd kon worden. Wjj beperkten ons dus tot het bespreken van 4 voorstellingen, te geven door de Rotterdamsche afdeeling van de Vg. het Nederl. Tooneeldie echter alle, behoudens eene kleine uitzondering, een finantieel ongunstig resultaat opleverden. Wjj mogen hierbij echter niet verzwijgen, dat ook het gezelschap van den heer Yan Lier van Amsterdam met de gevierde actrice mevr. Frenkel—Bouwmeester hier ver scheidene voorstellingen gegeven heeft, die vrjj druk bezocht werden en wellicht ook nadeelig terugwerkten op het bezoek van de door onze tusschenkomst gegevene. Wjj beklagen ons daar over niet, en zoo het optreden onzer vereeniging eenige jaren geleden ertoe bijgedragen heeft om de aandacht van degeljjke artisten op onze stad te vestigen, mogen wjj er ons zelfs in verheugen.1' Het verslag geeft verder een overzicht van de bekende voorstellingen, die in het afgeloopen seizoen plaats hadden en als financieel resultaat bljjkt dat ieder der leden 4.12 als aandeel in het nadeeling saldo zal hebben te betalen. Als bewijs van de gestadige ontwikkeling van den handel en het verkeer te Yerseke kunnen de volgende opgaven strekken Behandelde telegrammen aan het rijkstelegraaf- kantoor: in 1877: 2668 stuks, 1878: 2739, 1879: 4569, 18804608, 18815562, 18824266, 1883 6235, 18847526, en 188510000 (vermoedelijk). In .'t eerste halfjaar 5357 stuks. Aan het hulppostkantoor werd het volgend aantal brieven en briefkaarten ontvangen in: 1880: 16265, 1881 18092, 1882: 20060, 1883: 23383,1884 29175, en 1885 40000 (vermoedelijk). le halfjaar 21640. Voorts zijn in 1880 behandeld 821 postwissels en in 1885 3000 (vermoedelijk). 1" halfjaar 1493. De opbrengst van den verkoop van frankeer- en postzegels, in 1880 1079.241, zal in 1885 ruim 2700 bedragen en is daardoor sedert 1870 verdertigvoudigd, terwjjl de bevolking vervier voudigde. Green schitterende feesten konden de leden van bovengenoemde vereeniging verwachten, nu het kleine, eenvoudige, landeljjke Goes haar gastvrouw was, doch van eene vriendelijke, harteljjke ont vangst konden zij overtuigd zjjn. Die overtuiging is niet beschaamd, want reeds bij het binnenkomen van het stedeke bewees de eerbiedig vriendeljjken groet der bevolking hoe men er prijs op stelde, dat Goes als plaats der algemeene vergadering was gekozen. Ook bij de officieels receptie bleek dat, toen Yrjjdagavond te half zeven het gemeentebestuur van Goes in de groote zaal van het raadhuis het dertigtal leden der vereeniging, dat was opgeko men, ontving. Vergun mij, mjjne heeren, zoo ongeveer sprak de heer mr J. G. de Witt Hamer, burgemeester van Goes, namens het bestuur dezer gemeente heeren hoofdbestuurders en leden der Nederland- sche vereeniging van gemeente-ambtenaren hartelijk welkom te heeten in de plaats, die gjj voor uwe vergadering hebt gekozen. Niet vreemd zeker is de veronderstelling, dat velen uwer voor het eerst Zeeland en Goes be zoeken en dat dus het kleine landstadje en de omstreken ervan de meesten uwer onbekend zjjn. Sedert eenige jaren is Zeeland niet meer zoo geïsoleerd als vroeger en worden de verschillende deelen ervan meer bezocht, zoodat van het „onbe kend maakt onbemind" minder sprake kan zijn dan voorheen. Bjj den wensch dat de door u te voeren beraad slagingen strekken mogen tot bevordering van het administratief recht, het doel toch dat de ver eeniging beoogt, meen ik ook de hoop te mogen uiten, dat de pogingen van de Bevelandsche bur gemeesters en secretarissen-vereeniging, om u na het werk ook eene aangename verpoozing te be zorgen, mogen Blagen. Het kleine Goes kan u, mjjne heeren, geen schitterende leesten aanbieden. Maar toch wenscht het u het bijeenzijn hier zoo aangenaam mogeljjk te maken en zal het 't bestuur en den inwoners der gemeente niet minder dan de Vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Zuid- in Noord- Bevelanddie u uitnoodigde, ten genoegen strekken, zoo gjj bjj uw vroeger of later vertrek aangename herinneringen aan de Zeeuwsche veste met u neemt. Hierop den aanwezigen de eerewjjn aangeboden zijnde, nam de heer J. J. van Weideren baron Rengers van Leeuwarden, voorzitter der vereeniging, het woord om het gemeentebestuur van Goes dank te zeggen voor de vriendelijke woorden, door zjjn hoofd gesproken. Geen opoffering was het, zeide hjj, gevolg te geven aan de gulle, op echt Zeeuwsche wjjze gedane uitnoodiging om Goes dit jaar tot vergaderplaats te kiezen en de harteljjke ontvangst, die den leden daar ten deel valt, levert het bewjjs dat men met die keuze goed deed. Een groot aantal leden kan, zooals steeds wanneer de vergadering in eene niet in het cenfrtlm des lands gelegen plaats gehouden wordt, niet verwacht worden, maar zjj, die aan de roepstem van het hoofdbestuur gevolg gaven, hebben nu reeds goede ervaringen van de Zeeuwsche gast vrijheid bekomen, zoodat de voorzitter geen oogenblik twijfel koestert, of nevens de nuttige zijde der bijeenkomst zal ook de aangename staan; Nadat de receptie afgeloopen was begaven de leden zich naar de söcieteit Eensgezindheid. Toen de tonen van het Wien Nederlands bloedj waarmede de heeren bjj hun binnenkomen begroet werden, waren weggestorven, heette de heer Domi- nicus, burgemeester van Kruiningen, voorzitter der Bevelandsche vereeniging, in eene korte doch harteljjke toespraak de gasten der vereeniging welkom, welke toespraak weder door den heer Rengers werd beantwoord en met een tintelend en schuimend glas champagne door allen bezegeld; Nadat ook de heer Hartman, secretaris der Bevelandsche vereeniging, nog een enkel woord gesproken had, begaven de leden zich naar de sociëteit van Ongenuchten vrij, waar hun een door de Bevelandsche vereeniging aangeboden concert van het stafmuziekkorps van het 3e reg. infanterie wachtte. Na met fanfares en een vriendeljjk woord vail den beer L. M. Van Campen, voorzitter der sociëteit, ontvangen te zjjn, werd in den schoonen, helder verlichten tuin, waar de élite van Goes zich had vereenigd, een gezellig plaatsje gezocht en onder het genot der opwekkende muziek en gezelligen kout kennis gemaakt en kennis hernieuwd. Te 11 uren heden morgen werd de vergadering, die door een 50tal leden bjjgewoond werd, in de groote zaal van het raadhuis, door het gemeente bestuur van Goes voor deze gelegenheid welwillend beschikbaar gesteld, door den voorzitter baron Rengers, burgemeester van Leeuwarden, geopend terwjjl daarna de notulen van het verhandelde jn d®

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1