aargaii g.
1885.
Zaterdag
1 Augustus
Caromels Hoeve.
FEUILLETON.
Nationale Militie.
Middelburg 31 Juli.
e
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Advertentiën* 20 Cent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Oproeping van verlofgangers der
lichting 1883.
4 1
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. G. De Moou,te Tholen: W. A. Van Nieüwbnhüijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz,
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones opvolger.
De burgemeester van Middelburg, gezien de
circulaire van den commissaris des konings in
deze provincie van den 19 Mei 1885, A n° 843;
3de atdeeling Provinciaal blad n° 63), roept bij
deze op de in deze gemeente wonende milicien
verlofgangers der lichting 1883, behoorende tot de
10e compagnie van het le reg. Vesting-Artillerie,
om op den tjjd en de plaats als in de aan hen uit
te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn,
voorzien van al de voorwerpen van kleeding en
uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot
verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas,
teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken.
Zjj moeten zich vooraf, en wel op Zaterdag den 7
Augustus a., des voormiddags tusschen 10 en 11
uren, bjj den burgemeester hunner woonplaats
aanmelden, voorzien van hun verlofpas, teneinde
de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij
dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps
gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden
als deserteurs behandeld, terwijl degenen,
die door ziekte verhinderd worden op den be
paalden dag onder de wapenen te komen, van die
omstandigheid, onder overlegging van eene ver
klaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren
te geven aan den burgemeester. Na hun herstel
vervoegen zij zich bij hun korps.
Middelburg, den 31 Juli 1885.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS, l. 5.
Langs een omweg, nl. door de Standaard, wor
den wjj in kennis gesteld met eene beschouwing
in den Javabode van 13 Juni 11., eene quaestie
betreffende die ook door ons is aangeroerd, al is
het wel wat heel lang geleden.
Onze lezers herinneren zich misschien nog, dat
de heer Keuchenius eens een brief schreef aan den
heer F. L. Geerling, oud-minister van marine en
daarin o. a. meedeelde, dat op onze opleidings
schepen des Zondagsavonds de jongens dronken
met vrouwen aan hunnen arm, naar boord terug-
keeren.
Tegen die verzekering kwamen destjjds in
een ingezonden stuk, door hen onderteekend en
geplaatst in de N. R.Crt., twee officieren, dienst
doende op het opleidingsschip te Rotterdam ten
sterkste op en wij vonden daarin grond om den
heer Keuchenius hard te vallen over zijn mede-
deeling, welke op losse gronden scheen te rusten.
Thans heeft genoemde heer een verdediger
gevonden in den heer M. J. E. Kriens, konstabel-
majoor der marine. Onder den titel Krijgstucht-
verslapping bij onze zeemacht schreef deze een opstel
in den Javabode echter zonder ons, aan wie hjj
3.
Uit het Engelsch van
JOHNNY LUDLOW (Mrs. HENRY WOOD).
II.
Nash Carom el.
De dienstbode liet mij in een woonkamer links van
de gang het kantoor was rechts en ging zooals
ik dacht Caromel roepen. Achter deze kamer lag
de eetkamer. Ik hoorde door de op een kier
Staande deur het gerammel van glazen en het
geluid van stemmen. Sehunk en Nash zaten nog
aan tafel.
„Gjj moet haar trouwen", zei de eerste.
„Ik wenschte, dat ik kon, antwoordde Nash
t>p vrij wat minder vasten toon. „Ik wil het ook,
maar hoe kan ik? Het spijt mjj verschrikkelijk".
„En zoo gauw mogeljjk. Gjj zjjt het verplicht.
Beleefdheden aan een jonge dame kunnen niet op
niets uitloopen. En gij kunt haar twaalfduizend
gulden wel gebruiken".
„Maar hoe kan ik trouwen, zeg ik?" riep
Nash wanhopig uit. „Gij weet hoe onmogeljjk
het is, welk een beletsel er bestaat".
»Altemaal gekheid, Caromel! Alles kan, als
men wil. Hinderpalen bestaan alleen om uit den
tveg geruimd te worden".
„Men zou toch al heel knap moeten zjjn om
Jwt beletsel, dat er tusschen haar en mjj ligt, weg
ook zijne opmerkingen in 't bijzonder richt, daar
van een ex. te zenden.
In zijn opstel nu verklaart de heer Kriens ruim
twee jaren, van 1881—1883, op het opleidings
schip te Amsterdam gediend te hebben, en schrijft
hij verder:
„Menigmaal ontving ik als dd. officier de rap
porten van onderofficieren, die de jongens van het
Kattenburgerplein moesten afhalen en geleiden, dat
zij, de vrouwen van de jongens willende verwij
deren, door die deernen op een vloed van scheld
woorden, ja zelfs op steenen, onthaald waren
geworden.
„Bovendien zal het strafregister van de Wassenaer
kunnen aantoonen dat velen beschonken van
passagieren terug kwamen.
»Ook is het waar, dat tijdens mijn verblijf op
dien bodem, een jongen, die deserteur was, achter
een orgel in een verdacht huis op den Zeedijk
verscholen werd teruggevonden."
Of de heer Kriens zich hierbij aan overdrijving
schuldig maakt, en om enkele gevallen den
algemeenen toestand laakt, kunnen wij niet
beoordeelen. De officieren, die indertijd den heer
Keuchenius aanvielen, zullen ook nu den heer
Kriens van antwoord moeteu dienen en daaruit
zal blijken of wij, door op grond van hunne
verklaring, tegen den heer Keuchenius te schrijven
zooals wij deden, hem onrecht hebben aangedaan,
al dan niet.
De heer Kriens, die dienst doet aan boord van
het in Indië gestationeerde ramtorenschip Prins
Hendrik, dringt vooral aan op eene verplaatsing
van een der opleidingschepen naar Vlissingen,
waarvoor ook wij indertijd een pleidooi leverden.
De ervaring, die hij dageljjks opdoet en waaruit
bij eenige staaltjes aanhaalt, leert dat aan die
opleiding veel ontbreekt. Dientengevolge krijgt
men slechte marine-matrozen, waarvan het grootste
gedeelte, volgens den heer Kriens, brutale moppe
raars en praatjesmakers zijn, die vooral 's nachts,
op post staande of in eene sloep op uitkijk zittende,
slapen en aan wal zich bedrinken. Straffen
zjjn aan boord der oorlogschepen aan de orde van
den dag. Op de Prins Hendrikmet eene be
manning van 220—240 koppen, zijn in de maanden
Jan. 1885, 106, Febr. 28 dagen 142, Maart
112, April 170 en Mei 126 straffen door den
kommandant uitgedeeld.
Dit is zeker veel.
Behalve verplaatsing van een der opleidings
schepen wenscht de heer Kriens ook wjjziging in
de manier van opleiding zelve. Het is ons echter
onverklaarbaar hoe de heer Kriens ertoe komt om
voor onze toekomstige marine-matrozen het onder
richt in de aardrijkskunde te willen afschaffen en
hoe hij dit yak een voor hen onnoodig schoolvak
durft noemen.
Ons dunkt dat juist daarin een matroos wel
allereerst les mag ontvangen.
Onze nieuw benoemde gezant bij de Fransche
republiek jhr De Steurs, heeft de opdracht ontvangen
te nemen. Ik verzeker u en gjj kunt er van op
aan, dat ik niets liever zou willen dan morgen
vrjj man te zijn alleen om deze reden".
„Laat dat maar aan mjj over. Houd het
er gerust voor, dat gjj nu reeds vrjj zjjt".
Het openen van de deur door de meid, die zich
niet gehaast had, en het bericht dat ik mynheer
Caromel wenschte spreken, maakte een einde aan
het gesprek. Nash kwam bjj mjj en ik gaf hem
het briefje.
„Zoo, moet de baron mjj morgen voor twaal
ven spreken Iets dat hjj vergat mjj te zeggen",
riep hij, het doorloopende. „Zeg dat ik komen
zal, Johnny."
Daarna had Caromel het druk met verhuizen
want hjj volgde den raad van den baron op
en bleef niet veel langer meer bjj Schunkentoen
hij ongeveer drie weken in zjjn eigen huis was,
kreeg hjj de tjjding van den dood zjjner vrouw.
Het bericht kwam van zjjn agent te New-York,
die het uit San Francisco gekregen had. Mjjnheer
Whitter zond die brieven uit San Francisco op
zjj waren geschreven door een mjjnheer Munn
éen aan hem zelf, de andere (die nog verzegeld
was) aan Nash Caromel.
Wjj lazen ze allebei; want Nash bracht ze bjj
ons, eer hjj ze aan mevrouw Tinkle zond
bedachtzaam als altjjd wilde hjj haar eerst op het
treurige nieuws voorbereiden. Er stond niet veel
in. Mevrouw Nash Caromel was hoe langer hoe
zwakker geworden, nadat haar man vertrokken
was en eindeljjk aan sluipkoortsen bezweken, gen
om zjjn brieven van terugroeping te overhandigen
aan Z. M. den koning van Spanje, bjj wiens hof
hjj alsnog als minister-resident geaccrediteerd is.
Naar het Dagbl. verneemt zijn de commissiën
van rapporteurs voor de grondwetsherzienings-
ontwerpen voorloopig met haar arbeid gereed
gekomen en kunnen de voorloopige verslagen
over die ontwerpen spoedig verwacht worden.
Ook oyer bet wetsontwerp tot regeling van den
kinderarbeid zal weldra het afdeelingsverslag het
licht zien.
Te Maastricht is in den ouderdom van 67 jaren
overleden, de heer Ch. de Beaumont, medeuitvin
der van het thans bij ons leger in gebruik zijnde
Beaumontgeweer.
Uit den bekenden roman Geier-Wally van
mevr. Von Hillern heeft de auteur, naar het Handbl.
mededeelt, zelf een tooneelstuk getrokken dat zeer
wordt geroemd; 't is door het Nederlandsch tooneel
gekozen als eerste nieuwe rol voor mevr. Frenkel
Bouwmeester, die met 1 Sept. e. k. haar verbinte
nis aan dit gezelschap begint.
In de heden gehouden jaarlijksche vergadering
van de Vereeniging tot bevordering van goede
Voorstellingen op Kunstgebied is verslag en reke
ning gedaan over het dienstjaar 1884/85 en werden
tot leden van het bestuur b;enoemd de heeren
jhr mr D. G. van Teylingen, M. Fokker en Ab™
Luteyn. Uit het verslag zullen wjj in ons volgend
nommer eenige bjjzonderheden mededeelen.
Op de thans geëindigde driejaarljjksche tentoon
stelling van schilderijen te Rotterdam is o. a. eene
•childerij van onzen stadgenoot, den heer Will. J.
Schutz, voorstellende Gezicht onder Yerseke, ver
kocht.
Tot afgevaardigden der afdeeling Goes, naar de
5e jaarvergaderingop 11 Augs. e. k. van het
Ned. werkl. verb. Patrimonium, zjjn gekozen de
heeren J. de Jonge Jz. en N. Hendrikse.
Uit de ter inzage van belanghebbenden neder-
gelegde rekening der ontvangsten en uitgaven
van het calamiteuse waterschap Ellewoutsdijk
Borssele, over het dienstjaar 1884/5 blijkt, dat aan
djjkgeschot werd ontvangen ƒ62,547.03, aan be
dragen van aangrenzende polders ƒ6157.61 en
aan overige inkomsten 2479.104, samen de som
van 71,583.744-
Voor kosten van beheer werd uitgegeven ƒ5523.26,
voor onderhoud der zeewering en oeververdediging
ƒ68,533.504 en aan verschillende andere uitgaven
ƒ6667.80, samen ƒ80,724.564. Wegens subsidiè'n
is ontvangen 12,000
In de gisteren te Cortgene gehouden zitting van
den gemeenteraad werden eenige ingekomen stukken
voor kennisgeving aangenomen; de rekening en
verantwoording der gemeente-administratie over
1884 in handen gesteld eener commissie van onder
zoek; de geloofsbrieven der herkozen leden van
dagboek, dat zjj in de laatste weken van haar
leven gehouden had, alleen voor haar man bestemd
zou met nog eenige brieven en kleinigheden, met
de eerste de beste gelegenheid aan Abraham B.
Whitter en c° gezonden worden, waar mjjnheer
Caromel er over kon beschikken.
„Wie is die Frans Munn, die u scbrjjft
vroeg de baron, »een vriend van uw Vrouw Zij
schjjDt bij hem aan huis gestorven te zjjn".
„Ja een ware vriend van ons beiden", ant
woordde Nash. „Ik liet haar bjj mjjnheer en
mevrouw Munn achter, toen ik genoodzaakt was
naar New-York te gaan. Zjj was niet wel genoeg
om de reis mede te maken".
„Luister naar mjj, Caromel ga nu niet
met die andere Charlotte trouwen", ried de baron*
„Die is verschillend van uw vrouw als hemel en
aarde. De arme ziel 1 Hoe hard om daar te moeten
sterven zoo ver van iedereen verwjjderd 1''
Maar zou men het gelooven In plaats van
dien raad op te volgen en in het geheel niet te
trouwen, in plaats zelfs van een behoorljjken tijd
te laten verloopen, begaf Nash zich binnen een
week met Charlotte nummer II naar de kerk.
Het is schande 1 zei de dominé zacht. Het is
schande 1 zei het publiek hardop, maar Nash
Caromel stoorde er zich niet aan.
Wij hoorden het eerst den dag te voren,
's Woensdags morgens zou er een jachtpartjj plaats
hebben bjj den ouden Appleton, even buiten het
dorp. De baron en Tod begaven zich terstond na
bet ontbjjt op weg e» ik liep een eind net ben
den raad onderzocht en eindelijk tot de benoeming
overgegaan eener vroedvrouw op een salaris van
300. Op de voordracht waren geplaatst de
dames M. Bakker van Stad aan 't Haringvliet, E,
Hoogerheide van Zierikzee en G. Huisse uit Assen,
waarvan eerstgenoemde met algemeene stemmen
werd benoemd. In deze zitting waren de heeren
J. U. Vader en A. C. Danckaerts, die zich buitens
lands bevinden, niet tegenwoordig.
Men schrjjft ons uit Cortgene:
Een ingesteld onderzoek naar den aanslag van
oesterzaad op de pannen, gelegd op het perceel
aan de oude Middelburgsche haven, pachter de
vennootschap Noord-Beveland, directeur de heer
P. Verburg Jrz. heeft tot zeer bevredigende uit
komsten geleid. Al de onderzochte pannen waren
prachtig bezet. Alleen door kenners kon dit
geconstateerd worden. Ook de vroeger uitgezaaide
oesters en mossels bleken verre de verwachting
te overtreffen. Naar wjj vernemen moet het 't plan
van bovengenoemde vennootschap zjjn hier een
tamelijk grooten oesterput aan te leggen. Het is
te hopen, dat de jjverige pogingen van sommige
heeren alhier om de rijke bron van inkomsten ook
hier te laten vloeien niet mogen mislukken.
Vele inwoners van Noord-Beveland zjjn anders
nog zeer anti-oestergezind.
Veel wordt dan ook nog in ons eiland door
vreemd kapitaal gedreven.
Gisteren had te Tholen in het sociëteitsgebouw
Non Semper de uitreiking plaats der verschil
lende prjjzen en medailles, behaald op de
laatst gehouden tentoonstelling. De bekroonden
waven de heerenJ. W. Wagthö, A. J. de Wit
Andriessen, C. H. A. Stoutjesdjjk, Ch. de Wit,
A. Wagemaker, W. C. van der Burght, J. J. de
Lange, L. J. Dorst Cz., P. van der Slikke, J. Rjjs-
tenbil, J. Dingemanse, B. G. Friderichs, M. C. van
Tilburg, H. Knook, A. J, Steendjjk, L. Groenewege,
J, Streefland, J. H. van Veen, W. C. Gebraad en
A. de Trojje, die allen een prjjs in geld ontvingen,
terwijl Belia Bestenbroer een zilveren medaille
verkreeg voor de best gekeurde boter.
Velen waren opgekomen in den prachtig verlichten
tuin, niet alleen om de uitreiking der prjjzen bjj
te wonen, maar om tevens te genieten van de
muziek van het alhier bestaande fanfaregezelschap
Concordia, dat verschillende stukken ten beste gaf.
Van tjjd tot tjjd werd bengaalseh vuur afgestoken,
dat een prachtig effect maakte. Door den voor
zitter van de M. v. L. en Veet. afd. Tholen, als
mede door den voorzitter van Concordia werd eeil
woord van dank gebracht aan diegenen, die zoowel
medegewerkt hadden aan dit feest als aan het
afgeloopen festival.
Genoemd muziekgezelschap ontving bjj deze haré
eerste medaille van de Maatschappij van landbouw
en veeteelt afd. Tholen op plechtige wjjze werd
dezelve door den voorzitter van genoemde afd.
uitgereikt.
De verlichting door bengaalseh vuur, oplaten vafi
luchtballons en de feesteljjke stemming der deel
nemers deed het feest uitmuntend slagen.
mee, Even voor bjj Caromels hoeve ontmoetten wjj
Pettipher, den brievenbesteller.
»Hebt gij iets voor mjj vroeg de baron.
„Ja, mjjnheer" zei de man, dook in zjjn tascH
en gaf hem een brief.
„Die is niet voor mjj maar voor mijnheer
Caromel."
»0, neem mjj niet kwaljjk, mynheer; ik naai
den verkeerden. Dit is de uwe."
„Wat een dunne brief is dat een buiten-
landsche 1" zei de baron het adres van Naseli
Caromel lezende. »Het is alsof ik die hand ken;
ik heb haar meer gezien. Daar Pettipher."
Terwjjl ik den brief aan den man gaf, zag ik
dat het een mailbrief was en keek ook naar het
adres. Het was een klein onbeduidend handje;
met lange halen aan de hoofdletters. De baron
gaf mij zjjn geweer en wilde zijn brief onder het
voortloopen lezen, toen Pettipher hem staande hield
zeggende, terwjjl hjj op Caromels hoeve wees
„Hebt gjj gehoord wat daar morgen op til
is, mjjnheer?"
»Neen, wat zou daar op til zjjn vroeg de
baron verbaasd over die vrijpostigheid.
- „Mijnheer Caromel zal een vrouw in huis
brengen. Hjj gaat ten minsten trouwen."
„Dat geloof ik niet", barstte de baron los
en zag den man boos aan. „Pas beter op uwe
woorden."
Maar het is waar, mijnheer, ofschoon het
niet algemeen bekend is. Mjjn nichtje naait bjj
juffrouw King, zooals gjj misschien vreet en tow