Vrij da
17 Juli.
Middelburg 16 Juli.
128* Jaari
L trans.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën: 20 Gent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels i,S0
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Be vetwciiag en Sr Kiïer oj den troon.
O
- 2 o
MIDDELBLRGSCHE COURANT.
O"
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. Dn Moou, te TholenW. A. Van Nieuwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. Van die Peuï Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe en Cie., John F. Jones opvolger.
Min of meer belangrijke gebeurtenissen in
onze eigen omgeving vroegen in den laatsten
tijd onze aandachten mededeelingen daarvan
of beschouwingen daarover namen de geheele,
toch reeds beperkte ruimte van ons blad in.
Wij moesten daarom andere punten onbe
sproken latengelukkig waren zij zeer weinige
want de rustige tijd is aangebroken op het
gebied van het parlementaire levenen hoe
vele bezigheden ook onze tweede kamerleden
zouden kunnen vinden zij laten niet zoo
gemakkelijk zich hunne vacantie ontrooven.
's Lands belang moet wijken voor hun rust. De
leden der eerste kamer zullen het voorbeeld
hunner jongere collega's spoedig volgen en tot
Sept. staat alle arbeid op dat gebied stil.
Die rusttijd is een verademing voor hen maar
ook voor tal van anderen, nauw betrokken bij
de werkzaamheden, die zij verrichten. Leiders
en zij die geleid worden verspreiden zich om
ten minste een paar maanden vrij te zijn van
politieke beslommeringen, die meestal, maar
vooral in den tegenwoordigen politieken toestand
van ons land alles behalve aangenaam aandoen.
Toch gaf een der laatste werkzaamheden
der tweede kamer ons reden tot tevredenheid.
Het wetsontwerp tot wijziging van de art. 240,
242 en 247 der gemeentewet, zooals het door
de regeering was corgesteld, greep te veel
in de financieele aangelegenheden der gemeenten
en zou, wij schreven het vroeger, die ten
hoogste: zorgwekkend hebben gemaakt.
Dit gevaar scheen ook de nieuwe minister
van financiën niet te hebben ingezienwant
hoewel hij het ontwerp van zijn voorganger
eenigszins veranderde, dat hoofdbeginsel wij
zigde hij niet. Anders dacht de tweede kamer
er echter over. Door het amendement van de
heeren De Bruijn Kops c, s. aan te nemen,
blijven de gemeenten een vaste som behouden,
door het rijk haar uit te keeren, een som
gelijkstaande met vier vijfde gedeelten van de
zuivere opbrengst der hoofdsom en rijksopcenten
van de belasting op het personeel, gemiddeld
over de belastingjaren 18821883, 18831884
en 18841885 geheven.
Het gevaar, waarmee vele gemeenten werden
bedreigd, is nu geweken, want wij gelooven
niet, dat er twijfel behoeft te bestaan of de
eerste kamer zal het aldus gewijzigd ontwerp
evenzeer aannemen. Het is waar dat vele
plattelandsgemeenten bij die uitkeering van
het vier vijfde steeds zeer zijn gebaat, en,
wijl zij nooit accijnzen hieven en vervolgens
afschaften, daardoor eene bepaald aanzienlijke
winst verkregenmaar daartegenover staan
groote gemeenten, die wel degelijk behoefte
hadden aan schadeloosstelling voor het niet
meer beffen van accijnzen en die, werd haar
die uitkeering geheel ontnomen, in een moei
lijken toestand zouden geraken.
Zijn de gemeentekassen door de genomen
beslissing gebaat; 's rijks financieele toestand,
waarin de regeering door haar voorstel verbe
tering wilde brengen, wordt daardoor niet gehol
pen. Op dat gebied zijn wij nog bijster weinig
vooruitgegaan, en kunnen wij ook voor de
naaste toekomst niet veel verwachten. De
enkele pogingen van den heer Bloem hebben
bijna geen succes gehad, en de geheele rich
ting, waarin hij zich wenscht te bewegen,
geeft zeer weinig grond voor de verwachting
dat hij het doel zal bereiken, jarenlang reeds
nagejaagd.
In het kalme vaarwater van lustelooze
onverschilligheid dobbert het meerendeel van
Nederland's bewoners, bij het zien van al die
vergeefsche pogingen, voortHet is moeilijk
de belangstelling te wekken voor de groote
quaestiën van den dag, wanneer daarbij niet
jfijzondere belangen zijn betrokken. Of er op
wetgevend gebied veel tot stand komt of
weinig, het laat het meerendeel koud. Of
grondwetsherziening heden, morgen of over
maanden zal plaats hebben, hoe weinigen
stellen daarin belangAan die onverschillig
heid geraakt men, evenals aan alles, gewend;
maar het zou onbillijk wezen niet te erkennen,
dat de gebeurtenissen der laatste jaren dit
gebrek aan belangstelling in de hand werken
Gelukkig echter dat er tenminste nog een
man is, die op politiek gebied door zijne
exentriciteiten de aandacht vraagt en ook
verkrijgt en die door zijn zoeken en drijven
ons voor een diepen slaap behoedt. Is dit in
veler oogen een twijfelachtige eer, lof ligt er
toch ook in opgesloten aan het adres van dr
Kuijper, den man die als regisseur van spec-
takelstukken op het politieke schouwtooneel
eenig heeten mag. Dat bleek ook nog bij een
der andere gewichtige gebeurtenissen, die vóél
den rusttijd plaats vonden; en nu is het
niet onze bedoeling om in den breede over die
gehouden depntaten-vergadering uit te wijden,
maar slechts om een enkele opmerking hier
over te maken.
Men heeft in het toen gebeurde, in den
toon dien dr Kuijper daarbij heeft aangeslagen,
aanleiding gevonden om hem hard te vallen
die zoo stout dorst spreken, zoo zichzelven
verhief. Naar ons inzien ten onrechte.
Dr. Kuijper heeft recht dat te doen, omdat
een groot aantal aanhangers hem tot in het over-
drevene verheffen. Wanneer in eene vergadering
van meer dan 250 afgevaardigden van antirevo
lutionaire kiesvereenigingen men hem met alge-
meene stemmen op den troon plaatst, en hem
herkiest als den \eenigen leidsman, dan geeft dit
„beschamend vertrouwen", zooals hij het gelieft
te noemen, hem overmacht. Wat de anti
revolutionaire partij op dit oogenblik is, werd
zij door Kuijper's invloedlaten wij, tegen
standers, spreken van agitatie, dit neemt niet
weg dat hij het plechtanker is van het grootste
deel dier partij. En nu moet er nog een mensch
geboren worden, die tegen zooveel verheer
lijking bestand is zonder dat hij zichzelven
verheft, en zich ten slotte meer macht toeeigent
dan hem toekomt.
En dat dr. Kuijper zulk eene uitzondering
niet is, bleek meer dan eenmaal.
Groen van Prinsterer koos hem tot zijn
opvolger en diens partij zei daarop ja en
amen. En men kan van hem zeggen wat
Thorbecke in de kamer Groen eens toevoegde
„Christelijk In mijn zin is de polemiek,
door den geachten spreker steeds gevoerd,
soms wel iets anders dan hetgeen ik christe
lijk of christelijken geest zou noemen. Histo
risch Is zijne richting niet verleer anti-his
torisch?' Daaruit volgt als van zelf de conclusie
dat op allen, die hem nu opnieuw hulde brachten,
onder gebed en psalmgezang, hun zegel hechtten
aan zijn streven, aan zijn drijven, hetzelfde
van toepassing is. Van de gematigde man
nen trouwens willen zij niets weten. En
nu zal, naar onze meening, spoedig genoeg
blijken boe hetgeen zij als hunne grootste
kracht meenen geopenbaard te hebben, hunne
grootste zwakheid is. Hoe hooger de toon is,
die dr. Kuijper op zijn troon aanslaat, hoe
spoediger de Hosanna's zullen verflauwen.
Maar thans verdienen zij die hem verheerlijk
ten niet anders dan zijn macht te gevoelen
zich te bukken onder zijn gezag.
En rond zijn troon, waar elke ketterij wordt
geweerd, mogen zich uitsluitend scharen zij
die éen zijn van gedachten. Dat werd ons
geleerd door hetgeen op de jaarvergadering
der Vereeniging voor hooger onderwijs op gere
formeerden grondslag tusschen dr. Kuijper en
prof. Gunning voorviel, omtrent de quaestie van
„geloovige wetenschap". De hoogleeraar van
de Am8terdamsche universiteit leed de neer
laag tegenover den professor der Vrije Uni
versiteit, want wetenschap zonder geloof had
geen waarde. Alleen gekleurd door het licht van
kerkelijk geloof, zal eerst de wetenschap
een levenwekkend beginsel zijn, verklaren
dr. Kuijper en de zijnen.
Alsof juist dan niet in de wetenschap doo-
<1:1 ijk git wordt gebracht dat haar levenssappen
zal ondermijnen
Dr Kuijper verloochent zich niet. Waar hij
de lieve onnoozelheid met voorkomendheid
bejegent en steeds spreekt van „het eenvoudig
christenvolk", daar prikkelt hij de ijdelheid
der groote menigte, zooals zijne aanhangers
en vrienden de zijne doen; daar slaat hij,
consequent gevolg van het doorhem ingenomen
standpunt, de wetenschap in 't gelaat.
Genoeg, wij gunnen hem den hoogen zetel,
waarop men hem thans heeft geplaatst.
In het Hosanna roepen zit niet de kracht
evenmin als in het aanheffen van kruist hem
de macht om zijn invloed te breken.
Laat dr Kuijper zijn troon en zijn aan
bidders wij, zijne tegenstanders, blijven
de vaan der wetenschap hoog houden.
En daarbij worden wij gesteund door velen,
die gematigder en verstandiger denken dan
de verheerlijkte president van het uitvoerend
comité.
Hij roept het volk door het ij del temaken
Wij willen volharden met te trachten het
verstandig te doen worden.
En wij hebben nog wel zooveel vertrouwen
in onze eigen kracht, dat d1 Kuyper eerder
van zijn troon zal vallen dan de wetenschap,
al tracht hij haar fondamenten ook nog zoo te
ondermijnen.
Uit den staat der rijksmiddelen over het eerste
halfjaar 1885 blijkt, dat de toestand niet zoo
bijzonder ongunstig is. Bijna alle middelen brach
ten meer op dan in de eerste zes maanden van
het vorige jaar, de opbrengst was 2 millioen meer
en het totaalcijfer 8 ton hooger. Hieronder komt
het successierecht evenwel voor éen millioen voor.
Deze vermeerdering is verkregen niet door uit
zetting van de opbrengst van vroegere belastingen,
maar van belastingverhooging. Zoo ga£ de suiker
12 ton meer en de accijns op bet gedistilleerd
3§ ton.
Dit in aanmerking nemende, blijkt dat de overige
belastingen nog éen half millioen achterstaan bij
die van het vorige jaar en de totaalopbrengst van
ƒ49.521.000 verschilt nog ruim vier millioen met
de raming, van f 53.645.000.
De directe belastingen hebben aan de verwach
ting beantwoord, behalve het patent, de invoer
rechten op zeep, de bieraccijnsde posterp en
telegrafen waren eveneens bevredigend. Maar de
accijnzen op wijn, zout en geslacht gaven onder
scheidenlijk ƒ25.000, ƒ32.000 en ƒ58.000 minder;
de registratie en hypotheekrechten 642.000 en
97.000 minder.
Uit Vlissingen schrijft men ons
Met genoegen merken wij op dat de weg naar
het badhuis voortdurend aangenamer, gemakke
lijker en veiliger wordt.
Het gedeelte straatweg, dat over de geheele
lengte gereed is, werd Zaterdag voor het rijtuig-
verkeer opengesteldhet vier meter breede
trottoir, dat vóór de openstelling der keibestrating
niet afgemaakt mocht worden, zal ook weldra
geheel gereed zijn. Reeds sedert eenige dagen
wordt met krachtige hand voortgewerkt aan het
leggen der gasbuizen, bestemd tot verlichting der
straat en van het badhuisterwijl nu ten slotte
ook een begin gemaakt is met den aanleg van
den stoomtramweg daarheen. Men zal dus binnen
korten tijd ook naar het badhuis kunnen trammen.
Wij verwachten dat de directie van de tram zoo
verstandig zijn zal om de vracht zoo miniem te
stellen, dat van dat vervoermiddel gebruik ge
maakt moet worden, want dat zal voor onderneming
en publiek beide voordeelig zijn,
Een volgend jaar hopen wij langs den weg ook
boomen geplant te zien. Eerst dan zal aan alle
billijke eischon zpn voldaan.
In de gisterenavond te Zierikzee gehouden ver
gadering der liberale kiesvereeniging zjjn de
aftredende leden van den raad mr H. van Manen,
G. A. de Looze, dr H. Goemans en jhr mr W. A.
de Jonge met algemeene stemmen tot candidaten
gesteld.
In de Dinsdagavond gehouden Vergadering van
het nutedepartement Biervliet is tot afgevaardigde
ter algemeene vergadering gekozen de heer C. de
Vos te ïzendjjke en als diens plaatsvervanger de
heer A. den Bouwmeester te Biervliet. Verder werd
besloten tegen het bekende voorstel-Nijmegen te
stemmen. De oprichting van eene volksbibliotheek
en eene Flor alia werd in ernstige overweging
genomen.
Op de deze week te Alkmaar door de Maatschappij
tot bevordering van nijverheid gehouden vergadering
is besloten een adres te richten tot de regeering,
om het teekenonderwps onder de verplichte leer
vakken op te nemen, en niet aan te dringen op
de vermindering van het briefport tot 2§ cent.
Verdér werd aangenomen een voorstel, om de
regeering te verzoeken de buitenlandsche biscuits
niet te bevoorrechten en aan directeuren machti
ging verleend, om een subsidie te verleenen aan
de Delftsche tentoonstelling van aardewerk, indien
deze een tekort mocht opleveren.
Besloten werd uit te schrijven een prijsvraag
voor zuivering van lichtgas (gouden medaille en
200 voor mededeeling van een practische me
thode om op fabriekmatige wijze alle zwavelver-
bindingen uit het lichtgas te verwijderen, en gouden
medailje en 100 voor mededeeling van een
practische methode ter bepaling van het algeheele
gehalte van zwavel in het lichtgas voorkomende);
en eene prijsvraag betrekkelijk den vuurhaard
gouden medaille voor het maken van een vuur
haard onder branderij- of distilleerketel, die zuinig
brandt (nuttig effect der steenkolen minstens 65
zoo weinig mogelijk rook voorbrengt, terwijl de
qualiteit van den verkregen moutwijn voldoet aan
de gestelde eischen.
Op de het vorig jaar uitgeschreven prijsvragen
waren geen voldoende antwoorden ingekomen. De
inzender van een fabrikaat van getah pertja kwam
ook niet voor bekrooning met goud in aanmerking
echter werd besloten hem een zilveren medaille
toe te kennen, onder voorwaarde dat hij bet bewijs
overlegge, dat het fabrikaat hier te lande vervaar
digd is.
Voor de beste scheepsjournalen, volgens de
beslissing van bet Kon. Ned. Meteorologisch Instituut
werden bekroningen toegekendaan de heeren
H. Hissink, gezagvoerder van het stoomschip
Prinses Amalia, de groote gouden medailleaan
J. H. Wahlberg, gezagvoerder van de Martina
Johanna, de tweede gouden medaille; en voorts
aan stuurman A. M. Broekman, van het stoomschip
Burgemeester Den Tex, idem.
Wederom zijn uitgescureven de prijsvragen voor
een handboek voor plantsoenenvoor papierindu
strie; voor mozaiektegelsvoor kamerverwarming;
voor gom-copalvoor voortbrengselen van de
Zuid-Afrikaansche republieken; voor id. van de
Oostkust van Afrikavoor herkenning van de
ondeugdelijkheid van voedingsmiddelen; verder voor
de octrooiwet en de scheepsjournalen aan gezag
voerders (zilveren medaille voor de stuurlieden
die aan de gestelde eischen voldoen).
Het volgende tafereel over den tegenwoordigen
toestand in Atjeh wordt geschilderd in het IV»
Pad. Hdbl. in een schrijven uit Kota Radja
Het schieten schijnt maar niet op te houden
't is thans slimmer dan vroeger, maar nu heeft
men in de gaten, dat velen onzer sobats in de
linie de ware broeders niet zjjn en van hun
wapenen, die zjj beweren tot verdediging van
have en goed noodig te hebben, weieens verkeerd
gebruik maken om op onze etablissementen te
schieten.
Den 16en vertrokken twee bataljons, vergezeld
van de ambulance en twee officieren van gezondheid
bg het aanbreken van den dageraad naar eenige
kampongs bp Blang, omsingelden de kampongs
en namen, zonder dat er een schot werd gelost,
de aanwezige wapens mede.
De sloebers, door de groote macht verrast, hielden
zich kalm, maar ongetwpfeld met wrok in 'thart
tegen de kafirs. Zp zouden zich evenwel wreken.
In den namiddag van dienzelfden dag, ongeveer
3 uur, vertrok de le luit. Npland met een patrouille,
sterk 25 man, om van uit Nessoeh zpn sector te
doorkruisen. Volgens usance moest de patrouille
vpf uren in zpn sector vertoeven. Tegen 8 uur
's avonds zouden de manschappen huiswaarts-
keeren. Wie zou op de gedachte komen dat
onze vrienden binnen de linie samenspanden met
onze vpanden daarbuiten en booze plannen be
raamden, om hetzp de patrouille dan wel de
veekraal te Nessoeh te overrompelen
Juist was ik te Gedah, toen ik plotseling zeer
wild de deuren en ramen hoorde sluiten, waar ik
uit opmaken moest, dat er iets gaande was. At
spoedig daverde de lucht van zware schoten. De
Chineezen te Penajoeng maakten vreeselpk misbaar,,
waarbp wij een oogenblik dachten, dat de sloebers
er een aanval hadden ondernomen. We bliesejp