168
128* Jaargang»
1885.
Dinsdag
14 Juli.
FEUILLETON.
Middelburg 13 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL.
Nederlandsche maatschappij tot
bevordering der geneeskunst.
Het verloren document,
Roman van A. VON LIMBURG.
MIDDELBIRGSCHE COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. C. D* Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Var de* Peul Jz
Hoofdagenten vow het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daub* en Cie., John F. Jones opvolger.
Op het verzoek van het hoofdbestuur van
het Necl. Bond voor algemeen kies- en stemrechte
om. gebruik te mogen maken van de Maliebaan
te 's Hage tot bet houden eener meeting is door
den minister van financiën, Bloem, afwijzend
beschikt. Daar het antwoord zich wat lang liet
wachten, zijn, volgens R. v. A., de bestuursleden
Gebing en Van Raajj ter audiëntie geweest. Op
hun vraag, welke redenen er bestonden tot weigering,
gaf de minister ten antwoord, dat hjj geen termen
vond tot toestemming. Voorzeker machtig afdoende.
De St. Crt. bevat het kon. besluit, waarbij aan
de gemeente Graauw, ter zake eener behoorljjke
inrichting van haar lager onderwjjs, boven en
behalve de vergoeding van 30 percent, een subsidie
verleend wordt van 10.660.
Uit Ellewoutsdijk schrijft men ons
Met zeer veel ingenomenheid werd alhier ver
leden Zaterdag de benoeming van den heer E.
A. van der Bent tot burgemeester dezer gemeente
hekend. Ellewoutsdijk mag de keuze zeer geluk
kig achten, daar bet thans tot hoofd krijgt iemand,
die gedurende zjjn ruim negenjarig verblijf zich
heeft doen kennen als een oprecht, degelijk, zelf
standig en rechtschapen persoon.
De heer en mevrouw RössingSablairolle8
bljjven aan de vereeniging Het Ned. tooneel ver
bonden. De kunstliefhebbers zullen zich daarin
zeker verheugen.
Zes en dertigste algemeene vergadering.
Middelburg geniet dezer dagen de eer een kring
van mannen binnen zijne muren altijd fignurljjk
gesproken vereenigd te zien, die de banier
dragers zjjn van eene edele wetenschap, vertegen
woordigers van een gilde, wij weten geen
beter woord, waarnaar de lijdende menschheid
vol hoop en vertrouwen opziet. Want al werden
wjj Zondag, in den schoonen tuin van de
sociëteit St. Joris, eraan herinnerd, dat tegen
den dood geen kruid is gewassen, wanneer
die macht pogingen doet om zich van ons
meester te maken dan zoeken wjj troost en hulp
bjj ben die, wel is waar ook menigmaal mach
teloos staan, maar tocb gelukkig in tal van om
standigheden hun kennis en hunne ervaring zoo
velen ten goede doen komen.
De samenkomst van die mannen draagt een
drieledig karakter: een huishoudeljjk-administra-
47.
Vervolg van het Bijvoegsel).
ELFDE HOOFDSTUK.
Haar onwillekeurige schrik ontging hem niet;
hjj knikte voldaan en ging voort
„Welk een onvoorzichtigheid om u hierheen
te begevenDe hertogin is een gezworen vjjan-
din van het jjdele genoegen eener maskerade en
zjj kan vooral niet velen, dat de dames nit haar
omgeving zich met intriges inlaten Hjj
sprak nog een poos op dien brut alen toon voor,
ofschoon de dame geen woord terug zei en het
hoofd op zjjde hield, om hem te toonen dat zij
zich niet met hem wilde inlaten. Zjj scheen
haar plaats niet te willen verlaten, opdat het ge
sprek achter haar niet gestoord zou worden, en
hoopte den baron slechts door een afwerende
houding te verwijderen. Evenwel zonder het
minste gevolgwant hjj scheen besloten niet te
wjjken en begon nu, daar hjj aan haar schrik
gemerkt had, dat hjj zich niet vergist had, zjjn
leelijke rol in het gewaad eener onschuldige grap
te Bteken.
Ofschoon dit tooneeltje niets opvallends had,
moet het toch niet onopgemerkt gebleven zjjn,
want een voorbijgaande tempelridder bleef eens
klaps staan en zei tot den baron:
tief, een wetenschappeljjk en een, om het zoo eens
uit te drukken, gezellig karakter.
Voor de pers levert dit zijne eigenaardige
moeieljjkheden op. Noch gevraagd, noch genood
dient zij loch ter wille barer lezers op haar post
te zjjn; te helpen verspreiden wat de geleerde
heeren bespreken en beslissen, maar haar lezers
kring belet baar alles te melden wat er besproken
is, stel nog dat zij, in zuiver wetenschappelijke
quaesties, in staat is een goed verslag te leveren.
Er moet door haar gezift worden.
Waar maatschappelijke, voor het algemeen
wetenswaardige punten zijn besproken willen dan
ook wij het een en ander melden. Waar mede-
deelingen gedaan zjjn, de vereeniging zelve
betreffende, die een blik ons doen slaan op haar
bloei of achteruitgaan, geven wjj die een plaats.
Maar wjj hopen ons te wachten voor onbe
scheidenheid. Bjj het gezellige zjjn wjj tegen-
over onze bezoekers verplicht zooveel moge
lijk te zwjjgen. Waar zij het aangename
aan het nuttige paren, mogen wjj over de gelegen
heden tot ontspanning, hun aangeboden, niet
uitwijden. Over tochtjes naar Domburg, naar
Vlissingen over een feestmaaltjjd zullen wij kort
zijn of geheel zwijgen. Waar zjj hierbij niet is
genood, heeft, naar ons gevoelen, de pers zich
van mededeelingen te onthouden. Daarom ook een
kort woord slechts over hetgeen Zondagavond in
St. Joris voorviel, omdat wat daar gezegd is,
wat daar plaats had, een intiem karakter droeg.
De leden der sociëteit, vooral het bestuur, dat
het vertegenwoordigt, hebben eer van hunne
ontvangst.
Een keurig concert door het muziekkorps van
het 3e regiment infanterie, onder directie van den
zoo verdiensteljjken directeur Bouwman, schonk
kunstgenot. Jammer dat wij, waar het voorviel
in besloten kring, daarover niet mogen uitweiden,
evenmin als over de uitstekende illuminatie in
den tuin.
In de pauze toen de heer dr. J. P. Berdenis
van Berlekom, als voorzitter van de Vereeniging
van genees- en heelkundigen in Zeelandtevens
afdeeling der algemeene maatschappjj, den afge
vaardigden een welkom toeriep, had hij recht op
dit alles te wjjzen als blijk hoe een goed deel der
burgerjj van Middelburg toonde prjjs te stellen
op eene nette ontvangst van de afgevaardigden.
Dit bevestigde ook de heer Jac. de Kanter, als
voorzitter van St. Joris, die verklaarde te waar-
deeren de tegenwoordigheid van zulk een uitge
lezen kring van wetenschappelijke mannen. En
prof. A. P. Fokker toonde zich de tolk van laatst
genoemde, toen hij dank zeide voor de ontvangst
en erop wees dat, wat in Zeeland ook moge
veranderd zjjnwat de algemeene malaise ook
moge gewjjzigd hebben, het goed Zeeuwscli goed
rond nog steeds ongeschonden bewaard was gebleven
en de gastvrjjheid nog dezelfde was.
Dat het aan wederkeerige verzekeringen van
.waardeering bij al het gesprokene niet ontbrak
behoeft zeker niet te worden gezegd.
„Mjj dunkt dat die eenzame nachtvogel uw
gezelschap niet begeert, masker; gjj deedt dus
beter met uw kostbaren tjjd elders te besteden.''
„En mjj dunkt, wijze tempelheer, dat gij
beter deedt met uwe kostbare lessen, waarnaar
niemand vraagt, voor u te houden," antwoordde
de baron scherp. »De schoone vledermuis heeft
integendeel mijn gezelschap gewenscht." Hij wist
dat zjj hem niet kon tegenspreken om zich niet
te verradenmaar zij schudde krachtig met het
hoofd. De baron verliet echter zjjn plaats niet.
De tempelridder maakte een ongeduldige bewe
ging en zei
>Mjjn waarde Hohenfeldt, gjj maakt misbruik
van de maskervrjjheid, ziet gjj dan niet, dat gjj
die dame hindert 1" Hjj vergat zich of vond het
niet meer de moeite waard om zjjn stem te ver
anderen.
De baron was even verbaasd als de gemaskerde
dame en zei met een diepe buiging
„Vergeef mjj, uwe hoogheid, maar ik kon
waarlijk niet weten, dat ik zoo ongelegen kwam'!''
Daarop ging hjj een weinig ter zijde en sprak
andere maskers aan.
Er lag zooveel boosaardigheid in den toon,
waarop hjj dit alles uitsprak, dat de prins
de dame nader ging opnemen. Een zeker iets
dat hem aantrok, een geljjkenis, had hem
reeds tot stilstaan genoopt maar het was on
mogelijk dat dit de freule Von Ölderode zelf kon
zjjn, die hij nog een half uur geleden aan de
theetafel hjj de hertogin gezien had. Hoe zou
Heden morgen te negen uren waren bestuur en
afgevaardigden, benevens leden en enkele genoo-
digden, onder wie wij opmerkten den heer mr.
E. Fokker, griffier der provincie, en den heer
A. de Vulder van Noorden, secretaris van Middél-
durg, vereenigd in de vergaderzaal der staten van
Zeeland. In het geheel waren 31 af deelingen,
uitbrengende 79 stemmen, vertegenwoordigd, ul.
Deventer, Dordrecht, Friesland, 's Gravenhage,
Groningen, Haarlem, 's HertogenboschBredaj
Leerdam, Leiden, Limburg, Nieuwveen, Oldambt,
Purmerend, Rotterdam, Schiedam, Tiel, Tilburg,
Twente, Utrecht, De Vecht, West-Friesland I en
III, Westland, Zeeland, Zuid-Hollandsche eilanden,
Zutfen, Zwolle, Amsterdam, Arnhem, Assen en
Delft. Het feit dat voor het eerst de Zuid-Hol
landsche eilanden waren vertegenwoordigd werd
met acclamatie geconstateerd.
Niet vertegenwoordigd waren de afdeelingen
Doekum, Meppel, West-Friesland II en Zaanland,
terwijl bij stemmingenseen paar afdeelingen afwezig
waren, zoodat het aantal stemmen 76 bedroeg.
De voorzitter prof. A, P. Fokker opende de
vergadering met een zeer belangrjjke rede over
het groote vraagstuk van den dagdr. Ferran's
inentingen tegen de cholera en de inenting in
't algemeen. Hjj sprak o. m. als zijne meening
uit dat men g een te hoogeverwachtingen omtrent
de resultaten van eerstgenoemde inenting moet
koesteren.
Wij wagen ons niet aan een weergeven van het
gehoorde, zelfs in korte trekken, omdat het een
onderwerp betrof van zuiver wetenschappeljjken
aard. Een verzoek, onzerzijds gedaan, om een
kort uittreksel ervan te mogen nemen, kon niet
worden ingewilligdde rede wordt later toch
gedrukt en aan de leden der vereeniging over
handigd en bovendien was zjj aan een ander blad
afgestaan.
De rede werd door de vergadering met warmte
toegejuicht.
Door den hoofdbestuurdersecretaris dr Guye
werd daarop verslag uitgebracht van den staat en
de werkzaamheden der maatschappjj en van hare
afdeelingen.
Keurig gestileerd was dat verslag, dat we gaarne
een plaats gaven, zoo onze ruimte dit niet verbood.
Zelfs aan een except ervan mogen we ons niet
wagen. We bepalen ons daarom tot enkele me
dedeelingen eruit. Dr Guye herinnerde eraan dat
in 1854 onder voorzitterschap van wjjlen d' A.
A. Fokker te Middelburg de 6e algemeeneverga
dering der NedMV t. b. der geneeskunst werd
gehouden, daarin aanleiding vindende om met het
oog op den tegenwoordigen voorzitter, prof. A. P.
Fokker en de aanwezigheid van dr J. C. De Man
die in 1854 ook reeds tegenwoordig was, den naam
van laatstgenoemde te beschouwen als het zinne
beeld van het constante, bljjvende en die
van professor Fokker als het erfelijke.
Uit dat verslag bleek verder nog dat de maat
schappjj in 1884 1109 leden telde en in 1885 tot
1150, vertegenwoordigende 84 stemmen, is ge
klommen.
dit fiere, hoogmoedige meisje er toe gekomen
zjjn, om in het geheim een genoegen op te zoe
ken, dat al was het niet juist ongepast voor
haar, toch door de geheimzinnige manier om
er zich zonder geleide heen te begeven, een
vrjjmoedigheid zou verraden, waartoe hp haar
niet in staat rekende. Zjjn hartstocht voor
het schoone meisje had van lieverlede zulk
een ernstig karakter aangenomen, dat zjjn
jaloezie zich niet tot hare gevoelens bepaalde,
waar hjj voor haar reputatie beducht begon te
worden.
Vast overtuigd dat slechts een zekere geljjkenis
in de houding en in de wjjze van het hoofd te
wenden hem misleid had, verwjjderde hjj zich,
ziende dat die zwjjgende gemaskerde niet lastig
gevallen wilde worden.
Onder het loopen merkte bij dat er een riempje
van zjjn schoen los was en ging de zaal uit om
het te laten vast maken.
Op de gang kwam hjj langs eenige knechts
en hoorde er een zeggen
„Dat is geen manier van doen, op een bal,
als iedereen de handen vol heeft, om dan een
boodschap in de stad te gaan doenl"
Maar ik moest een brief met spoed op
het paleis aan de grootmeesteres bezorgen. Het
was zeker iets heel bjjzonders, dat de baron er
zoo'n haast mes hadZei de berispte tot zjjn
verdediging.
Een brief, dién men van een bal aan mevrouw
Yon Scbornan zond, dat was zeker ietB zeldzaams,
Een wetenschappeljjk betoog mogen wjj niet
volgendaarom vermelden wjj alleen dat in
het verslag hulde werd gebracht aan een
oud-Middelburger prof. Plugge, voor hetgeen
door hem in het belang der wetenschap is ver
richt met het door hem samengesteld overzicht
van de wisselende chemische samenstelling en
pbarmaco-dynamische waarde van eenige belang
rjjke geneesmiddelen, hetgeen door prof. Plugge
op verzoek der jongste algemeene vergadering,
vooral op voorstel van dr Snjjders van 's Grave-
sande was vervaardigd.
De mededeeling dat, zooals hieronder bljjkt, het
hoofdbestuur een voorstel zal doen den heer prof.
Plugge bet eerelidmaatschap der maatschappij aan
te bieden werd met toejuiching begroet.
Alvorens tot het uitbrengen der verslagen en
de bespreking der daarin vervatte voorstellen over
te gaan, werd door den voorzitter mededeeling
gedaan, dat nog een drietal voorstellen waren
ingekomen, het eerste strekkende om eenige wjj-
zigingen te brengen in het contract met de Ver
eeniging voor de uitgave van het Ned. Tijdschrift
voor de geneeskunde, het tweede ten doel hebbende
het instellen van eene ethnologische commissie,
waarvan als leden zullen fungeeren de heeren dr»
A. Sassen, J. C. de Man en Folker en het derde
om aan prof. P. C. Plugge het eerelidmaatschap
der vereeniging aan te bieden. Een commissie
werd benoemd om de urgentie van die voorstellen
te onderzoeken en daaromtrent in de zitting van
morgen rapport uit te brengen.
Nadat verschillende commissiën diligent ver
klaard waren voor het uitbrengen harer verslagen,
deelde dr Godefroi uit 's Hertogenbosch mee, dat
door hem een beschouwing was opgemaakt naar
aanleiding van een oud werkje, getiteld: Pestba.
siliscus en verduysterde liefde in des wereWs laeten
avondstondt, met een bygevoegde ontmaskerde pest
mom of klare waerachtige beschrijving der pestilentie,
wechnemende met eene deszelfs al te groote inge
bedde grauwsamheyt door Chriatoffe de Koek van
Kerkwjjck, doctor en professor in Medicinae inde
stad en illustre schole van 's Hertogenbosch en
over het jaartal 1668.
Deze beschouwing zal, daar voorlezing ervan te
veel tijd zou kosten, in de verslagen worden
opgenomen.
Het rapport der commissie, benoemd om advies
uit te brengen omtrent de opleiding van aanstaande
geneeskundigen, had tot slotsom aan de maat
schappjj de volgende voorstellen ter overweging
aan te bieden
I. De maatschappij dringe bjj de regeering aan
a. op wijziging van de wet van 28 April 1876
(Staatsblad n° 102), zoodat daarin de cursuB van
het gymnasium voor aanstaande genees- en natuur
kundigen op vjjf jaren wordt bepaald;
b. op wjjziging van het leerplan des gymna
siums, zoodat in de vijfde klasse de wis- en natuur
kundige vakken aan afdeeling b afzonderlijk
onderwezen worden, en op wjjziging van het eind
examenprogramma, zoodat natuurkunde, scheikunde
en natuurlijke historie voor afdeeling b daarin
worden opgenomen;
maar wat raakte het hem? De prins ging naaf
de heerengarderobe, doch vond niemand die het
riempje kon aannaaien. Men verwees hem naaf
het voorvertrek der dameskleedkamer j daar be
vond zich juffrouw Meiners, die opzetteljjk dien
avond voor dergeljjke ongelukken aangenomen
was. Zij was toevallig alleen en daar het heel
warm in dat kleine kamertje was, sloeg de prins
zijn witten mantel naar achteren en wierp zjjn
masker op de tafel.
»Kunt gjj dat riempje voor mjj vastnaaiehj
kindlief, zonder dat ik mjjn schoen behoef nit te
trekken?" vroeg hjj en zette zijn sierlijk in
tricot gestoken been op een stoel.
„Zeker, heel goed uwe hoogheid!" sjj nam
naald en draad en hurkte naast den stoel neeri
»Kent gjj mjj vroeg hjj en zag haaf
verstrooid aan.
De guitige oogen zagen even naar hem op
„Natuurljjk, onze erfprins 1" Iljj had schik in
den jjver, waarmede zjj dit verzekerde.
»Ik dacht eigenljjk, dat ik hier door mjjn
lange afwezigheid tameljjk vergeten was."
Zeker niet. Men heeft nög altjjd groote
aanhankelijkheid voor prins Reinier, hoe dikwjjls
wordt er niet van uwe hoogheid verteld." Zjj
hield plotseling op, verlegen blozende onder den
vurigen blik, die op haar rustte.
(Wordt vervolgd