128® Jaargang. 1885. Maandag 6 Juli. FEUILLETON. ft0156 PATENTEN. Middelburg 4 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagent Prijs per 3/m. franco 3,50:' Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën- 20 Gent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groota letters worden berekend naar plaatsruimte Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Het daget ia den Ooste Het verloren document. MIDDELBURGSCHE COURANT. Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. Van dee Peul, te Zierikzee: A. C. De Moou,te Tholen: W. A. Van Niedwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. Van dik Piijl Jz. Hoofdagenten toot het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs en Cie., John F. Jones opvolger. v v De burgemeester en wethouders tan Middelburg maken bekend dat de patenten der tappers en slijters van bet dienstjaar 1885/86 ingevuld gereed liggen, en dat tot de afgifte daarvan ten raadhuize zal worden gevaceerd van den 8 Juli 1885 tot den 29 Juli 1885 des Woensdags en Zaterdags van iedere week, des voormiddags van 10 tot 12 uur. De belanghebbenden worden mitsdien aange maand om, binnen den boven bepaalden tijd. de voorschreven patenten in persoon te komen afha len, bij gebreke waarvan deze door den deurwaar der der directe belastingen, tegen voldoening van tien cent, aan buis zullen worden uitgereikt, terwijl zij zich blootstellen in eene boete te ver vallen van vjjftien gulden, indien zij, des gevraagd, bun patent of een afschrift daarvan, niet kunnen vertoonen. Hiervan is afkondiging geschied waar bet behoort, den 3 Juli 1885. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. tla qopvofuvici A. DE VULDER VAN NOORDEN. De burgemeester en wethouders van Middelburg brengen, ingevolge art 5 der wet van den 28 Juni 1881 (Stbl. no. 97) gewjjzigd bij de wetten van 23 April 1884 St.blno 54) en van 16 April 1885 (St.hl. no. 78), ter openbare kennis: dat bij ben is ingekomen een verzoek van P. ANTHEUNISSEN, om vergunning tot het mogen verkoopen van sterken drank in het klein in de bovenzaal van perceel P 149 op de Loskade alhier. Middelburg, den 4 Juli 1885. De burgemeester en wethouders van Middelburg, PICKÉ. De secretaris, A. DE VULDERj,VAN NOORDEN. kan Vlissingen op dit oogenblik met recht zeggen. Na jaren lang tevergeefs te hebben uitgezien naar een vreugdevol teeken, dat men zijne prachtige havenwerken waardeerde, na jaren strijdens tegen kleingeestige tegenwerking en naijver komt plotseling van uit het Oosten licht opdagen. Te vergeefs wachtte de zoo uitstekende havenplaats op de vervulling van den wensch, uitgedrukt in de volgende regelen der feest cantate, door den heer J. C. Altorffer gedicht bij gelegenheid der nieuwe havenwerken Roman van A. VON LIMBURG. TIENDE HOOFDSTUK. Die wending was zoo eenvoudig en natuurljjk geweest, dat de geslepen diplomaat niet wist of de prinses een plaatsje bjj den haard had willen zoeken of hem onder vier oogen wenschte te spreken. De vragen naar hare tante lagen voor de hand, maar het kwam hem voor, dat er nog iets volgen moest, waarmede zjj aarzelde om voor den dag te komen. Eensklaps maakte zjj een ongeduldig gebaar daar kwam de grootmeesteres in een ruischend kleed, als een opgeprikte kapel op hen af en vroeg in allen vorm, als de belichaamde etiquette, of zij de eer mocht hebben om hare hoogheid twee vreemde jonge dames voor te stellen. Zeker, het zal mjj zeer aangenaam zjjn die dames te leeren kennenMaar straks, lieve mevrouw straks zei de prinses en wendde zich weer tot den gezant om te toonen, dat zjj niet verder gestoord wilde worden, maar zjj had buiten de Steekappel gerekend. Dan zal ik hier met de jonge dames wachten, totdat uwe hoogheid zoo goed wil zjjn mij een wenk te geven." r° ^ieve hemel, gij bedoelt toch niet, dat gjj „In die gunsten van den Vrede, Vlissing/s veste deelt gij thans. 't Kostbaar werk van kunst en kennis Is voltooid met roem en glans, t W'aterboüwstuk wordt ontsloten En met gul gejuich begroet. Breng het nijverheid en handel Breng bet welvaart, overvloed s>Wat toekomst lacht u tegen, Gij, grjjze Scheldestad Door vaart en handelswegen Zooals gjj nooit bezat Werdt gjj voorbeen, zoo moedig, De Sleutel 's Lands genoemd, Licht dat men U than9 spoedig Dien van Europa noemt Die toekomst werd verduisterd men begon reeds te wanhopen of zij ooit verwezenlijkt zou worden; en zoo niet enkele energieke mannen moed gehouden en volhard hadden, wij zouden niet met vreugde een eerste teeken van nieuw leven kunnen begroeten. Dien mannen is gisteren hulde gebracht en dank; en zij verdienen dit ten volle. Wij zullen ons niet begeven op het gebied der veronderstellingen niet te hooge verwach tingen opwekken over hetgeen thans, nu Vlis singen de aanlegplaats wordt van de stoom- booten van den Noord-Duitschen Lloyd te Bremen, de toekomst voor die gemeente kan opleveren. Maar reeds dit is een heuglijk feit, dat weer opnieuw Europa's aandacht is gevestigd op deze door de natuur zoo rijk bedeelde haven. Waar Duitschland, dat meer en meer stem krijgt in het („Europeesch concert", Vlissingen boven andere handelsplaatsen tot aanleghaven en tot arbeidsterrein koos, daar is dit eene vingerwijzing voor andere mogendheden en voor verschillende handelsondernemingen om dat voorbeeld te volgen. Niemand kan dns overzien, welke gevolgen dit heugljjk feit kan hebben. Ver strekkend kunnen zij wezen, voorzeker, maar eveneens kan het zijn, dat wij het einde nog niet hebben bereikt van de teleurstellingen, die het deel van Vlissingen zijn geweest. En daarom dient, boven alle opgewonden heid, boven alle vreugdegedruis'ch, ook een oogenblik het woord gelaten aan de stem der kalme beredeneerdheid, die ons spreekt van voorzichtigheid, practischen zin en hen, die daartoe geroepen zijn, opwekt tot krachtvol beleid. Elke gelukkige heeft hare benijders. Of zou men zich kunnen voorstellen, dat niet met leede oogen werd aangezien, hoe uit den die stumperds wilt beletten te dansen, totdat zij aan mij voorgesteld zjjn 1" Een buiging, die te kennen scbeen te geven ik weet wat mijn plicht is, wekte den spotlust der prinses op, die alleen zei. Welaan danIk zal mjj in mijn lot schikken. Gjj ziet welk een dwingeland mevrouw Von Schornan is, mijnheer Von Ringfeld. Tot straks dus Zjj zweefde vooruit en het kwam den gezant voor, alsof hare oogen iets bjjzonders schenen te bennen te geven; Dat straks, waarop de prinses rekende, kwam eebter dien avond niet meer, dank zij de bemin- neljjkheid der hertogin, die den gezant herhaal- deljjk aan de praat hield en de handige manoeuvres van de grootmeesteres en den baron Von Hohenfeldt; dit beletten van een onderhoud viel hun des te gemakkelijker, daar de prinses den bejaarden gezant niet voor een dans kon laten roepen. „Ik behoef u niet te vragen, mevrouw, hoe het u in C bevaltgjj amuseert u zeker uitstekend," zei graaf Edzard, terwjjl hjj met de vrouw van zjjn vriend Wegener danste. *ï0, ja beerljjk", antwoordde Keetje, stralende van genoegen. „Zulk een bal heb ik natuurljjk nog nooit bjjgewoond. En dan die schouwburg hier; ik ken geen grooter genot dan een mooie opera, of een drama te zien. Maar vooral ben ik zoo bljj, dat ft mijn vriendin ffta weer zie, die" vreemde Vlissingen de eer wordt bewezen, die het toekomt Met alle macht heeft men, zoolang men dit kon,'' de volle waardeering1 tegengebou-' den van de voordeelen, die deze havenstad bood. Hare concurrentie vreesde men daarom werd al wat haar roem en haar trots was verkleind. Nu het duidelijk sprekend bewijs van erkenning van Duitschland's kaïit, hoe voortreffelijk Vlissingen is gelegen en hoe uitstekend hare havenwerken zijn, niet is te gengehouden kunnen worden, nu zal men met Argusblikken gadeslaan, hoe die stad zich kwijt van de eervolle taak, welke men haar ter vervulling aanbood Elke tekortkoming zal men breed uitme ten aan hare uitstekendheid zoo veel mogelijk atbreuk doen. Een moeilijk tijdperk breekt daarom voor Vlissingen aan. Want haar toekomst hangt at van de wijze, waarop de ingezetenen hun taak opvatten tegenover hen, die, wel in hun eigen belang maar toch ook ten voordeele van Vlissingen, die haven zullen aandoen of er zich zullen vestigen. Voorzichtig dient men te zijn met het stellen van eischen tegenover den vreemdeling, die zal komenvan practischen zin dienen te getui gen al de overeenkomsten, welke men met hem zal sluiten krachtvol dienen zij, die het beleid in deze in handen hebben, op te treden te genover hen, die door te hooge vorderingen ontzaglijke schade kunnen doen aan Vlissin- gen's goeden naam. Gebeurt dit alles, dan wanhopen wij voor de gelukkige feestvierende gemeente niet meer aan de spbooDfi toekomst waarvan op dit oogenblik zoo menigeen droomt. De beer Dirks, hoofdingenieur en lid van de tweede kamer der staten-generaal, is opnieuw aangezocht om als technisch adviseur op te treden bjj de vervaardiging van een waterstaatswerk te New-York. De heer Dirks, zal zich weldra naar Amerika begeven, maar denkt zijne taak in bet begin van September te hebben volbracht, om tegen den tijd der hervatting van de parlementaire werkzaamheden in het vaderland teruggekeerd te zjjn. Dit is te hopen. Leden, die niet op bun post zjjn, kan tegenwoordig geen der partjjen in de kamer gebruiken. Zooals wjj vroeger meldden, zal de beerP. C. F, Frowein te Goes op de a. zomervergadering der Vereeniging van leeraren een motie inleiden, waarbjj wordt verklaard, dat volgens de bestaande wetten de leeraar bet meest volledig recht bezit om buiten de school vrij zjjn meeningen in woord en geschrift te verkondigen en dat het niet mag hier begon zjj te storterenwant zjj bedacht zich eensklaps, dat baar levendigheid haar te ver gevoerd had en dat ze, na betgeen zij van dat mislukte aanzoek geboord bad, beter gedaan had met den naam van Ilda niet te noemen. Edzard zag haar verlegenheid en kwam baar te hulp, door zoo bedaard mogeljjk over de freule door te spreken, alsof bjj volstrekt niet opgemerkt had, dat zij ophield. Heeft de freule dus tjjd om u veel te spreken! ik zou gedacht hebben dat het hofleven haar geheel in beslag nam. „Ja, dat kan wel zjjn", zei Keetje verlicht dat de graaf het zoo gemakkelijk opnam, >maar ze weet toch altjjd een oogenblikje te vinden om bjj mij te komen. Ik kom ook dikwjjla bjj haar in bet paleis, maar zij komt nog meer bjj mjj. Gjj weet niet welk een goed hart zjj bezit en hoe oprecht zij het met haar vriendschap meent. Het spjjt mjj altjjd, dat men haar vaak zoo verkeerd beoordeelt." „In hoeverre vroeg de graaf onwillekeurig, met veel meer belangstelling dan hjj eigenljjk wilde verraden. „Omdat men haar over het algemeen voor boovaardig en ongevoelig houdt, zelfs, zooals ik dikwjjla gemerkt heb, voor nog erger 't is waar, wie haar zoo met haar trotsche houding zooals nu, naast luitenant Krjjling ziet staan maar die heeren hebben ook tusschen beide een manier De jonge vrouw lachte en bloosde worden afgekeurd, wanneer bij een, naar zjjn oordeel, gepast gebruik van dit recht wensebt te maken. Dr Salverda, inspecteur van bet midd. onderwijs, had den heer Frowein aangeraden in het belang van zich zeiven en van het onderwjjs, die motie in te trekken. De heer Frowein zou, dit doende, zich vele vrienden maken, die hem dan wel zouden willen helpen om eene nieuwe betrekking bjj het M. O. te krijgen, nu hij door de opheffing der middelbare school voor meisjes te Goes eervol ontslagen wordt. De heer Frowein heeft in een schrijven, gepu bliceerd in de Amst., dr Salverda gemeld dat hjj zijn wenk niet zal opvolgen. Hij zal in Aug. op zjjn post wezen ter verdediging van de vrjjheid van gedachtenuiting buiten de school. Hjj zegt o. a. in zjjn brief „Toch bén ik niet blind voor het feit, dat mijne meer stoffelijke belangen mjj een andere gedragslijn zouden kunnen voorschrijven. Maar daar waar ik herhaalde malen in woord en geschrift ten zeerste gelaakt heb ieder, die zijn overtuiging of de verkondiging zijner overtuiging verkocht voor zjjn carrière, daar waar ik herhaalde malen bjj onze wetenschappelijke mannen heb aangedrongen op meer karakter en meer fleren overtuigingsmoed, wensch ik, nu op mijn beurt de omstandigheden niet zoo ongunstig zjjn, niet zelf te doen, wat ik in anderen gelaakt heb, of na te laten waartoe ik anderen opwekte. En wat aangaat de belangen van het middelbaar onderwjjs, dat mjj even dierbaar ia als n, ik bljjf bij mijn meening, die ik reeds vroeger, vóór mjja praeadvies verscheen, de vrjjheid nam tegenover u te verdedigen, dat deze belangen het best be vorderd worden door den leeraren de volledige vrijheid van gedachtenuiting buiten de school toe te staan, die buitendien bjj onze grondwet ge waarborgd is." De heer J. A. E. van Deventer, L. C. Muller en A. A. Fokker, die te Delft, en J. E. Mejjboom, die te Leiden opleiding genoten, staan boven aan de lijst der geslaagden voor Oost-Indisch ambtenaar waarvoor dit jaar slechts vier plaatsen beschikbaB r zijn. Van de 38 geslaagden behooren 6 tot de Leidsche school. De heer J. P. Ie Roy, geagreëerd klerk ten postkantore Sluis, heeft met goed gevolg examen afgelegd voor de telegraphie. Uit Hoofdplaat wordt ons geschreven s Sedert een kwart eeuw heeft de gemeente Hoofd* plaat in den vorm van haven- en kaaigeld belasting geïnd op het gebied van het waterschap, waar de raad geen regeermacht uitoefent. De heffing ge* schiedde atilzwjjgend, uit kracht van gewoonte; en door de ambtenaren of door de pachters zeker* lijk te goeder trouw, zoodat voor de zware straf; welke art. 174 van het wetboek van strafrecht tegen knevelarij bedreigt, wellicht verzachtende omstandigheden te pleiten zjjn. Intusschen onder* vond de bemoeiing van den tegenwoordigen bur* gemeester, die sedert lang eene wetteljjke regeling voorstond, veel tegenkanting bij het bestuur, Eene missive van ged. staten, waarin op voornoemd strafwet-artikel gewezen wordt, deed den burge* meester nu besluiten uitdrukkelijk te bevelen om geen belasting te innen buiten het publiek-rech* teljjk gebied der gemeente. De raadsvergadering; «*3 bjj de herinnering aan de complimentjes, waar* mede die luitenant haar zooeven overladen had; doch kwam weer op het vroegere onderwerp terug. »Ik verbeeld mjj, dat de positie van Ilda hier aan het hof als logee niet zoo heel gemakkeljjk isals men oppervlakkig zou denkener behoort zeker veel tact toe, ommaar ziet gjj daar die krooD, die kaars die valt mjjn God 1 Ilda 1 Ilda Zjj staat in brand Zij vloog er heen maar de graaf was haar voor hjj wist met ongeloofeljjke vlugheid iedereen op zjjde te duwen en stond het volgende oogenblik naast Ilda. Zjjn eerste opwelling was natuurljjk om, evenals luitenant Krjjling en de andere heeren, het vuur met de handen uit te dooven, maar in een oogwenk stond het tarlatan van haar japon in lichte laaie en zij zou zeker brandwonden bekomen hebben, indien de graaf met groote tegenwoordigheid van geest, bliksemsnel zjjn blau wen rok uitgetrokken en over haar heengeworpen had, zoodat hjj de vlammen verstikte. Alles was veel gauwer in zjjn werk gegaan dan men het beschrjjven kan en aan het andere einde der zaal had men niets van het gevaar gemerkt, voordat het voorbjj was, Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1