153
128
aar.gang,
1885.
Donderdag
I
2 Juli
KIÉfaÈl ia tóen taal
FEUILLETON.
e
JAARMARKT.
Middelburg 1 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën* 20 Gent per regeh
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regel* 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Het verloren document,
Roman van A. VON LIMBURG.
beek ja bet gebergte mjjner geboorteplaats, wj«|
MIDDBLItll
COURANT.
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van de» Peijl, te Zierikzee: A. C. De Moou, te TholenW. A. Van Nieuwknhuuzkn, en te Ter Neuzen A. Van dm Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs en Cie., John F. Jones opvolger.
De burgemeester en wethouders van Middel
burg brengen, ingevolge art. 5 der wet van den
28 Juni 1881 St.blno. 97), gewijzigd bij de wet
ten van 23 April 1884 [St.bl. no. 54) en van 16
April 1885 [St.bl. no. 78), ter openbare kennis
dat bij hen zjjn ingekomen van de navolgende
personen verzoekschriften, waarbij vergunning
wordt gevraagd om in het bij ieders naam ver
melde perceel den kleinhandel in sterken drank
te mogen voortzetten, als
Volg- Naam van den Aanduiding van
nummer. verzoeker. het perceel.
1. A. H. Mennes, Turfkade H 179.
2. J. M. Remijn, huisvr.
van J. Romeijn, L. Singelstr. N 202.
3. M. Oh. Vos, huisvr.
van D. J. Kuijt, Wal A 6.
Middelburg, den 30 Juni 1885.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
F. ERMERINS, L-B.
(la QonvAfciuta
A. DE VULDER VAN 'NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat de jaarmarkt in die gemeente, zoo geen
buitengewone omstandigheden zulks verhinderen,
dit jaar zal aanvangen den 27 Juli en eindigen
den 8 Augustus daaraanvolgende, terwijl de loting
van standplaatsen zal geschieden Maandag den 20
Juli te voren, des voormiddags te 10 uren, waartoe
de belanghebbenden zich voor dien tijd bij den
marktmeester zullen moeten aanmelden.
Aan straatmuzikanten zal eerst Maandag den
8 Augustus vergunning gegeven worden tot
uitoefening van hun bedrijf.
Middelburg, den 5 Mei 1885.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PIC K
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De gisteren meegedeelde tijding omtrent de
door den Duitschen bondsraad genomen beslissing,
voor Vlissingen van zooveel belang, bevatte nog
wel niet de eindbeslissing die morgen (Donderdag)
moet vallen, maar toont toch zoo goed als zeker
aan, dat Vlissingen de aanlegplaats wordt voor de
Duitsche stoomvaartlijnen.
Waar vorst Von Bismarck zoo krachtig voor de
Zeeuwscne havenstad pleitte met dr. Stephan's
steun was men bekend is er bjjna geen twijfel
ineer of het voorrecht valt Vlissingen te beurt.
Wjj meenden dus met gerustheid onzen voorloo-
pigen gelukwensch aan die gemeente te kunnen
neerschrijven en wanneer de eindbeslissing is gevallen
in welken geest die zijn zal is na de beslissing
in de commissie van den bondsraad voor ons
NEGENDE HOOFDSTUK.
»Dat men prins Reinier toch den tjjd late
om eerst weer thuis te geraken en op zijn ge
mak een keuze te doen, waarbij hjj met zijn hart
en met de eischen der staatkunde te rade kan gaan
niet opdringen, niet haasten ik zou mij er
zoo hartelijk in verheugen, als ik hem gelukkig
kon zien 1" zeide de hertogin.
Engel, lieve Sidonie," riep de hertog opge
togen uit, »gjj hebt het altijd bjj bet rechte einde
het zal ook zoo gebeurenWilde slechts dat
Reinier kon hooren, iedereen hooren; edel hart
bewonderen 1111
„Neen mjjn beste vriend I" fluisterde zij
innig, »dat wensch ik niet, dat is mij overbodig.
Ik verlang sleehtB de waardeering van een enke
len, wiens liefde mijn geheele wereld uitmaakt
Ditmaal vergenoegde de vorst zich niet met
een handkushij sloot haar met innige teederheid
in de armen en drukte tallooze kussen op haar
mond.
De kersttjjd bracht nog geen groote feesten'
mede, maar wel veel kleinere partijtjes in den
besloten hofkring, zoodat Ilda toch een prettig,
vrjj druk leven leidde. Onwillekeurig bevond zjj
aich by al die gelegenheden steeds met prins
reeds uitgemaakt
te deelen.
hopen wjj die spoedig mee
Het door de heeren De Brujjn Kops, Godin de
Beaufort, Van Kerkwijk, Kolkman, Roëll en Rutgers
van Rozenburg voorgestelde amendement op het
wetsontwerp tot wijziging van de artt. 240, 242
en 247 der gemeentewet heeft tot doel om de
beide eerste zinsneden van art. 240 te doen luiden
als volgt
»Tot dekking der plaatselijke uitgaven kunnen
de gemeentebesturen 1° jaarlijks, geheel of gedeel
telijk, beschikken over eene som, ten laste van
het rijk, gelijkstaande met vier vijfde gedeelten
van de zuivere opbrengst der hoofdsom en rijks-
opcenten van de belasting op het personeel, ge
middeld over de belastingjaren 1882-1883, 1883-
1884 en 1884-1885 in hunne gemeente geheven."
De strekking van het amendement is, om aan
het denkbeeld, dat aan het gewijzigd wetsontwerp
der regeering ten grondslag ligt de fixatie nl.
van de sedert 1865 aan de gemeenten uit de
opbrengst der personeele belasting gedane uitkee-
ring eene meer volledige toepassing te geven.
Het gevolg daarvan zal tevens zijn, dat de
equivalenten, bij het regeeringsontwerp aan de
gemeenten toegekend, overbodig worden, en de
staat voor ziohzelven, gelijk tot nog toe, de be
schikking houdt over de grondbelasting.
Over dit amendement zal heden wel eene be
slissing genomen wordenwordt dit aangenomen
dan zal er geen reden voor bet ministerie be
staan om aan de bedreiging van heen te gaan,
die zij gisteren liet hooren, gevolg te geven.
Het beginsel toch, dat zij op den voorgrond
stelt: losmaking van de gemeente-inkomsten van
eene rijksbelasting, is dan bereikt. Een stap is
dan gedaan om de onafhankelijkheid der
gemeentelijke en der rijksfinanciën van elkander
te verzekeren.
En geschiedt het niet alzookrijgt de regeering
ook haar zin nietwij gelooven dan toch nog niet
aan de uitvoering van het dreigement.
Evenals wij vroeger deden behandelt de Kam
per Ct. de vraag, wat er gedaan kan worden tegen
het misbruik van deelneming in begrafenisfondsen
voor kleine kinderen.
De mededeelingen van dr. Snijders van 's Gra-
vesande omtrent schandelijke misbruiken, die daarbij
plaats hebben, zijn tot heden nog niet weerlegd
en berusten dan ook op te goede gronden dan
dat zij zouden te weerleggen zijn. En waar de
ernstige kwaal, die daarbjj wordt aangetoond, blijft
bestaan, dient men op middelen tot verbetering
bedacht te zijn;
Dr. Snijders was öp het hygiënisch congres van
oordeel, dat, als de uitkeering van geld bjj sterf,
gevallen van kinderen onder de tien jaren niet
verboden kan worden, althans wettelijke bepa
lingen wenscheljjk zijn, die verbieden, voor het
zelfde kind in meer dan éen fonds deel te nemen
en uitkeering van de begrafenisgelden alleen dan
toelateh; wanneer het deugdeljjk bewjjs kan worden
Reinier samen. Aan tafel als zijn buurvrouw, in
de comedie aan zijné zjjde, bij bet schaatsenrijden
op den vjjver werd zij door hem geleid kor
tom hjj was altijd om haar heen.
Zijn verhouding tot haar had een nieuwen
plooi gekregen, want terwijl hp zich nog ver
beeldde den toestand geheel meester te zijn, stond
hjj reeds onder den invloed eener innige liefde
en als hij zich diets maakte slechts uit berekening,
na die scène op de jacht, dubbel terughoudend te
zijn, was dit de onwillekeurige uiting van een
gevoel, dat even aarzelend begon te worden als
het diep en waar was. Geblaseerd door zijn leven
in de groote wereld, had hjj de achting voor
vrouwen in het algemeen verloren, doch tegenover
dit jonge meisje stond hjj vaak als beschaamd
het was de hulde* eener oorspronkeljjk edele ziel,
die plotseling in een reine liefde tot zelferkenning
komt en met leedwezen bare eigen afdwalingen
inziet.
Tot nog toe steeds gewoon om jonge dames met
luchthartige driestheid te bejegenen, sloeg hjj
tegenover Ilda een toon aan, die hemelsbreed van
zijn gewoonte verschilde en vond hjj voor haar
uitdrukkingen, waarin zich al de fijngevoeligheid
zjjner natuur .openbaarde.
Daar zijn aandacht van dien kant zoo geheel
in beslag genomen werd, ontging er echter van
den anderen veel aan zjjn anders zoo helder ver
stand. Terwjjl hjj zoo gelukkig was in het bjjzjjn
van Ilda, dacht hij er niet over na hoe gemakkeijjk
hem de gelegenheden daarvoor aangeboden werden.
overgelegd, dat het overleden kind gedurende zijne
ziekte onder geneeskundige behandeling is geweest.
Het congres heeft, zegt de Kamp. Crt., in deze
zaak geen besluit genomen. Het schijnt, dat het
raeerendeel der buitenlandsche congresleden er voor
bet eerst van vernam, omdat alleen in Engeland
en in Nederland dit kwaad bestaat. In Duitschland,
in Frankrjjk en in België houdt men er geene
begrafenisfondsen op na. In Zwitserland staan
ze onder toezicht van geneeskundigen en de meeste
dé-ar bestaande maatschappijen nemen geene
kinderen onder de tien jaren op. In Denemarken,
waar de begrafenisbussen even welig tieren als bjj
ons, kunnen zij dit kwaad niet stichten, omdat
het daar verboden is voor kinderen onder de 16
jaren eene levensverzekering te sluiten. Hoewel
de mededeelingen van dr. Snjjders een diepen
indruk maakten, daar deze zeer sterk doen ver
moeden, dat het misbruik, van begrafenisfondsen
gemaakt, bier en daar in Engeland en Nederland
een grooten invloed heeft op de bijzonder talrijke
sterfte onder de kinderen op die plaatsen, kon
bet congres daartegen niets doen, want het heeft
natuurljjk geen wetgevende bevoegdheid. De
plicht om tegen het aangewezen kwaad maatre
gelen te nemen rust op de regeeringen van de
landen, waar het bestaat.
Het voorbeeld van Denemarken verdient, naar
de Kamp. Ct meent, geene aanbeveling. Wanneer
men deelneming voor kinderen tot op een be
paalden leeftijd in begrafenisfondsen of dergelijke
inrichtingen verbood, zouden de goeden het met
de kwaden moeten misgelden.
Maar de wetgever kan aan de maatschappijen,
die geldelijke uitkeering bij overlijden ten doel
hebben, de verplichting opleggen om in hare
statuten te bepalen, dat er geene uitkeering plaats
heeft, wanneer het overleden kind blijkt ook bjj
eene andere maatschappij te zijn ingeschreven.
Om de werking van dergeljjke bepaling mogeljjk
te maken, zou mede bjj de wet kunnen worden
voorgeschreven, dat de maatschappjjen verplicht
zjjn, elkander binnen een korten termjjn na de
aanvrage inlichtingen te verstrekken. Nog beter
en eenvoudiger zou het misschien zjjn, wanneer
de wet bepaalde, dat er voor kinderen tot zekeren
leeftijd geene uitkeering in geld bjj overlijden mag
geschieden, maar dat de maatschappij, bij welke
het kind is ingeschreven, de begrafenis en al wat
daarbij behoort op zich neemt, zonder kosten voor
de ouders.
Het overleggen van een bewjjs, dat bet over
leden kind geneeskundig behandeld is, mede door
dr. Snjjders verlangd, zou in het laatstgenoemde
geval overbodig zjjn, maar is in een ander opzicht
gewenscht, nameljjk als een waarborg, dat bet
kind niet door de ouders uit andere oorzaak dan
om zich te verrijken gedurende de ziekte verwaar
loosd of veronachtzaamd is.
In ieder geval is de zaak van te ernstigen aard
om niet ten volle de aandacht waard te zjjn van
allen, die geroepen zijn maatschappelijke kwalen
te genezen.
Zoo verliep de tjjd tot kerstmis snel genoeg.
Aan bet bof werd het feest in beperkten kring
gevierd èn Ilda waardeerde de fijne, kiesche manier,
Waarop men alles vermeed, wat hare teergevoelig
heid had kunnen kwetsen. Het had haar niet
Ontbroken aan verrassingen en geschenken, doeh
slechts zooals men die aan een beminde, geachte
gast geeftsierlijke, overtollige kleinigheden,
volstrekt geen kostbare kleinoodiën of kleeding-
stoffen, geljjk de hofdames kregen. Ook prins
Reinier vereerde haar met een onbeduidende
snuisterjj een flacon doch inderdaad een
kunststuk van snijwerk uit rozenrood koraal.
Sedert de jacht was Ilda wantrouwend tegen
over den prins gebleven, ondanks al zjjne moeite
om dien pjjnljjken indruk weg te nemen en ofschoon
zjj zelf sedert lang overtuigd was dat zjj hem teil
onrechte verdacht had. Ja, zjj vreesde zelfs on.
billjjk jegens hem te zjjn en betoonde zich daar
door juist vriendelijker dan anders het geval zou
zjjn geweest.
In de eerste dagen van Januari smaakte zjj ook
het genoegen van haar vriendin Keetje terug te
zien. De raadsheer Wegener moest voor zaken
in de stad zjjn en had met zjjn vrouw gemeubi
leerde kamers betrokken. Keetje straalde van
geluk en verheugde zich op het vroolijke leven
in de residentie.
Zjj werd overal vriendeljjk ontvangenwant de
hertog had den wensch te kennen gegeven om
den gevolmachtigde uit den naburigen staat zoo
welwillend mogeljjk te gemoet te komen en dit
Vrjjdagavond te 7 uren zal het muziekkorps
onzer dd. schutterjj, als naar gewoonte, op het
Molenwater eene openbare uitvoering geven.
Het programma is samengesteld als volgt
Marsch, Zinnen; Wals, Weisenborn; Ouverture,
Rossini; Fantaisie II TrovatoreVerdiPolka,
Parlow; a. der Neugierige, b. der Wanderervoor
solo piston, SchubertFantaisie la Dame Blanche,
opera van Boieldieu, A. de Jong; en Le Reveil
du Lion, Kontsky.
Het inzenden van prijzen voor den door de
vereeniging Medioburgum te houden scbietwedetrjjd
houdt nog aan. Onder meer werden gisteren nog
fraaie prijzen aangeboden door den heer mr. C,
J. Pické, burgemeester van Middelburg, en door
den heer W. J. Sprenger, oud lid der vereeniging.
Uit Vlissingen schrijft men ons:
Wij vernemen, dat vanwege de Maatschappij tot
exploitatie van gronden opnieuw een plan ontworpen
wordt voor een Badhotel op de duinen, hetwelk
de goedkeuring van het gemeentebestuur zal
kunnen verwerven en tevens kans biedt om in
't voordeel der maatscbappjj geëxploiteerd te
kunnen worden. Dit laatste schijnt met het
vroeger door den raad goedgekeurd plan onbe
reikbaar. Wij hebben alle reden om te verwachten,
dat de twee contractanten het spoedig eens zullen
zijn, daar zjj alleen wederkeerig nut en voordeel
beoogen.
Uit Arnhem bericht men ons dat de toestand
van den heer A. H. J. Diemont, benoemd burge
meester van Vlissiugen, voortdurend hoogst beden-
keljjk blijft.
Het Militair blad schrjjft o. a.
Onze marine wordt thans te Vlissingen gerepre
senteerd door één kanonneerboot; dat is niet
schitterend. Zou 't geen tjjd worden eens te
denken aan de verplaatsing der opleiding voor
jongens naar Vlissingen, zooals door den minister
Geerling eens werd voorgesteld? Dan werd de
marine ter plaatse beter vertegenwoordigd (al zou
't nog niet schitterend zijn) en werd meteen aan
een door velen toegejuicht plan uitvoering
geschonkenen dat alles, zonder dat het één
cent meer zou kosten dan thans
In haar antwoord op het voorloopig verslag deï
tweede kamer over het ontwerp tot het verleeneü
van eene rjjksbjjdrage ten behoeve van een tramweg
Breskens—Maldeghem herinnert de regeering vooraf,
dat het tegenwoordig voorstel niet strekt om
terug te komen op de reeds besliste zaak van den
spoorweg Rotterdam—Munster. Het betoogt de
beslissing uit te lokken omtrent de vraag of het
mogeljjk is, de billijkheid tegenover de voormalige
concessionarissen dier lijn in overeenstemming té
brengen met het staatsbelang, door het aan dé
schatkist vervallene kapitaal alsnog beschikbaar
te stellen voor een nieuwe onderneming van erkend
algemeen nut.
De reg. erkent gaarne het vei-schil in öfflttandi^A
«ssa
indirect bevel was nattiurljjk ook van invlöed oji
den omgang met zjjn vrouw. In veler oogeii
verhief haar de vriendschap met de gravin Voa
Olderode, zoodat Keetje zich spoedig op haat
gemak gevoelde in C
De hoop, dat graaf Edzard de uitnoodiging voot
het Kerstfeest zou aannemen, was niet vervuld
hjj verontschuldigde zich onder allerlei voorwend
sels, die echter geen van alle steek hielden, eri
het was nog zeer onzeker of hjj dezen winter
in het geheel wel naar C zou komen ofschoon
zjjne tegenwoordigheid in de vergaderingen
dringend vereischt werd.
In dien tjjd werd in de comedie Templer ttnd
Jiidin van Marschner, voortreffeljjk ingestudeerd
en goed bezet gegeven.
Voor Ilda was elke nieuwe opera een groot
genot, terwjjl de prins steeds vol verrukking de
uitwerking van een groot muzikaal of dramatisch
kunstwerk op haar gelaat gadesloeg, als de
nieuwe openbaring van een geheim, waarin hjj
zelf betrokken was.
De prinses schepte ook altjjd behagen in het
juiste begrip en de levendige opvatting, welke
Ilda, die anders zoo terughoudend was, dan on
verholen te kennen gaf en zjj verzuimde nooit om
haar oordeel over het gehoorde te vragen.
Ook heden moest Ilda na het eerste bedrjjf
zeggen, wat zjj van Marschner dacht.
„Uwe hoogheid zal mjj uitlachen, maar die
muziek herinnert mjj aan de helder stroomende