128® J aargaii
W oensdag
1 Juli
FEUILLETON.
Middelburg 30 Juni.
iY« 152.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagem
Prijs per 3/m. franco 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën* 20 Cent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Veemarkt te Middelburg
Een goed doel maar
Het verloren document.
Roman van A. VON LIMBURG.
<*2
€P
HIDDELBURGSCHE COLRAiMT.
Agenten zijn te Viissingenp.G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der Peul, te Zierikzee: A. C. De Moou, te TholenW. A. Van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van de* Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
Donderdag den 2en Juli 1885, van des
voormiddags 8 tot des namiddags 4 nren.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
P I O K
De secretaris,
A. DE VUL DER VAN NOORDEN.
Slot.
Een permanente internationale raad van op-
voeding is dus het hoofddoel, dat de vereeniging
Pax Humanitate zich voor oogen stelt. De
grove paedagogische fouten, die aan het licht
zijn gekomen, gaf Molkenboer in 1884 aanlei
ding om vooral daarop de aandacht te vestigen
en door verbeteringen op dit punt, door het
helpen aankweek en bij de jeugd van betere
begrippen omtrent algemeene menschenwaar-
deering en broederliefde, naast eene ruime en
waardige opvatting van het begrip vaderlands-
liefde, te trachten die jeugd als van zelf sterk
en krachtig te maken tot bestrijding van den
oorlog.
Het groote nut van zulk een raad zou be
staan in de nauwe betrekking tusschen hem
en den onderwijzersstand in de verschillende
staten. Die raad zou hoofdzakelijk adviezen
geven op elk gebied van onderwijs en de
meeningen en opvattingen der verschillende
natiën betredende de belangrijkste paedagogi
sche vraagstukken verspreiden en verwerken.
De leden van dien raad zouden door en uit
de onderwijzers zelve aangewezen moeten
worden met enkele uitzonderingen, wanneer
die benoeming op andere wijze, naar gelang
van bestaande toestanden, zou moeten geschie
den. Aan de adviezen van zulk een raad op
het gebied van schoolwetgeving zou gezag
moeten worden toegekend en daarom zou men
trachten den raad door de regeeringen te doen
erkennen als officieel adviseerend lichaam.
„In zeker opzicht" beweren de ontwerpers
„zou de raad te vergelijken zijn bij een
internationaal congres hij zou echter tevens
de kenmerken vertoonen van elk ander weten
schappelijk adviseerend college en bovendien
de waarde bezitten van een genootschap ter
beoefening van paedagogiek"
Als zoodanig zou wellicht zulk een raad een
werkkring kunnen vinden, hoewel het de groote
ae.
NEGENDE HOOFDSTUK.
I De hertog bevond zich in de beste luim j de
jacht was voordeelig en amusant geweest en de
inval zijner slimme gade om een menigte lieve,
onderhoudende dames mee te nemen, was een van
die kleine verrassingen voor haar gemaal, welke
hem steeds op nieuw in verrukking brachten.
Het dejeuner was zeer opgewekt en na afloop
daarvan bleef men nog eenigen tijd, in losse
groepjes verdeeld, bijeen. De hertög begaf zich
schertsend van het eene naar het andere,
plaagde de jonge dames met de drukte die haar
voob het naderendè kerstfeest en de daaropvol
gende partpen te wachten stond, en sprak in het
voorbijgaan de hoop uit dat de graaf Yon Olderode
zjjn uitnoodiging zou aannemen om reeds met
kerstmis aan het hof te komen logeeren, daar
zjjn tegenwoordigheid in Januari toch in de resi
dentie vereischt werd voor het afdoen van eenige
staatszaken.
Ilda hoorde dit ook en voelde daarbij een op
welling van blijdschap, die evenwel terstond weer
verdween. Integendeel hoe pijnlijk zou een ont
moeting tusschen hen zjjn zij zou hem hoogst
dankbaar geweest zijn, als hij haar dat bespaard
had. Maar kon zjj zooveel kieschheid wel van
eischen? Eon ajj verlangen dat hjj om
vraag blijft of hij nut zou kunnen stichten
De verschillende opvat tingen en inzichten,
welke op het gebied der opvoedkunde in elk
land op zich zelf reeds bestaan, zullen natuurlijk
vermeerderen, waar men den werkkring uitbreidt;
en wie droomen mocht van een lichaam, dat
alle landen kan omvatten dat een algemeenen
leiddraad kan ontwerpen voor de opvoeding
der jeugd wij niet.
Maar het is slechts éen hoofdbeginsel, dat
men najaagt, zal men beweren.
Dit schijnt, maar de ontwerpers waarschu
wen daaraan niet te veel te hechten, want er
behoort, zeggen zij, weinig scherpzinnigheid
toe om te bewijzen dat het doelde verdwij
ning van den oorlog waarschijnlijk wij
zouden hier gerust durven zetten zeer zeker
slechts na een ontmoedigend groot aantal
jaren te verwezenlijken is.
En juist daarom gelooven wij, dat de ver
eeniging nooit levenskracht zal bezitten; en
zeker niet in staat zal zijn, zulk een langen
weg af te leggen.
Waartoe dan de krachten weer verdeeld
weer het aantal vereenigingen vermeerderd?
Zoo er op het gebied der paedagogiek fouten
worden gepleegd, onze onderwijzers-vereeni-
gingen zijn daar om te trachten hierin verbe
tering te brengenzij kunnen samenwerking
bevorderen met andere bonden tot ver over de
grenzen. De ontwerpers van Pax Humanitate
gevoelen dit zelf, maar zij uiten de verkeerde
stelling, dat het Ned. Ond. Genootschap bezwaar
lijk zijn werkkring kan uitbreiden, en bij de
materieele zijde van het onderwijs, die het
behartigt, moeilijk zich beperken mag tot de
verbreiding van een bepaald beginsel. Waarom
niet vragen wij. Zoo van daar uitging het
plan tot oprichting van een Perm. Int. raad
voor opvoedingin den geest zooals Pax Huma
nitate dien wenscht, het zou aan de materieele
belangen van de onderwijzers en het onderwijs
niet schaden en zij bewogen zich op het voor
hen bestemd terrein.
De gansche beweging kreeg dan een
zuiverder karakter. Thans ligt er in het plan
in onze oogen iets onbestemds, iets dijbbel-
zinnigs, een gevolg hiervan, dat men de
oorzaak van de kwaal, die men wil bestrijden,
zoekt daar, waar zij niet uitsluitend te vinden is.
Bij het onderwijs, vooral in de geschiedenis,
moge eenzijdigheid in het spel zijnal naar
gelang van het standpunt, waarop hij die les
geeft zich stelt hierin zal men nooit
verandering kunnen brengen, zelfs niet door
een bond of een perm. int. raad van opvoeding.
Een onderwijzer zal het licht juist laten vallen,
harentwil misschien de belangen Van zjjn land op
het spel zette I Een oogenblik Bchoot haar het
denkbeeld om terstond af te reizen door het hoofd,
gesteund door de herinnering aan die onaangename
scène met den prins, al had die sedert alles ge
daan om den pijnlijken indruk weer uit te wisschen.
Zij verwierp het echter weer terstondhaar
trots kwam er tegen op om als het ware op de
vlucht te gaan (misschien waren het slechts
drogredenen der liefde, die den trots tot voor
wendsel namen.
Intusschen had de naam van den graaf haar
telkens in de otiren geklonkeniemand uit den
hofkring had zich geroepen gevoeld om den her
tog in zjjn vroegeren pupil te vleien door diens
persoonljjkheid en streven den hoogsten lof toe
te zwaaien en het frappeerde Ilda zooveel belang
stelling als prinses Wilhelmine daarbij aan den
dag legde. Zelfs een lichte blos had haar gelaat
overtogenj geheel zooals op dien nachteljjken tocht,
toen zjj van hem gesproken had. Eensklaps her
innerde Ilda zich dit met allerlei andere kleine
bijzonderheden uit haren vertrouweljjken omgang,
en eensklaps zag zjj alles in een ander licht. Een
smarteljjk gevoel bekroop haar daarbjjwaarom
ook niet Wie kon het der prinses euvel duiden
dat zij belang stelde in den graaf De hertog,
die zooveel van hem hield, zou als het er op aan
kwam zijn toestemming niet weigeren, ofschoon
hjj thans grootscher vooruitzichten voor zjjn dochter
had en het een soort van afdalen voor haar zou
&jjn.
daar waar hem dat het meest geschikt voor
komt, en zijne opvatting hem dringteen
utopie is het daarom te verwachten, dat men
alle eenzijdigheid zal kunnen wegnemen door
onderling overleg. Wie dit verwacht, houdt
geen rekening met de menschelijke natuur.
Maar ook op dat gebied gaan wij vooruit
en is de tijd voorbij, dat men krijgsmansdolheden
tot deugden verheft. Daden van toewijding
en opoffering, waardoor men het land een
grooten dienst bewees, worden beschouwd in
de lijst van haar tijd, men houdt ze in eere en
terecht. Geen onderwijzer zal, zooals vroeger,
nu nog haat leeren tegen de Spanjaarden voor
hetgeen zij in de zestiende eeuw tegen ons
hebben gedaan, maar hij zal wel bewondering
opwekken voor een Willem den Zwijger, een
De Ruyter, tenzij andere invloeden hem die
erkentenis onmogelijk maken. En hier staan
wij voor het groote vraagstuk. Die invloeden:
zij zijn verschillend van aard wie weet
hoe men soms historie schrijft, weet ook, dat
politiek en godsdienst de twee grootste machten
zijn, die invloed uitoefenen, en diezelfde beheer-
schen nog het vraagstuk van oorlog en vrede.
Laat den onderwijzer, in de overtuiging dat er
door ontwikkeling en beschaving vrede te
krijgen is, zijn arbeid in die richting voorzet
ten laat dat geschieden over de gansche wereld
stel dat zulk een doel bereikbaar is,
vorsten, diplomaten en priesters zullen zich om
zulk een streven gansch niet bekommeren,
want zij weten dat eenmaal, wanneer zij het
noodig oordeelen en hunne belangen dit mee
brengen, er middelen te over zijn om de vol
keren aan hun roepstem tot den krijg te doen
gehoorzamen. Het optreden van een raad van
opvoeding zou voor een regeering geen reden
kunnen zijn om na te laten, wat de drang van het
oogenblik eischt. De ontwerpers van dien raad
verklaren dan ook uitdrukkelijk, dat hunne be
weging iets kan noch mag doen, wat eenigszins
zweemen zou naar directe inmenging in algemee
ne politieke zaken. Maar het blijft dan hunner
zijds ook naieve gemoedelijkheid te gelooven, dat
zij dan nog hun doel zullen bereiken, Geen volk,
wanneer het gevraagd werd in kalmen tijd,
gevoelt lust om de verschrikkingen van den
oorlog te ondervindenindien er geen hooger
drang is; indien het niet door zucht tot zelfver
dediging wordt gedwongen, het vindt zich meer
aangetrokken tot de werken des vredes en
zal het zwaard liefst niet uit de schede halen.
Neem de Pransche natie, zij die steeds
droomde van roem en van overwinning, onder
die leuze Napoleon I aanbad en volgde waar
hij het wilde leiden; zij moge nog rancune
»2ö'u het u aangenaam zijn, freule, om met
mij in het rijtuig terug te keeren. Ik ben wat
moe en zend mijn paard los terug."
Die vraag der prinses overviel Ilda midden in
hare bespiegelingen. Zij schrikte op doch nam
het aanbod gretig aan. Het gesprek werd hardop
gevoerd, zoodat alle omstanders en ook de heer Von
Hohenfeldt het konden kooren. Deze verwijderde
zich dadel-ijk, kwam even daarna bjj Ilda terug en
zei met een officieel gezicht
Ilare hoogheid de hertogin heeft gelast dat
de freule met hare hoogheid in hoogstderzelver
equipage naar de stad terugkeere."
Zij kon niet anders doen dan deze boodschap
met een stomme buiging beantwoorden. Het was
duideljjk dat hij de uitnoodiging der prinse8
gehoord had en om deze te krenken, had weten
te bewerken dat er een andere schikking gemaakt
werd.
Ilda kende reeds lang' de ergerlijke manier,
waarop de gunstelingen der hertogin haar hun
aanhankelijkheid wilden betoonen, door de prinses
voortdurend op de kleingeestigste manier te dwars»
hoornen, maar de nieuwe bewijzen daarvan ont
stemden haar telkens opnieuw en verhoogden haar
liefde en genegenheid voor haar, op wier gering
schatting al zulke giftige pjjlen afstuitten.
Ook ditmaal scheen het niet in de prinses op
te komen dat men haar met opzet iets onaange
naams wilde doen.
„Op een andere keer dus, freule", zei zij met
onverstoorbare opgeruimdheid, »zeg aajj nu nog
houden tegenover Duitschland tegen een
nieuwen strijd zouden genoeg stemmen zich
verheffen en het gebeele volk hee ft toch ook
Napoleon III vervloekt, die al zoo veel ellende
en rampen veroorzaakte.
Zoo er geen opwinding plaats heeft. zal
er geen oorlog zijn; zoo er geene hoogere
politiek in het spel is, zal de vrede niet worden
verstoord. Maar waar het noodig wordt
geoordeeld door strijd afleiding te bezorgen,
daar bekommert men zich niet om de stemming
des volks, overtuigd als men is, dat de volks-
meening wuft is en gemakkelijk te voeren in
de bedding van een stroom, die het ten
verderve voert. Wat de ontwerpers van Pax
Humanitate najagen is een goed doel, maar hun
middel lacht ons niet toehet draagt ons niet
genoeg het stempel van practischen zin. Illu
sion zijn het die worden nagejaagd. Laten wij
ons liever tevreden stellen met de practische
werkelijkheid, vorsten zooveel mogelijk beperken
in hun macht om de volkeren tot speelbal
te gebruiken, wanneer zij willen oorlog voeren 5
tegengaan elk uiterst drijven op godsdienstig
gebied, waardoor ook zoo menige krijg is ontstaan;
aanmoedigen en bevorderen het toenemend ge-
gebruik bij geschillen tusschen volkeren, van het
middel .van arbitrage. Dat denkbeeld wint
dagelijks veld. „Zij, die diep overtuigd zijn dat
het moorden en uitplunderen van elkander niet
noodig is, zijn bij millioenen te tellen. Men
vrage slechts hoeveel erkende aanhangers er
van die leer zijn in Amerika, Engeland en
Italië, om andere rijken niet te noemen. De
verschillende regeeringen komen meer en meer
tot de overtuiging, dat de mogendheden zich
ook moeten gedragen als ieder fatsoenlijk man,
die bij een twist met zijn buurman naar den
rechter gaat, maar niet vuisten uitsteekt en
de zaak afklopt."
Dit zijn een van de laatste woorden van
onzen oud-afgevaardigde mr. D. van Eek,
gesproken in de kamerzitting van 23 Sept.
1884; woorden die zeer iuist zijn en waarvan
de waarheid door onze regeering werd beaamd.
En waar de regeeringen van dat standpunt
afwijkenter wille der beschaving, zooals het
tegenwoordig vaak heet, het zwaard aangorden,
daar zullen geen bonden of vereenigingen, zelfs
geen andere begrippen omtrent vaderlandsliefde
en heldendaden, zooals Pax-Humanitate die
wenscht aan te kweeken, bij machte zijn dit te
beletten.
En zoo zal het wel altijd big ven.
gauw hoe het u gedurende de jacht gegaan isf
nadat ik u zoo snood in den steek had gelaten
Ik heb u later nog eren gezien met mjjnheef
Von Breitenstein.
En nu volgde er kruisvüur van geestige ge
zegden en grappige opmerkingenthans was dé
Wilis in haar element. De baron was overbodig
geworden en op zjj de geschoven, alsof hjj in het
geheel niet bestond.
Het was een heldere, koude winterdag, doch
in het boudoir der hertogin kon men meenen in
de lente verplaatst te zjjndaar was de bloemen
geur bjjna bedwelmend en de warme zonnestralen
beschenen de lichte, sierljjke meubels.
Hare hoogheid verwachtte het ochtendbezoek
van haar gemaal en stond voor een grooten
spiegel om een donkeren anjer tusschen de
plooien van haar kraag vast te steken. Zij glim
lachte bevredigend over haar eigen beeld. Het
crèmekleurig morgenkleed, rjjk met kant gegar
neerd, deed haar donker tint zeer voordeelig uit
komen en op haar blauw getint haar lag een
kanten slipje, bjj wjjze van morgenmutsje.
Vlugge voetstappen klonken in het voorvertrek
en terwijl zjj zieh snel op de causeuse liet neer-
gljjden, wilde zjj dadelijk weer opstaan om haar
man, die onder de portiere verscheen, te gemoet te
gaan. Doch hjj voorkwam haar en stond weldra
voor haar om haar eerbiedig de hand te kussen.
„Behoef eigenlijk niet naar uw gezondheid
te vrage»", sei bjj op zjju vriendelijke, kort afge»