BUITENLAND.
Ingezonden stukken.
De uitvinder der photographie.
Mr. P. C. 'T HOOPT in de kamer.
r<
r
wanneer hp de onkosten, pi, m. 150 door haar
g emaakt, vereffende. -.Dit weigerde de man echter
bepaald en daarop werd zijn inboedel onder den
hamer gebracht. De vrij nette meubels plus win
kelwaren enz. werden echter door de buren voor
een ei en appel ingekocht, zoodat alles slechts de
som van 13 opbracht. 2 hectoliters aardappelen
brachten o. a. tien centen op. In de aanstaande
week zal zijn scheepje en later zijn woning te
koop worden aangeboden.
In Gelderlands achterhoek heeft een hevig
onweder gewoed. Te Lichtenvoorde sloeg de
bliksem in den toren der kerk, waar hij weinig
schade veroorzaaktein een paar woningen ver
woestte hij echter allesniets werd gespaard.
Een bewoner van de Apeldoornsche straat
te Arnhem heeft tengevolge der regelmatige
afwezigheid van politie belangrijke schade geleden.
Terwijl de familie uit was vermaakte zich een
troep schooljongens een geruimen tijd er mede,
door het open raam van een voorkamer met
steenen te mikken op de verschillende voorwerpen,
die zich in het vertrek bevonden. Een kostbaar
bloemen-millieu werd vernield, tafelkleed, tapijt
en schilderwerk werden beschadigd.
Het moge waar zijn dat men schooljongens tot
zekere hoogte niet toerekenbaar achten kan, het
is toch verre van aangenaam zoo zijn inboedel
vernield te zien.
Zondag is te Utrecht een meisje, bij het
grijpen naar een bal, uit een zolderraam gevallen
en dientengevolge onder de hevigste pijnen be
zweken.
Drie jonge Duitschers, die zich te Reinnheidt
bij Elberfeldt schuldig maakten aan het vervaar
digen van valsche wissels, zijn te Amsterdam
gearresteerd. De jongste van hen was vijftien
jaar. Zij waren opweg naar Amerika.
Te geljjker tijd, dat te Antwerpen de wed
strijden voor tuinbouw zullen plaats hebben, zal
van 1 tot 10 Augustus een internationaal congres
van botanie en hofbouw gehouden worden in de
nieuwe gebouwen van den kruidtuin dier stad.
Een groot aantal personen, die belangstellen in
al wat de botanie betreft, hebben reeds hunne
medewerking toegezegd. 450 personen lieten zich
reeds inschrijven.
Zeer belangrijke vraagpunten staan op de agenda.
Als lid van het congres betaalt men 5 francs.
Het bestuur der staatsspoorwegen en meest
alle Belgische maatschappijen verleenden eene
vermindering van 50% op de prijzen van vervoer
op hunne lijnen. Tjjdens het congres zullen uit
stapjes plaats hebben, terwijl de leden o. a. toegang
zullen hebben tot de koninklijke broeikasten te
Laken.
Charles Longuet richt in de Justice een brief
aan son cher ancien collègue Ranc, oud-lid van de
commune, waarin de schrijver op onmeedoogende
maar geestige wjjze den draak steekt met de ver
anderlijkheid van Dane's politieke overtuiging.
Door de Duitsche Nieuw-Guinea-maatschappjj
wordt een expeditie uitgezonden, die Maandag
uit Berljjn vertrekt. Zij zal op Nieuw-Guinea de
oprichting van station's voorbereiden. De expe
ditie scheept zich te Marseille in met bestemming
naar Batavia, waar zij een aantal Maleische ar
beiders wil aanwerven.
Op voorstel van den minister van marine
heeft de Pransche kamer van afgevaardigden
18.000 fr. toegestaan voor de in den dom der
Invaliden te houden kerkelijke en militaire plech
tigheden ter eere van admiraal Coubert.
Le Soilontving van verschillende vrienden
van admiraal Coubert protesten tegen de echtheid
der gepubliceerde brieven. Zij verklaarden in
deze schrifturen noch den stijl, noch de wijze van
uitdrukken van den admiraal te herkennen.
In Londen is een deel van Gordons dagboek)
gedurende de belegering van Khartoem geschreven,
verschenen. Het is 650 bladzijden groot [en bevat
een beschrijving van de gebeurtenissen die in de
stad van 10 Sept. tot 14 Dec. 1884 voorvielen.
Volgens het Berl. Tgbl. heeft een enorm
schandaal in de diplomatieke wereld te Rome
dezer dagen heel veel opschudding verwekteen
der bij de Italiaansche regeering geaccrediteerde
„Gjj moet toegeven freule dat ik veel zelf
verloochening bezit; want ofschoon ik nu het
genoegen mag smaken van u een poos le bege
leiden, zag ik u toch veel liever veilig bij de
dames in het rijtuig zitten daar ik vrees dat gij
u van daag veel te veel zult vermoeien."
„Ja, ik moet eerlijk bekennen, uwe hoogheid,
dat ik berouw heb van meegekomen te zijn; ik
had volstrekt geen begrip van zulk een jacht, en
wilde wel dat ik weer veilig thuis wasHet
gevoel dat men voor iemand een blok aan het been
is doet mjj pijnlijk aan. Zooeven wenschte ik
den goeden Rhöder hier te hebben en verheugde
mij toen ik uwe hoogheid zag komen, om den
armen heer Von Breitenstein af te lossen."
»Die gelijkstelling met den goeden Rhöder
is wel niet zeer vleiend voor mij", zei hij lachend
a maar het is toch altijd beter dan ongelegen te
komen.".
Ilda wist niet beter te doen dan mee te lachen.
„Die verwenschte, allerliefste argeloosheid",
dacht hij bij zich zelf»ik heb wel is waar in
den beginne mijn best gedaan om haar die te
doen herwinnen, maar nu wordt zij vervelend
Hjj voegde er hardop bij
Ik zou u willen voorstellen freule om
het volgen der jacht geheel op te geven en,
in plaats van dezen lastigen weg, liever een
mooieren, gemakkelijker te kiezen, die ons
egelrecht naar het houtvestershuis brengt, waar het
ontbijt zal gebruikt worden."
Ilda verheugde zich in het vooruitzicht van
buitenlandsche gezanten, wiens naam en nationali
teit nog verzwegen wordt, is namelijk in de
aristocratische sociëteit „della Duccia" als een
valsch speler ontmaskerd. Reeds lang had het
aanhoudend geluk en haoge spel van dezen diplo
maat de aandacht getrokken, totdat men de
bewijzen in handen kreeg dat hij op een behendige
wijze geteekende kaarten gebruikte. Terstond
werd hem aangezegd dat hij, om opspraak te
vermijden, binnen 48 uur Rome verlaten moest,
hetgeen geschiedde. De zaak is in weerwil daar
van uitgelekt en veroorzaakt veel opzien.
De Spaansche regeering heeft aan de ver-
koopers van dagbladen verboden de namen der
nieuwsbladen op den publieken weg uit te roepen.
Met bewonderenswaardige slimheid weten de uit
venters dezen maatregel te ontduiken. Zij bieden
den voorbijgangers de dagbladen onder alle moge
lijke titels aan. Voor een stuiver wordt Ei
Imparcial een meter papier met inkt bekladEl
Globo is veranderd in de laatste nieuwstijding
voor een stuiver El Porvenir van Zorilla wordt
verkochtals niets, volstrekt niets voor een stuiver
enz. Het gevolg van dit besluit der autoriteiten?
Nog nooit heeft men zoo veel dagbladen verkocht.
Opnieuw heeft men in Kaïro een brief van
den Mahdi ontvangen. Hij schrijft, dat hij binnen
kort in Wady Haifa zal komen, daarna in Ramadan
en dan in Kaïro. Onder meer kondigt hij aan,
dat hij alle vreemdelingen zal dooden, wanneer zij
geen Muzelmannen worden en als zoodanig belasting
betalen. De rechtbanken, consulaten, regeerings-
ambten en de nieuwe bladen zullen afgeschaft
worden, alleen een courant mag bestaan, door hem
zelf geredigeerd. De armee zal alleen uit Soeda-
neezen bestaan.
A. s. Maandag zal voor het hof van assises
te Frankfort voorkomen Lieske, beschuldigd van
moord op den commissaris van politie Rumpff.
Buitengewone maatregelen van voorzorg zijn geno
men. Het paleis van justitie zal door een sterke
politiemacht bewaakt worden en de infanterie zal
de uitgangen der naburige straten bezetten. Tot
heden heeft men slechts 24 journalisten verlof
geschonken de gerechtszittingen bjj te wonen,
hoewel een veel aanzienlijker getal zich aange
meld had.
In zijn la Vie a Paris zegt Jules Claretie deze
week: Er zijn weldoeners der menschheid, die de
menschheid zelf nauwelijks kent. Tot dezen be
hoort Niepce. Aan hoevelen hebben de inwoners
van Chalon-sur-Saöne dezen naam eerst doen kennen
door de oprichting van een standbeeld voor den
man, die hem droeg. Er is misschien niemand
onder ons, die hem geen aandoening, geen vreugde,
geen herkenning verschuldigd is, zonder zelfs maar
den naam te weten van dezen schuldeischer, die
zijn schuld niet terugvordert. Het komt den
mensch voor, alsof alles wat men voor zijn welzijn
of geluk uitvindt een schuld is, die men zeer
natuurlijk aan hem afdoet. Parmentier schenkt
hem den aardappel, dat is gewoon, bijna belachelijk.
Jacquard leert hem het weven; dit is zeer na
tuurlijk. Niepce biedt hem de photographie aan,
dat is heel eenvoudig. De mensch geniet hiervan
evenals een verwend kind, hetwelk vindt, dat het
speelgoed en de boterham hem rechtens toekomen.
Daarna vergeet hij. Niepce! Wie is dat, Niepce
En indien hij de eenigste vergeten beroemdheid
wareWeet gij wel zeker, dat van de duizenden
en duizenden, die Zondags zich per spoor naar de
omstreken van Parijs begeven, de helft wat
zeg ik een vierde het tiende deel den naam
kent van den uitvinder van den stoom
In de vooronderstelling, dat er zich eveneens
onder onze lezers enkelen bevinden, wien de naam
Niepce onbekend is, wenschen wij hier het een
ander mede te deelen omtrent den uitvinder der
photographie, voor wien deze week in zijn geboor-
dien beteren weg en nam het voorstel dankbaar
aan. Zjj zag er allerbekoorlijkst uitde beweging
in de frissche lucht had een donkerder blos op
hare wangen gebracht; hare oogen tintelden van
onschuldigen levenslust en de slanke vormen ha-
rer bevallige figuur kwamen in het nauw slui
tende rijkleed des te beter uit.
„Wat is zij schoon," dacht hij„De houding
eener koningin, gepaard aan kinderljjke onschuld."
De raadselen van het menscheljjk hart zijn
vreemdsoortigniets trekt de mannen meer
aan dan kinderlijke eenvoud en onschuld en
toch zijn ze elk oogenblik bereid die te verstoren.
Behalve haar schoonheid was het vooral haar
„betooverende onverschilligheid", die hem aan.
getrokken had, en nu begon hij reeds te vinden,
dat die onbehoorlijk lang duurde. Zij hadden
een zijweg ingeslagen, die eerst tusschen lage
denneboomen doorliep, doch weldra in het eigenlijke
bosch voerde.
Hoe verder zij kwamen des te stiller werd het
onder het groene loover; het jachtrumoer, het
geroep der jagers en het hondengeblaf klonken
slechts flauw in hunne ooren, de paarden stapten
bijna onhoorbaar door het mulle zand, van het
met dennennaalden bezooide pad.
Herinnert gjj u nog den eersten dag toen
ik het geluk had u te leeren kennen, freule,
en hetgeen ik u toen zeide vroeg hjj eensklaps.
Zij begreep volstrekt niet wat hjj meende, maar
er waB iets in zijn toon, dat haar dwong het hoofd
om te wenden en hem aan te zien. Op dat
j testad Chalon-sur-Saöne een standbeeld is opge
richt.
Aan dit monument knoopt zich een geheele
geschiedenis van strijd, intrige en ijverzucht vast.
In Chalon-sur-Saöne aanschouwde Niepce het
levenslicht; in Petit-Brie-sur-Marne bevindt zich
Daguerre's laatste rustplaats.
Wie van beiden was de eigenlijke uitvinder der
photographie Geruimen tijd heeft men Daguerre
die eer gegevenhij had het langst geleefd en
zich allen roem toegeëigendmen heeft in Petit-
Brie een gedenkteeken voor hem opgericht, zelfs
de uitvinding naar hem genoemd daguerreotypes.
Maar de waarheid is ten slotte aan 't licht geko
men en men weet nu, dat alleen Niepce recht
op den naam heeft.
Het was door de ontdekking van de lithographie,
dat Niepce omstreeks 1815 op het idéé kwam
door chemische werking van 't licht op levenlooze
voorwerpen beelden te scheppen. Op welke wjjze
hij het gewenschte resultaat verkreeg, is een
geheim, dat hjj met zich in het graf nam. Uit
angst zeker dat men hem zijn ontdekking, ontfut
selen zou, sprak hjj in zijn correspondentie wel over
de door hem verworven resultaten, maar nooit over
de proeven, die hjj nam. Wanneer men den steen
kan gelooven, die zich in het buitenhuis nabjj
Chalon bevindt, dagteekent zjjn uitvinding van
1822.
Eenige jaren later tegen 1826 kwam hij in
aanraking met Daguerre. Daaromtrent schrijft
Niepce Daguerre bekend met mijn uitvindingen
ik weet niet op welke wijze schreef mij in
den loop van het vorige jaar, dat hij zich met
hetzelfde onderwerp bezighield en vroeg of ik
gelukkiger was met mjjn resultaten. Hij zelf had
de wonderbaarlijkste ontdekkingen gedaan, wanneer
men hem althans gelooven wilde; niettemin vroeg
hij rajj, of ik de zaak mogelijk vond. Ik zal niet
behoeven te zeggen, dat dergelijke onsamenhan
gende begrippen mij buitengewoon verwonderden."
Daguerre, nog jong, volbloed Parijzenaar, een
knap theaterdécorateur, directeur van het Diorama,
waarvan hij reeds 15 jaar lang een der meest
bekende figuren was, overschaduwde den een-
voudigen provinciaal, die oud en afgetobd was.
Daguerre had echter diepzinnige studies over het
licht gemaakt en de donkere kamer zoozeer ver
beterd, dat zelfs Niepce er verbaasd over stond.
In 1829 associeerden zij zich.
In 1883 overleed Niepce miskend en vergeten.
Slechts op het kleine kerkhof van Saint-Loup-de-
Yarenne brengt een bescheiden grafsteen hulde
aan zijn deugden, aan zijn weldadigheid, kennis
en eenvoudigheid.
Daguerre bleef alleen eigenaar van de ontdekking
der photographie. In den grond der zaak niet
meer dan een verbeteraar van Niepce's uitvinding,
gelukte het hem langzamerhand Niepce zelf geheel
te doen vergeten. In het contract, dat hij 1835
met diens zoon en erfgenaam, Isidore Niepce,
sluit, staat deze hem toe zijn haam het eerst te
plaatsen. In een nieuwe overeenkomst, 1837
gesloten, wordt de verdienste der uitvinding aan
Daguerre toegekend.
En toen deze in 1839 de academie van weten
schappen mededeelde, hoe door middel der donkere
kamer beelden te verkrjjgen waren, bleef Niepce's
naam in de schaduwgeheel kon men hem niet
wegcijferen.
Een levenslange jaarwedde van 6000 frs., het
lint van 't Legioen van eer vielen Daguerre tot
loon voor leugen en bedrog te beurt.
Toen de zoon zag, dat een ander de eerbewijzen
gegund werden, welke alleen zjjn vader behoorden,
kreeg hij berouw over zjjn zwakheid. Hij gaf in
1841 een werkje uit: Ilistoire de la découverte
improprement nominee daguerréotype, maar bjjna
ongemerkt gingen zjjn pogingen tot rehabillitatie
zijns vaders voorbij. Daguerre stierf 1851 in
Petit-Brie-sur-Marne zonder dat zijn roem of goede
naam eenigszins door Isidore Niepce's uitgave
geleden hadden. En men wjjdde hem als den
uitvinder der photographie een gedenkteeken.
Van nu af nam Chalon zich de belangen zijns
burgers ter harte, en hoe dikwijls ook bestreden
en teleurgesteld, de stad hield niet op de rechten
van Niepce te verdedigen. MaaDemdelijkc.heeft
oogenblik vielghet haar voor het eerst op dat hjj
een trek om de oogen en den mond had, die
hem iets duivelachtigs, iets vampyrachtigs gaf, en
dat het in zjjn nabjjheid benauwd kon zijn.
Neen, malligheid zjj was geen persoon om zich
door den indruk van een oogenblik te laten
beheerschen. Het was zeker die roode rok, die
aan zjjn gelaat zulk een vreemde uitdrukking
verleende.
„Ik herinner het mjj waarljjk niet, uwe
hoogheid."
„Wezenljjk niet?" Een smachtende blik
scheen in haar hart te willen lezen. »Het speet
mjj toen en dat is thans, nu ik u nader heb
leeren kennen nog meer het geval dat ik niet
zoo gelukkig ben van het recht te hebben om
eenigen invloed op u uitteoefenen. Ware dit het
geval, dan zoudt gjj bjjyoorbeeld nooit meer
mogen paardrjjden; het is een veel gevaarljjker
genoegen voor dames, dan deze zelf beseffen en
daarenboven hebt gjj duid mjj mjjn openhar
tigheid niet ten kwade zeer weinig aanleg,
veel minder dan onze Wilis bjjvoorbeeld.
Voor die gaat het nog aan. Maar gjj
wat heb ik den heelen morgen een angst om u
uitgestaan 1 En toch wilde ik niet dadelijk naast
u bljjven, om geen aanleiding tot gebabbel te
geven. Die bezorgdheid geeft mjj bjjna het recht,
waarnaar ik zoo vurig verlangGeloof mij, het
is geen bewjjs van ware belangstelling dat men
u zoo onbesuist aan een ernstig gevaar blootstelt
zoo als heden van zekeren kant geschiedt; wan
de half vergetene het proces gewonnen. Driemaal
deed de gemeenteraad van Chalon het voorstel
voor Niepce een standbeeld op te richten, in 1856,
1857 en 1862, maar voortdurend wisten de bewon
deraars van Daguerre de uitvoering te beletten.
Een vierde maal zwegen de tegenstanders stil, het
voorstel werd aangenomen en een inschrjjving
geopend.
En Zondag, 21 Juni 11. vierde Chalonsur-Saöne
feest; blijde onthulde men het standbeeld van den
stadgenoot, en verheugde men zich over den triomf
van recht en waarheid over valschheid en bedrog.
Mjjnkeer de redacteur
Met ongewone belangstelling zullen voorzeker
alle bewoners van Walcheren gevolgd hebben de
discussiën in de 2e kamer over de maatschappjj
de Schelde. Hoe kan het ook anders, als het een
zaak betreft zoo nauw verbonden aan den bloei
van de tweede stad in onze provincie, ja van de
welvaart van een groot deel der geheele provincie
zelve.
Of het een zuiver provinciaal belang was Het
antwoord is in ontkennenden zin door de kamer
zelve gegeven. Niettemin waren onze afgevaar
digden Pompe, Keuchenius, Van Kerkwjjk op hun
post en betoogden met klem van redenen dat de
regeering aan vroegere geloften was tekort ge
komen en de kamer nam met groote meerderheid
een voorstel aan waarbjj de minister niet ondui
delijk werd te kennen gegeven dat men hierin
verandering wenschte.
Maar, M. d. R., er bljjft mjj nog een zaak over,
die mjjn groote verbazing verwekt. U, die in
het bezit zjjt van de „handelingen der Staten
Generaal" zal mjj wellicht inlichtingen kunnen
geven omtrent een punt waarover de verslagen in
alle dagbladen mjj tot dusver in het duister laten
In mjjn eenvoud ik doe weinig aan politiek
was ik tot dusver van meening dat ons kiesdistrict
Middelburg (waaronder VlisBingen sic) 2 afge
vaardigden zond ter St. G., en dat in de laatste
tjjden die eervolle opdracht ten deel was gevallen
aan de heeren Keuchenius en 't Hooft. En ziehier nu,
de pjjnljjke onzekerheid waarin ik verkeer. Is die
mjjnheer 't Hooft nog afgevaardigde en wat heeft
die heer in zake de Schelde in de kamer gesproken
Ik kan mjj met den meest goedenwil niet voor
stellen, dat een afgevaardigde eenvoudig ter ver
gadering wegbljjft als er zoo'n hoogst belangrjjk
vraagstuk betreffende een stad, die hjj zelf verte
genwoordigt, behandeld wordt.
Ik vermoed, dat de bladen het gesprokene van
den bedoelden volksvertegenwoordiger eenvoudig
»over 't hoofd" hebben gezien en het is daarom
dat ik u beleefd verzoek dit verzuim althans in
uw blad te herstellen, opdat althanB de kiezers te
weten komen op welke wjjze hun mandaat door
dezen afgevaardigde wordt vervuld.
Achtend enz.
X.
Middelburg, 26/6 '85.
Wjj kunnen den schrjjver meedeelen dat mr.
't Hooft de zittingen der tweede kamer van 22
en 23 Juni, waarin de conclusie betreffende De
Schelde werd behandeld, en die van 24 Juni,
waarin het contract met de Zeeland besproken
werd, niet bjjwoonde. In de zitting van 23 Juni
was van den heer 't Hooft bericht ingekomen dat
hjj door „huiselijke omstandigheden" verhinderd
was tegenwoordig te zjjn. Red.
neer men doch passons la dessus wilt gjj
mjjn verzoek niet inwilligen, freule en u verder
niet onnoodig wagen? Zoudt gjj wellicht om
mjjnentwille het paardrjjden geheel willen laten
varen
Als hjj er dit laatste maar niet bjj gevoegd
had 1 Wat hjj zeide klonk zoo welgemeend en
waarzjj had er den heelen morgen zelf zoo
over gedachtmaar er lag iets in zjjn zachten,
bjjna teederen toon, dat haar mishaagde, iets
dat haar aan die eerste ontmoeting herinnerde,
waarvan de indruk door zjjn latere houding zoo
goed als geheel was uitgewischt.
Doch nu bedierf hjj weer alles; hoe durfde hjj
gelooven dat zjj iets om zjjnentwil kon doen
Hare donkere wenkbrauwen fronsten zich en
er kwam een konden trek om haar mond, terwjjl
zjj op hoogmoedigen toon zei
Maar uwe hoogheid, ik begrjjp n volstrekt
niet! Hoe zou ik er toe komen om iets op te
geven dat mjj zooveel genoegen verschaft, alleen
omdat gjj het mjj vraagt. Ja als ik misschien
mettertjjd (overtuigd word dat gjj geljjk hebt,
dan is het mogeljjk dat ik mjjn rjjlessen staak.
Eerder zeker niet
Wordt vervolgd.)
Gedrukt bij deGebroeders Abrahams te Middelburg,