MIDDELBURGSCHE COURANT FEUILLETON. Inkwartiering. Onderwijs. Kerknieuws. Middelburg 17 Juni. Gemengde Berichten. BIJVOEGSEL Donderdag 18 Juni 1885. N°. 141. Het verloren document. VAN DE VAN De burgemeester en -wethouders van Middelburg, gelet op de artikelen 18 en 19 der wet betrek kelijk de inkwartieringen, van den 14 September 1866, (staatsbl. n° 138); brengen ter openbare kennis, dat de lijst der inwoners, die voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud het eerst in aanmerking komen, is aangeplakt dat die lijst van den 16 Juni 1885 tot en met den 30 Juni a., op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd, alsmede dat de bezwaren tegen die ljjst schrifteljjk aan hen kunnen worden ingediend van den 1 Juli tot en met den 14 daaraanvolgende. Burgemeester en wethouders achten het tevens niet ongepast, de ingezetenen bekend te maken met den inhoud van de artikelen 13, 14 en 16 der hierboven aangehaalde wet, luidende als volgt Art. 13. De vordering van inkwartiering en onderhoud geschiedt voor het krijgsvolk, bij bewoners van huizen of van gedeelten van huizen, ter zake waarvan aanslag in de personeele belasting plaat heeft, naar eene huurwaarde, welker bedrag, volgens de wet op het middel, geen aanspraak geeft op vermin derde belasting; voor de dienstpaarden bij alle personen, die over gebouwen of getimmerten beschikken, bruikbaar tot stalling van paarden waarin onbezette plaatsen zijn. Art. 14. Huisgezinnen, waarin zich eene kraam vrouw of een lijk bevindt, of waarin personen aan ernstige ziekten lijden, worden tjjdeljjk van inkwartiering vrijgesteld. In huizen, waarin eene besmettelijke ziekte heerscht, mag geene inkwartiering geschieden. Deze omstandigheden worden, vóór het uitreiken der biljetten aan de kwartiermakers of bjj deta chementen aan de manschappen, medegedeeld aan den burgemeester. De inwoner, die deswege in gebreke blyft, is gehouden de geïnkwartierden voorloopig in zijne woning, (mits daarin geen besinetteljjke ziekte heersche), op te nemen en ten spoedigste, voor eigen rekening, in hunne behoorljjke huisvesting en onderhoud elders in de gemeente te voorzien. Deze laatste verplichting vervalt, wanneer het gemis der bedoelde opgaaf buiten de schuld ligt van den inwoner, in welk geval op diens latere mededeeling der reden van vrijstelling de burge meester een ander kwartier aanwijst. Huisgezinnen zonder mannelijke personen boven de 20 jaren worden niet met inkwartiering belast. Ontstaat eene reden van vrjjstelling tjjdens de inkwartiering, dan wordt door den burgemeester, na kennisneming daarvan, een ander kwartier aangewezen. Art. 16. De inkwartiering en het onderhoud worden bjj geljjke beurten onder de inwoners verdeeld, met dien verstande evenwel, dat de krijgslieden, tot dezelfde compagnie of hetzelfde escadron behoorende, zooveel doenlijk in de nabjj- heid van elkander en van hunne paarden worden ingekwartierd. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, te Middelburg den 16 Juni 1885, De burgemeester en wethouders voornoemd, P1CKÉ. De secretaris, A. DE VUL DER VAN NOORDEN. veel gematigder te zjjn dan die der anti-revoluti onairen. Naar aanleiding van het bericht omtrent het schip Christianborg ontviDg de N. R. Ct nog de volgende mededeeling Het genoemde stoomschip kwam Maandagochtend vroeg langs de Noord yia Rotterdam te Maassluis aan en ankerde aldaar om van loods te verwisse len, uit te klaren en daarna langs den Nieuwen Rotterdamschen Waterweg zee te kiezen. Terstond daarop ging een deurwaarder van Schiedam, ge assisteerd door de politie- en rjjksveldwacht, naar boord en nam het schip in beslag. Heden morgen kwamen te Vlissingen met het ss. Prins Hendrik van de stoomvaart maatschappij Zeeland aan HH. KK. HH. de hertog en de her togin van Connaught met gevolg, die zich per aansluitenden boottrein, waarin een salonrijtuig geplaatst was, naar Potsdam begaven. Sir Howard, Lady Elphinstone en majoor Egevton, resp.HM. de koningin van Engeland en den prins van Wales vertegenwoordigende, kwamen met dezelfde boot mede om eveneens bjj de begrafenis van prins Frederik Karei tegenwoordig te zijn. In de Dinsdag te Ter Neuzen gehouden zitting van den gemeenteraad werd met algemeene stem men besloten, bjj de maatschappij van gemeente' crediet eene geldleening aan te gaan van 50,000, thans met aflossing in 35 jaren, ter voldoening aan het verlangen van ged. staten. Tevens werd bepaald, ten spoedigste over te gaan tot het doen uitvoeren der verbetering van de gemeentehaven, het bouwen eener nieuwe baven- beschoeiing, het weggraven van den leidijk langs de haven, waartoe van het ministerie van oorlog de gevraagde goedkeuring is verkregen, en het doen vervangen van dien dijk door een water- keeringsmuur. Verder is besloten, om op een gedeelte van het marktplein de bestrating te vervangen door macadam, op de markt plantsoen te doen aan leggen en eindeljjk om ten spoedigste de voor genomen nieuwe en herbestratingen te doen uitvoeren. stand ia nog niet zoo, dat de officieren met inge nomenheid tegen Juli de vrjjheid om hun gezinnen over te brengen inruilen tegen het genot der toelage. Er komen wel allerlei hoofden zich aanmelden, ingeleid door den teruggekomen balling Toekoe Baid, maar van de daden, die Baid in zjjn nieuwe betrekking tot ons, ten onzen gunste doen zou, wordt niets bemerkt door de niet- ingewjjden. In het verslag van onzen consul te Penang over 1884 las men, dat de Atjehers door de hooge peperprjjzen een vooideelig jaar gehad hadden, en, wat opmerkeljjk was, dat de blokkade den handel met Peóang niet bjjzonder hinderde, daar slechts twee havens minder toegankeljjk waren dan vroeger, en faciliteiten gegeven wer len voor het afhalen van peper, waarvoor reeds voorschot gegeven was. Brengt men hiermee in verband een opmerking in het verslag van onzen consul-gen. te Singapore, dat bjjna al de, als naar China enz. uitgeklaard opgegeven, wapenen en ammunitie, naar Ned.-In., euphemistisch van Atjeh, uitgevoerd zjjn, dan komt men ten opzichte van het nut der blokkade tot een ongewenschte conclusie. Het hoofd der oproerigen te Sollok in de Padangsche bovenlanden Toeangkoe Tabing is gevat. Volgens latere berichten wist het bestuur te voren wel iets, maar niet den waren omvang der onrust-prediking. Op Borneo's Westkust is, zooal niet de persoon van Pa Coenoeng, de Landak-dajak, die in 't begin met zijn volk ééne Ijjn met de oproerigen trok, dan toch het zegel van het Chineesche bestuur op Mandor in handen der patrouilleerende troepen gevallen. Benoemd tot hoofd der school te Sasput (gem. Schoondjjke) de heer K. Boelen van St. Maartensdijk. De heer H. A. E. Heinecken, pred. teAmeron* gen, heeft voor het beroep naar Sluis bedankt. op te gevenvijf waggons geladen met tabak zjjn verbrand, de loodsen zjjn totaal vernield, en van goederen van Amerika aangebracht of voor Amerika bestemd is niets overgebleven. Tusschen de stoomtram van Den Haag naar Scheveningen en de paardentram heeft eene bot sing plaatsgehad. De stoomtram ontspoorde; de paarden van de andere tram werden zwaar verwond. De passagiers kwamen met den schrik vrjj- Te Leiden schjjnt door valsche geruchten bet vertrouwen in de spaarbank geschokt. Honderden komen de door hen gedeponeerde geldsommen terughalen. Commissarissen stellen alles in het werk om aan te toonen, hoe ongegrond het wantrouwen is. Ofschoon een ieder, die zjjn geld terugeischt, volgens de reglementen acht dagen op volledige uitbetaling moet wachten, wordt op eerste aanvrage terstond het geld terug betaald. Op deze wjjze hopen zjj het valsche van de loopende geruchten aan te wijzen. In Amsterdam kan men door de politie huiselijk accordeeren. Twee personen, vader en zoon, werden in de Plantage aldaar, toen zij in den vroegen ochtend naar de landswerf bedaard hun wég gingen, door een vjjftal opgewonden heertjes geslagen en gewond. De zaak werd door tusschenkomst der politie minnelijk geschikt. De aangevallene kregen schade vergoeding. Zaterdagnacht had te Helder een hevige worsteling plaats tusschen de nachtpolitie en een matroos van de Atjeh die wegens eenig vergrijp zou worden ingerekend. Hierbij werd den matroos door een nachtwacht met een stok een slag op I het hoofd toegebrachtde getroffene sprong hierop eensklaps in het water en verdronk. Zjjn ljjk ia opgehaald en naar het marinehospitaal overgebracht. Een onderzoek zal worden ingesteld. Zeker als wraakneming over het gebeurde, werd gisterennacht het bureel der nachtpolitie aldaar door een bende marinematrozen verwoest. De nacht wachts werden verwond. De militaire patrouille herstelde de orde en de politie-wachten werden versterkt. De toestand van den onderzeeschen oever van den Elisabethpolder (gemeente Biervliet), welke vóór een vjjftiental jaren oorzaak was van een twist tusschen het bestuur^van den rjjkswaterstaat en het domein, schjjnt weder eene minder gunstige periode in te gaan. Op 13 dezer toch is eene oeverafschuiving ontstaan nabjj de losplaats kort tegen den beschoeiingsmuur en in de scheepszate. Een dag later is eveneens eene afschuiving ontstaan in de tegenoverliggende plaat. Wellicht kan dat eenige afleiding geven voor den sterken stroomaanval op den oever. Het Vad. weet mee te deelen, dat de nota der katholieke kamerleden uitgaat van de stelling, dat het tegenwoordige artikel 194 der grondwet mits juist opgevat, voldoende is, maar dat wjjziging noodig is, omdat het artikel dikwjjls verkeerd wordt toegepast. Deze nota schijnt_dus «werkelijk Uit Doemadjang wordt dd. 30 April aan de Loc. geseind De Smeroe is weder rustig, wat voor de mjjn- ingenieurs, die met het onderzoek belast zjjn, een buitenkansje genoemd moet worden. Men heeft nu de zekerheid, dat Stoerhaan, Moljjn en alle anderen verloren zijn. De pogingen om hen op te sporen zjjn gestaakt. In het overzicht van het A. D.'„v. N. I. leest men o. a. Te Padang heeft weder een van die geheim zinnige branden gewoed, waardoor in de laatste jaren die stad zich onderscheidtnadat verleden jaar de eene helft der Chineesche kamp was af gebrand, nadat in de laatste weken herhaaldeljjk een begin van brand is gebluscht, is voor eenige dagen een verleden jaar niet verbrand deel van het Chineesche kamp afgebrand. Te Padang zjjn verbrand 57 huizen, en is een schade van bij de vier ton aangericht, waarin slechts twee Europeanen, met over de honderd Chineezen deelden. Omtrent Atjeh is de algemeene indruk der daar verbljjfhoudenden niet aangenaam. De toe- De landbouwer A. W. te Rilland had Maan dagavond het ongeluk, dat zjjn paard, gespannen voor een zaaimachine, terwjjl hjj van zjjn land huiswaarts keerde, op hol ging. A. W. viel en kreeg de machine over het lichaam. Met een gebroken rib en inwendig erg gekwetst bracht men hem naar zijne woning. Te Bath geraakte Dinsdag middag een boerenwagen met kolen geladen in den watergang van den Eogelschen polier. De twee lossers, die op de kolen gezeten waren, maakten de buiteling mede, maar kwamen er gelukkig met dit gedwon gen bad af. De wagen was gebroken. De werkman te Terneuzen, wien onlangs bjj het lossen van jjzer de voet werd verpletterd, is nog steeds in zorgvollen toestand. Eerst werden hem de teenen, en later het onderbeen afgezet. De persoon, die eenige dagen geleden op de schietbaan van St. Hubert onder 's Gravenhage door eigen onvoorzichtigheid door een kogel werd getroffen, is aan de bekomen verwonding overleden. Te Gangelt bjj Sittard woedde Zondagmiddag een vreeseljjke brand, die in weinige uren 10 huizen met schuren in asch legde. Een persoon, wonende in het huis, alwaar de brand is uitge barsten, werd van schrik door eene beroerte getroffen en was binnen korten tijd een lijk. De oorzaak van den brand van een der z. g. Suez-steigers te Amsterdam,in 1876 door de gemeente aan den Westerdoksdjjk aangelegd voor de som van 550.000 en in huur afgestaan aan de Rijnspoorwegmaatschappijmet spoorwegverbin ding via het Centraal station naar de goederen loodsen in de rietlanden en bjj de kazerne Oranje- Nassau, kent men niet. Men zegt dat de vlam ontstond aan een uiter sten hoek van den steiger, die natuurlijk zwaar geteerd is. De schade is aanzienlek en nog niet Het lagerhuis heeft de door de lords aange nomen amendementen op het wetsontwerp tot herziening van de indeeling der kiesdistricten met kleine wjjzigingen goedgekeurd. Evenzoo werd bjj derde lezing het wetsontwerp aangenomen tot toekenning van een jaargeld aan prinses Beatrice, ter gelegenheid van haar huweljjk. De radicale schrjjver G. Sims karakteriseert in de Referee op volgende wjjze de tragisch- komische oorzaken van de ministerieele crisis in Engelandlord Salisbury zal premier van dit groote land worden en de politiek met de beenen in de lucht werpen, omdat lord Lymington op zjjn huwelijksreis was omdat sir Lam,son zich wegens hoesten in Nizza bevondomdat "sir Wa- terlow den trein miste; omdat de heer Brown plotseling maagpijn kreeg; omdat de heer Jones aan huis gebonden was, daar zjjn vrouw hem ieder oogenblik een kleinen Jones kon schenkenom' dat de heer Smith met hoofdpjjn wakker werd omdat de heer Robinson zjjnerjjke tante, waarvan hjj hoopt te erven, bezocht. Men kon over dwang- wetten, snaps- of bierbelasting praten, alles onzin. Het is een feit, dat, wanneer de tory's het minis terie binnen rjjden, dit op den rug der bjj de stemming afwezige liberalen geschiedt. Men stelle zich voor, dat Engeland zich in een oorlog met Rusland stort, omdat sir Waterlow te laat aan den trein kwam, omdat lord Lymington zjjn wittebroodswt-ken buiten Londen doorbracht Zaterdag heeft de sanitaire conferentie te Rome eene laatste algemeene vergadering gehou den, waarin, op voorstel van den Oostenrjjkschen gezant, het besluit werd genomen om op 16 November opnieuw bijeen te komen. Het pro tocol der tot nu toe gehouden zittingen zal worden opgemaakt onder toezicht van de heeren prof. Moleschott en Erhardt. De waterhoos, die 6 Juni in Mexico los barstte, richtte ontzettende schade aan. In Puebla Cuaranta steeg het water in eenige minuten tot een hoogte van e 8etrme n/dej in hetjdal stroo- mende rivieren vernielden alles, wat hun in den Roman van A. VON LIMBURG. ZEVENDE HOOFDSTUK. Van dit oogenblik af kon Ilda gelooven, dat de Almanack de Gotha zich niet vergiste door den ouderdom der prinses als 26 jaar op te geven want naar haar uiterljjk hield men haar gewoon lijk voor een aankomend meisje. „Waarom zou ik u den eersten avond reeds komen storen en allerlei ernstige dingen voor praten ging zjj voort „dat komt, kind lief, omdat gjj mij van daaggpeeds een dienst kunt bewjjzen en mjj helpen bp iets, dat geen uitstel ljjdt Of ik dan niemand anders heb, op wien ik mjj verlaten kan, zult gjj denkeno ja die zjjn er wel, ofschoon niet vele. Mjjn hofdame, bij voorbeeld, is een goed, verstandig meisje, maar zjj is aan een klein hof grootgebracht en heeft bekrompen begrippen en een bijna angstvallige onderdanigheid. Ik zou dat arme kind in de grootste verlegenheid brengen, indien ik haar in mjjne geheimen inwjjdde. Als gjj langer hier zjjt, zult gjj dat alles leeren inzien en ook begrjjpen, waarom ik nu en dan mjjn toevlucht tot geheim zinnigheid, zelfs tot intrige nemen moet. Ik wil u tegen niemand innemen en dat zou ik doen door mjj thans in uwe oogen te rechtvaardigen. Alleen dit nogmjjn karakter laat zich geen ge weld aandoen, bovendien heb ik een zending, die Wilt gjj mjj nu helpen in zjjn nachteljjk werk nog niet vervuld is. Wilt gjj den klopgeest bjj staan Zoover mijne krachten reiken, uwe hoog heid, van ganscher harte" zei Ilda eenvoudig en men zag, dat zjj het meende. „Ja, zoover uwe krachten reiken, dat geloof ik!" zei de prinses lachend. Gjj denkt natuurlijk dat er sprake is van moreel „kunnen en willen,'1 maar op dit oogenblik heb ik wel degeljjk licha- i meljjke kracht noodig, die ik helaas zelf nietj bezit. Gjj denkt misschien ook, dat ik dan liever een knecht of kamenier had moeten roepen ma^r lieve tijdDan wist morgen het heele paleis, niet alleen, wat ik gedaan had, maar het kwam misschien nog wel in de courant er bjj De guitige fee kwam weer te voorsckfjn; spotlust en dartelheid tintelden in hare oogen, zoodat Ilda aangestoken werd en meelaclpte er was geen liefeljjker contrast denkbaar, dan dit schoone, ernstige, blonde meisje en die bewege/ljjke sierljjke spring in 't veld. j »Dus snel aan het werk; ik zal u geleiden." Zjj haalde een hamertje en een bijteltje ujit den zak van haar kamerjapon. Die gereedschappen zagen er uit, alsof zjj uit de timmerdoos wan een knaap kwamen. »Zie hier onze wapenerj. Wie den klopgeest aanschouwt is des doods 1 'j Zjj had zachtjes de kamerdeur geopend) en trok Ilda mee op de donkere gang. Zjj vlfoóg meer dan zfl liep, stond een oogenblik still voor eeu deur aan het einde van het portaal en fluisterde „Als de Steekappel eens wist wat wjj in ons schild voeren! Maar zjj heeft al hare bekoorljjk- heden op de tafel neergelegd en zou zoo gauw nifet weer presentabel zjjn; dus kan ze niet eens éven komen bjjken, al hoort zjj iets." Ilda moest harteljjk meelachen als zjj aan mevrouw Von Schornan en haar kunsttoiletmiddelen dacht. De dartelheid der prinses had iets aan- stekeljjks. Eensklaps bedacht zjj zich, dat zjj toch jongeren kinderachtiger was, dan zjj zelf gedacht had en dat ze dit nachteljjk avontuur erg grappig vond. Zjj had nog nooit zooveel pleizier in haar leven gehad en was opgewonden van nieuwsgierig, heid over betgeen er nu volgen zou. Dit vliegen door onbekende gangen aan de hand van zulk een raadselachtig wezen had iets geheimzinnigs, iets bjjzonders, dat I.da toch niet verontrusttedaar zjj vast overtuigd was, dat de prinses noch door dwaasheid noch door slecht heid tot dezen stap gedreven werd. Dat is het eigenaardige van een edel, rein karakter, dat het als bjj ingeving weet, wat het vermijden moet of waar het zich mede in kan laten. Ilda had zich van het eerste oogenblik af tot de prinses aangetrokken gevoel 1 en vervolgde haar dus zonder aaizeling. Zjj had on moge ljjk kunnen zeggen hoeveel gangen en kamers zjj doorgingenhet geleken wel salons, waar ze nu waren, want bjj het flauwe maanlicht ontwaarde zjj spiegels en zjjden meubels. Eindeljjk schenen zjj het doel van hun tocht bereikt te hebben, want de prinses bleef staan, streek een lucifer af en weldra verlichtte een kaars de omgeving. Zjj bevonden zich in een soort van schilders atelier, of althans een kamer, die daarvoor ingericht was. Ezels, paletten, draperieën, alles verried dat het pas gebruikt was, maar een schilderjj was er niet meer te zien. Midden in de kamer stond echter een groote gesloten kist en daar ging de prinses op af. Hebt gjj ooit een hamer gehanteerd En zouden wjj die kist kunnen openen en weer sluiten vroeg zjj. »Ik zal het beproeven, uwe hoogheid; ik heb dikwjjls spjjkertjea geslagen om kleine schil derijtjes op te hangen en op school veel kisten zien openen en dicht maken." Het was zwaar werk voor die fijne handjes om met zulke gebrekkige gereedschappen de spjjkers uit het hout te halen. Zjj spanden alle krachten in, werden hoe langer hoe warmer en spraken geen woord. De eene verbaasde zich in stilte over de behendigheid en en de kracht der anderemaar de feeënvingers der prinses richtten, misschien door haar hart- stochtrljjken jjver, bet meeste uit. Eindeljjk was er één spjjker uit. »Zie zoo, nu zjjn we er, freule" riep zjj zegevierend. Maar het duurde nog geruimen tjjd en het kostte heel wat moeite, eer zjj het deksel konden oplichten. Daarop trok de prinses een kleed weg en zei «Bezie het eens."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 5