N° 136.
128® Jaargang.
1885.
Y rijdag
12 Juni.
Middelburg 11 Juni.
FEUILLETON.
Kerknieuws.
Landbouw,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco f 3,50:
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën: 20 Cent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Het verloren document,
MIDDELBURGSGHE COURANT.
Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der pEiJL,te Zierikzee: A. C. De Mooij,te Tholen: W. A. Van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van du Peul Jz
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger.
Dat het aan bestrijders van het ingediende
wetsontwerp op den kinderarbeid niet zou ont
breken spreekt van zelt. Er zijn natuurlijk te
veel particuliere belangen bij deze zaak betrokken,
die door de invoering der voorgestelde bepalingen
benadeeld zullen worden.
Een der eerste stemmen, die zich doet booren,
is die der Vereeniging van pannen- en steenfabri
kanten in bet hoogheemraadschap Rijnland, onder
de zinspreukEendracht maakt Macht. Zij beeft
bij de tweede kamer een adres ingediend, waarin
zjj verzoekt, dat, zoowel in bet belang der arbei
dersgezinnen, als in dat der Nederlandsche nijver
heid, en in 't bijzonder der steen- en pannenfabrikage,
bet ontwerp van wet moge worden verworpen
tenzij de beperkende bepalingen, dat kinderen
boven 12 doch beneden 14 jaren geen fabrieks
arbeid zullen mogen verrichten, of dat kinderen
van 14 tot löjarigen leeftijd, op steen- of pan-
nenfabrieken werkzaam, gedurende dén vormtjjd
slechts een zeker getal uren daags in dienst mogen
worden gesteld, komen te vervallen.
Wie eenigszins van nabij bekend is met bet
werk der steenbakkeryen ot daar een kijkje nam
zal moeten erkennen, dat de arbeidskrachten van
kinderen onmogelijk gemist kunnen worden, en
dat dit gemis voor een industrie, die toch reeds
zooveel nadeel ondervindt van de buitenlandscbe
concurrentie, hoogst nadeelig zou werken. De
bezigheden zjjn niet zwaar en geschieden in de
open luchtdit een en ander zou aanleiding kun
nen geven om aan de bezwaren der vereeniging
te gemoet te komen.
Het is hoogst moeilijk om uitzonderingen toe
te laten; maar er is een groot verschil of de
bezigheden, zooals hierbij en bij den landbouw, in
de open lucht plaats hebben dan in eene bedompte
fabriek. Bovendien is er onderscheid tusschen
een geheel verbod of eenige beperkende bepalin
gen, die in overleg met de betrokken personen
zouden kunnen genomen worden.
In beginsel verklaarden wij ons voor het aan
hangige wetsontwerpen wij zouden het een voor
recht noemen als het tot stand kwam, maar waar
uitzonderingen kunnen toegelaten worden, die de
lichamelijke en zedelijke belangen der kinderen
niet schaden, meenen wij ook dat de billy ke eischen
der nijverheid niet over het hoofd mogen worden
gezien, en men daarmee gerust rekening mag
houden.
Er blyft nog gelegenheid genoeg over om den
kinderen de noodige rust en tijd tot verstandelijke
ontwikkeling te waarborgen.
Hierdoor zou, naar oub gevoelen, volstrekt niet
te kort gedaan worden aan de bedoeling van het
ingediende wetsvoorstel.
Men zendt ons de Leidsche courantwaarin een
Roman van A. VON LIMBURG.
ZESDE HOOFDSTUK.
Doch in de gegeven omstandigheden ging dat
niet aan, en nu zjj zich weder tegen haar zin in
het onvermijdelijke moest schikken, geraakte haar
humeur in dien toestand van prikkelbaarheid,
welke haar den naam van steekappel," dien de
spotlustige prinses Wilhelmine haar gaf, op den
hals gehaald had.
Het vrij lange wachten stemde haar ook niet
zachter. Het was hoogst ongepast om haar zoo
lang in de brandende zon te laten zittenMen
scheen hier geen begrip te hebben van hetgeen
betamelijk was. Maar wat kon men ook ver
wachten van een oude, half kindsche vrouw en
zoo n vervallen boel.
Eindelijk kwam het antwoord „Hare door
luchtigheid verzocht mevrouw om boven te komen."
Als de knecht er niet gestaan had, zou zjj de
schouders opgehaald hebben over dien hoogdra-
venden titel in zulk een omgeving. Maar zy moest
geduld oefenenzy zou die oude vrouw in alle
geval door hare manieren beschamen; zjj zou de
eer en de voordeelen, welke de uitnoodiging der
hertogin de freule bood, goed doen uitkomen, en
als het niet anders kon, zich nog eenige vlejjerjj,
waarin ze uitgestudeerd was, getroosten dan
ytv.8 zy zeker van den goeden uitslag harer zending.
stuk voorkomt, getiteld Een droomdat, naar de
gebruikelijke verwijzing te oordeelen, men bij
zonder in onze aandacht schijnt te willen aanbe
velen. Dit stuk bevat een pleidooi voor de
afschaffing van den groentijd, die echter, volgens
den droomer, niet vóór 1900 zal plaats hebben,
wanneer Leiden geheel en al achteruitgegaan zal
zijn en het getal studenten aanzienlijk verminderd
zal wezen, omdat het studentenkorps weigerde een
einde te maken aan een traditioneel kwaad,
Yoor onze lezers is uitvoerige mededeeling van
dit stuk en van hetgeen te Leiden thans over het
afschaffen van het groenloopen wordt geschreven
en gesproken, niet van belang. Maar zeker slaan
velen met ons vol belangstelling de beweging gade
die zich tegenwoordig in die richting in de oude
academiestad openbaart, en zal het ons genoegen
doen te vernemen dat men tot afschaffing van den
groentijd besloot voor het te laat is, en Leiden
het beeld levert van een stad, zooals Justus zich
dat droomt. Het handhaven van een eenzijdig
standpunt in dezen kan alleen de hoogeschool
treffenen haar verleden is te roemrijk om daar
door tot verval te geraken.
Wij voor ons slaan hetgeen nu voorvalt bovendien
met eene zekere voldoening gade, na al hetgeen
indertijd ook in ons blad over deze quaestie is ge
schreven, en na al de aanvallen waaraan wij
destijds hebben blootgestaan.
Inhet jongste nommer van de Economist her
innert mr J. L. de Bruijn Kops, in eene beschou
wing over de nieuwe belastingvoorstellen, voor
zoover die betreffen de wijziging van de uitkeering
uit de schatkist aan de gemeenten, eraan, dat bij
het overleg tusschen de commissie van rapporteurs
en de regeering een voorstel is ter sprake gekomen,
volgens 't welk aan de gemeenten de beschikking
zou gegeven worden over een derde van het ge
zamenlijk bedrag, dat elk harer in de 5 laatste
jaren gemiddeld heeft getrokken uit de uitkeering
van het 4/5 van het personeel, opcenten op de
hoofdsom dier belasting en hoofdelijke omslagen,
of andere plaatselijke directe belastingen, met de
uitkeering over 1884/85 als maximum.
Die verhouding van 1/3 acht de Economist voor
te vele gemeenten bezwarend, omdat zij te veel
zouden verliezen en daarin op andere wijze zouden
hebben te voorzien. Daarom geeft de redacteur
in overweging, de uitkeering te verhoogen op 44
pet. van het genoemd gezamenljjk bedrag, waar
van het gevolg zal zijn, dat de gemeenten minder
verliezen en dat in den regel die gemeenten zullen
hebben by te passen, die zonder bezwaar meer
eigen directe belastingen kunnen heffen.
Volgens eene becijfering zal die wijziging de
mindere uitkeering, welke het voorstel voor de
schatkist tengevolge zal hebben, van 1,379,000
doen dalen tot 453,000, maar De Economist acht
die 4§ ton toch aanzienlyk genoeg om een toe
passing van de 44 pet. ernstige overweging te
doen verdienen. Te meer nu de minister van
financiën, evenals De Economisteen voorstander
is van het terugnemen der personeele belasting
Zy verliet het rijtuig met een zueht over de
vermoeienissen van den dag, en betrad het voor
portaal, waar Försteman haar opwachtte.
Die oude knecht was waarlijk heel fatsoenlijk,
en had al de allures van langjarigen dienst in
een huis, dat op een grooten voet iBgericht is,
Men scheen de uiterlijke vormen hier dus nog
zooveel mogelijk in acht te nemen. Zy had zich
den Duivelsburcht in dit opzicht veel erger voor
gesteld. Het viel niet te ontkennen, dat alles erg
in verval was; maar de grootsche afmetingen en
de pracht der oorspronkelijke inrichting, maakten
toch een diepen, om zoo te zeggen, een feodalen
indruk op de dame, die met verbazing de ge-
weltde, met kunstig beeldhouwwerk versierde
gangen, het sierlyk snijwerk en de karyatieden
op de breede trappen, de hooge boogvensters met
wapenschilden, de fraaie wapens en kostbare
wapenrustingen, die als schildwachten aan de
wanden stonden, opmerkte bovenal echter de
lange rijen van kamers, waar zij door moest, met
haar verbleekte, maar toch nog steeds aanwezige
pracht. In het voorbijgaan berekende zy met
den practischen blik eener zuinige huisvrouw
hoeveel kenners en rariteitenverzamelaars voor
deze braak liggende schatten zouden geven. Het
moest toch niet zoo erg gesteld zjjn met de ar
moede der dames; of zy moesten belacheljjk
trotsche en dus kinderachtige opvattingen hebben,
dat zjj zulke kostbare voorwerpen niet te gelde
maakten.
Onder depe overpeinzingen hadden zjj het ver*
voor het rijkmet uitbreiding der inkomsten
belastingen als gemeentelijk middel.
De heer de B. K. is 't echter niet eens met den
minister, dat daarnaast een billijke rijksbelasting
op het roerend vermogen is uitgesloten, en dat
verdere rijksmiddelen bij voorkeur in directe
belastingen moeten worden gevonden.
Hij acht een proei met die 44 pet. wenschelijk
en merkt op, dat men, evenals bij de afschaffing
van de plaatselijke accijnzen, voor gemeenten, die
te veel bezwaard wordenuitzonderingswetten
zou kunnen toepassen. In allen gevalle echter
verdient fixeering van de tegenwoordige uitkeering
de voorkeur boven het aanhangige regeerings-
voorstel.
Ons wordt uit Vlissingen geschreven
Gisteren namiddag, omstreeks 2 uren, arriveerde
hier ter reede, met bestemming naar Antwerpen,
het Belgisch stoomschip Westernland, een der
Red Star liners, varende tusschen New-York en
Antwerpen.
Dit stoomschip moest op de reede ten anker
komen, aangezien het vallend water was en men
door den diepgang van het schip, die 24 Eng.
voet bedraagt, niet zoo zeker kon zijn van onder
weg eene zoo goede ankerplaats te vinden, als
onze reede aanbiedt.
Aangezien nu, tengevolge van het slechte
watergetij wjj verkeeren thans in de zoogenaamde
doode tijen, er weinig water aan wal komt en
dit vooral met het nachttij nog minder is, was
bedoeld stoomschip verplicht, wilde het zeker zijn
genoegzaam water in het Zuidergat te vinden,
tot heden morgen hier te blijven; omstreeks te
10 uren in den voormiddag zette het dan ook
eerst de reis voort.
Een dusdanig oponthoud met de volle beman
ning van zulk groot schip, dat daarenboven
500 passagiers aan boord heeft, zal voorzeker een
niet gering nadeel aan de reederjj teweegbrengen.
Het oponthoud kan echter in den winter,
wanneer men met mist of dik weer te kampen
heeft, nog grooter wezen, zoodat de reis van hier
naar Antwerpen met zulke groote schepen dan
soms dagen zoude kunnen duren.
In den tegenwoordigen tjjd, waarin men op alle
middelen bedacht is om snelheid aan zuinigheid
te paren en er daarom van de kleinste bijzonder
heid party moet getrokken worden, is het niet
overbodig op een dergel jjk feit de algemeene
aandacht te vestigen, vooral omdat dit eene
tegenstelling is van het onlangs openbaar gemaakte
feit, dat de duur eener reis met een stoomschip
van Vlissingen naar Antwerpen niet langer dan
3§ uur zoude zijn. In dit bijzondere geval bedroeg
die duur 24 uren, doch zelfs bij allergunstigste gele
genheid is steeds een veel grooter tjjdsverloop
noodig dan hiervoor is genoemd.
Door den geneeskundigen raad van Noord-Holland
is besloten bij de regeering op wjjziging der wet op
de uitoefening der geneeskunst en der begrafeniswet
aan te dringen in dien zin1°. dat van den ge
trek der gravin bereikt, waaruit Regina haar in
haar eenvoudig, doch net zwart kleed, te gemoet
kwam. Mevrouw Von Schornan zette haar liefste,
vriendelijkste gezicht; zij. was niet te vergeefs een
lenige sluwe hofdame. Met het grootste
zelfvertrouwen liet zij haar zjjden sleep over den
drempel ruischen, bereid om de waarschijnlijk
ietwat menschenschuwe oude vrouw, welwillend
en voorkomend toe te treden, teneinde haar gunstig
te stemmen.
By haar binnentreden verrees er uit een sty ven
armstoel met rechteleuning, een lange, zwarte
gedaantemaar die beweging was zoo langzaam,
zoo waardig en toch zoo natuurljjk, dat de hof
meesteres het geheele einde tot aan den stoel
moest afleggen, voor dat de vrouw des huizes
haar éen stap tegemoet gedaan had.
»Het verheugt mij, mevrouw, dat een opdracht
van mevrouw de hertogin mij het genoegen ver
schaft om uwe kennis te maken", begon de gra
vin, met al het aplomb eener gastvrouw, die bezoek
ontvangt en voelt, dat zy de yoornaamste van
beiden is.
Mevrouw Von Schornan had al haar zelfbe-
heersching noodig om niet van haar stuk gebracht
te worden. Wie had haar toch verteld, dat die
vrouw met die indrukwekkende gestalte, meer dan
een hoofd grooter dan zy zelf, die op een ouder-
wetsche, maar tevens zeer voorname manier de
honneurs deed, half suf ®n kindsch was zjj
wist niet meer van wien zjj het gehoord had;
maar zjj was woedend over de valsche positie
neeskundige, die eene overlydensopgave van zjjnen
gestorven patient indient, de uitdrukkelijke ver
klaring zou worden gevorderd, dat hij het ljjk heeft
geschouwd 2°. dat den gewonen medicus of den
officieelen doodschouwer bjj zijne opgave omtrent
het overlijden de verklaring zal worden voorgelegd,
dat naar zijne meening teekenen of aanduidingen
van een geweldigen dood niet bestaan"terwjjl bjj
het ontbreken van zoodanige verklaring geen be
graving zou kunnen geschieden zonder verlof der
justitie.
Het voorstel tot dien stap werd gedaan op
grond, dat in den laatsten tijd ergerlijke gevallen
plaats hebben, waaruit blijkt dat een begrafenis
consent wordt afgegeven, zonder dat eene deskun
dige door persoonlijke bezichtiging den dood heeft
geconstateerd en dat het te licht gebeuren kan, dat
er sporen van een geweldigigen dood, bepaaldelijk
van misdrijf, bestaan, zonder dat eene gerechtelijke
schouwing wordt uitgelokt.
Dezelfde raad zal bij de regeering aandringen
dat van regeeringswege een deskundige moge
worden gezonden naar Spanje, om aldaar van nabjj
te bestudeeren de inenting ter voorkoming van
cholera door dr. Ferran.
Volgens een schrijven van den hoofdintendant
is de reden, waarom de kapt.-kwartiermeester van
het Indische leger T. Kley gestraft werd, de
volgende
„Het in de sociëteit ter lezing leggen en onder
de officieren, waaronder lageren in rang, verspreiden
van een door Bendeler onderteekend artikel, ge
titeld Strijdens moe, uitsluitend handelende over
grieven van den kapitein Kley, en waarin de
kommandant van het leger en de hoofdintendant
der militaire administratie op hoogst laakbare, zeer
oneerbiedige en der krijgstucht zeer schadelijke
wijze met namen en titels worden besproken, o. a.
naar aanleiding van kapitein Kley's vermeende
grieven betreffende zjjn niet-overplaatsing bjj de
intendance, waarover Kley eene memorie aan den
legerkommandant indiende en ter zake waarvan
hij op 13 Maart 1884 is gestraft met 14 dagen
streng arrest."
Te Domburg is beroepen, de heer G. P. Krujjff,
ernd. te Rotterdam.
Een zeer bevoegde hand deelt ons het volgende
mêe: Het vermoeden, als zou het sterven van
eenig vee onder Poortvliet, volgens de N. R. Ct.,
veroorzaakt zjjn door het eten van de Dotterbloem
of kleine Plompen, zal wel aan eenigen twjjtel
onderhevig zjjn, aangezien deze plant in Zeeland
uiterst zeldzaam voorkomt. Wjjlen dr V. dw
Bosch te Goes geeft alleen Walcheren en Schouwen
op als plaatsen waar die plant groeit, maar heeft
later Walcheren weder ingetrokken en terecht
omdat hjj zelf daar geen exemplaar gezien had j
waarin men haar door die voorstelling gebracht
had, en voelde zich volstrekt niet op haargemaks
Zij herstelde zich echter zoo goed mogelyk ën
kwam met de boodschap der hertogin voor den
dag of de freule eenigen tyd als logée aan het
hof zou mogen doorbrengen.
Het antwoord harer doorluchtigheid was eefi
nieuwe verrassing voor haar, die, alle harten naar
het hare beoordeelende, verwachtte, dat de gravis
ten minste haar bljjdschap over de eer en onder*
scheiding van die uitnoodiging, zoute kennen geven;
aan den dag leggen, of indien zjj zich genoeg kon
beheerschen om die te verbergen, dan alleen
bezwaren zou opperen om de waarde harer toe
stemming te verhoogen.
Doch van dit alles was geen sprake. Zoo koel
alsof het de meest alledaagscbe zaak ter wereld
gold, nam zjj de uitnoodiging aan, met dank
jegens hare hoogheid; zjj kwam er rond vooruit,
hoe aangenaam het haar was, dat haar kleindoch»
ter door de vriendelijkheid der liertogin in do
gelegenheid zou zjjn om, op een met haar rang
strookende wyze, de wereld te leeren kennen.
Niets maakt een geslepen diplomaat zoo zeer
in de war als de onopgesmukte waarheid. Het
openhartige, oprechte, fiere gelaat der gravin was
mevrouw Von Schornan hoogst onaangenaam en
verbitterde haar, daar zjj er als het ware een
persoonlijke beleediging in zag. De persoonlijkheid
der oude dame maakte een afstootenden, of liever
een huiveringwekkenden indruk op haar. Die
lichte, doordringende oogen, die baar in de siel