,f
Kerknieuws.
Gemengde Berichten.
Ingezonden sukken.
Briefwisseling.
a
De vogelenwet.
a
s-
Gedrukt bij De Gebroeders Abrahams te Middelburg.
-! A
'x
-
teederheid van bun kind voor de baren door
wormkruid te genezen niet slagen. Maar nog min
der waarscbjjnlijk vinden wij de voorstelling, die
mej. Stratenus van het boarding-house in Londen
geeft. In onze dagen zal men een oude juffrouw,
die de directrice van genoemde inrichting verzoekt
Anna weg te zenden, omdat zij les geeft voor
geld, zelfs in een Engelsch boarding-house vol
oude grimmige jongejuffrouwen te vergeefs zoeken.
Was het onze schuld of de schuld van den
schrijver, dat wjj na lezing van Zilver en Lood door
Piet Vluchtig ons teleurgesteld zagen Het boekje,
uit de Polycolor-uitgave van Gosler, bevat twee
schetsenZilver en lood en Mijn aanstaande
schoonpapa, waarvan de tweede door den lossen
schrjjftrant verre de voorkeur verdient boven de
eerste. In beide worden wij op verschillende
toosten onthaaldin Zilver en Lood zjjn de spre
kers onbeschaafde boeren of would-be geestige
dorpsautoriteitenin Mijn aanstaande schoonpapa
treden als woordvoerders welbekende typen uit
beschaafder kringen op. In strijd met den natu-
ralistischen tint over Zilver en Zooi uitgespreid,
is de zeer romantische liefdesgeschiedenis eener
boerin, natuurlijke dochter van een edelman, met
een pastoor-jonker. Den Piet Vluchtig van de
Haagsche hopjes herkenden we in het eerste
schetsje in 't geheel nietin het tweede kwam
zoo hier en daar eventjes de vlugge pen van den
geestigen schrijver van Een spoedstuk te voorschijn,
maar hij schenke ons spoedig wat anders, wat
beters.
Welken maatstaf hebben we aan het jongste
werk van Marcellus Emants Goudakkers Illusiën,
eveneens bij W. Gosler te Haarlem verschenen,
te leggen? Moeten wij het uit het oogpunt der
kunst of der werkelijkheid beschouwen Moeten
wij het boek als roman, als novelle of als natu
ralistische schets critiseeren Ziedaar vele vragen,
waarop het antwoord niet zoo gemakkelijk is.
Een verhaal" noemt de schrijver het keurig
uitgedoste boekske zelf, maar wij weten reeds
vooruit, wanneer wij iets van Marcellus Emants
ter hand nemen dan mogen we iets bijzonders,
iets buitengewoons verwachten. Laat u daarom,
goede lezer, niet door da eenvoudige bijvoeging
aan den titel tot de vooronderstelling verleiden,
dat ge hier een alledaagsche vertelling, grenzende
aan de bakersprookjeszult vinden. Maar
alledaagsch is het goed gekozen woord niet,
want de kale inhoud, van alle versierselen ontdaan,
is waarlijk zeer gewoon. Wat Goudakker weder
vaart, gebeurt menigen man uit ons midden. Een
ijdele vader, trotsch op eigen kennis, hoogmoedig
op de kundigheden zjjner dochter, ziet zich op
eenmaal bedreigd dit kleinood te moeten missen.
Een neuswjjze, pedante, jonge fat wil hem zjjn
schat, zjjn trots, zijn glorie ontrooven, zelf niet
clausule te danken, dat zij thans een thuis be
zaten, waaruit niemand haar kon verdrjjven.
Wat de loop der tijden nog voor romantische
aanhangsels aan deze feiten gehecht had, behoorde
tot het rijk der fabelen. Er had ook nog een
mondelinge overlevering onder de graven von
Oldenrode over een geheim bestaan, dat echter
misschien volstrekt niet met den Hackelberger in
verband stond. Die overlevering was steeds
van vader op zoon overgegaan onder on
voorwaardelijk stilzwjjgen tegen iedereen, zelfs
tegen de eigen vrouwen, totdat haar groot
vader het eindelijk mee in het graf nam, toen
hjj zóó plotseling stierf, dat hjj het lang bewaarde
geheim niet meer voor zjjn onmondigen zoon,
haar vader, kon achterlaten. Zelfs haar over
grootmoeder was niet op de hoogte van die ge
heimzinnige zaakdat had zij haar dikwijls ver
teld. Diens echtgenoot en haar zoon konden
zwijgen, evenals zjj die hun voorgegaan waren.
Slechts dit wist zjjde zaak had niets te maken
met dat gewichtige, verloren document, waardoor
de familie in het ongeluk was gestort en kon
niets bijdragen tot het vinden van het bewijsstuk.
Deze verklaring was voor hare doorluchtigheid
genoeg geweest om haar alle belangstelling in
het geheim te doen verliezen; want al haar
denken en pogen draaide om die verloren oorkonde.
Met Ilda was het een heel ander geval; de
jeugd voelt zich altijd sterk aangetrokken door
het onbekende, het geheimzinnige en in menig
eens de waarde van zjjn buit beseffend. De jongeling
wijt Goudakkers tegenstand aan dwaze, vaderlijke
jjverzueht; Goudakker stelt De Groot's daad gelijk
met lagen diefstal.
Eerder nog dan een verhaal zou men dit werkje
een karakterstudie mogen noemen, uitmuntend
geteekend, boeiend geschreven. Er wordt yeel
getwist en veel papier vol geklad over de grenzen
van het realisme in de kunst. In Goudakkers
Illusiën bewandelde Emants den gulden middelweg.
Voor den realistischen schrijver is het geen
gemakkeljjke taak zich binnen de perken van het
veroorloofde in de kunst te houden. Van den
modernen kunstenaar, hij zij dichter of schilder,
eischen wij, dat zijn voelen en denken wortele in
de werkelijkheid, maar daarbij wachte hij zich
voor een te eenzijdige opvatting. Ook in de natuur
staat het schoone tegenover het leeljjke. Dit
vergeten onze naturalisten maar al te vaak; voor
hen geldt, naar het schjjnt, als vasten regelhet
natuurlijke, het bestaande, de werkelijkheid is
immer leeljjk, vuil, walgeljjk, afstootend. Ook
Emants is naturalist, maar bespaart ons gelukkig
de buitensporigheden dezer nieuwe kunst (?)-
richting, zooals zij ons in sommige, overigens met
talent geschreven, schetsen van eenigen onzer
jeugdige schrijvers met walging vervullen. Nog
eensin Goudakkers Illusiën schenkt ons Emants
een voorbeeld, hoever de naturalistische schrijver
in het weergeven der werkelijkheid mag gaan;
hjj blijft binnen de grenzen van het realisme
zijn verhaal overschrijdt den kunstvorm niet
Onder de uitstekend geteekende tafereeltjes noemen
wij in de eerste plaats het onderhoud tusschen
Goudakker en zijn aanstaanden schoonzoon na
den maaltijd. Het is de tweede maal, dat de
ex-ambtenaar, die overal het decorum bewaart en
gaarne klinkende frasen in den mond neemt,
overbluft staat voor den koelen, brutalen spotter,
den luchthartigen man van de wereld. Hij, de
idealist, de man met verstand en hart voelt den
grond als onder zich wegzinken tegenover dien
materialist, dien jongeling zonder hart, met matig
verstand maar veel geld. En zulke naar de natuur
geschilderde tafereelen vindt men vele in Emants'
werk; nergens is het beeld overladen, altjjd een
voudig en waar. Tot denken en gevoelen geeft
de schrijver den lezer ruimschoots aanleiding,
zonder hem met lange beschouwingen en bespiege
lingen lastig te vallen. De gedachte wordt even
aangestipt, de toehoorder moge haar zelf uitwerken.
Menigeen gevoelt zich ongetwijfeld onbevredigd
over Stephanie; haar goede, haar schitterende
hoedanigheden komen niet genoeg tot hun recht,
het is alsof de auteur al zjjn licht, al zjjn verven
op dien eenen, den hoofdpersoon heeft willen doen
vallen. Was dit zjjn bedoeling, zoo is zij volkomen
gelukt. Goudakker begrijpen wij, deelen in zjjn
ledig uurtje had zjj nagedacht over het raadselachtige
dier zoo zorgvuldig bewaarde overlevering.
En terwijl thans haar blik nog als geboeid aan
de trotsche, koene trekken van den wilden Hackel
berger hing, moest zij van lieverlede aan een
ander, jong, levenslustig gelaat denken, dat even
als deze hier, het kenteeken der Olderode's, de
ineengegroeide wenkbrauwen droeg, maar boven
een paar veel vriendeljjker oogen. Hoe verfoeide
zjj die oogen, die haar altijd en overal vervolgden,
alsof zjj de macht bezaten om haar ziel tot zich
te trekken Er lag iets van de oorspronkelijke
kracht in, die den gemeenschappeljjken stamva
der eenmaal in het verderf gestort had, doch hier
bedwongen en getemperd door edele zelfbeheer-
sching en mannelijke waardigheid
Maar OGodWat was dat
Werd die man daar ginds boos over hetgeen
zjj durfde denken? Klonk daar niet een dof ge
rommel achter het portret en was het niet alsof
het naar haar toe kwam
Droomde zjj of was het slechts het spel harer
verhitte verbeelding Had zjj ijlende koorts
Zjj hoorde duideljjk iets kraken en uit een vunzige
wolk vol stof en afgrijzen trad de wilde jager op
haar toe
Zjj stak de beide handen uit om hem af te
weren neenHet was niet de Hackelberger
hij was het Hij
Het was inderdaad geen zinsbedrog in leven
den ljjve stapte graaf Edzard von Olderode uit
verdriet, ballen de vuisten met hem, doorzien zjjn
kleingeestige jjdelheid, halen de schouders op
over zjjn vaderljjke jaloesie.
Waar dit door den schrijver bereikt is, vergeven
wjj hem gaarne de zwak geteekende bjjna
zeiden wjj schimachtig figuur der preutsche
schoone en het minder gelukkige slot van het
verhaal.
Op het 22 Juli bij Bergen op Zoom te houden
12» Zuider zendingsfeest zullen als sprekers op
treden de heerendr E. Barger, van Haarlem,
„openingsrede." G. J. Barger, van Driewegen, „Het
eigenljjk beginsel der zending." H. Beuker, van
Leiden. A. E. van der Dussen, van Amsterdam,
„Zending en het geesteljjk leven". J. van Djjk Mz.,
van Doetinchem, „De Heer Jezus Christus."
E. Haan, van Elburg, oud-zendeling der C. G. K.
te Batavia, „Het godsdienstig leven der Javanen."
N. de Jonge, van Brussel. „Het Evangelie in
België, vroeger en tegenwoordig". Chr. L. Laan,
van Goes. „Een geopende deur maar vele tegen
standers". J. G. Smitt, van Amsterdam. »De
bereidheid tegen de toekomst des Heeren". A.
van Veen, van Terneuzen. De Christeljjke liefde
en de zending". Prof. D. K. Wielinga, van
Kampen. P. van Wjjk Jr., van Enkhuizen. Over
zicht van de zending in onze koloniën". J. H.
Wiersnia, van Benschop. le Afscheidsrede en d*
A. J. Th. Jonker, van Botterdam „Slotrede".
(Het Zuiden.)
De Times deelt mede dat de troepen van den
Mahdi Korti bezet hebben en voornemens zjjn naar
Dongola te gaan, zoodra deze plaats door de En-
gelsche ontruimd is.
De ultra-nationalistische Ieren zullen een
manifest in 't licht geven, waarin zjj verkondigen
zich van Parnell en diens partjj af te scheiden.
Het stuk zal een geheele serie beschuldigingen tegen
de Parnellréten bevatten.
Uit Mandalay, de hoofdstad van Birma, be
richt men dat de »schoenquaestie" daar weder op
het tapjjt is gebracht. De koning heeft nameljjk
geweigerd, den nieuw benoemden Pranschen consul
te ontvangen, indien deze zjjne laarzen niet wilde
uittrekken. De consul weigerde dit te doen en
de audiëntie werd dientengevolge uitgesteld.
De Birmaansche minister-president trachtte de
moeieljjkheid op te lossen, door eene bjjzondere
audiëntie ter eere van den consul voor te stellen.
(Amst.)
Donderdag gaf in Parjjs de gravin De Sagan,
een zeer exentrieke dame, een bal, waarop alle
heeren en dames als dieren moesten verschjjnen
de donkere, gapende opening, achter het als een
deur weggeslagen portret en naderde haar aarze
lend.
De toestand was zoo zonderling, zoo avontuur-
ljjk, dat hjj zelf niet terstond de juiste woorden
scheen te vinden om zjjn tegenwoordigheid te
verklaren, terwjjl Ilda, bleek en ontdaan, tegen
de deur van het terras leunde.
Een oogenblik was hjj op het punt van zich
te laten meesleepen door het romantische van
het oogenblik zich aan hare voeten te werpen
en haar te zeggen, dat hij haar beminde, om met
den stormpas deze onder de puinhoopen van
vervlogen grootheid ontloken roos te veroveren
Doch de macht der gewoonte en der betameljjk-
heid deed zich nog in tjjds gelden en hjj naderde
haar met die gemakkeljjkheid en wellevendheid,
die ook de meest buitengewone toestanden weet
te beheerschen.
„Ik weet werkeljjk bjjna niet, hoe ik begin
nen zal om mjj te verontschuldigen, freule", zei
hjj „en nu het geschied is, nu ik eenmaal hier
ben, komt het mjj bjjna voor alsof deze tweede
vermetelheid nog erger is dan datgene, waarvoor
ik u vergiffenis kom vragen." Hjj hield een
oogenblik op; zjjn groote, slanke gestalte stond
voor haar in een allereerbiedigste houding.
Misschien wachtte hjj op een woord van haar
maar zjj zei niets. Zij stond roerloos, met hare
groote oogen op hem gericht, zonder zelfs zjjn
groet te beantwoorden.
Op dit bal des httes zag men de gravin zelf als
pauw, de genoodigden als vlinders, pelekanen en
andere vogels of als tijgers, ezels enz. enz. In de
zaal wandelden officieren, diplomaten, schrijvers als
insecten of runderen rond. Dit is de nieuwste
uitvinding op het gebied van smaak in de wereld
stad.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging
tot bescherming van dieren, gevestigd te 's Graven-
hage, verneemt sedert eenigen tijd van onderschei
dene zjj den ernstige klachten over de gebrekkige
uitvoering der wet van 25 Mei 1880, Staatsblad
n° 89 (zoogenaamde vogelenwet). In sommige
steden worden de vogels, waarvan het vangen en
verkoopen geheel of in de eerste negen maanden
van het jaar is verboden, op de markten verkocht
alsof er geen verbod bestond, en op het platteland
stoort men de broedende vogels en vernielt hunne
nesten. Geschiedt het eerste uit winstbejag, het
laatste is louter moedwil en baldadigheid, maar
in beide gevallen wordt de wet overtreden en
schade toegebracht aan landbouw en houtteelt,
daar de vernielende insecten moeten toenemen
naarmate de vogels verminderen. De veelvuldige
overtreding der vogelenwet nu moet, naar het
oordeel van het hoofdbestuur, daaraan worden toe
geschreven, dat de politiedienaren veelal niet
bekend zjjn met de door de wet beschermde vogels
en ze niet met juistheid weten te onderscheiden,
of wel uit kracht der gewoonte zooveel kwaad
niet zien in het storen der nesten en het vernielen
der eieren of jongen.
Het hoofdbestuur voornoemd acht zich om
boven omschreven redenen verplicht de burgemees
ters, hoofden van politie, met aandrang te verzoeken
om verscherping van toezicht, en het doet dit
langs den weg der publiciteit, opdat allen die
eenigen invloed ten deze kunnen uitoefenen,
zouden kunnen medewerken tot bereiking van het
beoogde doel.
Ten slotte roept het de hulp in der dagbladpers,
die door mededeeling van waargenomen feiten zjjn
streven krachtig kan ondersteunen.
Het Bestuur.
Aan F. Stukken van ons onbekende schrijvers
worden niet geplaatst.
„Ik weet", vervolgde hjj, „dat mjjn binnen
dringen hier bjj u onvergefeljjk zou zjjn, indien
een buitengewoon geval niet tuschenbeide buiten
gewone handelingen verontschuldigt. Misschien
had ik u toch liever moeten schrijven, toen ik
hier afgewezen werd en het mjj dus onmogeljjk
was gemaakt om u persoonljjb vergeving te vra
gen; maar ik vreesde dat mjjn brief evenmin
aangenomen zou worden als mjjn bezoek en ik
moest u toch spreken 1 Misschien had ik het
geheim van dezen gang, dat in mjjn familie,
evenals in de uwe bjj overerfing bekend is, niet
mogen gebruiken om mjj een onderhoud met ute
verschaffen maar de nood kan de gelofte van
het stilzwijgen ontbinden, zoo luidt de overlevering,
en voor mjj was dit een geval van dringende
noodzakeljjkheid. O zie mjj toch niet zoo aan, als het
beeld des toorns, freule", smeekte hjj en kwam,
nog een stap naderbjj, daar het gelaat van Ilda
steeds strak en als uit marmer gehouwen bleef
„maak mjj het smeaken niet zoo yreeseljjk
moeieljjkzou er dan waarljjk geen vrede tus
schen ons mogeljjk zjjn zou tusschen de twee
laatste loten van den ouden stam de erfeljjke
haat niet in een edeler gevoel kunnen ondergaan
»Neen, mjjnheer de graaf, er is geen ver
zoening tusschen ons mogeljjkEr kan geen
sprake van vrede zjjn tusschen den overwinnaar
en den verslagene, tusschen den beroofden en zjjn
gelukkigen tegenstander Eindeljjk had zjj het
spraakvermogen herkregenhare hand rustte
krampachtig op de marmeren tafel naast de deur
en tusschen hare wenkbrauwen lag sterker dan
ooit de hoogmoedige, sombere trek, terwjjl de
woorden hard en koud over hare lippen kwamen^
Wordt vervolgd
.2
u
-
O
O
rJl
a
u
-*->
u
NB. Het teeken beteekent dat op bet daarmede aangeduide gedeelte van bet traject alleen rijtuigen le en 3e kl. loopen.
Van Vlissingen (Haven)
7.20
Van
6.
9.8
1.40
2.42
(Stad)
5.5S
6.50
9.30
2.3
5.15
7.20
0
10.45 (n)
9.10 (n)
7.30
Middelburg
6.4
7—
J) 7.29
9.40
2.14
5.27
7.32
ft
6.37 (v)
9.31 (v)
2.40
5.26
Arnemuiden
6.11
9.47
2.21
5.34
7.39
0
Antwerpen (Etat)
6.8
7.35
10.36
3.38
6.37
's Heer Arendskerke
6.24
10—
2.34
5.47
7.54
0
Amsterdam over Utrecbt llhijnspoor
7.30
12—
3.26
5.23
0
Goes
6.32
7.23
10.9
2.43
5.57
8.3
0
Oostersp)
7.23
11.45
3.20
5.13
ft
Biezelinge
6.40
10.17
2.51
6.9
8.16
II
f Rotterdam (II. IJ. sp.)
7.35
11.55
3.25
5.20
n
Vlake
6.47
f 7.35
10.24
2.58
6.17
8.23
U
's Gravenbage (over Rott. H. IJ. S.)
8.46
l 1.6
4.40
6.32
ft
Kruiningen
6.52
10.29
3.3
6.24
8.28
0
Rotterdam (Beurs) (via Zevenbergen)
5.51
9.24
11.8
1.44
5.40
7.13
Krabbendijke
7.2
10.39
3.13
6.36
8.38
n
Breda
6.30
10.13
2.40
6.33
8.13
7.10
Rilland-Bath
7.9
10.46
3.19
6.44
8.44
H
7.28
10.51
11.53
3.14
7.20
8.44
8.52
Woensdrecbt
7.22
7.59
10.59
3.32
6.59
9.3
7.40
11.1
12.3
3.25
9.2
Bergen op Zoom
7.32
8.9
11.9
3.42
7.12
9.13
n
Bergen op Zoom
7.49
11.10
12.13
3.41
7.38
9.11
u
W ouw
7.44
11.21
3.54
7.28
9.25
7.58
12.22
3.52
9.20
Te
Roozendaal
7.54
8.23
8.40
11 31
4.3
7.38
9.34
8.11
t
12.35
4.7
9.33
Breda
8.44
9.10
9.10
12.7
4.52
8.27
10.13
ir
8.18
11.33
12.42
4.14
9.40
Rotterdam (Beurs) (via Zevenbergen)
9.31
10.—
10—
1.8
6.8
9.32
11.12
n
8.28
11.42
12.52
4.29
9.50
's Gravenhage (over Rott. 11. IJ. S.)
10.24
10.39
10.39
1.47
6.46
10.13
12.1
ei
Vlake
8.33
11.47
12.57
4.35
9.55
0
Amsterdam over Rotterdam(JT. IJ. sp.)
12.21
11.50
11.50
2.58
5 7.52
11.19
n
8.43
f -
1.8
4.45
10.2
Utrecbt (Oostersp)
12.13
12.13
2.57
8.14
11.22
8.52
11.59
1.17
4.55
8.20
10.10
n
(Rhijnspoor)
11.50
11.50
2.50
8.—
11.5
0
12.7
1.25
5.5
10.18
Antwerpen (Etat)
10.36
10.36
10.36
1.3
5.39
9.48
,r
9.13
1.38
5.20
8.50
10.31
lf
Brussel (Nord)
11.45
11.45
11.45
2.8
7.24
11.14
0
9.21
12.24
1.46
5.28
9.52
10.3'
m
Parijs (Nord.)
9.20
6.45
6.45
4.5 (v)
6.10 (v)
Te
Vlissingen (Stad)
9.30
12.32
1.55
10.'
Keulen
7.35
2.5
2.5
10.23
0
(baven)
5.37
9—
10—
•f
Deze trein neemt te Middelburg geen reizigers op en te Vlissingen alléén die, welke 'et
iddelburg alleen om reizigers uit te laten. 2) Via Kempen Gocb.
Van Ter Neuzen
6.
12.45
5.30
Van Gent (Gr. station)
8.34
12.15
8.13
Van Ter Neuzen
6.30
10.5
12.30
6.5
Van Antwerpen
7.12
10.55
2.5
6.3
Sas van Gent
6.20
110
5.50
Selzaete
9.15
1.15
9.15
tt Axel
6.48
10.20
1.10
6.20
tt Mechelen
6.53
10.40
1.47
6.10
u Selzaete
6.40
1.25
6.8
tt Sas van Gent
9.25
1.26
9.22
7.8
10.40
1.40
6.40
tt St. Nicolaas
8.5
11.55
3.2
7.30
n Gent (Gr. station).
7.25
2.15
6.56
Te Ter Neuzen.
10.—
2—
10.—
Te St. Nicolaas
7.50
11.15
2.40
7.19
n Hulst.
8.48
12.38
4.4)
8.10
Mecbelen
9.40
12.27
4.18
8.30
1—
5.!0
8.30
Antwerpen
8.48
12.30
4.
8.58
1.15
5.50
8.50