,i aargane
Vrijdag
5 Juni.
Middelburg 4 Juni.
FEUILLETON.
Rijks-Belastingen.
Nationale Militie.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50;
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën: 20 Cent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,10
iedere regel meer f 0,20;
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Oproeping van verlofgangers der
lichting 1883.
Het verloren document,
Roman van A. VON LIMBURG.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Boeland, te KruiningenF. Van der Peijl, te ZierikzeeA. G. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieüwenhuuzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubi en Cie., John F. Jones opvolger.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger
der directe belastingen ter invordering zijn verzonden
de door den provincialen inspecteur der directe
belastingen enz. te Middelburg, den 29en Mei 1885,
invorderbaar verklaarde kohieren der personeele
belasting n° 10 en 11 voor het dienstjaar 1884/85,
met uitnoodiging aan ieder, wien zulks aangaat, om
na hekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten
spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten,
met herinnering tevens dat de bezwaren, welke
dienaangaande mochten bestaan, binnen drie
maanden na heden behooren te worden ingediend
terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in
den loop des dienstjaars een perceel verlaten,
zonder daarin eenige roerende goederen of iemand
in hun dienst achter te laten, indachtig maakt
op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op
de personeele belasting van den 9ea April 1869
(Stil. n" 59).
Hiervan is heden afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den. 3ea Juni 1885.
De burgemeester voornoemd,
P I C K
De burgemeester van Middelburg, gezien de
circulaire van den commissaris des konings in
deze provincie van den 19 Mei 1885, A n° 843/
3de atdeeling Provinciaal blad n° 63), roept bij
deze op de in deze gemeente wonende milicien-
verlofgangers der lichting 1883, behoorende tot de
3e compagnie van het 4e regiment vesting-artillerie,
om op den tijd en de plaats als inde aan hen uit
te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn,
voorzien van al de voorwerpen van kleeding en
uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot
verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas,
teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf, en wel op Dinsdag
den 9 Juni a., des voormiddags tusschen 10 en 11
uren, bij den burgemeester hunner woonplaats
aanmelden, voorzien van hun verlofpas, teneinde
de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij
dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps
gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden
als deserteurs behandeld, terwijl degenen,
die door ziekte verhinderd worden op den be
paalden dag onder de wapenen te komen, van die
omstandigheid, onder overlegging van eene ver
klaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren
te geven aan den burgemeester. Na hun herstel
vervoegen zij zich bjj hun korps.
Middelburg, den 3 Juni 1885.
De burgemeester voornoemd,
P I C K E.
Üit het tootloopig verslag over het wetsontwerp
ié»
DERDE HOOFDSTUK.
i)ie zonderlinge geschiedenis van de uitbetaalde
én niet tot baar bestemming gekomen geldsom
men inaakte een pijnlijken indruk op den graaf;
vooreerst omdat zijn wensch om den toestand der
beide dames te verlichten er geheel door verijdeld
was; en verder omdat zjjn open, edel karakter
wars was van alle wantrouwen en duisterheid en
hij begreep, dat er in deze bepaald knoeierij moest
hebben plaats gehad.
Dominé Kirchner was boven alle argwaan ver
heven evenals zijn oom Hohenfeld. De baron,
een oude wellusteling, had wel is waar menigmaal
als hij in verlegenheid zat, gebruik gemaakt
van de edelmoedigheid van zjjn jeugdigen bloed
verwant, wiens vrijgevige hand steeds bereid was
om hem uit den nood te helpen. Maar dat stond
geheel op zich zelf en het kwam niet bjj den
graaf op hem daarom van oneerljjbheid te verdenken,
Die baron von Hohenfeld, kamerheer van den
hertog van C was een verre neet' van de moe
der van den graafmaar hij had zich steeds zoo
vriendelijk, zoo liefderijk betoond voor het jonge
ouderlooze knaapje, dat de volwassen man altjjd
de nauwste vriendschapsbetrekking met hem
onderhield.
gedurende do jaren, waarin de graai dp reis j
tot het verleenen van een rijksbjjdrage voor een
stoomtram BRreslteDsiMaldegliem blijkt het
volgende
Het wekte bevreemding, dat niet vermeld was
wat geschied is bij de behandeling van de ont
eigeningswet voor den spoorweg Rotterdam-
Houten. (Dec. 1875). Deze zou waarschijnlijk niet
zijn aangenomen, had niet de minister Heemskerk
toen gezegd»Het waarborgkapitaal is in orde
dat, als de concessionarissen hun verplichtingen
niet nakomen, niet zal wedergegeven worden,
zooals wel geschied isik meen dat er in deze
zaak geen reden bestaat tot het gebruik van
consideratie bij onverhoopte mislukking." Art. 38
der concessie verklaarde dit trouwens nog uit
drukkelijk. Te meer zonderling vond men nu dit
voorstel tot vermomde teruggave, omdat de heer
Heemskerk in 1882, als lid van den raad van state,
die teruggave ontried.
Het geval met de Overijss. Spoorweg-Ms was,
betoogde men, geheel anders. Zij werd in haar
plannen verhinderd door de politieke omstandig
heden, en toen werden ook niet, zooals nu, vele
eigenaars benadeeld. Deze laatste overweging leidde
tot ondersteuning van het bekende verzoek uit
Schoonhoven, voor het geval aan het waarborg
kapitaal een bestemming moet worden gegeven.
Eenige andere leden zagen niet in, waarom het
recht van den staat in dit geval zoo streng moest
worden toegepast. Zjj herinneren toch, dat een
ander minister wel het uitzicht op teruggave
opende, en in 1881 de concessionarissen een
weigering kregen, toen zij aanboden den bewusten
spoorweg alsnog aan te leggen. H. i. was er dus
nu alle reden cm dit ontwerp aan te nemen.
Onderscheiden leden meenden, dat tot nogtoe
steeds terecht subsidie aan stoomtram- en locaal-
spoorwegen was geweigerd. Nog in Januari jl.
verklaarde de regeering zich tegen den aanleg van
nieuwe spoorwegen enz., en daarmede nu scheen
dit subsidie moeieljjk te rijmen. Aandrang van
het buitenland was, meende men daarom, aan dit
ontwerp niet vreemd.
Verscheidene leden daarentegen meenden, dat
binnen betrekkelijk weinig jaren stoomtrams even
noodig zouden zijn als tot dusver straatwegen, en
dus het rjjk moest helpen, waar de krachten van
anderen tekort schieten.
Een lid achtte een rjjks-tramwegnet noodig.
Nagenoeg algemeen was men intusschen van
oordeel dat, zoo ergens, dan het 4e district van
Zeeland behoefte heeft aan betere middelen van
gemeenschap, waarvan het steeds stiefmoederljjk
bedeeld werdmen voerde eenige bewijzen daar
voor aan, om staatsondersteuning inderdaad zeer
gewenscht te noemen. Afgescheiden van het
waarborgkapitaal beval men een lijn van Schoon-
djjke over IJzendjjke naar België aan.
Men betoogde dat de betrokken ljjn niet meer
dan 2J a B ton kan kosten, zoodat de 4 ton reeds
meer dan het benoodigde zouden zjjn.
De groote meerderheid meende zich in elk geval
te moeten verzetten tegen het toestaan van een
vaste som, waarbjj men zich beriep op het gebeurde
was, werd er een levendige briefwisseling gevoerd
en de brieven van den baron, ofschoon vaak
oppervfakkig, waren steeds amusant en geestig en
onderhielden de goede verstandhouding. Sedert
den terugkeer van Edzar hadden zij elkander
slechts ter loops in den trein ontmoet, daar de
graaf nog geen tjjd had gehad om zich naar de
residentie van het naburige hertogdom te begeven.
Thans moest hjj hem echter bepaald spreken om
opheldering in deze fatale zaak te vragen. Het
tweede gedeelte van zijn verzoek om bemiddeling
bjj den predikant ging de graaf veel meer ter
harte, maar de oude heer zei zoo beslist, dat er
slechts met de grootste omzichtigheid en van
lieverlede nieuwe pogingen tot yerzoening bij
hare doorluchtigheid konden aangewend worden
en dat men zelfs bjj de jonge gravin den hard-
nekkigsten tegenstand te duchten had dat
Edzar wel in zag, dat hjj voor het oogenblik
geduld moest hebben.
Hjj kon evenwel niet nalaten om de hulp van
Keetje in te roepen, toen hjj van haar vriend»
schap met de jonge gravin hoorde.
Hjj vertelde haar in korte woorden, en alles
vermjjdende wat Ilda zou kunnen kwetsen, hun
ontmoeting op reis en verzocht haar hem bjj de
jonge gravin te verontschuldigen over het ver
wisselen der namen. De pogingen, die hij daarbjj
deed hoe fijn en discreet ook om Keetje
over het leven harer vriendin en den toestand op
het slot aan het spreken te brengen en de groote
belangstelling, welke elk Bjj»er woerden verried
met het subsidie aan Zaandam voor de Voorzaan.
Sommigen wilden b. v. 4(5 der kosten tot een
zeker maximum toestaananderen wilden 30, 40
oi 50 pet van het aanlegkapitaal geven in twee
of drie jaren of een matige rentegarantie ver
leenen.
In elk geval, meende men, kon geen subsidie
worden gegeven aan een comité, maar moest er
eerst een maatschappij zjjn en andere voorwaarden
vastgesteld met meer waarborg.
Een lichtpunt en wezenlijk van veel belang
is de algemeene erkenning dat het 4e district
moet geholpen worden.
Wanneer men nu maar niet door het noemen
van allerlei middelen en het beraadslagen daarover
het verleenen van hulp te veel verschuift! Want
anders wordt de patient daardoor nog niet gebaat
en kan hjj zulke medicjjnmeesters best missen.
Bjj de behandeling der begrooting in een onzer
gemeenten kwam onlangs eene verhooging van
het schoolgeld aan het gymnasium ter sprake, en
werd op de wenscheljjkheid tot heffing van een
hooger schoolgeld van de leerlingen, die dagelijks
van elders komen, om de scholen te bezoeken,
gewezen
Naar aanleiding daarvan hadden zich burg. en
weth. dier gemeente tot den minister van binnenl.
zaken gewend om mededeeling, of tegen zoodanige
regeling bij de hooge regeering bezwaren bestaan.
Door den minister is hierop geantwoord „De
voorgenomen bepaling van schoolgeld is, zoolang
het maximum voor het gymnasium, bij de wet op
het hooger onderwijs bepaald, niet wordt over
schreden, niet in strijd met de wet."
Wij vernemen nader, dat de heer mr C. J. Siekesz
op de vergaderingen van het Ned. Landbouw-
comité, te 's Hertogenbosch gehouden, niet de
Gelcfersche, maar de Geldersch-Ovenjsselsche land-
bouwmaatschappij vertegenwoordigde.
In het polderhuis in de Abdij alhier werden
heden middag door het polderbestuur van Wal
cheren, in het openbaar, de inschrjjvingsbiljetten
geopend, die waren ontvangen voor de 4e serie ad
ƒ46.000 in de geldleening van ƒ200.000, door
den polder uitgeschreven. 9 biljetten waren
ingekomen, samen eene aanbieding van 81 aan-
deelen uitmakende, t. w. van de heeren J. P.
Fokker en Zoon 5 a 962.50F. G. Sprenger 6 a
/"980; I. Boasson en Zonen 3 a ƒ955, 7a957'0
3 a 947S J- van den Broeke te O. en W.
Souburg 1 a ƒ956; Van der Lejjé en C° 1 a
1000, 4 a 950 L. E. Hendrikse 17 a 950,
3 a 930 en 3 a 915J. A. Zip l£ a 1000,
1 a ƒ960, 17|a 950; Van den Broecke, Lutejjn
en Schouten 8 a 950. Waar geen woonplaats
is vermeld wonen de inschrjjvers allen ie Mid
del üurg.
Overeenkomstig het plan der geldleening zal
k het polderbestuur in zijne eerstvolgende zitting
beslissen, tot welken koers de inschrjjving gegund
wordt.
ontgingen het schrandere Keetje niet en zij bouwde
met echt vrouw eljjken combinatiegeest terstond
een heel romannetje op. Het zou zoo alleraardigst
zjjn, als alles zoo mooi en zoo goed terecht
kwam
Zjj begaf zich den volgenden dag naar het slot,
om haar zending te volbrengen, maar keerde
bitter teleurgesteld terug
Ilda haalde wel is waar veel ruimer adem, alsof
een centenaarslast van haar borst werd afgewen
teld, toen zij hoorde wat Keetje haar meedeeelde
en een donkere blos overtoog haar gelaat. Maar
het was de vlam van den toorn en niet die der
bljjdachap, zooals haar vriendinnetje gehoopt had.
„Wat bedoelt gij. Keetje," vroeg zjj bitter, »en
waarom laat de graaf zich bjj mij verontschuldigen
Hjj is medelijdend geweest, zooalB het grooten
heeren betaamt, en hjj heeft het arme meisje, dat
hjj op straat vond, niet willen overbluffen met
zjjn grooten naam, maar is liever als een prins
incognito gebleven. Ik heb geen recht om hem
dat kwaljjk te nemen» Boos worden kan men
bovendien slechts op iemand, met wien men iets
te maken heeft, maar ik zou niet weten welke
gemeenschap er kon bestaan tusschen den laatsten
afstammeling der Alt-Qlderodes en een van dat
verfoeide geslacht, dat hare voorvaderen beroofd
en vernederd heeft 1 Als gjj mij lief hebt, Keetje,
spreek mjj dan nooit weer van verzoening en
vrede met hen nooit Ik zou geheel uit den
aard moeten slaan en mjjn afkomst geheel ver*
loochenen, indien ik er «aar luisterde
Door ingelanden van het calamiteuse water
schap Ellewoutsdijk zijn als vertegenwoordigers in
den dijkraad voor de waterkeering van het cala
miteuse waterschap Ellewoutsdjjk en den calami-
tensen polder Borssele herbenoemd' de heeren A.
Fontein Dz. te Wolfaartsdjjk en J. de Dreu te
Driewegen.
In eene den 2 Juni te Stavenisse gehouden
vergadering van ingelanden van den polder Oud-
Kempenshofstede werd rekening en verantwoording
gedaan over het dienstjaar 1884'85.
De inkomsten bedroegen 5852.95 J en de uit
gaven 5588.66J. Er was dus een batig saldo
van 264.29.
Tevens werd goedgekeurd de begrooting over
het dienstjaar 1885/86, sluitende in ontvang en
uitgaaf op 5355.58§. Ingekomen was een
schrijven van den gezworene A. Kloet, die tegen.
1 Juli a. als zoodanig eervol ontslag aanvraagt,
wegens zijn vertrek naar St Maartensdjjk.
In eene denzelfden dag gehouden vergadering
van ingelanden van den polder Nieuwe (annex
Stavenisse) werd rekening en verantwoording
gedaan over het dienstjaar 1884/85.
De inkomsten bedroegen 1628.00de uitgaven
1362.09J en het batig saldo alzoo 265.91.
De goedgekeurde begrooting over het dienstjaar
1885/86, sloot in ontvangen uitgaaf met 3227.61.
De kapt.-kwartiermeester bjj het Ned.-Ind. leger
Th. Kley, met verlof tot herstel van gezondheid
in Nederland, heeft zich thans met een request
tot de tweede kamer gewend, naar aanleiding
van de bekende zaak, dat hjj door den kolonel
intendant P. H. Kraal werd gestraft met 14 dagen
provoost zonder acces, welke straf hjj, volgens
den min. van koloniën, hier in het land niet kan
ondergaan, wat adressant gaarne zou wenschen,
daar hjj voor dien tjjd tegen die straf zjjne be
zwaren niet kan inbrengen. Keert derhalve de
heer Kley, om welke reden ook, niet in actieven
militairen dienst in Indië terug, dan zou indien
's ministers zienswjjze juist ware aan adressant
feitelijk het recht van reclame zjjn ontnomen, iets
wat nooit in de bedoeling van de desbetreffende
reglementen kan gelegen hebben.
Wjjl hem door het antwoord van den minister
van koloniën voorloopig is belet zich op de voor
geschreven wjjze over de hem opgelegde straf te
beklagen, verzoekt adressant thans, onder overleg
ging van afdrukken van ter zake betrekking
hebbende bescheiden, de kamer wel zoodanigen
maatregel te willen treffen als zjj zal noodig
oordeelen om te voorkomen, dat 's adressants recht
om zjjne bezwaren tegen de hiervoren vermelde
straf in te brengen worde verkort of ontnomen.
Te Zwolle is de griffier der staten van Overijssel}
de heer G. D. Swanenburg de Veye, op öljarige»,
leeftjjd, overleden.
De heer P. F. Laging Tobias, gewezen gouver
neur van Atjeh, is per Gelderland op de terugreik
naar het vaderland.
Het mocht Verwondering baren, dat dit eigen
aardig trotsche karakter, dat zoo vroeg geleerd
had zich zoo uitstekend te beheerschen, in dit
geval den vrijen teugel liet aan een bjjira woesteü
haat en daarin scheen te groeien, in plaats vaii
hem te dwingen.
Keetje was bjjna geschrikt van dien hartstoch-
teljjken uitval en begreep, dat zjj zich, aan deze
zjj dé vergist had met hare veronderstellingendat
hier alle pogingen tot verzoening jjdel zouden zjjn,
Zjj moest evenwel toegeven, dat de moeitej
welke zjj zich in het belang van den graaf ge
troost had, ten minste geen afbreuk deed aan dë
vriendschap van Ilda voor haar; want nadat dit
onverkwikkelijke onderwerp afgehandeld was,
werd ze weer even lief en vriendeljjk als ooit te
voren tegen haar gewezen speelkameraadje en
praatte eigenljjk vrooljjker dan den vorigen dag.
VIERDE HOOFDSTUK.
De hertogin van C zat voor haar schrgG
tafel druk bezig met brieven door te lezen»
Zjj scheen eenigszins slecht geluimd te zjjn,
vouwde ongeduldig den grooten ouderwetschen
brief; dien zjj in de hand hield, weer dicht en
mompelde t „Dat is een ongelooflik hoogmoe
dige taal! Maar des te beter, indien het mjj
toch gelukt om dien tegenstand te overwinnen."
Zjj leunde een oogenblik peinzend achterover
en keek met een koelen blik om zich heen. Daarop
drukte zjj met de hand op een schelknop.
„Yeraoek mevrouw de grootmeesteres on