die belangstellen in de publieke zaak, die deze willen behartigen door voor de partij, welke zij zjjn toegedaan, te strjjden en die pogen haar in zichten totgdie van de meerderheid in den lande te_ maken. Wat zij wil: eendrachtige en krachtige samenwerking, vooreerst in de eigen vereeniging, voorts waar dit pas geeft met geestverwante kiesver- eenigingen in dit district. Wat zjj kan: veel, indien zij bedaard en kalm optreedtindien zij vertrouwen weet in te boezemen; indien het hier gesproken woord, waar en waardig, door de pers ook buiten onzen kring wordt verspreid en invloed uitoefent[weinig daarentegen indien eene breede opvatting van haar taak ontbreekt indien de belangstelling gering is en te veel door de leden op het bestuur wordt geleund en vertrouwd. De politieke verhoudingen in ons district zijn niet, zooals wij die wenschendes te meer reden is er voor onze werkzaamheid. Trachten wij allereerst belangstelling op te wekken bij onze geestverwanten, voorts de breede zoom van weifelaars tot overtuigde medestanders te maken. Slaan wjj een blik op hetgeen in onze naaste omgeving in den jongsten tjjd is voorgevallen, dan is reden om op meer belangstelling bjj de geest verwanten te hopen, om vermeerdering van hun getal te verwachten. Nog zjjn onze voornaamste tegenstanders de antirevolutionairen niet in de meerderheid; nog zijn zjj slechts bjj uitzondering in de gelegenheid geweest door daden te toonen, - wat zjj wenschen. Toch hebben wjj reeds een voorproefje van 'tgeen ons te wachten staat. De subsidiën aan meisjesburgerscholen zjjn in getrokken onverholen is de oorlog verklaard aan de inrichtingen, die onze aankomende vrouwen de ontwikkeling moeten geven welke ook haar toekomt. Hoe vele inrichtingen van onderwijs te dezer stede zouden het lot der Goesche meisjesschool moeten volgen, wanneer onze tegenstanders baas worden? Ik denk aan de rjjks hoogere burgerschool, aan de kweekschool, aan de leerschool, om niet te spreken van het gymnasium. Dan, niet alleen op onderwjjsgebied worden wjj bedreigd. Degenen onzer, die op het z. g. platte land wonen, ondervinden reeds de nadeelige ge volgen van de beperking van het werken op Zondag, een beperking, die nog maar een flauw voorspel is van hetgeen naarjjder antirevolutionairen zin zou geschieden. Inkrimping van den dienst der posterjjen en telegraphen gaat voorbeperking van vervoer op de Bpoorwegen, stoombooten en andere openbare middelen van vervoer zal volgen, indien de antirevolutionairen hun zin kunnen doorzetten. Wie zal het wraken dat ook de spoorweg- post- en telegraafambtenaren een vrjjen dag hebben Voor zeker niemand uwer. Wie zal het niet billijk en rechtmatig achten, dat die ambtenaren in de gelegenheid gesteld worden bun godsdienstige behoeften of plichten op Zondag te vervullen Gjj allen vindt dit rechtmatig. Doch dit wettigt en rechtvaardigt niet een be perking van den dienst, die schier met staking is geljjk te stellen. De behoefte aan gemeenschaps- en verkeersmid delen kan zich op Zondag evengoed als op elkeD anderen dag onverwacht en dringend doen gevoelen. Voorziening in die behoefte kan samengaan met het geven van gelegenheid aan ambtenaren om een vrijen Zondag te hebben, 't Is zuiver eene geldquaestie, doch neen, dat is ze voor ons, voor de antirevolutionairen en hier leg ik het groote verschil bloot dat tusschen het streven van liberalen en antirevolutionairen op dit punt bestaat is het een geloofsquaestie. De antirevolutionairen vorderen Zondagsrust als uitvloeisel van hun godsdienstig dogmade libe ralen willen de Zondagsrust als maatschappeljjke noodwendigheid, als een behoefte. ©e antirevolutionairen vorderen, dat de staat hier partjj kieze en kleur bekenne; dat hjj den dienst op Zondag beperke, omdat zjj dien dag aan den Heer gewjjd willen zien. Omdat zij op dien dag niet zonder noodzaak op reis wenschen te gaan en van de telegraaf en de post geen gebruik verkiezen te maken, moet ook aan anderen die gelegenheid maar zooveel dat van donker eikenhout, met zilver beslag, gemaakt was en, ondanks stof en roest, nog van een kunstige bewerking getuigde. Zoodra het deksel openging, verspreidde zich een aromatische geur en Ida knielde neder om den inhoud na te zien. De binnenwanden waren met rood sandelhout bekleed, waaraan de tjjd den eigenaardigen geur niet geheel ontnomen haddit was waarschjjnljjk ook de reden, dat de wol nog ongeschonden was, daar de mot er niet bij was gekomen. De jonge, gravin werd het zonderling te moede hoe lang zou het wel geleden zjjn, dat deze kluwen en draden door de handen gegaan waren Zjj had er wat voor gegeven om te weten aan wie dit koffertje eenmaal behoord had. Zou er geen patroon, geen beschreven papiertje in te vinden zjjn, dat daaromtrent eenig licht verspreidde? Zjj doorzocht alles tot op den bodem met een jjver, waarover zjj zichzelf /er- baasde maar er was niets te vinden. De kleuren der wol waren echter zoo frisch gebleven, dat al de zwarte schakeeringen uit den rococotjjd nog duideljjk te onderscheiden waren. Eindeljjk moest zij zich met geweld losrukken en opstaande zei zjj tot Regina; „Laat ons het weer goed sluiten, misschien haal ik later dit koffertje eens naar beneden ik zou het een eigenaardig genot vinden om deze oude wol en zjjde voor een werk te gebruiken." mogeljjk ontnomen worden. Hetzelfde verschjjnsel doet zich voor bjj de Zondagswet. De tegenwoordige wet wordt door slechts zeer weinigen in bescherming genomen. Doch welk beginsel moet aan een nieuwe wet ten grondslag liggen De liberaal zal antwoorden de economische en sociale behoefte maakt regeling noodzakeljjk, en den staat tot regeling bevoegd en verplicht. De antirevolutionair zal zeggen: het past den staat den Zondag als Christeljjken feestdag te erkennen en te doen huldigenomdat het een aan den Heer (door ons) gewijde dag is, moet openbare arbeid op dien dag verboden of beperkt worden. Niet de sociale behoefte, maar de ordinantie Gods naar hunne opvatting is volgens hen uit gangspunt der regeling. Wien hebben de veroordeelingen niet pijnlijk aangedaan, die onlangs hier werden uitgesproken wegens overtreding der Zondagswet Het moest in het vrjje Nederland onmogelijk zjjn, dat een rechter tot bestraffing hoe gering dan ook verplicht was van iemand, die openbaren arbeid had verricht, waar die verboden is niet ter be scherming van de arbeiders, maar ter wille van Zondagsheiliging. De jongste kerkelijke verkiezingen hier ter stede deden blijken van een scheuring tusschen de or thodoxe meerderheid. Nu las men al aanstonds dat de zich afgescheiden hebbende orthodoxen „zoogenaamde" orthodoxen werden genoemd, en werd van een monsterverbond met de modernen gewaagd. Nu heeft het Zuilen aanstonds openljjk de uit drukking monsterverbond gewraakt en haar aan een heftig en onhandig vriend toegeschreven. Doch opmerkeljjk is het, dat zjj den naam „zoogenaamd orthodoxen" niet heeft gewraakt. Men heeft dus in de Ned. hervormde kerk reeds orthodoxen (oude of hyperorthodoxen), nieuwe of zoogenaamd ortho doxen en modernen en nu kom ik tot de practische toepassing: welke leer zal moeten verkondigd worden op de school met den bjj bel? Die der neo- of die der hyperorthodoxen? Zal de leer van den een yoldoen aan den anderen? Zal een hyperorthodox zjjn kind doen schoolgaan op een inrichting waar neo-orthodox onderwjjs in geschiedenis wordt gegeven Heeft men in het hier ter stede voorgevallene niet een vingerwjjzing naar eene scheuring, die zich in de antirevolutio naire partij begint te openbaren? Wat van den aanvang te voorzien was, zal spoedig wellicht een feit zjjn. Een deel en waarljjk niet het slechtste deel der antirevolutionairen heeft meer dan genoeg van het kermismisbaar van Standaard en Heraut. Dat deel ziet in mannen als Bujjtendjjk en Bronsveld, die niet alleen beschaafd zijn, maar ook beschaafd schrijven, betere voorgangers dan in dr. Kuyper, wiens ruwe schrijftrant weinig aan den stijl van een beschaafd man doet denken. Het Wageningsch Weekblad en de Stemmen voor waarheid en vrede staan tot Standaard en Heraut als een wetenschappeljjk betoog van een geleerden medicus tot de straatredevoeringen van een rond- reizenden kiezentrekker. Er wordt dezer dagen vaak en druk gesproken van een tempering van den schoolstrjjd. Kan de oplossing mettertijd ook gevonden worden door overeenstemming tusschenjj de liberalen^ en het beter element der antirevolutionairen Ik stel de vraag zonder haar aanstonds te willen oplossen. Doch althans naar mjjn bescheiden meening is het thans een vraag geworden. Ik behoor niet tot die liberalen, die het goed recht der antirevolutio nairen in den schoolstrjjd erkennen, doch ika ben niet blind voor de gevaren, waarmede die school strjjd ons nationaal bestaan bedreigt. Konden de liberalen met behoud van hun beginsel en erken ning eischende en vindende van hun goed recht een entente sluiten door concessies te dben, 't zou wellicht wijze politiek kunnen zjjn. Toe te staan wat niet rechtens geëischt kan worden, kan heilzaam zjjn, indien voordeelen daar tegenover staan. Eene bevredigende oplossing der kies- en kiezersvraag, een aan liberale aanspraken voldoende grondwetsherziening en eene flinke behartiging van sociale vraagstukken zouden waarljjk aantrekkeljjke prjjzen zijn, indien die te verkrijgen waren door concessies op onderwjjs- Een paar dagen later smaakte zij de voldoening, dat haar denkbeeld om zich uit die oude garderobe te voorzien, met goed gevolg bekroond werd daar grootmama haar tevredenheid betuigde over haar nieuw toilet. Het kwam niet bjj de oude dame op om te vragen, hoe haar kleindochter aan de middelen kwam om de kosten te bestrjjden het was haar genoeg, dat zjj behoorljjk gekleed was. Zij haalde uit een lade een kruisje van echte paarlen aan een gouden kettinkje en gaf het haar met deze woorden „Dit is het eenige sieraad, dat ik achterge houden heb, omdat het een geschenk van mjjn moeder bij mijn aanneming was; tooi u thans daarmede mjjn kind en houd het in eere als een familiekleinood." Dienzelfden middag vond Ilda, nadat zjj haar verlaten had, visite in de jagerszaal. Het was juffrouw Kirchner, het nichtje van den dominé, een vrooljjk, bewegeljjk persoontje, met heldere bruine oogen. Zjj liep Ilda heden echter niet zoo snel te gemoet als anders. „Ik ben zoo vrjj u een bezoek te komen brengen,' zei zjj eenigszins deftig. Zjj scheen in het onzekere of Ilda, nu zjj elkaar in twee jaar niet gezien hadden, op denzelfden voet van vroeger met haar zou willen omgaan. Keetje Kirchner had familie in het stadje waar de kostschool, op welke Ilda grootgebracht was, was gebied. Daarmede, ik herhaal het, is niet gezegd dat het goed recht der liberalen in zake de onderwjjsvraag door mjj niet volmondig erkend en verdedigd wordt het komt mjj voor dat sommige liberalen de waarheid bevestigen van het gezegde dat een eindeloos herhaalde leugen door velen ten slotte voor de waarheid wordt gehouden ik heb alleen willen zeggen, dat het een utiliteits vraag zou kunnen worden. Genoeg, mijneheeren, ten bewjjze dat wjj wel licht reeds in de naaste toekomst een ruim veld ter bearbeiding zullen vinden, dat wij misschien spoedig aanleiding zullen kunnen hebben om over belangrijke punten van gedachten te wisselen, In elk geval zullen wjj te strjjden hebben voor het behoud der inrichtingen van openbaar onder wjjs, die thans in onze, stad en daar buiten in ons kiesdistrict bestaan. Moge de uitkomst leeren, dat de oprichting dezer vereeniging aan hare partjj ten zegen strekt. Met dezen wensck verklaar ik uw eerste gewone vergadering geopend." Na deze met bewjjzen van instemming beant woorde toespraak, deelde de voorzitter mede, dat bljjkens de presentieljjst 42 personen aanwezig waren en 7 leden zich bij volmacht hadden laten vertegenwoordigen en dus, wjjl het aantal leden 160 bedraagt, alle te nemen besluiten van kracht zijn. Nadat de notulen der vorige bjjeenkomst goed gekeurd waren, werd mededeeling gedaan dat tegen 22 candidaten, die zich aangemeld hebben, geen bezwaren zjjn ingekomen en zjj dus zjjn toegela ten. Het ledental bedraagt alsnu 179, zijnde 141 binnen en 38 buiten Middelburg. Nog enkele candidaten hebben zich aangemeld, doch te laat om in deze vergadering te worden voorgesteld. De rekening tot Mei 1885 werd vervolgens goedgekeurd in ontvang en uitgaaf op 165.45 met een nadeelig slot van 6.95. Hierop werd door den heer mr. E. Fokker, afgevaardigd geweest ter tegen 4 Maart 1885 te Amsterdam beschreven bijeenkomst der Liberale Unie, een kort verslag uitgebracht over die verga dering, omdat, geljjk hjj mededeelde, de dagbladen ter bekwamer tijd reeds volledige verslagen hadden gepubliceerd. Zooals daaruit gebleken is, was het resultaat dier bjjeenkomst al zeer pover: men besloot niet te behandelen de zaken, tot welker bespreking men was bjj eengeroepen. Doch schjjn en werkeljjkheid verschillen vaak. En dit is ook hier het geval. Metterdaad toch had het resultaat groote beteekenis. Bij eene eerste motie werd de behandeling der essentieele voorschriften van het huish. regl. uitgesteld. De vijf kiesvereenigingen uit Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, die het initiatief tot oprichting der Liberale Unie hadden genomen, hadden de statuten der nieuwe vereeniging vastgesteld. De 56 later toegetreden kiesvereenigingen konden op den grondslag dier statuten een huishoudeljjk reglement maken, doch in de statuten, die vast gesteld waren en tot welker wijziging men niet geciteerd was, kon geen verandering worden gebracht. Nu bevatte het huishoudeljjk reglement bepalin- ling, die naar het oordeel van velen in de statuten thuis jbehoorden, en zijdelings zouden de statuten zjjn aangevuld, indien het huish, regl. behandeld en aangenomen was. Door nu het besluit te nemen dat de essentieele voorschriften niet zouden behan deld worden, voorkwam men de zjjdelingsche aan- vulling'der statuten, welkende gelegenheid tot wjjziging afsneed. iJHet gevolg van het besluit was, dat de vraag, hoe tenslotte de statuten zouden ingericht worden, een open vraag werd, in plaats van een voldongen feit. Niet de 5 maar de 61 kiesvereenigingen zouden in een volgende bjjeenkomst kunnen uit maken, op welken grondslag gezamenljjk zou worden voortgebouwd. De tweede motie, tengevolge waarvan de be spreking van de overige punten van het huish. regl. werd verdaagd, was een noodwendig gevolg van de eerstede niet essentieele bepalingen moes ten een uitvloeisel zjjn der statuten en het was nu een open vraagj geworden, hoe de statuten zouden en men had haar van daar af en toe geschreven, dat de jonge gravin van Olderode een onverdrageljjk, hoogmoedig en koel nufje geworden was. Daarom was het gedrag van het meisje begrjjpeljjk. Maar Ilda liet haar vroegere speelnoot niet lang in onzekerheidzij sloot haar harteljjk in hare armen en trok haar mede naar haar lievelings plaatsje aan het venster. „O Keetje! lieve, beste Keetje! Wat ben ik bljj u te zien! Maar laat ik u nu eens bekjjken zoo ziet dus een gelukkig, geëngageerd meisje er uit want gij zjjt gelukkig, niet waar Wat ben ik bljj Al haar lang onderdrukt gevoel sprak uit die bljj de opgewondenheid bjj het terugzien barer vriendin. Hier in haar oude huis, tegenover haar geliefd Keetje, was geen stjjfheid noodig om mo gelijke onbescheidenheid af te weren, hier kon zjj zich geheel geven zooals zjj was. De meisjes hadden elkaar heel veel te vertellen zulke gesprekken fladderen net als vlinders van de ernstigste op de vroolijkste onderwerpen over. Keetje vertelde hoe en waar zjj haren Herman had leeren kennen en liefhebben en hoe de ver loving tot stand gekomen was. Dan praatte men over de gebeurtenissen der twee laatste jaren, waar bjj allerlei grappige herinneringen aan vroe- geren tjjd werden opgehaald. Toen ze even stil waren zei Ilda eensklaps >Maar Keetje, gjj hebt mjj nog niet eens luiden. De commissie van uitvoering zou nu te over wegen hebben, welke voorstellen verder zouden worden gedaan. En die commissie werd, gewis niet zonder opzet, gekozen uit leden, diejin ver schillende oorden van het land woonden. De afgevaardigden der kiesvereeniging, die tot het aannemen der beide motiën hebben medege werkt, meenden van hun stem rekenschap te moeten geven. Zjj achtten de verkregen uitkomst niet ongunstig, daar de inrichting der Liberale Unie nu het product der gemeenschappelijke overtuiging van al de afgevaardigden der toege treden kiesvereenigingen kan worden. Zjj achtten deze uitkomst niet te duur gekocht door de moeite, die aan een nu noodig geworden tweede constitueerende bjjeenkomst is verbonden. Vervolgens deed de voorzitter mededeeling van eenige ingekomen stukken betrekkeljjk de Liberale Unie, nl. nieuwe statuten, het huishoudelijk regle ment en eene nota van toelichting. Na voorlezing van deze laatste werd aan de vergadering in overweging gegeven of de statuten en het huishoudelijk reglement nu zullen behan deld worden dan wel of, wa,arschjjnljjk overeen komstig de bedoeling der commissie van uitvoering, de behandeling ervan aan de afgevaardigden zal worden overgelaten. In laatstgenoemden zin werd besloten. De voorzitter deelde nog mede, dat hjj, be noemd zijnde tot lid der commissie van uit voering der Liberale Unie, zjjn mandaat als afgevaardigde van de kiesvereeniging bjj die Unie moet neerleggen en stelde voor tot de benoeming van een nieuwen afgevaardigde over te gaan. Dit goedgevonden zjjnde, werden 52 briefjes ingeleverd, waarvan 22 den naam van den heer mr. W. A. van Hoek behelsden, 16 dien van den heer G. P. Wijnmalen, 8 dien van den heer J. H. Snjjders en 4 dien van den heer mr. F. N. van der Bilt. Op de heeren mr. D. A. Berdenis van Berlekom en J. J. H. Doorenbos was één stem uitgebracht. Niemand alzoo de volstrekte meerderheid be komen hebbende, werd tot (eene tweede vrjje stemming overgegaan. Yan de daarbij uitgebrachte 53 stemmen bekwam de heer mr. W. A, van Hoek er 34, de heer G. P. Wjjnmalen 17 en de heeren Van Berlekom en J. H. Snijders ieder één. De heer mr. W. A. van Hoek was alzoo gekozen. Aangezien hij niet ter vergadering tegenwoordig was, zal hem daarvan kennis gegeven- worden. Wijl nog altjjd een derde plaatsvervangend afgevaardigde behoort benoemd te worden, stelde de voorzitter voor daartoe over te gaan. De uitslag der stemming was dat 42 van de 53 stemmen waren uitgebracht op den heer Wjjnmalen, terwjjl de overige stemmen over verschillende personen verdeeld waren. De heer Wjjnmalen, alzoo gekozen, verklaarde zich bereid die betrekking op zich te nemen. Bjj loting werd hierna nog uitgemaakt in welke volgorde de plaatsvervangers zullen optreden. De uitslag was dat de heer Wijnmalen eerste, de heer J. H. Snjjders tweede en de heer mr. D. A. Ber denis van Berlekom derde plaatsv. afgevaardigde werd. Eenige huishoudelijke besprekingen gaan wjj met stilzwijgen voorbjjalleen deelen wjj nog mede dat de redactiën der Middelburgsche courant, van Het Zuiden en van het Zeeuwsch Dagblad ter bijwoning der vergadering waren uitgenoodigd alleen ons blad was vertegenwoordigd. In de volgende maand of in het begin van Juli zal andermaal een vergadering gehouden worden met het oog op de verkiezing voor leden van den raad. Wjj hebben met de nieuwe dienstregeling aan de in ons blad voorkomende opgaat der spoor treinen eenige uitbreiding gegeven door al de stations der Zeeuwsche lijn op te nemen. Wjj meenen hierdoor onzen lezers, vooral die in kleinere gemeenten een dienst te bewjjzen. Uit IJzendijke schrijft men ons Donderdagmiddag werd aan de schoolgaande kinderen alhier een feest bereid. Na zich in den tuin van den heer Bentejjn verzameld te hebben, trokken de kleinen met muziek naar de schouwburgtent van de wed. Bakker, waar zjj eene goed geslaagde voorstelling bjjwoonden en op onbekrompen wjjze werden onthaald. Eene herhaling dus van wat het vorige jaar kermis werd gedaan om aan de jeugd een aangenamen middag te verschaffen. Toch is dit feestje niet zonder stoornis ten uitvoer gebracht. Op initiatief der heeren onderwjjzers collecteerden een tweetal dames een aardig sommetje voor dat doel. De geestelijkheid evenwel verbood den katholieken hunne kinderen naar de comedie te gezegd hoe uw aanstaande heet, of welke betrek king hij heeft „Dus hebt gij mijn brief niet gekregen? Dat is grappigHij heet Herman Wegener en is raadsheer bjj de rekenkamer van het graal- schap." Het jonge meisje sprak dien titel niet zonder trots uit; doch eensklaps viel het haar op, hoe de trekken harer vriendin veranderden, »Mjjn hemel, Ilda! Wat scheelt er aan? Gjj ziet er zoo vreemd uit zjjt gjj boos op mjj, dat ik verloofd ben met een ambtenaar van den vijandeljjken tak uwer familie?" Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 6