124, 1286 Jaar san Y rijdag 29 Mei. Middelburg 28 Mei. £5 Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdag en: Prijs per 3/m. franco f 3,50; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën* 20 Gent per Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Afsluiting van den grintweg van West- kapelle naar Zoutelande. De Middelburgsclie Ambachtsschool. O MIDDELBURGSCHE COïlRAXT. Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: f. Van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te Tholen: W. A. Van Nieuwenhdijzen, en te Ter Neuzen A. Van de* Peul Jz, Hoofdagenten vow het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daub* en Cie., John F. Jones opvolger. De burgemeester en wethouders van Middelburg gezien een schrijven van gedeputeerde staten van Zeeland dd. 15/22 Mei 1885 no. 1515,90 maken bekend dat de grintweg van Westkapelle naar Zoutelande van den 64e* Juli tot den 8sten Juli a. s. zal zijn afgesloten. Middelburg, den 23 Mei 1885. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De heer mr J. A. Levy, zooals hij terecht ge noemd wordtde vader der Liberale Unie, wiens uittreden uit de commissie van uitvoering door velen wordt betreurd en der tegenpartij stof tot menige schampere opmerking leverde, heeft thans, naar aanleiding van de door die commissie ont worpen nota, waarin omtrent de werkzaamheid der Unie eenige denkbeelden aan het oordeel der algemeene vergadering worden onderworpen, een brochure in het licht gegeven, getiteldEen tweesprong, advies in zake de Liberale Unie. Hij verklaart daarin, dat, hoezeer men het op prijs stellen moet met mannen als de leden der commissie van uitvoering dier Unie, wier karakter en woord rechtmatig ontzag inboezemen, gemeen schappelijk te arbeiden, hij zich, na korte doch ernstige gedachtenwisseling, dit voorrecht heeft moeten ontzeggen. „Voor zooverre mjjn persoon betreft, is", zegt de heer Levy »dit punt van luttel aanbelang. Slechts zij, die van de onder stelling mogen uitgaan, dat hunne handelingen de publieke aandacht trekken, zijn gerechtigd de drjjfveeren daartoe in het openbaar bloot te leg gen. Hetgeen alsdan eisch van rondborstigheid ware, zou in mijn geval laakbare aanmatiging zjjn. Indien ik desniettemin in de nota der commissie van uitvoering niet zwijgend berusten kan, is dit het gevolg eener besliste overtuiging nopens doel, strekking en taak der Liberale Unie. Haar wel slagen gaat den leden dier commissie voorzeker, doch mij niet minder dan hun ter harte. In dit zakeljjk meeningsversehil behoort na kalme over weging partij gekozen te worden. Vandaar ook mijnerzijds dit woord. Wat ik van de Liberale Unie mij voorstelde, is spoedig gezegd en nooit verheeld. Zjj moest zijn een levenwekkend ferment in den boezem onzer partijZjj moest de verspreide deelen daar van tot eenheid pogen te brengen. Zij moest noch haar gezag halsstarrig opdringen, noch haren wil dictatoriaal voorschrijven. Zij moest rekening houden met de liberale idee, die een credo ver werpt en in overreding wortelt. Zij moest slui merende krachten prikkelen, loome traagheid wakker schudden. Zij moest de nooden des volks onder de oogen zien, zijne belangen krachtdadig zich aantrekken. Zij moest toonen, hoe het liberale staatsbeleid in zedelijk gehalte voor niets en voor niemand wijkt. Zij moest aan alle aantjjgingfcen begripsverwarring voor goed een einde maken. Zij moest naar den eisch van het oogenblik groote vraagstukken van staatsbestel achtervolgens ter hand nemen. Zij moest, na nauwlettende voorbereiding, de gelegenheid openen daaromtrent zich te verstaan. Zjj moest op de breede onder laag onzer van ouda bekende beginselen een programma van handelen in het leven roepen. Zij moest onmiskenbaar aanwijzen, dat en wat wjj niet slechts willen, maar ook kunnen. Zij moest aan de vlottende bestanddeelen onzer partjj tot bewustzjjn brengen, dat zjj een verleden te eer biedigen en een toekomst te verwerven heeft. Dergeljjke taak eischt onverpoosde toewjjding, bezadigd overleg, maar ook vastberaden greep en persoonljjke krachtsinspanning. Daartoe zjjn man nen noodig, die de hand aan den ploeg slaan, mannen van goeden wil, die onvervaard en onver saagd, recht op het doel afgaan. Weten moet men in en buiten den kring der bestuursleden, dat slechts zjj, die kampten, niet zjj, die toezagen, bjj de Olympische spelen kransen verwierven. Beseften moet men voorts, dat het geloof in hoog gestemde idealen bergen verzetten kan, terwjjl de angstvallige twjjfelzucht voor molshoopen terug deinst. Eindelijk behoort men in te zien, dat eene staatkundige partjj aan iederen stoot het hoofd bieden kan, aan lethargie slechts niet. Wie naast deze denkbeelden de nota legt, zal begrijpen, waarom ik met haar betoog niet instem men kon. Zoozeer als handelen, onmiddelljjk en persoonlijk handelen mij noodig toeschjjnt, zoozeer verdiept en verliest zich de nota in wijdloopig bespiegelen, beschouwen, beraden, beramen. Hare lank moedigheid en zwaartillendheid wedijveren met hare zucht tot contemplatie, met hare schuwheid voor hetgeen de diepe stilte om ons heen verbreken kon. Was het niet Vosmaer, die etsen flanee- ren op het koper, heeft genoemd? Welnu, naar de nota is politiseeren lanterfanten op het papier. Over niet minder dan vijf hoofdpunten theoretiseert zij, om ten slotte te belanden bjj een „het geheel bebeerschend centraalpunt" van actie O neen, ganschelijk nietvoor informatie. Ik vergis mijorganisatie wordt er aan toegevoegd, maar het is eene organisatie van Kiesvereenigingen. Ja zelfs zorgt de nota oprechteljjk, dat de snjjdende tegenstelling tnsschen de groote hoe veelheid ivoorden en het luttel aantal daden aan niemand ontga. Als program van werkzaamheden kondigt zjj in den aanhef zich aan. Aan het slot echter verzekert ^zij, dat de commissie van uitvoering „in den bezoldigden secretaris haar groote werkkracht vinden moet". Ik vermoed, dat men willens zijn zal den secretaris met bet bureau van informatie te belasten, eene betrekking, die weinig kans op rustverstoring aanbiedt. Eene andere stille werkzaamheid is den secretaris reeds toegedacht. Te weten, die van samenwerking met bestaande bladen. Men ziet, wjj verkeeren in zoo volslagen windstilte, dat zelfs de minste zucht een verademing mocht heeten. Waarlijk, indien men van mijne bedoelingen voor het minst eene caricatuur had willen leveren, de nota ware uitnemend geslaagd." De fout schuilt, volgens mr. Levy, in eene noodlottige misvattingdie het uitgangspunt en de grondslag vormt van het betoog der commissie. Dit toont hij nader aan. Het op treden van de commissie van uitvoering is onvast, wankelend en hare houding te bedeesd afwach tend. Zij wil zich te veel bepalen tot stille werkzaamheid. De afgevaardigden der Unie komen bp elkaar om vragen te doen op gevaar af, dat zjj van elkander geenerlei antwoord ver nemen. Ook de grondstelling der commissie „dat de liberale partjj aan populariteit verloren heeft," loochent mr. Levy vierkant, op den man af, zonder voorbehoud. „Niet wjj hebben verlorenschrijft hij, „maar onze tegenstanders hebben gewonnen. Gewonnen hebben zij aan iverkkracht, die voorwaar in roekelooze verdachtmaking een onverantwoordeljjk wapen hanteert, maar met dat al aan persoonlijke energie het nooit doet haperen. Wat deed tegenover dien gestadigen stormloop der kerkeljjke woord voerders de liberale partij? Niets of bjj kans niets* Zjj teerde op haren ouden roem. Zij leefde in de schaduw van haar grootsch verleden. Zjj liet vol vertrouwen, hoop, berusting den akker harer politiek onontgonnen. Zij zorgde niet, dat de bezielende kracht van het gesproken woord de holle phrase achterhaalde. Zjj liet de jongeren aan hun lot, de ouderen aan hunne herinnering over. Zij zocht in kansberekening haar heil, in steë van fier de vaan harer beginselen te ontplooien, Zij ging den strjjd uit den weg, den strjjd, die vonken spatten doet, maar tevens staalt en verheft. Zij maskerde haar toorn achter toegeeflijk loven en bieden. Zjj maakte zich klein en nederig, Straks zou zij zedigljjk en ootmoedig haar bestaan en bestaansreden als aalmoes haren tegenstanders hebben afgebedeld/' Dat keurt mr. Levy af, want daardoor wordt een partjj ontzenuwd. Bjj de onverpoosde bemoeiing harer wederpartjjders steekt de roerloosheid der liberale partij hoogst ongunstig af. En nu wil men onbekendheid met onze beginselen noemen, wat ruiterljjk en onverbloemd gemis aan veerkracht moet heeten. Die onbekendheid bestaat niet; sedert 1848 heeft het liberalisme zjjn licht toch niet onder de korenmaat geplaatst. En door de pers, zoowel groote als kleine, is waarljjk genoeg licht ont stoken. De liberale partjj heeft daarom geen behoefte aan een bond, zooals men thans de Unie wil maken, een bond zonder karakter, zonder eigen merk, zonder onderscheidend kenteeken, waar men zich bepalen wil tot bloot theoretische werkzaam heid. Van haar moet meer kracht uitgaan. »Voor de liberale party bestaat", zegt de schrjjver ten slotte, 5slechts een dilemma, Zij heeft niet le leerén, maar te getuigen. Zjj heeft hare meening uit te spreken, hare gevoelens te belijden. Niet aan onderwijzers of berichtgevers, jnaar gan woordvoerders ejj leiders beeft zij be hoefte. Toonen moet, zij, dat al heet de kamer >om", der liberalen drijfkracht ongebroken blijft. Sc le ïH julin riy est plus, le vent g est encore. Niet langer mag zjj de oogen sluiten voor de reeks staatkundige en maatschappelijke vraagstukken, die eene beslissing verbeiden. Heropent zij een tjjdvak van bedrijvige ledigheid, zjj geeft aan nieuwe zinsbegoocheling zich over, waarop een smadelijke en smartelijke werkelijkheid volgen zal. Volhardt zij in hare lustelooze ongevoeligheid, zij zal van haar standpunt langzaam verwijderd of hardhandig afgedrongen worden. Haar gezag zal tot een schaduw worden herleid. Hare beteekenis zal zij verbeurd en met volle recht verbeurd hebben. Te werken, zoolang het daagt, is voor volk, partij of individu de stalen levensregel. Wie dat niet wil, gaat te gronde, maar te gronde, door eigen schuld, niet door vreemd overwicht. Gfeljjk onwe tendheid niet een verschooning is, mag onmacht niet een uitvlucht zjjn. Gij kunt, want gij moet zoo luidt Kant's onsterfelijke imperatief. Op het eigen oogenblik, dat wjj, liberalen, van het tweede doordrongen zijn, zal de twjjfel aan het eerste niet langer ons bekruipen. Naar men ons uit Clinge meldt is onder die gemeente in den Louisapolder de longziekte onder het rundvee uitgebroken. In de heden door den polder Hoedekenskerke gehouden vergadering waren 17 ingelanden tegen woordig. De rekening over 1884/5 werd goedge keurd in ontvang op 34.787. in uitgaaf op 30.704.05, alzoo met een goed slot van 4083. De begrooting over 1885/6 beloopt in ontvang en uitgaaf 14.658.45§. Onder de uitgaven komen o. a. voor 2250 voor steenbestorting4780 voor aflossing van gevestigde schuld 2275 voor rente van schulden en 1308.94 voor onvoorziene uitgaven. Volgens het uitgebracht verslag is de toestand van den polder gunstig. Het dijkgeschot werd bepaald op 10 per heet. In de Woensdag te Scherpenisse gehouden vergadering van de vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Tholen en St. Pfiilipsland zijn met algemeene stemmen herbenoemd als president de heer A. J. Bierens te St. Annaland en als secretaris-penningmeester de heer A. F. Hanssens te Stavenisse. Als nieuw lid werd aangenomen de heer P. Laban, secretaris der gemeente Poort vliet, en tot honorair lid de heer J. Polderman jr, secretaris-ontvanger van den calamiteusen polder Suzanna te St. Annaland. In de vergadering van ingelanden van het waterschap St. Annaland, de vorige week gehou den, deed het bestuur rekening over 1884/85, waaruit bleek, dat het goed slot /M201.08 bedroeg. Het dijkgeschot voor 1885/86 is bepaald voor de polders Oudeland en Anna-Vosdijk op ƒ7, Bree denvliet 3, Suzanna (binnenbeheer) 3.05, Maria 4 en Pluimpot ƒ3.50, alles per H.A. Als bijdrage voor de aangrenzende calamiteuse polders moet nog betaald worden door de polders Oudeland ƒ1.52, Anna-Vosdijk 0.41 en Bree- denvliet 1.70, alles per H.A. In de door ged. staten voorgestelde wijziging van het algemeen reglement hebben ingelanden geen bezwaar. Ter vervanging van den onlangs overleden machinist le kl. A. Hofman wordt; met ingang van 15 Juni a., als machinist aan boord van het lichtschip Schouwenbank gedetacheerd de machinist le kl. C. Olderman, tot dusverre non-actief te Den Helder. de positie der anti-revolutionaire partjj tegen over art. 168 der grondwet. Met 1 October dezes jaars is er gelegenheid tot plaatsing van leerlingen aan de rijkskweekscholen voor vroedvrouwen te Amsterdam en te Rotterdam. Die leerlingen genieten van het rjjk huisvesting, voeding, verpleging en onderwjjs gedurende twee jaren, ten ware zij zich door wangedrag of door gebleken ongeschiktheid voor de betrekking van vroedvrouw, een verder verbljjf aan de school onwaardig toonen. Bovendien kunnen eenige uitwonende leerlingen aan de lessen deelnemen. Nadere inlichtingen zjjn in de St. Ct. van heden te vinden, terwjjl belanghebbenden in Zeeland voor 15 Juli van haar verlangen om geplaatst te worden kennis moeten geyen aan dr B. Carsten, te 's Gravenhagen Op de 2 Juli te houden deputatenvergadering zal de verkiezing van een voorzitter plaats hebben en besproken worden de redact je van art. 194 en Op het vroeger medeged eelde verzoek van eenige telegraafbeambten heeft de minister v. W., H. en N. bepaald, dat voortaan aan ambtenaren, die zulks verlangen, een maandeljjksch voorschot uit de kantoorkas kan worden gegeven, met dien verstande, dat den eersten van iedere maand het tractement der vorige kan worden ontvangen. Tot nog toe werd bjj de driemaandeljjksche uitbetaling eene maand vooruitbetaald. Onze koningin moet te Karlsbad door de tegen woordigheid van geest van baron Taets van Amerongen voor eene verwonding bewaard ge bleven zijn. Bjj de Sopbiabrug deed men baar rjjtuig omkeereneen paard drukte daarbij den disselboom naar binnen, waardoor H. M. zou getroffen zjjn, wanneer de kamerheer niet bjjtjjds het paard bjj den teugel gegrepen had. Over de geruchten betreffende ernstige onlusten in het kortelings ingeljjfde Brunai-gebied bjj de Noordborneo-Compagnie seinde de gouverneur, dat negen inlanders aan de Kawangrivier amok hadden gemaakt en den dokter, benevens drie politie agenten hebben gedoodmaar hij voegt er bjj, dat die gebeurtenis geen politieke beteekenis heeft en er geen verdere ongeregeldheden werden ver wacht. Op de gisterenavond gehouden, door een klein getal leden bijgewoonde, algemeene vergadering der vereeniging De Ambachtsschool werd, als naar gewoonte, verslag gedaan over het jaar 1884. Daaraan is het volgende ontleend. Het aantal leerlingen, dat bjj den aanvang 14 bedroeg, klom door tussohentijdsche vermeerdering tot 21, 18 timmerlieden, 2 smeden en 1 schilder. Met genoegen merkt het bestuur op, dat ook van buiten deze gemeente het oog op de school gevestigd is, wjjl toch onder de 7 laatst aangekomenen 5 jongens uit naburige gemeenten waren. Aan het einde van den cursus verlieten drie leerlingen de school, die allen een einddiploma ontvingen en weldra na hun vertrek tegen ruim dagloon zoowel hier als in eene naburige gemeente eene plaatsing vonder. Het gedrag der leerlingen en hun lust tot werken kan, op eene enkele uitzondering na, bevredigend genoemd wordenook de uitkomsten van het onderwjjs kunnen als zeer voldoende beschouwd wordende jaarljjksche tentoonstelling en prijs- uitdeeling zjjn daar om dit te bewjjzen. Tot leedwezen van het bestuur bestaat er echter weinig belangstelling om bjj die gelegenheid de werkstukken in oogenschouw te nemen, hetgeen te betreuren is, wjjl toch eene tentoonstelling een goed middel is om de nuttige werking der school meer algemeen bekend te maken. In den loop van 1884 deden zich voor het eerst twee leerlingen voor het smeden op; die, dank zjj de welwillendheid van het bestuurslid, den heer P. Ragut, tegen eene kleine vergoeding in diens werkplaats onderwjjs ontvingen. Toen zich echter korten tjjd daarna weder drié leerlingen voor het smeden voor een volgenden cursus aanmeldden, moest het besluit worden genomen tot de oprichting eener smederjj over te gaan. Hoewel de financieele toestand der vereeniging niet ongunstig kon genoemd worden, was toch de op- en inrichting van eene smederjj een zaak die haar krachten te boven ging. Een beroep op de medewerking en belangstelling van het gemeente» bestuurder ingezetenen en van verschillende eorporatiën te dezer stede had het gewenschte gevolg en het plan tot oprichting kwam in uit voering. Teneinde bjj den aanvang van den nieuwels cursus gereed te zjjn, werden pogingen aangewend om een bekwaam ouderwijzer in het amidsvak té krjjgen en het gevolg daarvan is geweest, dat dé heer Wattez tjjdeljjk aangesteld is. Niet gelukkig was de vereeniging tot dusver met de aanneming van leerlingen in het schilderen, want geen enkel sollicitant deed zich voor het daarin te geven onderwjjs op, zoodat de toestand van slechts éen leerling in dat vak bjj een schilder alhier geplaatst te hebben, voortduurde. Met het grooter geworden getal leerlingen in het timmeren heeft het bestuur zich genoodzaakt gezien de voor dien tak van onderwjjs bestemde lokaliteit te vergrooten, eene vergrooting, die eene uitgaaf vorderde van 400, geheel door de leer» lingen tot stand gebracht werd en in alle opzichten aan de vereischten voldoet. Behalve deze verbetering werden door de leer lingen nog verschillende herstellingen aan het gebouw verricht en werden door enkele patroons en aannemers deuren, ramen, kelderkozjjnen enz. aanbesteed, die alle tot hun genoegen afgeleverd werden en voor de opdracht waarvan het bestuur dank betuigt. In het onderwjjzend personeel ontstond geene verandering; alleen werd het vermeerderd met een onderwijzer in het smeden,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1