Ingezonden stukken.
Nubar pacha's excuses aan den Franschen
zaakgelastigde.
De paalworm en groenhartliout.
veel'zjjdigat, daar slaat de dichte? de fteest ver
schillende tonen aangodsdienst, natuur, liefde,
vrijheid, vrede, oorlog, alle deze onderwerpen
bezingt Victor Hugo, geïnspireerd door het oogen-
blik. Niemand dan hij deed beter de krachtigste
tonen weerklinken, niemand deed liefelijker snaren
trillen. Bjj zijn verzen klopt ons het hart warmer,
fonkelt het oog van heilig vuur voor al het groote en
grootsche, roert zich in ons het medelijden, ontwaakt
al het edele dat in ons sluimert, ontvalt er een traan
aan ons oog. Het huiselijk leven, de familie, de
vrouw, de kinderen vervullen hem met geestdrift.
In zijn eerste gedichten beoefende Victor Hugo
de politieke lyriek. Op zijn achttiende jaar be
noemde de Académie des jeux fioraux te Toulouse
hem tot Maitre des jeux fioraux (1820) en be
kroonde drie zijner odentwee daarvan verheer
ljjkten helden en daden uit de nieuwe geschiedenis,
een der oden is een hulde aan den grootsten der
Bourbons. Monarchist met zijne moeder, een
Vendeeschedaarna Bonapartist met zijn vader,
generaal onder Napoleon I, werd hij ten slotte
republikein, die den derden Napoleon een onver-
zoenljjken haat toedroeg. Onder de laatste jaren
der regeering van Louis-Philippe tot de waardigheid
van pair verheven, vertegenwoordigde hij na de
Februari revolutie het volk in de nationale ver
gadering. Hij riep het volk der voorsteden op de
barricaden tot verzet tegen den geweld.iadigen
maatregel van den 2en December, maar moest voor
den zegevierenden keizer de wijk nemen, eerst
naar het eiland Jersey, later naar Guernsey. Als
antwoord op Napoleon's coup d'état slingerde de
dichter hem het pamfletle petit Napoléon en de
gedichten les Chatiments toe.
Maar tusschen de legitimistische zangen en deze
van persoonlijken haat en politieken hartstocht
gloeiende werken ligt een gansche reeks van
meesterstukken. In de voorrede van zijn eerste
drama Cromwell, het manifest der romantische
school, ontwikkelt Victor Hugo de theorieën over
de romantiek en het drama. Het dramatische
gedicht verklaarde hij voor de uitdrukking van
den nieuweren tijd daarin vindt men het grootsche
naast het kleine, het leelijke naast het schoone,
in één woord het drama bestaat uit tegenstellingen.
Na Cromwell, niet voor het tooneel geschikt,
volgden Marion Delorme, dat het ministerie ver
bood op te voeren, en Hernani. Bij de eerste
opvoering van Hernani 26 Febr. 1830 ontstond er
als 't ware een veldslag tusschen de voor- en tegen
standers zijner theorieën. Men gilde, schreeuwde,
beleedigde en hoonde elkander in de schouwburg
zaal de eenen vonden alles schoon en juichten
quand mèrne, de anderen keurden het geheeL af en
floten den schrijver en zijn stuk uit Twee jaar
later herhaalde zich hetzelfde tafreel, toen Le roi
s'amuse op 't tooneel verscheen, maar ditmaal
vonden de stormachtige voorvallen in het Theatre
frangais hoofdzakelijk hun oorsprong in den inhoud
van het drama. Op ministrieel bevel werd de op
voering na deze eerste woelige voorstelling verboden.
Van zijn andere drama's noemen wij nog
Ruy Bias, waarin de welbekende figuur van don
Cesar de Bazan voorkomt en les Burgraves.
Tot ditzelfde tjjdperk van zjjn leven behooren
zijn gedichtbundelsFeuilles d'automne, Chants
du crépuscule, Les voix interieures en Les rayons et
les ombres, onder welke het eerste en derde tot zijn
meesterwerken kunnen gerekend worden. Als
romanschrijver debuteerde Victor Hugo met Han
dTslande en Bug Jarpal, maar eerst met zijn
Notre-Dame de Paris (1831) veroverde hij zich de
eereplaats onder de toenmalige en latere Fransche
romanschrijvers. In Notre-Dame leeft het geheele
Parjjs der 15e eeuw met zijn oude gebouwen,
nauwe en levendige straten en stegen, met zijn
meesterljjk geteekende volksscènes. De schrijver
heeft in dezen historischen roman niet alleen op
uitstekende wjjze het leven der middeleeuwen
weergegeven maar bovendien de idee der middel
eeuwen,indekathedraal verpersoonlijkt, aesthetisch
opgevat en in haar strijd met de denkbeelden van
den nieuwen tijd duidelijk in het licht gesteld. In
weerwil der breedvoerige verhandelingen over
middeleeuwsche architectuur; ondanks de roman
tische buitensporigheden en gruwelen, leelijk als
Qausimodo's bochel, is en blijft Notre-Dame het
werk van een meester in de kunst.
Gedurende zjjn ballingschap ontstonden les Con
templations, herinneringen uit Victor Hugo's leven
bevattend, voor een deel gewijd aan de nagedach
tenis zijner dochter Léopoldine, en les Chansons des
rues et des bois. In beide dichtbundels vinden
klachten over de ondankbaarheid der menschheid,
het lijden der ballingschap dikwijls een weemoedig-
elegische uitdrukking. In zijn andere romans les
Misérablesles Travailleurs de la mer en VHomme
qui rit, alle op Guernsey geschreven, stelde hij
zich tot taak de verwachtingen, teleurstellingen
en levensbeschouwingen der uit de maatschappij
gestootenen, der ellendigen te schilderen.
Ofschoon de amnestie van 15 Aug. 1859 den
balling de terugkeer naar het vaderland veroor
loofde, bleef hij tot 1870 op Guernsey, waar hjj
zich eene woning, Hauteville-House genaamd, had
gebouwd. Na den val van het keizerrijk naar
Parijs teruggekeerd, nam hij als afgevaardigde van
Bordeaux in Februari 1871 in de nationale
vergadering op de uiterste linkerzjjde plaats.
In 1876 werd hij door bet Seine departement
tot senator verkozen. Maar zijn senatoriale plichten
beletten den dichter niet aan de genoemde werken
nog nieuwe toe te voegen. Op Dannée terrible,
waarin Victor Hugo de verschrikkingen van den
Fransch Duitsehen oorlog schilderde, volgde
Quatre-vingt-lreize en in 1877 verrijkte hij La légende
des siècles met twee nieuwe deelen. Met het
revanche-epos van 1870 vormt Dart d'etre grand
pêre door de liefelijkste tafreelen een scherp con
trast. Hier zweeft den dichter het beeld zijner eigen
kinderen voor oogen, en nog eenmaal heeft hij alle
innigheid en friachbeid van gevoel, al het poëtisch
vuur teruggevonden, om de kinderen zijner dochter
Jeanne en Georges Hugo te vermaken en te schil
deren, zooals hij zijn eigen kinderen vermaakte en
schilderde.
Waar een dichter zoo vruchtbaar en zoo veel
zijdig is wij telden niet al zijne werken
op moet onder het velerlei ook minder
schoone, zelfs mislukte scheppingen voorkomen.
Er bevinden zich echter onder zijn werken meester
stukken, waarvan een enkel reeds voldoende mag
heeten om de kleingeestige critiek van diegenen
te ontwapenen, die in Victor Hugo niets dan een
bombastisch dichter, een lyrisch hansworst zien.
Door zjjn landgenooten moge hij te verre verheven
zijn boven andere groote geesten zjjner eeuw.
door zijn zonderlinge denkbeelden over staat en
maatschappjj, moge hjj nu en dan, vooral in de
laatste jaren, gezondigd hebben tegen het gezond
verstand en het kalm overleg dier geesten, die
idealen en dwepers verafschuwen, dit alles ver
hindert niet, dat Victor Hugo een zanger bij de
gratie Gods" was, begaafd met een schitterende
en rijke phantasie, met een helder hoofd en een
warm hart.
Wie aan het laatste mocht twijfelen wende
slechts den blik naar Frankrijk. Daar staat een
geheel volk aan het doodbed van den grooten
landgenoot te treuren. De deelneming, hem door
alle klassen der maatschappjj bij zijn laatste ziekte
betoond, was een nieuwe apothéose, welke de
Fransche natie aan haar grooten schrijver bracht.
En zij betreurt in den overledene niet alleen een
kunstenaar bjj uitnemendheid, ook een verdediger
van recht en waarheid verloor zij in hem voor allen
was de beminnelijke drie-en-tachtigjarige grijsaard
een deelnemend vriend, een dierbare persoonlijkheid.
Met Victor Hugo's heengaan sluit een geheele
periode in de geschiedenis der Fransche letterkunde
at, maar zoolang nog het schoone, zoolang nog
waarachtige geestdrift des menschen hart kunnen
ontvlammen, zullen zijn werken en door deze des
dichters geest in zijn volk blijven leven.
Nubar pacha kwam om elf uur 's morgens
in groot uniform, met zijn fez zwierig op 't
hoofd, bij den zaakgelastigde. Zjjn heele houding
gaf te kennendat hij zich zeer op zjjn
gemak gevoelde, zeer verschillend van den jongen,
onervaren Franschen beambte, die de komst van
den eersten minister van Egypte met eenige ver
legenheid afwachtte.
leven der oude vrouw. Met hem, een kundig
rechtsgeleerde, zouden nog eens alle pogingen in
het werk gesteld worden om den vijandigen, jon
geren tak het wederrechtelijk verkregen bezit
opnieuw te ontnemen.
Het zou echter anders loopen. Het noodlot,
't welk deze familie van het eene geslacht op het
andere scheen te vervolgen, was nog niet voldaan.
Het ergste stond voor de deur. De jonge
gravin had haar gemaal een dochtertje geschonken
en dit verhoogde zoo mogelijk nog hun geluk, al
had grootmama liever gezien, dat het een zoon
was geweest.
Ongelukkig begon de jonge moeder kort na haar
bevalling te sukkeleneen sleepende ziekte sloopte
langzaam hare krachten. Men raadde een verblijf
in bet zuiden aan, 't geen echter slechts schijnbaar
baatte. Daarna verergerde de toestand met rassche
schreden en geen jaar later stond de van smart
als versteende echtgenoot bij het ljjk zjjner be
minde gade.
Hjj gaf zich niet over aan luide wanhoopsuitingen
en deed zijn best om zjjn leed te dragen als een
manmaar het verdriet was sterker dan hij. Zjjne
krachten werden er door uitgeput en hij kwjjnde
langzaam weg, gelijk een vlam, die niet meer gevoed
wordt. Een jaar later zag de oude gravin den
laatsten telg van haar geslacht in den grafkelder
zjjner voorvaderen bijzetten en met hem werd alle
hoop, die haar nog gebleven was, begraven.
Terwijl zij alles, hare kinderen, hare kleinkin-
<kre» ©na ajeb heen zag sterven, terwjjl ajj ia
haar droefheid strak en stroef werd, trotseerde
haar ijzersterk gestel al dat leed, al dien jammer
en zij leefde voort, steeds voort, afgezonderd van
de wereld, die haar een gruwel was geworden,
zonder hoop op een beter leven, waaraan zij niet
meer gelooven konMen zou meenen, dat
het kind van haar kleinzoon haar vreugde en
troost gegeven had, maar dat was niet het geval
het grondbegrip der familie ging bij haar boven
het individu dat kleine meisje kon toch nooit
de goederen van het grafelijke huis ervendie
bleien nu voortaan het onbetwistbaar eigendom
van den anderen tak en daarmede was voor de
oude vrouw alles afgedaan. Zij duldde de tegen
woordigheid van haar achterkleinkind zjj besliste
in het algemeen over baar opvoeding maar-
verder bekommerde zij er zich niet om.
De uiterlijke omstandigheden van Oud-Olderode
waren in tusschen hoe langer hoe lager gezonken.
De studiën, het huwelijk en dat lange verblijf in
het zuiden van den jongen graaf en zjjne echtge
noot, alles nog met het decorum aan zijn rang
verschuldigd uitgevoerd, hadden de laatste middelen
uitgeput en misschien wel overschreden.
De oude gravin had een grootsch karakter
alles of niets, was haar leuzenu eenmaal alle
hoop op het herstel van haar geslacht vervlogen
was, mocht ook al het overige ophoudenNog
eenmaal keerde de oude geestkracht voor een
korten tijd terug, toen zij tot de algeheele ophef
fing van haar huishouding overging. Paarden,
rjjtuige», de rijke zil verschat, alles werd verkocb
Vlug doorschreed Nubar de geheele lengte der
kamer, waar de zaakgelastigde|stond,iomringd
van zijn staf en de officieren der Fransche korvet
die in Alexandrié' gestationneerd was. Snel zeide
de minister; „Monsieur le Chargéd' Affaires, ik ben
gekomen om in naam van het Egyptisch gouver
nement, dus in den mijnen, excuses te maken voor
de schending van Fransch eigendom en mijn spijt
te betuigen over hetgeen daarbij voorgevallen is."
Toen keerde bjj zich in eens om naar den
kommandant der korvet zonder den zaakgelastigde
tjjd tot antwoorden te laten en ging voortOch,
waarde kapitein, het doet mij zoo groot genoegen
kennis met u te maken. Gjj zijt immers in Coehin-
China geweest, is 't niet Gjj zult in staat zijn ons
inlichtingen te geven in een kwestie, die ons juist
veel last veroorzaakt. Ik bedoel de begraafplaatsen
hier in Egypte gedurende de jaarljjksche over
strooming. Hoe stelt gij het toch met de begraaf
plaatsen in Cochin-China, waar, naar ik meen, het
land steeds overstroomd is?"
Uiterst verbaasd over den plotselingen overgang
van het incident met den Bosphore égyptiën tot de
begraafplaatsen in Cochin-China, vergat de Fran
sche vertegenwoordiger geheel het wel wat strenge
antwoord, dat hjj in opdracht zijner regeering
Nubar na diens verdediging zou toevoegen. En
de laatste, zonder zich in 't minst aan de verbazing
van den Franschman te storen, wendde zich, na
dat hij zijn gesprek met den kapitein geëindigd
had tot de andere leden van den consulairen staf.
»Mjjn beste heer T. op welke jacht zijt gij
het laatst geweest; is) de wilde eend zeer schuw?'
rEn gij, mjjn waarde mjjnheer B. die zoo ziek is
geweest gjj lijkt een toonbeeld van gezondheid".
Toen stond hjj snel op.en t esloot het onderhoud
met de woorden„Ik stel zeer het7genoegen op
prijs u allen gezien te hebben." Daarop boog
Nubar op^ dezelfde hoffelijke manierjals bij zijn
binnentredenjen vertrok.
Er wordt niet verhaald, of de Fransche zaak
gelastigde zeer voldaan was over Nubar pacha's
officieele visite.
Mijnheer de Redacteur.
In uw veelgelezen blad van 29 April j.l. kwam
een bericht voor, dat de zware groenharthoutstei-
gerpalen te Walzoorden door paalworm zouden
zijn aangetast.
Yolgens eene nadere mededeeling, in uwe cou
rant van 1 Mei daaraanvolgende bleek wel is
waar van de aanwezigheid van den zoo zeer ge-
vreesden paalworm, maar tevens dat de groen-
hartsteigerpalen te Walzoorden dienden voor
eene proefneming, en er dus nog eenige tijd moest
worden gewacht om te zien of de paalworm dieper
doordringt en in het hout kan voortleven.
Naar aanleiding van bovenstaande berichten
meen ik, dat het niet onbelangrijk is ook mel
ding te maken van eene andere proefneming,
welke sedert een paar jaren, mede in Zeeland
plaats heeft, die helaas wel als geheel mislukt te
beschouwen is, doch waaruit bljjbt dat in den
laatsten tijd veel wordt aangewend om te trach
ten het vernielend insect met gunstigen uitslag
te bestrijden.
Te Mannheim bestaat reeds sedert jaren eene
fabriek, waar het hout wordt gekyaniseerd, m. a. w.
geprepareerd met kwikzilver sublimaat, en afgaande
op de daarop betrekking hebbende circulaires,
moet het hout, op die wijze bereid, 4, 5 en meer
malen langer duren dan het niet bereide hout.
De proefnemingen, gedurende twee jaren, met
zulk bereid hout genomen, schijnen een ongunstigen
uitslag gehad te hebbende paalworm moet op
verschillende plaatsen van Zeeland, het hout in
zoodanige mate doorknaagd hebben, dat er geen
twijfel meer kan bestaan of het kyaniseeren moet
onvoldoende worden geacht.
Deze mislukking is zeer te betreuren als men
nagaat dat het kyaniseeren van het hout slechts
alle verplichtingen werden nauwgezet nagekomen
voor de oude bedienden der grafelijke familie
werd op vorstelijke wijze gezorgd.
Toen alles voorbij was bleef zij in de uitge
strekte zalen van den ouden burcht met haar achter
kleinkind en een paar oude getrouwe dienstboden
achter. Zjj bezat de grootheid van ziel om niet
aan kleinigheden te hechtenzij zou ook wezenlijke
ellende zonder morren gedragen hebben, als het
noodig ware geweest; van haar hoogte neder te
dalen was voor haar reeds ellende. Zij had niet
het minste begrip van de nietige bijzonderheden
die tot het dagelijksche leven behooren; zij wist
ook niet wat bekrompen omstandigheden wilden
zeggen en zou dit alles toch hebben moeten leeren
kennen, indien haar niet, bij al haar ongeluk
een beschermengel ter zijde gebleven ware, die
haar voor al de vernederende wonden bewaarde,
welke ongewone armoede vaak zoo meedoogenloos
slaat.
Bij al haar dankbaarheid voor de diensten, die
haar bewezen werden, besefte zij waarschijnlijk
nooit ten volle welk een schat zij in de dienstbode
bezat, die met haar trouw en aanhankelijkheid
nog in den goeden ouden tijd thuisbehoorde en
niettegenstaande zij gehuwd was, haar meesteres
tot aan haar dood bleef dienen.
Regina Förstemau was als piepjong meisje bij
de gravin in dienst gekomen, door deze steeds
liefderijk behandeld en na haar huwelijk in dienst
gebleven. Zij kreeg geen kinderen en droeg al
haar lieide en zorg over op haar gebiedster, wier
13 per M3 kost, en dag toot het rp en de
provincie, benevens voor yele polders en gemeenten,
een niet te verwerpen financieel voordeel had
opgeleverd.
In 1883 werd door de firma Alberts en C° te
Middelburg een boekje verspreid, getiteldIets
over Groenharthout. Daarin trok vooral het vol
gende, voorkomende op bladz. 5, mijne aandacht.
«Denl December 1866 rapporteerde de hoofdingenieur
van den waterstaat aan den minister van binnenlandsche
zaken dat aan deze houtsoorten, die toen eerst ruim
een jaar gestaan hadden, geen spoor van paalworm te
ontdekken was.
«Reeds den 29 Juli 1867 echter deelt dezelfde hoofd
ingenieur in vervolg op zijn eerste rapport mede, dat bij
een nieuw onderzoek is geblekeu, dat, met uitzondering
van Manbraklak no. II en Bruinhart no, IV, al de hout
soorten in ruime mate door paalworm ziju aangedaan, ea
spreekt als zijne meening uit, dat de proefneming met
de Surinaamsche houtsoorten, behalve voor Manbraklak
en Bruinhart, als afgeloopen kan beschouwd worden, en
de beproefde houtsoorten «als niet bestand tegen den
paalworm kunnen worden aangenomen."
Verder meldt de schrijver dat, in strijd met
bovenaangehaalde, het stuk groenharthout ter
zelfder plaatse als proefneming geplaatst, in 1883,
dus zestien jaren later, nadat er van gerapporteerd
is, dat het in ruime mate door paalvorm was
aangedaan, nog steeds ter plaatse aanwezig is, en
slechts weinige, kleine, niet diepgaande gaten van
dit vernielend schelpdier vertoont.
Beide mededeelingen zijn bljjkbaar met elkander
in strijder moet hier dus aan eene vergissing
worden gedacht, omdat de toenmalige hoofdingeni
eur van den rjjkswaterstaat in Zeeland, zonder
grondig onderzoek, zulk een rapport niet aan den
minister zal hebben gezonden.
In bovengenoemd boekje wordt ook gezegd dat
de heer Stevenson het weerstand bieden van het
groenhart minder aan de hardheid daarvan toe
schrijft, dan wel aan de omstandigheid, dat dit
hout doortrokken is met een Alkoloid, Bebeerine
genaamd. Hij neemt de mogelijkheid aan, dat
door lang vertoeven in zeewater de opper
vlakte van het hout van deze stof zou ver
liezen en daardoor voor paalworm beter
toegankelijk worden; dat het zich hierdoor laat
verklaren dat op sommige plaatsen groenhartpalen,
betrekkelijk spoedig door worm waren aangetast,
en dat deze veronderstelling tevens verklaart, hoe
de paalworm, wanneer hij na zeker tijdsverloop
door de oppervlakte van groenhart is heengedron
gen, niet meer kan voortbestaan, zoodra hij dieper
in het, weder aan Bebeerine rijke, hout komt.
Deze bewering is niet zonder bedenking, want,
wanneer de oppervlakte door het zeewater zoodanig
zjjne Bebeerine verliest dat de paalworm daardoor
toegang verkrjjgt, dan ligt het ook voor de hand,
dat, wanneer het hout geheel met zeewater is
doortrokken, het binnenste gedeelte ook zijne
Bebeerine moet verliezen en dus het. schelpdier
dieper kan doordringen. Wanneer dus later mocht
blijken dat het groenhart werkelijk tegen den
paalworm bestand is, of weinig daarvan te lijden
heeft dan moet dit voornamelijk aan zjjne hard
heid worden toegeschreven.
Uit een en ander bljjkt dus, dat voor het oo-
genblik nog niets veiliger is dan voort te gaan
met al het hout, dat in het gebied van den paal
worm komt, te bespijkeren met wormnagels of,
zoo dit onuitvoerbaar is, in te persen met creoso-
teer, waarbjj een streng toezicht zeer gewenscht
is, totdat later zal bljjken of het groenhart tegen
den paalworm bestand is.
Ik heb gemeend voor dit belangrijk onderwerp
eenige ruimte in uw blad te moeten verzoeken,
en dank u dat gjj my die wel hebt willen afstaan.
Zuid-Beveland, Mei 1885.
X.
Tot toelichting iiene dat in 1865 in de
frontrij van het leugenaarshoofd te Vlissingen twaalf
Surinaamsche houtsoorten ter proefneming zijn ge
plaatst.
hulpeloosheid in praktische dingen maakte, dat zjj
meer dan een ander behoefte aan een hulpvaardige
hand had.
Regina kende beter dan iemand anders het
trotsche, harde, maar grootsche en edele karakter
der gravin; zjj wist hoe deze, zonder zich te be
denken, alles voor haar familie opgeofferd had, om
eindelijk, volgens den maatstaf, waarnaar zij gewoon
was te oordeelen, bjjna zonder middelen, over te bljj-
ven en dus werd van dat oogenblik af het levensdoel
dier trouwe ziel, haar meesteres te verplegen
en te zorgen, dat het gemis aan hetgeen voor
haar levensbehoefte was, niet al te gevoelig voor
haar werd.
Haar man een goede gewillige ziel stond haar
daarin trouw ter zjjde en die twee eenvoudige
menschen hadden in hun onbegrensde toewjjding
en opofferende plichtsbetrachting iets verhevens,
waarvan zjj zeker zelf het minste besef hadden.
Met nog éen dienstmaagd voor het grovere
werk vormden zjj het geheele personeel van het
slot en Regina verstond voortreffeljjk de kunst
om met dit kleine, doch uitstekend ingericht
contingent te manoeuvreeren. Zjj wist haar
meesteres, ten minste in haar naaste omgeving, de
illusie te verschaffen, dat alles nog by het oude
gebleven was en als Forsteman 's morgens aard
appelen gerooid of groente geplant had, of water
gedragen en hout gehakt, dan droeg hij 's middags
bjj het bedienen aan het kleine diner zjjne rjjk-
gegalloneerde livrei van vroeger, met dezelfde
deftigheid als weleer.
Wordt vervolgd.)
Gedrukt bjj de Gebroeders Abrahams te Middelburg"