BUITEHLAKD. Tertrotteii en aanptaen scheten. Burgerlijke stand. briefwisseling Handelsberichten. Graanmarkten, enz. Verkoopingeii en aanbestedingen. Algemeen Overzicht. Herinneringen aan Praag. Prijzen van Effecten. 5 t 981/g 5 5 5 V 5 655/g 5 86 5 4 4 85 3 451/4 5 5 983/4 5 583/4 5 83 5 ft 903/4 5 r 97 5 94 5 5 5 5 ft 13 5 5-5'lS 5 O 9 S/4 5 9 «/li 5 ft 41,4 907/g *1/4 891/4 41/, 4 761/8 81 ft 11/4 4 551/j 157/a 8 4 41/, 8 6 41/, 1013/g 433/4 1171/Ï SEKisesa. 1 72 9 4 s 1013/^ 86 l/g 4 895/g 97 96 Bij te Zaterdag te Veere, ten overstaan van den notaris L. L. Woutersen, plaats gehad hebbende veiling van militaire gebouwen en gronden van de voormalige vesting Veere is het groote arsenaal met daarbij staande woonhuizen, groot 0.46.78 H., gekocht door den heer J. van den Hoek te Middel burg, voor 7400 en het buskruitmagazjjn, groot 0.17.85 H., door denzelfden voor ƒ2010. Voorts werd besteed voor het geschutpark, groot 0.36.37 H. 650voor 0.98.90 H. dijk met boomen ƒ801.50; voor 0.69.68 H. alsboven ƒ611; voor 0.07.25 H. erf 85voor 0.46.80 H. wal met boomen 663; voor 0.64.60 H. idem 840 en voor 1.54.65 H. weiland en water 675. De verkoop van den steenen windkoren molen te St. Annaland, met daarbij behoorende woning en aangrenzenden tuin, is niet doorgegaan. Bjj de tweede veiling op Zaterdag is niet meer ge boden dan bij de eerste veiling, n. 1. 8500 zonder de onkosten. Zaterdag werd te Nieuwvliet door het bestuur der waterkeering van den calamiteusen Adornis- polder aanbesteed het herstel, de vernieuwing en het onderhoud der waterkeerende werken aan bovengenoemden polder over den dienst 1885/86. Raming 1126. Ingeschreven werd door de heerenJ. Coljjn te Groede voor 1109, H. Hage te Middelburg voor 1068, A. Luteiju te Nieuwvliet voor 1050, J. Lejjs te 's Heer-Arendskerke voor 1043 en P. Monjé te Breskens voor 973. DenzelfJen dag werd te Cadzand aanbesteed het herstel, enz. aan de werken van het calamiteuse waterschap Tienhonderd en Zwarte. Raming ƒ9742. Ingeschreven werd door de heerenJ. Colijn te Groede voor 9674, J. Verkujjl Quakkelaar te Vlissingen voor 9543, H. Hage te Middelburg voor ƒ9100, J.Leijs te 's Heer Arendskerke voor 8898 en P. Monjé te Breskens voor 8673. Beide werken zijn, behoudens nadere goedkeuring van ged. staten, aan den heer P. Monjé gegund. Voor de verpachting van het recht tot weghalen van mosselzaad en mosselbroed van 1 Mei 1885 tot 30 April 1886 deed zich bij den Adornispolder geen enkel gegadigde op. Wat Tien Honderd en Zwarte betreft, hiervan Jwerden perceel 1 tot 5 verpacht voor 115 aan Rammelod en perceel 6, 7 en 8 voor 686 aan P. Sabo. Van 10 tot 17 Mei. Middelburg OndertrouwdA. Scheers, jm. 26 j. met M. H. Huijge, jd. 24 j. Getrouwd M. van den Broeke, jm. 24 j. met E. Simonse, jd. 26 j. P. J. H. Stijbel, jm. 21 j. met J. S. Goeman, jd. 24 j. J. Botting, jm. 24 j met J. Baljeu, jd. 26 j. N. Noorderbroek, jm. 25 j. met A. P. de Kat, jd. 29 j. C. J. Jongepier, jm. 27 j. met M. M. Israël, jd. 23 j. A. van Eenennaam, jm. 27 j. met A. Minderhoud, jd. 27 j. A. van Dyk, wedr 36 j. met C. Beckers, jd. 37 j. W. A. de Jager, jm, 23 j. met S. M. Huijsman, jd. 24 j. Bevallen: M. Vijgenboom, geb. Verwijs, d. G. Stevens, geb. Panoij, z. M. E. van Tatenhove, geb. Van Hout, z. C. Duijnhouwer, geb. Luijk, z. I). P. P. Weistelt, geb. Dhaenens, z. J. Bostelaar, geb. Van der Werf, d. T. C. Michels, geb. De Neve, d. R. W. van de Woestjjne, geb. Du Bois, d. M. E. van der Harst, geb. Groenewegen, z. C. Bastiaanse, geb. Trielier, z. C. W. Dessou, geb. Culverhouse, z. Overleden: W. Back, wed' van J.A. den Boer, 66 j. S. Geene, d. 7 j. J. W. Kakebeeke, z. 14 m. L. de Rjjke, wed* van P. Willemse, 74 j. E. de Rycke, wede van J. de Plaa, 75 j. C. M. van Oorschot, d. 12 d. M. G. van Slujjs, vrouw van G. Dekker, 24 j. P. Koenen, man van W. Stevens, 44 j. P. H. Tazelaar, z. 17 j. Goes. Gehuwd P. Wessels, jm. 21 j. met P. J. van Lujjk, jd. 19 j. BevallenJ. den Boer, geb. Jager, z. A. Verrjjk, geb. Van Oosten, z. M. A. Visser, geb. Wagenaar, Clement, z. M. Goedhart, geb. Goedhart, d. Overleden: W. Janson, man van J. Vermerris, 41 j. P. Verplakke, man van C. Foornaar, 58 j. L. J. Siepm»m, man van M. Zandee, 63 j.F.J.N. Kieboom, z. 11 w. J. Reigel, vrouw van H. Hengst- mangers, 45 j. Zierikzee. Gehuwd: W. J. Bakker, jm. 26 j. met A. P. Morjjn, jd. 25 j. J. van Splunter, jm. 28 j. met C. Krijger, jd. 26 j. Bevallen: A. Verton, geb. Goudzwaard, d. H. H. Vogelsang, geb. Mainz, d. H. J. Buijse, geb. Phaff, z. A C. Anker, geb. Harinck, z. Overleden: J. Schults, z. 4 j. W. J. Kingmans, z. 4 m. Over het Russisch-Engelsch conflict verkeert men nog steels in een onbehagelijk duister; de gewone berichten herhalen zich dagelijks, dat Rusland en Engeland het in 't geheel niet eens zijn geworden over de in Londen ontworpen voorstellen betreffende de grensregeling of dat er slechts geschil van meening bestaat over enkele punten; berichten, die al te maal slecht of goed luiden naarmate de correspondent pessimistisch of optimistisch van aard is. Behalve deze verwarring van gedachten en meeningen, valt er niets nieuws over het geschil mede te deelen, enkel nog het volgende De czaar heeft een eigenhandig schrij ven aan generaal Komaroff gericht, waarin hjj zjjn dapperen officier uitbundigen lof toezwaait voor diens uitstekende diensten, den lande bewezen door zijn flink optreden tegenover de Afghanen, evenals voor diens wakker gedrag in het gevecht bjj Pul-i-Khisti. Het loon voor zijn moed bestaat uit een gouden met diamanten versierde sabel. De overste Zakrzewski, die zich eveneens bjj de jongste voorvallen in Centraal-Azië onderscheidde en nu in St. Petersburg voorlezingen over de wjjsheid en het beleid der Russische generaals in Azië houdt, moest zich met een gouden Babel zonder edel. steenen tevreden stellen. Niet-ingewjjden in de fijnheden der Rus sische politiek zullen deze belooningen op dit oogenblik van netelige onderhandelingen tusschen beide rjjken eerder een onhandigheid van den czaar dan een diplomatische slimheid toeschijnen- Voor Engeland is het ten minste pjjnljjk den man te zien beloonen, dien het primitief door zjjn vorst wilde veroordeeld hebben. De Russische beer geeft het Britsche rijk met ruwe hand een bittere pil te slikken. De eigenlijke beleediger van de Engelsche eer in Azië bljjft niet alleen rustig en kalm op het veroverde terrrein, terwjjl Engelands eigen gezant teruggeroepen is, zij het door, zij het zonder Ruslands invloed, maar wordt zelfs openljjk door zijn keizer geprezen en rijkelijk begiftigd. Bittere en hard te verduren lessen worden de Engelsche diplomatie door haar slim mere zuster gegeven. Bij gebrek aan werkeljjk belangrjjk nieuws deelen wij onzen lezers het een en ander mede uit een onderhoud, dat de Weener-correspondent der Daily Telegraph met een »Oostersch staatsman van Europeeschen naam" had. Deze diplomaat overtuigde zich, toen hij Petersburg verliet, dat het gordijn op 't punt was na het eerste bedrijf van het Engel8ch-Russische drama te vallen. De tweede acte zoo zeide hij zal na een kleine pauze beginnen en uitsluitend in het toover- land der diplomatie spelen. De Russen houden zich er van verzekerd, dat zij langs vredelievenden weg tot een oplossing der kwesties, welke beide landen het meeste belang inboezemen, kunnen komen, dat het hun weinig moeite kosten zal, En geland te gewennen aan de gedachte, dat Turkije en Perzië moeten opgeofferd worden, wanneer het tot een eindschikking met Rusland wil geraken. De Russen beweren, dat Engeland ten laatste ruot-i inzien, hoe onmogeljjk het is op den duur de Turksche heerschappjj in Europa in stand te laten bljjven, terwijl de regeering der shahs een trap van verval heeft bereikt, waarop weldra algeheele ondergang moet volgen. De hoofdpunten van het Russische plan bestaan hieruit, dat Rusland zich van Konstantinopel meester maakt en Engeland Smyrna met een ander deel van het Turksche rjjk, onverschil lig welk, neemt. Wat Centraal-Azië betreft, zoo is Rusland bereid aan Engeland de meest afdoen de verzekeringen te geven, dat het Indië niet zal aantasten. Het verlangt aldaar niets anders dan een uitweg naar zee, en met dit doel wenscht het de havens Bushir in Perzië en Bender Abbas tusschen Laristanen Beloedsjistan in bezit te nemen. Rusland zou tevreden zijn met Bender Abbas, 'indien het land daarom heen niet zoo onvrucht baar en het klimaat niet zoo ruw was. Op t oogenblik staat het in naam onder Engelsch protectoraat. Ruslands plannen in Azië, vergeleken met de voornemens ten opzichte van Konstantinopel, zijn slechts het dessert na een luisterrjjk banket. Blijkbaar gelooft Rusland, dat andere mogendheden, in hetgeen het zelf voor onvermjjdeljjk houdt, zal toestemmen, indien Engeland tot de verdeeling van Turkije is over te halen. Meer moeilijkheden denkt Rusland te ontmoeten bp het verwezenlpken harer plannen in Centraal- Azië. Daarom zal het hiermede eerst voor den dag komen, wanneer het in staat is die ten uitvoer te brengen, zoo mogelijk met geweld van wapenen,wat het derde bedrijf van het drama zou zijn. Voor het oogenblik beperken zich Ruslands toebereidselen tot het ontwerpen en aanleggen van spoorlijnen, het oprichten van nieuwe forten en het organi- seeren van die geweldige elementen eener krijgs macht, waardoor Tamerlan en de Mongoolsche krijgsheld Ginghis-khan de wereld deed sidderen. Gerustelpk is deze macht op verscheidene honderd duizend ruiters te schatten. Verder gelooft de staatsman, dat Rusland op een vriendschappelpke overeenkomst met Engeland rekent. De Engelsche liberalen en conservatieve diplomaten verontrusten zich ernstig oyer de pogingen, door Duitscbland aangewend om op ieder punt der aarde den Britschen handel te onder manen en er Duitsche handelsinriohting voor in de plaats te brengen. Engeland kan alleen door een samengaan met Rusland der handelspolitiek van Duitschland paal en perk stellen. Ten slotte spoort de Oostersche diplomaat Engeland aan met Turkije en Perzië onmiddellijk een bondgenootschap te sluiten, wil het Engelsche rijk niet aan de eerzuchtige Russische plannen ten offer vallen, want Rusland heeft toch slechts alleen zijn eigen voordeel op het oog en zou, indien Engeland dwaas genoeg ware zjjn voor slagen aan te nemen, nadat het zyn eersten buit beet had, immer meer eischen. Zooals de zaken nu staan, laat het zich aanzien, dat de tweede acte van het schouwspel lang zal duren, ja zelfs vreezen wjj, dat het een bloedig naspel zal hebben, al zjjn de omstandigheden niet juist zoo, als de Oostersche diplomaat ze aan deD Weener correspondent van Daily Telegraph voor stelde. (Slot.) Onmiddellpk aan den keizerlijken burcht grenst de St. Veitsdom, welks talrijke spitsen en bogen een waar sieraad van Praag zyn. Als door een wonder is dit gedenkteeken van middeleeuwsche bouwKunst in de stormen des tjjds gespaard ge bleven; gebouwd, afgebroken, nieuw opgebouwd, meermalen afgebrand, dan weer het doelwit van een bombardement, is de dom als de vogel Phoenix immer schooner uit de asch verrezen. Sedert 1859 heeft een bouwcommissie zich ernstig tot taak gesteld den dom van binnen en van buiten te restaureerener wordt vip tig gewerkt en bin nen weinige jaren hoopt men dit grootsche plan te voltooien. De kerk beantwoordt van binnen volkomen aan het schoone uiterlijk. Twaalf ka pellen, bijna alle naar adeljjke Boheemsche ge slachten of heiligeD genoemd, omkransen het hooge schip. De Wenzelskapel, door Karei IV gesticht en in 1367 ingewjjd, trekt door de eigen aardige, ruwe, met kostbare edelsteenen ingelegde en met oude fresco's gesmukte wanden in de eerste plaats onze aandacht. Hier bewaart men den jjzeren helm en het pantserhemd van den heiligen Wenzel, den eigenlijken stichter van den St. Veitsdom. Wenzels sympathieën voor het Christendom verbitterde den nutiouaien adel, toen nog grootendeels heidensch. Zyn eigen broeder Bolivar, het hoofd der ontevredenen, lokte den vromen Hertog naar zyn residentie en vermoordde hem aldaar. De leeuwenkop met den ring aan de deur der kapel zijn dezelfde, waaraan de hei lige zich in zyn doodsangst vastklemde. Ook de andere kapellen bevatten allerlei herin neringen aan heilige of historische personen. In het koor der kerk staat het zilveren grafteeken van den H. Nepomuk. Minder uit het oogpunt der kunst dan om de reëele waarde is het van beteekenis; het werd in 1736 uit 3700 pond zilver gegoten en vertegenwoordigt een bedrag van 210.000 florijnen. Behalve eenige kerken, een gesticht voor adel lijke dames en het paleis van den vorst van Lobkowitz behoort nog verder tot het gebied van den keizerlyken burcht het oude „Oberstburg- grafenamt", een groep sombere gebouwen en torens met even duistere herinneringen. Onder deze torens, tot in de vorige eeuw gevangenissen voor schuldenmakers en bedriegers, maar tevens voor andere ongelukkigen, heeft vooral de Daliborka of hongertoren een treurige vermaardheid verkre gen. Hier smachtte de ridder Daliborka, wegens opruiing der boeren gevangen, tot aan zyn terecht stelling. De sage, dadelijk bereid eenige poëzie te verleenen zelfs aan de donkerste bladzijden uit het boek des menschenlevens, liet hem gedurende zijn eenzaamheid troost vinden in het vioolspel. Zijn schoon spel lokte eindelijk de armen aan de vensters van zijn duisteren kerker; tot loon schonken zjj hem diep ontroerd een deel van hun dageljjksch hrood. Daliborka hongerde, maar was niet tot dien vrceselyken dood veroordeeld, waar naar deze toren den tweeden naam draag*. In het eerste vertrek wanneer men die kale ruimte met dikke muren zoo noemen kan is aan de kanten de afdeeling der cellen zichtbaar, waarin ie arme veroordeelde zich nauwelijks bewegen kon, steeds bewaakt door den strengen blik van een onbarmhartig cipier. Het lot dezer ongeluk kigen was hard, maar zalig in vergelijking met dat van hen, die in het onderaardsche gewelf zuchtten. Wij dalen een trap af en bevinden ons in een muf, duister hol. Daar boven drong nog een enkele 9traal van daglicht door, hier verspreidt het lampje van de ons rondleidende vrouw, slechts een flauwe schemering. Dezelfde indeeling als boven, het best te vergelijken met de inrichting der wandelplaatsen in onze cellulaire gevange nissen, de cellen aan de kanten van den cirkel. In 't midden gaapt een diepe ronde opening, aan welker rand de groeven der ringen zichtbaar zijn, waaraan de tot dien hongerdood veroordeelden met zware ketenen geklonken waren. Dan, niet hier moesten zy sterven. Wie het eerst aan de beurt was, werd met een weinig brood en water in het open graf neergelaten en scheidde daar beneden onder de vreeselijkste kwalen uit dit leven voor hem zoo ellendig maar in den angst voor den dood nog dierbaar. Zyn lotgenooten hoorden de luide jammerkreten, het zwakker en zwakker wordende weegeklaag, eindelyk den doodsnik van den bevryde. Op deze wijze stierven zij duizend dooden, en als ware dit niet genoeg, zoo was aan hen opgedragen, weldra zelf neergelaten, het lijk van hun makker te begraven, want op den bodem van het eerste graf was een tweede, een vierkante diepe put, waaruit de stank der ontbonden lijken opsteeg. Afschuwelijker kan Ugolino's honger- toorn in Pisa niet geweest zyn, en wilt gjj, lezer, u een begrip vormen van de folteringen van zulk een lydsn, lees dan in Dantes Inferno (Gez. 33) na, hoe de dichter Ugolino zelf in verheven smart deze jammeren laat schilderen. Met recht zegt een Duitsch philosoof, om zyn bitter pessimisme zoo dikwyls hard gevallen: de rnensch is in werkelijkheid een wild, ontzettend .lier, alleen getemd door eenige beschaving. Wie zal dit by het aanschouwen dezer gruwelplaatsen durven tegenspreken? Aan verfijnde wreedheid en onverbiddelykheid overtreft hij zelfs het verscheu rende dier. Aleer wjj ons huiverend en vol afschuw over de onbarmhartigheid der menschen van dit oord verwijderden, wees men ons in ditzelfde gewelf een nauwe cel, waarnaast een schoorsteen andere veroordeelden vonden hier, door rook gestikt, den dood. Des menschen teilbaarheid in aanmerking genomen, mag men betwijfelen, of alleen schuldigen hier hun leven eindigden. Heb zucht en wraakzucht zullen zonder twyfel menig offer daarheen gezonden bebben. Nooit heeft het zonnelicht zoo helder en vrien delijk geschenen en heb ik het zoo blijde begroet als na mijn bezoek aan den Hongertoren, de laatste in volgorde van de merkwaardige plaatsen op het Hradschin. Gelukkig biedt Praag overvloedig gelegenheid om zich spoedig van deze duistere herinneringen en indrukken te beviy len, want Praag zelf is geen sombere stad. Heeft de toerist aan zijn dorst naar historische kennis voldaan ik zou zulk een oude interessante stad aanscbou welijke geschiedenis widen noem.-n dan vindt nij in de nieuwere wijk.-n kunstgenot van allerlei aard; zelfs midden in den zomer ontbreekt het daaraaD niet. Het in renaissance-sty 1 uitgevoerde Boheemsche theater, met waarlijk luxurieuse in richting rijk vergulde falcons door korinthische zuilen gedragen de Duitsche schouwburg, verscheidene zomertheaters, schoone muzn kuit- voeringen tegen belachelijk geringen prys op het ScLiützenei'and en op het Sofieneiland stellen den reiziger in staat zijn avonden op de aange naamste wijze door te brengen Op straat heerscbt groote levendigheid, alom ziet men dat handel en industrie bloeien, in de hoofdstraten lokken de fraaie winkels den liefhebber tot koopen uit. In één woord Praag maakt een allerprettigste n in druk op den doorreizende. Ik wil in 't midden laten, of dit niet voor een groot deel is toe te schrijven aan de opgeruimde, onbezorgde stemming van den toerist, die bereid is alles van den goeden kant te bekyken of als de Duitschers zouden zeggendie alles van een objectiet standpunt beschouwt. In 't bijzonder trof my in het nieuwe gedeelte de uitstekende straatverlichting. Wy, Nederlan ders, noemen ons zoo gaarne en met trots het meest verlichte volk van Europa; gold dit toch ook met het oog op ons kunstlicht 1 In onze groote en kleine steden wandelen we 's avonds in een onbehagelijk duister. In de groote brandende lantaarns om de ander of gelyken op nachtpitjesin de kleine rekent men op het lieve maanlicht, dat zoo meedoogenloos dikwijls by ons achter duistere wolken verborgen is. Goddelyke nooit volprezen Holland9ch6 zuinigheid Intusschen geef ik onzen gemeentebesturen in bedenking eens een kjjbje in Praag te nemen. Ook daar brandt men eenvoudig gas, maar in de breede straten geven sierlyk bewerkte candelabers met twee armen, op de pleinen dergelyke met vier armen een helder flink licht. Van den stryd tusschen de Czechische en Duitsche party bemerkte men uit den aard der zaak by een bezoek van weinige dagen niet veel. Wel bleek ons een enkele maal duidelijk, hoe ge ring de sympathieën over en weer zijn. Zoo schold onze waard, een volbloed Duitscher, den Bohemers hun huid vol over hun dry ven en woelen, terwijl een warm patriot, dien wy in den trein ontmoetten, niet genoeg op de Duitschers kon afgeven. Vooral moesten het de Noord-Duitschers ontgelden, die hy eenvoudig weg brutale indringers noemde. Ik laat deze benaming voor rekening van den Bohemer. By zyn ontboezemingen had hy ons met een scheel oog aangezien, maar bij onze verzekering, dat wjj uit het verre neutrale Holland kwamen, klaarde zyn gezicht op en ver langde hjj te weten, of wij Praag niet een stad uit duizenden vonden. Gelukkig voor hem en ons konden wjj volmondig de schoone stad en den vriendeljjkeu, buitengewoon beleefden inwoners een welgemeend woord van lof toezwaaien. Een ver genoegd gelaat en een bjjzonder hartelyke goede reis" bjj het afscheid was ons loon. Ter IVeuasen, 18 Mei. Binnengekomen de Engelsche stoomboot Woodstock, gez. Fulton, van Middlesbro met ruw jjzer en de Nederlandsche stoomboot Ondinegez. De Jonge, van Londen met stukgoederen. Vertrokken de Nederlandsche stoomboot Mars, gez. Visser, naar Londen en de Engelsche stoom boot Achilles, gez. Higham, naar Liverpool, beide met stukgoederen. Aan S. Verschillende redenen nopen ons voor uw vriendeljjk aanbod te bedanken. Wy krygen zooveel aanbiedingen in denzelfden geest, dat het zelfs onmogelijk is om ze in overweging te nemen Rotterdam, 18 Mei. Tarwe redeljjk ter markt overige artikelen scbaarsch. Marktprjjzen alsvoren. Amsterdam, 18 Mei. Raapolie op 6 weken 30. Lijnolie 24f. Amistnrdam. örAATSLEENINÖKH. Nederland. Cert. N. W. Sch. 21/j pet, dito dito dito S dito dito dito 4 dito Obl. 1878 1000. 4 dito dito 1888 4 België. Obligatien21/, Frankrijk. Origin. Insch- S Hongarije. Obl. Leening 1867 fl. 120 dito Gondleening dito dito 11. 500 Italië. Cert. Adm. Amsterd. Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. dito Febr.-Aug. dito Jan.-Jnli dito April-Oct, dito dito Gond (Polen. Obl. Schatkist 1844 Portugal. Obl. Btl. 1853/80. dito dito 1881 R usland. Obl. Hope C. 1708/1815 Cert. Inschr. 5e Serie 1854. dito dito 6e 1855. Obligatien 1862 dito 1864 1000 dito 1864 100 dito 1877 dito dito Oostersche le serie. iito dito 2e dito dito 3e dito 1872 gecon. dito lit 1873 gecon. dito dito 1884 gecon. dito 5 i Leening dito i i860 2e Leetimg dito (>te 1875 gecon. dito '<i< 1880 gecon. dito. iito 4e Leen. 184244 teigatie-Leening 1867/69 ',ito dito 1859. - rt van Bank-Assign. panje. Ooi. Buit. 867/75. dit.. dito 1876. Iito Perpetaeele •ito Bmnenl.1000-5000 urkije. Ob.. Alg. Sch. 1865, dito geregistreerde iito dito 1869 igypte. Obl. Leening 1875. dito spoorweg dito 1876 ereen. Staten Obi. 1877 dito dito 1873 razilië. Obl. Londen 1865 dito Leening 1S'75 dito 1863 fi 100 rSBU3TBIEEL8 BS OKD3KKES ederl. Afr. Hand.-V. don.,. Ned. Hand.-Maatscb. aand. reBContre Ned. Ind. Handelb. Aam. dtoomvaartm. Java Obi. ito Zeeland Aand. iito dito Prefer, dito dito dito Obl uatschland. Cert. Kijkaoana Adm. Amsterdam ®o.'«BEvijk. Aand. O. H. B. SPOOSWBSL ÜSederland. Obl. Maats, tot Bxpl. van otaats-Spw. Aand. Ned. Cent. Spw. Aand. ƒ350. dito geste rap. Obl. 50 Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned Rijn.Spw. volgef. Aand, N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp. 1876/80 Zuid Ooster sp. Obl. ongarije. Theise. Spoorw. Aand. 6. 200 dto dito Obl Italië. Victor Em. sp. Obl. Znid-ltal. Spw. Obl. Oostenrijk. F. O. Sp. Obl folen. Wars.-Brom. Aand. Warschau-Weenen dito. osland. Gr. Sp. Maats. Aand, dito Hypoth. Obligatien 16 Mei 101 1011/8 101 B 6 9 9 66I/4 9 0 9 66I/4 9 0 9 9 S 9 9 V t f 668/4 - i n/4 4 6H/4 FI8 ASCISS [IK 8 E 8 9 a 9 9 9 9 9 3 9 3 9 577/8 3 9 a 9 631& l. 5 9 l2i 9 94 18 Mei. 663/jg 797,8 101 1011/s 1011/4 981/. 88 em/g 657/g en7/" édh/o - 8*5/8 99 887/8 971/a 588/4 571/8 921'. 93' 85 78 SU/2 551/s, 641/j 10 3/4 42 721/4 1003/4 1013/4 865/1, 673/4 *51/4 1-03/4 941,8

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 3