BUITEHLAKD.
Tertrotteii en aanptaen scheten.
Burgerlijke stand.
briefwisseling
Handelsberichten.
Graanmarkten, enz.
Verkoopingeii en aanbestedingen.
Algemeen Overzicht.
Herinneringen aan Praag.
Prijzen van Effecten.
5
t
981/g
5
5
5
V
5
655/g
5
86
5
4
4
85
3
451/4
5
5
983/4
5
583/4
5
83
5
ft
903/4
5
r
97
5
94
5
5
5
5 ft 13
5
5-5'lS
5
O
9 S/4
5
9 «/li
5
ft
41,4
907/g
*1/4
891/4
41/,
4
761/8
81
ft
11/4
4
551/j
157/a
8
4
41/,
8
6
41/,
1013/g
433/4
1171/Ï
SEKisesa.
1
72
9
4
s
1013/^
86 l/g
4
895/g
97
96
Bij te Zaterdag te Veere, ten overstaan van den
notaris L. L. Woutersen, plaats gehad hebbende
veiling van militaire gebouwen en gronden van
de voormalige vesting Veere is het groote arsenaal
met daarbij staande woonhuizen, groot 0.46.78 H.,
gekocht door den heer J. van den Hoek te Middel
burg, voor 7400 en het buskruitmagazjjn, groot
0.17.85 H., door denzelfden voor ƒ2010.
Voorts werd besteed voor het geschutpark, groot
0.36.37 H. 650voor 0.98.90 H. dijk met boomen
ƒ801.50; voor 0.69.68 H. alsboven ƒ611; voor
0.07.25 H. erf 85voor 0.46.80 H. wal met
boomen 663; voor 0.64.60 H. idem 840 en voor
1.54.65 H. weiland en water 675.
De verkoop van den steenen windkoren molen
te St. Annaland, met daarbij behoorende woning
en aangrenzenden tuin, is niet doorgegaan. Bjj
de tweede veiling op Zaterdag is niet meer ge
boden dan bij de eerste veiling, n. 1. 8500 zonder
de onkosten.
Zaterdag werd te Nieuwvliet door het bestuur
der waterkeering van den calamiteusen Adornis-
polder aanbesteed het herstel, de vernieuwing en
het onderhoud der waterkeerende werken aan
bovengenoemden polder over den dienst 1885/86.
Raming 1126.
Ingeschreven werd door de heerenJ. Coljjn
te Groede voor 1109, H. Hage te Middelburg
voor 1068, A. Luteiju te Nieuwvliet voor 1050,
J. Lejjs te 's Heer-Arendskerke voor 1043 en
P. Monjé te Breskens voor 973.
DenzelfJen dag werd te Cadzand aanbesteed
het herstel, enz. aan de werken van het calamiteuse
waterschap Tienhonderd en Zwarte. Raming ƒ9742.
Ingeschreven werd door de heerenJ. Colijn te
Groede voor 9674, J. Verkujjl Quakkelaar te
Vlissingen voor 9543, H. Hage te Middelburg
voor ƒ9100, J.Leijs te 's Heer Arendskerke voor
8898 en P. Monjé te Breskens voor 8673.
Beide werken zijn, behoudens nadere goedkeuring
van ged. staten, aan den heer P. Monjé gegund.
Voor de verpachting van het recht tot weghalen
van mosselzaad en mosselbroed van 1 Mei 1885 tot
30 April 1886 deed zich bij den Adornispolder geen
enkel gegadigde op. Wat Tien Honderd en Zwarte
betreft, hiervan Jwerden perceel 1 tot 5 verpacht
voor 115 aan Rammelod en perceel 6, 7 en 8 voor
686 aan P. Sabo.
Van 10 tot 17 Mei.
Middelburg OndertrouwdA. Scheers, jm.
26 j. met M. H. Huijge, jd. 24 j.
Getrouwd M. van den Broeke, jm. 24 j. met
E. Simonse, jd. 26 j. P. J. H. Stijbel, jm. 21 j. met
J. S. Goeman, jd. 24 j. J. Botting, jm. 24 j met
J. Baljeu, jd. 26 j. N. Noorderbroek, jm. 25 j. met
A. P. de Kat, jd. 29 j. C. J. Jongepier, jm. 27 j.
met M. M. Israël, jd. 23 j. A. van Eenennaam, jm.
27 j. met A. Minderhoud, jd. 27 j. A. van Dyk,
wedr 36 j. met C. Beckers, jd. 37 j. W. A. de
Jager, jm, 23 j. met S. M. Huijsman, jd. 24 j.
Bevallen: M. Vijgenboom, geb. Verwijs, d.
G. Stevens, geb. Panoij, z. M. E. van Tatenhove,
geb. Van Hout, z. C. Duijnhouwer, geb. Luijk, z.
I). P. P. Weistelt, geb. Dhaenens, z. J. Bostelaar,
geb. Van der Werf, d. T. C. Michels, geb. De
Neve, d. R. W. van de Woestjjne, geb. Du Bois,
d. M. E. van der Harst, geb. Groenewegen, z.
C. Bastiaanse, geb. Trielier, z. C. W. Dessou,
geb. Culverhouse, z.
Overleden: W. Back, wed' van J.A. den Boer,
66 j. S. Geene, d. 7 j. J. W. Kakebeeke, z. 14 m.
L. de Rjjke, wed* van P. Willemse, 74 j. E. de
Rycke, wede van J. de Plaa, 75 j. C. M. van
Oorschot, d. 12 d. M. G. van Slujjs, vrouw van
G. Dekker, 24 j. P. Koenen, man van W. Stevens,
44 j. P. H. Tazelaar, z. 17 j.
Goes. Gehuwd P. Wessels, jm. 21 j. met P. J.
van Lujjk, jd. 19 j.
BevallenJ. den Boer, geb. Jager, z. A. Verrjjk,
geb. Van Oosten, z. M. A. Visser, geb. Wagenaar,
Clement, z. M. Goedhart, geb. Goedhart, d.
Overleden: W. Janson, man van J. Vermerris,
41 j. P. Verplakke, man van C. Foornaar, 58 j.
L. J. Siepm»m, man van M. Zandee, 63 j.F.J.N.
Kieboom, z. 11 w. J. Reigel, vrouw van H. Hengst-
mangers, 45 j.
Zierikzee. Gehuwd: W. J. Bakker, jm. 26 j.
met A. P. Morjjn, jd. 25 j. J. van Splunter, jm.
28 j. met C. Krijger, jd. 26 j.
Bevallen: A. Verton, geb. Goudzwaard, d.
H. H. Vogelsang, geb. Mainz, d. H. J. Buijse, geb.
Phaff, z. A C. Anker, geb. Harinck, z.
Overleden: J. Schults, z. 4 j. W. J. Kingmans,
z. 4 m.
Over het Russisch-Engelsch conflict verkeert
men nog steels in een onbehagelijk duister; de
gewone berichten herhalen zich dagelijks, dat
Rusland en Engeland het in 't geheel niet eens
zijn geworden over de in Londen ontworpen
voorstellen betreffende de grensregeling of dat er
slechts geschil van meening bestaat over enkele
punten; berichten, die al te maal slecht of goed
luiden naarmate de correspondent pessimistisch
of optimistisch van aard is. Behalve deze verwarring
van gedachten en meeningen, valt er niets nieuws
over het geschil mede te deelen, enkel nog het
volgende De czaar heeft een eigenhandig schrij
ven aan generaal Komaroff gericht, waarin hjj
zjjn dapperen officier uitbundigen lof toezwaait
voor diens uitstekende diensten, den lande bewezen
door zijn flink optreden tegenover de Afghanen,
evenals voor diens wakker gedrag in het gevecht
bjj Pul-i-Khisti. Het loon voor zijn moed bestaat
uit een gouden met diamanten versierde sabel. De
overste Zakrzewski, die zich eveneens bjj de jongste
voorvallen in Centraal-Azië onderscheidde en nu
in St. Petersburg voorlezingen over de wjjsheid en
het beleid der Russische generaals in Azië houdt,
moest zich met een gouden Babel zonder edel.
steenen tevreden stellen.
Niet-ingewjjden in de fijnheden der Rus
sische politiek zullen deze belooningen op dit
oogenblik van netelige onderhandelingen tusschen
beide rjjken eerder een onhandigheid van den
czaar dan een diplomatische slimheid toeschijnen-
Voor Engeland is het ten minste pjjnljjk den man
te zien beloonen, dien het primitief door zjjn vorst
wilde veroordeeld hebben. De Russische beer
geeft het Britsche rijk met ruwe hand een bittere
pil te slikken. De eigenlijke beleediger van de
Engelsche eer in Azië bljjft niet alleen rustig en
kalm op het veroverde terrrein, terwjjl Engelands
eigen gezant teruggeroepen is, zij het door, zij
het zonder Ruslands invloed, maar wordt zelfs
openljjk door zijn keizer geprezen en rijkelijk
begiftigd. Bittere en hard te verduren lessen
worden de Engelsche diplomatie door haar slim
mere zuster gegeven.
Bij gebrek aan werkeljjk belangrjjk nieuws
deelen wij onzen lezers het een en ander mede
uit een onderhoud, dat de Weener-correspondent
der Daily Telegraph met een »Oostersch staatsman
van Europeeschen naam" had. Deze diplomaat
overtuigde zich, toen hij Petersburg verliet, dat
het gordijn op 't punt was na het eerste bedrijf van
het Engel8ch-Russische drama te vallen.
De tweede acte zoo zeide hij zal na een
kleine pauze beginnen en uitsluitend in het toover-
land der diplomatie spelen. De Russen houden
zich er van verzekerd, dat zij langs vredelievenden
weg tot een oplossing der kwesties, welke beide
landen het meeste belang inboezemen, kunnen
komen, dat het hun weinig moeite kosten zal, En
geland te gewennen aan de gedachte, dat Turkije
en Perzië moeten opgeofferd worden, wanneer het
tot een eindschikking met Rusland wil geraken.
De Russen beweren, dat Engeland ten laatste ruot-i
inzien, hoe onmogeljjk het is op den duur de
Turksche heerschappjj in Europa in stand te laten
bljjven, terwijl de regeering der shahs een trap van
verval heeft bereikt, waarop weldra algeheele
ondergang moet volgen. De hoofdpunten van het
Russische plan bestaan hieruit, dat Rusland zich van
Konstantinopel meester maakt en Engeland Smyrna
met een ander deel van het Turksche rjjk, onverschil
lig welk, neemt. Wat Centraal-Azië betreft, zoo
is Rusland bereid aan Engeland de meest afdoen
de verzekeringen te geven, dat het Indië niet zal
aantasten. Het verlangt aldaar niets anders dan
een uitweg naar zee, en met dit doel wenscht het
de havens Bushir in Perzië en Bender Abbas
tusschen Laristanen Beloedsjistan in bezit te nemen.
Rusland zou tevreden zijn met Bender Abbas,
'indien het land daarom heen niet zoo onvrucht
baar en het klimaat niet zoo ruw was. Op
t oogenblik staat het in naam onder Engelsch
protectoraat.
Ruslands plannen in Azië, vergeleken met de
voornemens ten opzichte van Konstantinopel, zijn
slechts het dessert na een luisterrjjk banket.
Blijkbaar gelooft Rusland, dat andere mogendheden,
in hetgeen het zelf voor onvermjjdeljjk houdt, zal
toestemmen, indien Engeland tot de verdeeling
van Turkije is over te halen.
Meer moeilijkheden denkt Rusland te ontmoeten
bp het verwezenlpken harer plannen in Centraal-
Azië. Daarom zal het hiermede eerst voor den
dag komen, wanneer het in staat is die ten uitvoer te
brengen, zoo mogelijk met geweld van wapenen,wat
het derde bedrijf van het drama zou zijn. Voor het
oogenblik beperken zich Ruslands toebereidselen
tot het ontwerpen en aanleggen van spoorlijnen,
het oprichten van nieuwe forten en het organi-
seeren van die geweldige elementen eener krijgs
macht, waardoor Tamerlan en de Mongoolsche
krijgsheld Ginghis-khan de wereld deed sidderen.
Gerustelpk is deze macht op verscheidene honderd
duizend ruiters te schatten.
Verder gelooft de staatsman, dat Rusland op een
vriendschappelpke overeenkomst met Engeland
rekent. De Engelsche liberalen en conservatieve
diplomaten verontrusten zich ernstig oyer de
pogingen, door Duitscbland aangewend om op ieder
punt der aarde den Britschen handel te onder
manen en er Duitsche handelsinriohting voor in
de plaats te brengen. Engeland kan alleen door
een samengaan met Rusland der handelspolitiek
van Duitschland paal en perk stellen.
Ten slotte spoort de Oostersche diplomaat
Engeland aan met Turkije en Perzië onmiddellijk
een bondgenootschap te sluiten, wil het Engelsche
rijk niet aan de eerzuchtige Russische plannen
ten offer vallen, want Rusland heeft toch slechts
alleen zijn eigen voordeel op het oog en zou,
indien Engeland dwaas genoeg ware zjjn voor
slagen aan te nemen, nadat het zyn eersten buit
beet had, immer meer eischen.
Zooals de zaken nu staan, laat het zich aanzien,
dat de tweede acte van het schouwspel lang zal
duren, ja zelfs vreezen wjj, dat het een bloedig
naspel zal hebben, al zjjn de omstandigheden niet
juist zoo, als de Oostersche diplomaat ze aan deD
Weener correspondent van Daily Telegraph voor
stelde.
(Slot.)
Onmiddellpk aan den keizerlijken burcht grenst
de St. Veitsdom, welks talrijke spitsen en bogen
een waar sieraad van Praag zyn. Als door een
wonder is dit gedenkteeken van middeleeuwsche
bouwKunst in de stormen des tjjds gespaard ge
bleven; gebouwd, afgebroken, nieuw opgebouwd,
meermalen afgebrand, dan weer het doelwit van
een bombardement, is de dom als de vogel Phoenix
immer schooner uit de asch verrezen. Sedert
1859 heeft een bouwcommissie zich ernstig tot
taak gesteld den dom van binnen en van buiten
te restaureerener wordt vip tig gewerkt en bin
nen weinige jaren hoopt men dit grootsche plan
te voltooien. De kerk beantwoordt van binnen
volkomen aan het schoone uiterlijk. Twaalf ka
pellen, bijna alle naar adeljjke Boheemsche ge
slachten of heiligeD genoemd, omkransen het
hooge schip. De Wenzelskapel, door Karei IV
gesticht en in 1367 ingewjjd, trekt door de eigen
aardige, ruwe, met kostbare edelsteenen ingelegde
en met oude fresco's gesmukte wanden in de
eerste plaats onze aandacht. Hier bewaart men
den jjzeren helm en het pantserhemd van den
heiligen Wenzel, den eigenlijken stichter van den
St. Veitsdom. Wenzels sympathieën voor het
Christendom verbitterde den nutiouaien adel, toen
nog grootendeels heidensch. Zyn eigen broeder
Bolivar, het hoofd der ontevredenen, lokte den
vromen Hertog naar zyn residentie en vermoordde
hem aldaar. De leeuwenkop met den ring aan
de deur der kapel zijn dezelfde, waaraan de hei
lige zich in zyn doodsangst vastklemde.
Ook de andere kapellen bevatten allerlei herin
neringen aan heilige of historische personen. In
het koor der kerk staat het zilveren grafteeken
van den H. Nepomuk. Minder uit het oogpunt
der kunst dan om de reëele waarde is het van
beteekenis; het werd in 1736 uit 3700 pond zilver
gegoten en vertegenwoordigt een bedrag van
210.000 florijnen.
Behalve eenige kerken, een gesticht voor adel
lijke dames en het paleis van den vorst van
Lobkowitz behoort nog verder tot het gebied van
den keizerlyken burcht het oude „Oberstburg-
grafenamt", een groep sombere gebouwen en torens
met even duistere herinneringen. Onder deze
torens, tot in de vorige eeuw gevangenissen voor
schuldenmakers en bedriegers, maar tevens voor
andere ongelukkigen, heeft vooral de Daliborka
of hongertoren een treurige vermaardheid verkre
gen. Hier smachtte de ridder Daliborka, wegens
opruiing der boeren gevangen, tot aan zyn terecht
stelling. De sage, dadelijk bereid eenige poëzie
te verleenen zelfs aan de donkerste bladzijden uit
het boek des menschenlevens, liet hem gedurende
zijn eenzaamheid troost vinden in het vioolspel.
Zijn schoon spel lokte eindelijk de armen aan de
vensters van zijn duisteren kerker; tot loon
schonken zjj hem diep ontroerd een deel van hun
dageljjksch hrood. Daliborka hongerde, maar was
niet tot dien vrceselyken dood veroordeeld, waar
naar deze toren den tweeden naam draag*. In
het eerste vertrek wanneer men die kale ruimte
met dikke muren zoo noemen kan is aan de
kanten de afdeeling der cellen zichtbaar, waarin
ie arme veroordeelde zich nauwelijks bewegen
kon, steeds bewaakt door den strengen blik van
een onbarmhartig cipier. Het lot dezer ongeluk
kigen was hard, maar zalig in vergelijking met
dat van hen, die in het onderaardsche gewelf
zuchtten. Wij dalen een trap af en bevinden ons
in een muf, duister hol. Daar boven drong nog
een enkele 9traal van daglicht door, hier verspreidt
het lampje van de ons rondleidende vrouw, slechts
een flauwe schemering. Dezelfde indeeling als
boven, het best te vergelijken met de inrichting
der wandelplaatsen in onze cellulaire gevange
nissen, de cellen aan de kanten van den cirkel.
In 't midden gaapt een diepe ronde opening,
aan welker rand de groeven der ringen zichtbaar
zijn, waaraan de tot dien hongerdood veroordeelden
met zware ketenen geklonken waren. Dan, niet
hier moesten zy sterven. Wie het eerst aan de beurt
was, werd met een weinig brood en water in het
open graf neergelaten en scheidde daar beneden
onder de vreeselijkste kwalen uit dit leven
voor hem zoo ellendig maar in den angst voor
den dood nog dierbaar. Zyn lotgenooten hoorden
de luide jammerkreten, het zwakker en zwakker
wordende weegeklaag, eindelyk den doodsnik van
den bevryde. Op deze wijze stierven zij duizend
dooden, en als ware dit niet genoeg, zoo was aan
hen opgedragen, weldra zelf neergelaten, het lijk
van hun makker te begraven, want op den bodem
van het eerste graf was een tweede, een vierkante
diepe put, waaruit de stank der ontbonden lijken
opsteeg. Afschuwelijker kan Ugolino's honger-
toorn in Pisa niet geweest zyn, en wilt gjj, lezer,
u een begrip vormen van de folteringen van zulk
een lydsn, lees dan in Dantes Inferno (Gez. 33)
na, hoe de dichter Ugolino zelf in verheven smart
deze jammeren laat schilderen.
Met recht zegt een Duitsch philosoof, om zyn
bitter pessimisme zoo dikwyls hard gevallen: de
rnensch is in werkelijkheid een wild, ontzettend
.lier, alleen getemd door eenige beschaving. Wie
zal dit by het aanschouwen dezer gruwelplaatsen
durven tegenspreken? Aan verfijnde wreedheid en
onverbiddelykheid overtreft hij zelfs het verscheu
rende dier. Aleer wjj ons huiverend en vol afschuw
over de onbarmhartigheid der menschen van dit
oord verwijderden, wees men ons in ditzelfde
gewelf een nauwe cel, waarnaast een schoorsteen
andere veroordeelden vonden hier, door rook
gestikt, den dood. Des menschen teilbaarheid in
aanmerking genomen, mag men betwijfelen, of
alleen schuldigen hier hun leven eindigden. Heb
zucht en wraakzucht zullen zonder twyfel menig
offer daarheen gezonden bebben.
Nooit heeft het zonnelicht zoo helder en vrien
delijk geschenen en heb ik het zoo blijde begroet
als na mijn bezoek aan den Hongertoren, de
laatste in volgorde van de merkwaardige plaatsen
op het Hradschin. Gelukkig biedt Praag overvloedig
gelegenheid om zich spoedig van deze duistere
herinneringen en indrukken te beviy len, want
Praag zelf is geen sombere stad. Heeft de toerist
aan zijn dorst naar historische kennis voldaan
ik zou zulk een oude interessante stad aanscbou
welijke geschiedenis widen noem.-n dan vindt
nij in de nieuwere wijk.-n kunstgenot van allerlei
aard; zelfs midden in den zomer ontbreekt het
daaraaD niet. Het in renaissance-sty 1 uitgevoerde
Boheemsche theater, met waarlijk luxurieuse in
richting rijk vergulde falcons door korinthische
zuilen gedragen de Duitsche schouwburg,
verscheidene zomertheaters, schoone muzn kuit-
voeringen tegen belachelijk geringen prys op het
ScLiützenei'and en op het Sofieneiland stellen
den reiziger in staat zijn avonden op de aange
naamste wijze door te brengen Op straat heerscbt
groote levendigheid, alom ziet men dat handel en
industrie bloeien, in de hoofdstraten lokken de
fraaie winkels den liefhebber tot koopen uit. In
één woord Praag maakt een allerprettigste n in
druk op den doorreizende. Ik wil in 't midden
laten, of dit niet voor een groot deel is toe te
schrijven aan de opgeruimde, onbezorgde stemming
van den toerist, die bereid is alles van den goeden
kant te bekyken of als de Duitschers zouden
zeggendie alles van een objectiet standpunt
beschouwt.
In 't bijzonder trof my in het nieuwe gedeelte
de uitstekende straatverlichting. Wy, Nederlan
ders, noemen ons zoo gaarne en met trots het
meest verlichte volk van Europa; gold dit toch
ook met het oog op ons kunstlicht 1 In onze
groote en kleine steden wandelen we 's avonds
in een onbehagelijk duister. In de groote
brandende lantaarns om de ander of gelyken op
nachtpitjesin de kleine rekent men op het lieve
maanlicht, dat zoo meedoogenloos dikwijls by ons
achter duistere wolken verborgen is. Goddelyke
nooit volprezen Holland9ch6 zuinigheid Intusschen
geef ik onzen gemeentebesturen in bedenking eens
een kjjbje in Praag te nemen. Ook daar brandt
men eenvoudig gas, maar in de breede straten
geven sierlyk bewerkte candelabers met twee armen,
op de pleinen dergelyke met vier armen een
helder flink licht.
Van den stryd tusschen de Czechische en
Duitsche party bemerkte men uit den aard der
zaak by een bezoek van weinige dagen niet veel.
Wel bleek ons een enkele maal duidelijk, hoe ge
ring de sympathieën over en weer zijn. Zoo
schold onze waard, een volbloed Duitscher, den
Bohemers hun huid vol over hun dry ven en woelen,
terwijl een warm patriot, dien wy in den trein
ontmoetten, niet genoeg op de Duitschers kon
afgeven. Vooral moesten het de Noord-Duitschers
ontgelden, die hy eenvoudig weg brutale indringers
noemde. Ik laat deze benaming voor rekening
van den Bohemer. By zyn ontboezemingen had
hy ons met een scheel oog aangezien, maar bij
onze verzekering, dat wjj uit het verre neutrale
Holland kwamen, klaarde zyn gezicht op en ver
langde hjj te weten, of wij Praag niet een stad
uit duizenden vonden. Gelukkig voor hem en ons
konden wjj volmondig de schoone stad en den
vriendeljjkeu, buitengewoon beleefden inwoners een
welgemeend woord van lof toezwaaien. Een ver
genoegd gelaat en een bjjzonder hartelyke goede
reis" bjj het afscheid was ons loon.
Ter IVeuasen, 18 Mei. Binnengekomen de
Engelsche stoomboot Woodstock, gez. Fulton, van
Middlesbro met ruw jjzer en de Nederlandsche
stoomboot Ondinegez. De Jonge, van Londen
met stukgoederen.
Vertrokken de Nederlandsche stoomboot Mars,
gez. Visser, naar Londen en de Engelsche stoom
boot Achilles, gez. Higham, naar Liverpool, beide
met stukgoederen.
Aan S. Verschillende redenen nopen ons voor
uw vriendeljjk aanbod te bedanken. Wy krygen
zooveel aanbiedingen in denzelfden geest, dat het
zelfs onmogelijk is om ze in overweging te nemen
Rotterdam, 18 Mei. Tarwe redeljjk ter markt
overige artikelen scbaarsch. Marktprjjzen alsvoren.
Amsterdam, 18 Mei. Raapolie op 6 weken
30. Lijnolie 24f.
Amistnrdam.
örAATSLEENINÖKH.
Nederland. Cert. N. W. Sch. 21/j pet,
dito dito dito S
dito dito dito 4
dito Obl. 1878 1000. 4
dito dito 1888 4
België. Obligatien21/,
Frankrijk. Origin. Insch- S
Hongarije. Obl. Leening 1867
fl. 120
dito Gondleening
dito dito 11. 500
Italië. Cert. Adm. Amsterd.
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov.
dito Febr.-Aug.
dito Jan.-Jnli
dito April-Oct,
dito dito Gond
(Polen. Obl. Schatkist 1844
Portugal. Obl. Btl. 1853/80.
dito dito 1881
R usland. Obl. Hope C.
1708/1815
Cert. Inschr. 5e Serie 1854.
dito dito 6e 1855.
Obligatien 1862
dito 1864 1000
dito 1864 100
dito 1877 dito
dito Oostersche le serie.
iito dito 2e
dito dito 3e
dito 1872 gecon. dito
lit 1873 gecon. dito
dito 1884 gecon. dito
5 i Leening dito
i i860 2e Leetimg dito
(>te 1875 gecon. dito
'<i< 1880 gecon. dito.
iito 4e Leen. 184244
teigatie-Leening 1867/69
',ito dito 1859.
- rt van Bank-Assign.
panje. Ooi. Buit. 867/75.
dit.. dito 1876.
Iito Perpetaeele
•ito Bmnenl.1000-5000
urkije. Ob.. Alg. Sch. 1865,
dito geregistreerde
iito dito 1869
igypte. Obl. Leening 1875.
dito spoorweg dito 1876
ereen. Staten Obi. 1877
dito dito 1873
razilië. Obl. Londen 1865
dito Leening 1S'75
dito 1863 fi 100
rSBU3TBIEEL8 BS
OKD3KKES
ederl. Afr. Hand.-V. don.,.
Ned. Hand.-Maatscb. aand.
reBContre
Ned. Ind. Handelb. Aam.
dtoomvaartm. Java Obi.
ito Zeeland Aand.
iito dito Prefer, dito
dito dito Obl
uatschland. Cert. Kijkaoana
Adm. Amsterdam
®o.'«BEvijk. Aand. O. H. B.
SPOOSWBSL
ÜSederland. Obl. Maats, tot
Bxpl. van otaats-Spw. Aand.
Ned. Cent. Spw. Aand. ƒ350.
dito geste rap. Obl. 50
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned Rijn.Spw. volgef. Aand,
N.-Brab. Boxt. Obl. gestemp.
1876/80
Zuid Ooster sp. Obl.
ongarije. Theise. Spoorw.
Aand. 6. 200
dto dito Obl
Italië. Victor Em. sp. Obl.
Znid-ltal. Spw. Obl.
Oostenrijk. F. O. Sp. Obl
folen. Wars.-Brom. Aand.
Warschau-Weenen dito.
osland. Gr. Sp. Maats. Aand,
dito Hypoth. Obligatien
16
Mei
101
1011/8
101
B
6
9
9
66I/4
9
0
9
66I/4
9
0
9
9
S
9
9
V
t
f
668/4
-
i
n/4
4
6H/4
FI8 ASCISS
[IK 8 E 8
9
a
9
9
9
9
9
3
9
3
9
577/8
3
9
a
9
631&
l. 5
9
l2i
9
94
18
Mei.
663/jg
797,8
101
1011/s
1011/4
981/.
88
em/g
657/g
en7/"
édh/o
- 8*5/8
99
887/8
971/a
588/4
571/8
921'.
93'
85
78
SU/2
551/s,
641/j
10 3/4
42
721/4
1003/4
1013/4
865/1,
673/4
*51/4
1-03/4
941,8