W oensdag
29 April.
Middelburg 28 April.
Licht en Schaduw.
Dit bïad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent;
Advertentiën* 20 Cent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
So
W
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van der Peul, te ZierikzeeA. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peiji Jz
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daübi en Cie., John F. Jones opvolger.
Omtrent de oplossing van de hangende
ministrieele crisis bepalen de mededeelingen
zich tot enkele geruchten betreffende per
sonen, die genoemd worden als opvolgers
van den heer Grobbée, geruchten, die ditmaal
van zeer bescheiden omvang blijven, een ge
volg voorzeker van den uiterst beperkten kring,
waarin de heer Heemskerk zijne pogingen, om
een minister van financiën te vinden, kan aan
wenden. De tijding, dat Z. M. den heer
Grobbée zijn gevraagd ontslag niet wil verleenen,
behoort, naar onze meening, tot die on-dits,
welke zonder eenigen grond door een ijverig
correspondent der wereld worden ingezonden,
om menigeen verbaasd te doen staan. Het
zou toch zeker een allerzonderlingsten indruk
maken, wanneer de heer Grobbée werd ge
handhaafd op een zetel die zonder nog te
spreken over de belangen van ons land
voor hem zei ven een pijnbank moet wezen
en dien hij reeds lang heeft bezet, naar onze
gissing, louter om den premier niet in ongele
genheid te brengen. Nu het hem eindelijk
onmogelijk viel om zich langer staande te
houden, na het krachtig woord in de eerste
kamer gesproken, zullen zijne genegenheid en
hulpvaardigheid tegenover den heer Heemskerk
zeker niet zóó ver gaan om nogmaals eene
taak te hervatten, die moeilijk en tevens zoo
hoogst ondankbaar is.
Voor den premier een zeer pijnlijke toe
stand, en geen wonder, dat wij telkens vernemen
van buitengewome vergaderingen, die door
het kabinet worden gehouden.
Het pad van een minister van financiën is
zoo oneffen en lastig, dat wij ons haast niet kunnen
voorstellen, hoe iemand zich bereid verklaart
de nalatenschap van den heer Grobbée te
aanvaarden, tenzij de ambitie iemand de scha
duwzijde, aan de betrekking verbonden, geheel
over het hoofd doe zien en alleen doe staren
op de enkele lichtpunten, die daarbij vallen
op te merken.
En toch zal er een minister van financiën
moeten optreden; en bij zulke gelegenheid
komt de onhoudbare toestand, waarin wij
verkeeren, weer duidelijk aan 't licht.
Ons hoogerhuis heeft in de laatste jaren steeds
om eene in sommiger ooren wellicht al te
alledaagsch klinkende maar toch niet minder
juiste uitdrukking te bezigen, de kat de bel
aangebonden. Als er iets gebeurde, dat minder
goed wasals een minister een vermaning
moest ontvangen, dan deed zij het en gaf haar
jongere zuster daardoor een beschamend
voorbeeld.
Haar kracht deed de zwakheid der tweede
kamer te meer uitkomen.
In onderwijszaken toonde zij zich vaak het
fermst door haar waarschuwend non-possumus
te doen hooren, wanneer er aan den overkant
van het binnenhof gevaar dreigde te ontstaan
voor de beginselen, die wij in onze schoolwet
met hand en tand wenschen te verdedigen.
Wij weten nog, hoe indertijd de Zeeuwsche
afgevaardigde, de heerPické, zich krachtig deed
hooren.
Te waarschuwen tegen den gevaarlijken weg,
die de verwarring in onzen financieelen toestand
zou doen toenemen, en waarop de heer Grobbee
voortschreed, zwenkende naar links en naar
rechts het was het werk van het eerste-
kamerlid, den heer Fransen van de Putte.
De eerste kamer vorderde vastheid van
beginselen; de tweede kamer, zwak als zij zich
gevoelde, werkte een ministerie in de hand, dat
niet wist wat het wilde, en, zooals Thorbecke
het indertijd noemde, een ministère de circon-
stance was.
Trouwens zij kon niet anders.
Hoe wil men kracht uitoefenen als men zelve
$ie mist?
En wanneer straks weer een minister van
financiën haar tegemoet treedt met een onbepaald
plan of zonder vaste beginselen dan kan ons
lagerhuis toch niet vorderen, dat hij duidelijk
aangeve, wat hij wil.
Dit is de groote schaduwzijde van den
tegenwoordigen toestand.
Maar daartegenover zijn er nu ook licht
zijden aan te wijzen.
Wij zijn thans, gelooven wij, een belangrijk
keerpunt genaderd. De strijd, jaren lang
gevoerd, zal allengs 'verminderen, om tweeërlei
redenen. In de eerste plaats omdat de groote
strijdvraagde schoolquaestie, veel van haar
kracht zal gaan verliezen, wanneer aan de
financieele eischen, die de wet stelde, meer en
meer is voldaan. Voornamelijk de sclioolbouw
is reeds ver gevorderd, en in Zeeland bv. zijn
wij spoedig het eindpunt genaderd. In de
tweede omdat, tegenover de meerdere aan
eensluiting van liberalen in de tweede kamel
en in ons land, er zich teekenen voordoen, dat
de band der tegenstanders zwakker wordt.
Wij brachten daarvan reeds eenige staaltjes
onder de oogen onzer lezers. De tyrannie van
den leider der anti-revolutionairen worden velen
moedeen de teleurstelling, die mannen als
de hrn. De Savornin Lohman en Keuchenius
bij het begrootings-debat in de kamer hun
aanhangers hebben bereid, weinig geschikt
als zij bleken te zijn om als leiders op te
treden, hebben veler verwachting in rook doen
opgaan.
De katholieke organen verheelden dit niet;
zij gaven duidelijk hun misnoegen te kennen,
dat al het samenwerken om dergelijke mannen
in de kamer te brengen hen verdroot, omdat
het zoo weinig vruchten opleverde.
Aan die zijde werd men ongeduldig en is
men ontevreden. De verkiezing in 's Graven-
hage gaf bovendien den doorslag en al vleien
wij ons niet, dat de residentie nu beslist voor
de liberalen koos zij hielp toch mee onze
partij te versterken en een stap voorwaarts te
doen, wat aan dr. Kuijper de pijnlijke ver
klaring ontlokte „Nu zijn de liberalisten weer
baas en wij er voor goed onder". Als zelfs,
zooals de redactie van het Wag. Weekblad
schreef, velen harer aanhangers liever stemmen
zouden op een liberaal dan op een anti-revo
lutionair, van Kuijperianisme verdacht, dan
zegt dit duidelijk genoeg, dat er op den bodem
der gemoederen van die tegenstanders iets
schuilt, wat voor ons een lichtpunt mag heeten.
Aan die zijde dus verzwakking; aan onzen
kant meer kracht.
De drie en veertig liberale leden der tweede
kamer hebben ten minste de macht om in het
land de verflauwde geestdrift voor de liberale
beginselen weer op te wekken, door, zooals reeds
de twee en veertig leden bij de behandeling
der staatsbegrooting deden, te toonen wat zij
willen en hun eendracht te bewijzen.
Om beslissingen te nemen zijn zij nog te veel
afhankelijk van het toeval, maar niet om te
bewijzen, dat zij gezamenlijk weten, wat zij
willen. Het gemis daarvan maakte juist bij
de laatste verkiezingen zoo menig liberaal
onverschillig en vergemakkelijkte de overwin
ning der tegenpartij. Draagt hun houding
het teeken van overleg, het verlevendigt
de hoop, dat uit zulk overleg nog eens een op
den voorgrond zal treden, die als leider der
partij van zelf blijkt aangewezen.
Dit is, dunkt ons, de geleidelijke weg om
uit den toestand te geraken, waarin wij ons
thans bevinden.
Wij hebben nog te veel vertrouwen in de
gehechtheid der meerderheid van ons volk aan
de liberale beginselen, om niet te gelooven, dat
zulk een voorbeeld een goeden invloed zou
uitoefenen, en bij de eerstvolgende gelegenheid
wij van zeiven uit menig wankelbaar district,
waar de verbonden tegenstanders met moeite
de zege behaalden, versterking in de kamer
zouden verkrijgen- Want dan weten de libe
ralen ook met welk doel zij hunne krachten
inspannen I
De quaestie of het, om op dep goeden weg
te geraken, heter iskieswetwijziging of
gi i-udwetsherziening op den voorgrond te stellen,
gaf ons aanleiding tot deze opmerking. Voor
het bezigen van een der beide middelen zien wij
nog geen gelegenheid. Daartoe staan de partijen
in de tweede kamer nog te veel in getalsterkte
gelijk en zullen de kansrekeningen te grooten
invloed uitoefenen. En wij meenen om dezelfde
redenen, dat de voorgestelde kiestabelwijziging
ook niet tot stand zal komen.
Een langer weg zullen wij moeten afleggen
om verbetering te krijgenwij dienen te
wachten tot 1886.
En daarom is het van het hoogste belang
dat in het tijdperk, dat ons daarvan nog
scheidt, duidelijk aan het licht kome, wat een
liberaal lid dezer dagen verzekerde, en waar
van enkele bewijzen reeds werden gegeven,
dat hij en de zijnen in de kamer vast aaneen
gesloten zijn.
Dit zal voor een aanstaand minister van
financiën ook gemakkelijker wezen, omdat hij
dan tenminste geen pogingen behoeft te doen,
in den geest van den heer Grobbée.
De tweede kamer is bijeengeroepen tegen Dinsdag
12 Mei, des namiddags te half drie.
In de heden te Amsterdam gehouden algemeene
vergadering der stoomvaartmaatschappij Zeeland
zijn met algemeene stemmen aangenomen de
vroeger meegedeelde voorstellen tot goedkeuring
der postovereenkomst en tot machtiging van de
directie en commissarissen omtrent financieele
voorzieningen, in verband met de uitbreiding van
den dienst.
In de heden gehouden algemeene vergadering
van stemgerechtigde deelgenooten in de Commercie-
Compagnie te Middelburg werd de balans over
het jaar 1881 goedgekeurd.
Uit het verslag bleek, dat die maatschappij in
1884 ook onder den druk der tijdsomstandigheden
heeft geleden en genoodzaakt was het getal harer
werklieden in den loop yan het jaar te verminderen.
De werkzaamheden bepaalden zich tot verschil
lende herstellingen van meer of minder belang aan
stoomschepen,stoombooten,machines en stoomketels.
Het aantal werklieden bedroeg gemiddeld vijftig
en aan arbeidsloon werd hun uitbetaald ongeveer
ƒ34.000.
Verder werd besloten om van de zuivere winst
aan de deelgenooten uit te keeren eene som van
4 voor iedere duizend gulden van het oorspron
kelijk kapitaal.
Op zjjn verzoek, is eervol ontslag verleend aan
A. Braam, als plaatsvervangend dijkgraaf van den
Anna Jacoba- en "Willempolder, terwjjl benoemd
zijn tot plaatsvervangend djjkgraaf van den kleinen
Stellepolder, P. F. Thomaes; tot lid van het
bestuur der waterkeering van den calamiteusen
Hoofdplaatpolder P. F. Thomaes.
Zie laatste berichten in ons vorig nommer.
Benoemd tot telegrafist 2' kl. bij de rijks
telegraaf F. Lijbaart thans 3e kl. eii tot directeur
van het rijkstelegraafkantoor te Brouwershaven
A. Noteboom, thans tjjdeljjk kantoorchef aldaar.
Aan majoor Hackstroh wordt het commando
opgedragen over het 4e bat. 3e reg. te Vlissingen.
Dit jaar zal weder gelegenheid gegeven worden
tot het afleggen van een examen voor candid aat-
gemeente-secretaris. Naar de G. Crt verneemt,
is de secretaris der gemeente Goes benoemd in
de commissie voor de provinciën Gelderland,
Utrecht, Noord- en Zuid-Holland, en de burge
meester van Breskens c. a. in de commissie voor
de provinciën Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
De nieuwe standplaats van den heet W. C. Pos,
stationschef te Kapelle-Biezelingeis het aan-
sluitingspunt Vork bij Njjmegen.
In de heden te Zierikzee voortgezette raadszit
ting waren afwezig de heeren Schneiders van
Greiffenswerth, Zuurdeeg, Moolenburgh en Goemans.
Overeenkomstig het verzoek van het burgerlijk
armbestuur werd af- en overschrijving van ver
schillende posten op de begrooting voor 1884
goedgekeurd. Tot makelaar in alle vakken werd,
overeenkomstig zjjn verzoek en op voorstel van
burgemeester en wethouders, benoemd de heer J,
A. Legemaat.
Daarna ging men over tot eene gesloten zitting-
Na heropening werd het kohier voor den
hoofdeljjken omslag vastgesteld op ƒ22,148 en de
vergadering daarna gesloten.
Maandag 11. is, ten huize van den societeithouder
WKanaar te Zierikzee, de algemeene vergadering
van aandeelhouders der Zierikzeesehe stoomboot-
maatschappjj gehouden, waarin verslag en rekening
werd gedaan over den dienst van 1884 Daaruit
bleek, dat de winst- en verliesrekening der beide
stoombooten Stad Zierikzee n°. I en n". II sloot
met een nadeelig saldo van 3.388,32. De reke
ning is goedgekeurd.
Bij de uitloting van obligatiè'n in de geldleening
ten laste dezer maatschappij zijn uitgeloot zes stuks
en wel n°. 5, 36, 37, 44, 45 en 54.
De aftredende commissaris, de heer mr W. C.
de Crane, werd herkozen.
In een repliek aan prof. Sprayt, naar aanleiding
van de veel besproken opheffing der hoogeschool
te Utrecht schrjjft dr. Schaepman in de N. R. Crt
ook over de oprichting eener katholieke universiteit.
Hij verklaart daarbij, dat de stichting eener
katholieke universiteit in geen enkel opzicht in
verband staat of in verband stond met zjjne
meening over het opheffen van eene der rjjks-
hoogescholen in Nederland.
Hij voeg! daar uitdrukkelijk bij, dat hem niets
bekend is, wat de stichting eener katholieke
universiteit, in verband met de opheffing der
Utrechtsche hoogeschool, zou kunnen doen ver
wachten.
Ten slotte schrijft hjj
Indien men meent de stichting eener katholieke
universiteit te moeten vreezen, dan behoeft men
evenwel in de eerste dagen nog niet beducht te
zijn. De wet op het lager onderwijs vordert van
de Nederlandsche katholieken nog te veel offers
om hun vooreerst de kracht tot zulk een grootsch
werk te laten. Maar dat eene katholieke univer
siteit in Nederland komen zal, staat voor mjj als
de natuurlijkste zaak ter wereld vast. Ik herhaal
echter uitdrukkeljjk, dat de opheffing eener rjjks-
hoogeschool met deze zaak niets gemeen heeft."
H. M. de koningin zal den 9en Mei a. s. van
het Loo naar het station Scherfede in Duitschland
reizen, om van daar per rijtuig Arolsen te bereiken.
Na aldaar een bezoek te hebben gebracht aan
hare ouders zal H. M. zich vervolgens naar Teplita
begeven.
Z. M. de koning zal den 13" Mei van het Lod
de reis naar Frankfort aannemen, aldaar over-,
nachten en den 14en naar Carlsbad vertrekken.
De maatschappij tot exploitatie van staatsspoor
wegen heeft ten gebruike van H. M. de koningin
een geriefelijken reissalonwagen laten vervaardigen}
met verschillende in elkander loopende comparte»
menten.
Den 16eS Februari 1600 werd Giordano Brand
te Rome levend verbrand, beschuldigd van onge
oorloofde dingen over den godsdienst te hebben
verkondigd, en als ketter het bestaan van meer
werelden dan ons zonnestelsel, en de onverander
lijkheid der natuurwetten te hebben geleeraardi
Reeds voor jaren werd door Draper in zjjn werk
Geschiedenis van de worsteling tusschen godsdienst
en wetenschap het denkbeeld geopperd een stand
beeld voor den martelaar der vrije gedachte op
te richten in de stad Rome zelf.
Dit denkbeeld zal waarschjjnljjk binnen kort
verwezenljjkt worden. Een centraal comité vatt
de universiteit te Rome is bezig de gelden daartoe
te verzamelen, en heeft een internationaal eereco
mité benoemd ter aanbeveling en steun in de
verschillende landen. In dit eerecomité hebben
o. a. zitting Victor Hugo, Renan, Paul Bert,
Spencer, Bradlaugh, Hackel, Buchner, Hamerling,
Castelar, Ibsen, De Laveleye, Minghetti, Moleschott,
en voor ons vaderland Hartogh Hejjs van Zouteveen
Van Houten en Frowein. Reeds is een som van
frs. 8500 bjjeengebracht.
Door den Haagschen briefschrijver der Zutph. Ct
wordt naar aanleiding van de Leidsche vergifti
gingszaak het volgende geschreven
„Het verderfelijke van de zoogenaamde onge
controleerde begrafenisfondsen is ook thans weder
aan het licht gekomen. Men neemt maar leden
aan zonder te vragen naar de betrekking tusschen
voorstellers en verzekerden, en werkt, door niet
de noodige contróle uit te oefenen, misbruiken in
de hand. De noodzakelijkheid van wetteljjke
regeling voor dergeljjke fondsen is reeds meermalen
betoogd, maar treedt door feiten als thans publiek
zjjn geworden, nog meer op den voorgrond. Zoo
moest het b. v, niet geoorloofd zjjn op iemands;