aargani Maandag 27 April. Middelburg 25 April. Polderbestuur van Walcheren. Gemengde Berichten. l>Qê Dit blad verschijnt dagelijks* met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën* 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van X -7 regels 1 ,S0 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. O MIDDËLBURGSC COURANT. Agenten zijn te Vlissingen: P. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Boiland, te Kruiningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhdijzen, en te Ter Neuzen A. Vak der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Men schrijft aan de Amst. Ct uit 's Hage, dat door onze regeering stappen worden gedaan, ten einde te verkrijgen, dat een der steden Amsterdam, Rotterdam of Vlissingen worde aangedaan door de door Duitschland gesubsidieerde stoomvaart lijnen. Het koninklijk Engelsch stoomjacht Victoria and Albert zal Dinsdag a. des avonds te Vlissingen aankomen om aldaar de terugkomst van H. M. de koningin van Engeland af te wachten. Te Zierikzee werd heden namiddag eene raads vergadering gehouden, onder voorzitterschap van den heer mr. J. P. N. Ermerins. De heeren Mulock Houwer, mr. Schneiders van GreifFenswerth en Zuurdeeg waren afwezig. Ter voorziening in de vacature van leeraar in de Engelsche en Fransohe taal aan de H. B. school werd, op voorstel van burg. en weth., besloten tot eene nieuwe oproeping van sollicitanten, op eene jaarwedde van 2000 en eene persoonlijke toelage van 400 bij volledige bevoegdheid. Daarna ging de vergadering ter behandeling van het kohier van den hoofdelijkeu omslag over in gesloten zitting. Na heropening werd zij verdaagd tot Maandag a., des namiddags te twee uren. Door den koning zijn benoemd bij het 3e reg. infanterie tot majoor de kapt. J. C. T. C. Hack- stroh, van het 7e reg.; tot kapt., de 2e luit.-adj. N. A. La Fontijn, van het korps en tot 1» luit., de 2' luit. P. D. Buyze, mede van het korps. Tot majoor directeur van 's rijks gieterij van bronzen geschut is benoemd de kap. L. J. Risseeuw van het le reg. vest. artillerie. Algemeene vergadering, gëhouden heden, Zaterdag 25 April 1885, voorm. 10 uren. Voorzitter de heer D. A. Dronkers. Afwezig de heeren Loeff, Snijders en Coppoolse, de beide laatsten met kennisgeving. De voorzitter opent de zitting met de volgende toespraak »Was ik, mijne heeren, bij de opening der voor jaarszitting in 1884 in de noodzakelijkheid u in herinnering te brengen bet overlijden van twee uwer medeleden, heden na de opening van deze voorjaarszitting heb ik den treurigen plicht te vervullen u mededeeling te doen van het plotseling overlijden van den opper-commies bij ons bestuur den heer J. Schraver. Zooals gebleken is, slechts schijnbaar hersteld Van eene ernstige ongesteldheid, welke hem nu een jaar geleden trof, overviel hem als 1t ware de dood midden in zijne werkzaamheden. Vrjjdag 17 dezer alhier nog werkzaam, overleed hij den daarop volgenden Zondag in den vroegen ochtend; in den ouderdom van 59 jaren. Tot opper-commies benoemd den 3 Juni 1869 Om als zoodanig den 1 Juli op te treden, is hij gedurende bijna 16 jaren met toewijding voor de belangen van onzen polder werkzaam geweest. Door zijn welwillend karakter en zijn vriendschap- psljjken omgang wist hij zich bjj het vervullen van zjjne vaak moeiljjke ambtsbezigheden veler sympathie te verwerven. Was hjj gezien bjj hen, die boven hem stonden, hjj verzekerde zich daar door de medewerking van allen, die onder hem dienden. Mogen wjj dus zjjn goede diensten in herin nering brengen en zijn heengaan van hier ons tot weemoed stemmen, zijne weduwe verliest in hem een zorgvol echtgenootzijne kinderen die steeds de dankbaarste herinnering aan hem zullen kunnen bewaren een liefhebbend vader. Wjj deden vanwege het polderbestuur aan de weduwe per brief van onze deelneming blijken en vermeenen daarmede ook in uwen geest te hebben gehandeld. Overigens hoop ik, dat de vergadering het zal billijken, dat wjj heden nog niet in de gelegenheid ssjjn voorstellen te doen tot vervulling van de opengevallen betrekkingwij zjjn echter overtuigd, dat het belang van den polder mede brengt, dat zulks spoedig geschiede. Binnen een niet te lang tijdsverloop hopen wjj u dus in buitengewone zitting bjjeen te roepen om onze voorstellen dien aangaande in overweging te nemen j inmiddels wordt op andere wijze in den dienst voorzien." De notulen van het verhandelde in de zittingen van 27 September en 20 November 1884 worden daarna gelezen en goedgekeurd. De voorzitter legt vervolgens over het verslag omtrent den toestand des polders in 1884, dat gedrukt aan de leden zal worden aangeboden. Daarna stelt de voorzitter aan de orde de polder- begrooting over 1885 en noodigt den heer mr. D. A. Berdenis van Berlekom uit, die zich met het onderzoek ervan heeft belast, daaromtrent rapport uit te brengen. De heer Van Berlekom voldoet daaraan en adviseert tot goedkeuring der begrooting. Van de aangeboden gelegenheid tot het voeren van algemeene beraadslagingen wordt geen gebruik gemaakt. Bij de artikelsgewijze behandeling vraagt de heer Van Lijnden eenige inlichting omtrent een in hoofdst. XII der uitgaven gebrachten post van 300 voor het maken van een dubbel van den kadastralen legger. De voorzitter antwoordt, dat de geheele uitgaaf, over twee jaren verdeeld, 600 zal bedragen. Bij hoofdst. III der ontvangsten wordt het gewoon dijkgeschot vastgesteld als volgt14.50 per hectare schotbaar en 6.30 per hectare vrij land, terwijl een buitengewoon dijkgeschot van 1 per hectare zal worden geheven. De begrooting, in ontvang en uitgaaf 388.765.37 bedragende, wordt daarna in stemming gebracht en met algemeene stemmen goedgekeurd. Zij is gesplitst als volgt On tvangsten. Hoofdstuk I, ontvangsten wegens vorige diensten, 7000. Htdst. II, opbrengst van eigendommen en be zittingen, 3.043.61. Hfdst. Ill, belastingen en heffingen, 250.447.12, waaronder gewoon dijkgeschot 232.972.07, buitengewoon dijkgeschot 16.905.04, afwaterings gelden 570.01. Hldst. IV, inkomsten van verschillenden aard, 3.574.37. Hfdst. V, inkomsten der straat- en zandwegen, 8.700.27 de tolopbrengst wordt op 6.362 geraamd. Hfdst. VI, buitengewone ontvangsten, 116.000, waaronder 70.000 als tijdeljjke geldopneming en f 46.000 4e serie der geldleening van 200.000. Uitgaven. Hfdst. I, uitgaven van vorige dienstjaren, nihil. Hfdst. II,kosten van gewone werken, 158.335.45 J (Noordwatering 132.359.73JOostwatering 10.613.65, Zuidwatering 7.872.96 en Westwa tering 7.489.11. Hfdst. III, kosten der buitengewone werken 23.042.97 J (regularisatie van stormschade in 1884 17.104.07^, puinglooiing 5938.89). Hfdst. IV, kosten der straat- en zandwegen, 8.693.88*. Hfdst. V, rentebetaling en aflossing van geves tigde schulden, ƒ165.761.46. Hfdst. VI. bezoldigingen en schadeloosstellingen 16.279.50. Hfdst. VII, kosten der inspectiën op de zee - werken, 700. Hfdst. VIII, onderhoud, 360. Hfdst. IX, grond en andere lasten, 1.004.76J. Hfdst. X, kosten van brand, licht en bureaube hoeften, 500. Hfdst. XI, druk-, bind- en schrjjfloonen, 500. Hfdst. XII, kosten van den kadastralen legger, ƒ600. Hfdst. XIH, verkiezings kosten, ƒ250. Hfdst. XIV, andere uitgaven, 3.430. Hfdst. XV, onvoorziene uitgaven, 9.307.34. Naar aanleiding yan de goedgekeurde begrooting worden de gewone afzonderlijke besluiten genomen, t. w. omtrent het buitengewoon dijkgeschot, de betalingstermijnen, de tijdelijke geldopneming en de vaststelling der 1' serie der geldleening van 200.000 ad 46.000. Daarna worden door den voorzitter namens het dag. bestuur de gewone machtigingen gevraagd. a tot overschrijding der aanbestedingen met 6 b om van art. 14 der uitgaven, af- en over te schrjjven tot 1/3en cjorn van art. 55, onvoorziene uitgaven, af- en over te schrijven op verschillende artikelen, ter concurrentie van 500. Vervolgens brengt de voorzitter in behandeling een voorstel yan het dag. bestuur over eene cir culaire van ged. staten omtrent wjjziging van het algemeen reglement der polders van 1873, speciaal ten opzichte der artt, 21 en 128 Aangezien de voorgestelde wijzigingen voor den polder Walcheren, die volgens een eigen reglement bestuurd wordt, van weinig aanbelang zijn, stelt het bestuur voor daartegen geen bezwaar in te brengen. Hiermede vereenigt zich de vergadering zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming. Eindelijk vraagt de voorzitter nog namens het dag. bestuur machtiging om op den dienst 1884 af- en over te schrijven van art. 5, stormschaden 1883, naar art. 1, werken noordwatering, 159.86 en van art. 56, onvoorziene uitgaven, naar art. 1, werken noord watering, 1886.02 naar art. 6, doorzjjpeling zoutwater, 58.65J, naar art. 34, rente tijdelijke geldopneming 1883, ƒ340.69 en naar art. 35, rente tijdelijke geldopneming 18841246.91, samen 3532.27J. Door den voorzitter gevraagd wordende of nog een der leden iets in het midden heeft te brengen spreekt de heer Cysouw, met het oog op den lagen waterstand, den wensch uit, dat hier en daar een dam zou mogen worden geplaatst teneinde het water eenigszins tegen te houden. De voorzitter zegt, dat het dag. bestuur tegen het leggen van dammen in watergangen is, wijl bij beoordeeling van den een benadeeling van den ander eruit voorkomt. Door het gemeentebestuur van Aagtekerke is aan het dag. bestuur de vraag gedaan om in den watergang aldaar een dam te mogen leggen en op dat verzoek is afwijzend beschikt. Deze mededeeling geeft den heer De Visser aanleiding om erop te wjjzen, dat het leggen van een dam te Aagtekerke hem zeer wenschelijk voorkomt. Bezwaren, die het dag. bestuur tegen sommige dammen hebben kan, kunnen niet tegen dien van Aagtekerke aangevoerd worden, aangezien dit een kistdam is die gemakkelijk kan worden weggenomen. De voorzitter verklaarde, dat tot de afwjjzende beschikking heeft bjjgedragen de meening van het dag. bestuur, dat een aarden dam zou worden ge maakt tegen een houten dam is misschien minder bezwaar. Wanneer het gemeentebestuur zich daarom nog maals tot het polderbestuur wendde, zou een nader onderzoek kunnen ingesteld worden, waardoor mogelijk aan het bezwaar kan tegemoet gekomen. De heer Bakker vraagt, of het ncodig is het water in den polder steeds op 0 te houden en of het niet mogeljjk is het eenige palmen hooger te laten. De voorzitter geeft inlichtingen. De regeling van het aftappen is aan Jen voorzitter, in overleg met het dag. bestuur, opgedragen, omdat die steeds worden geacht op de hoogte te zjjn van de behoeften der ingelanden. Nu is het de meening van het dag. bestuur, dat door het water bij zomerpeil op 0 te houden het meest het belang van alle ingelanden wordt bevorderd. Intusschen geeft de voorzitter de verzekering de beste zorgen te zullen wjjden aan den afvoer van het polderwater. Daarna legt de heer mr. D. A. Berdenis van Berlekom nog over een rapport omtrent den historischen oorsprong der suatie van Walcheren. De voorzitter dankt de commissie, die zich met de samenstelling van dit rapport heeft bezig gehouden, stelt voor het in handen te stellen van het dag. bestuur ter nadere overweging en het voorts ter visie te leggen voor de leden dezer vergadering. Alzoo wordt besloten. De heer Yan Berlekom zegt vervolgens nog met genoegen in het verslag omtrent den toestand des polders gelezen te hebben, dat die over het algemeen zeer bevredigend is, waarvan hjj zich ook bij de inspecties heeft kunnen overtuigen. Eene geschiedenis echter, die hjj in het verslag heeft gelezen, heeft hem bitter te leur gesteld, nl. dat aan de nieuwe bazaltglooiing over meer dan 3000 vierk. meter schade toegebracht is. Hjj dacht dat door den aanleg van bazaltglooiing zeer veel gewone stormschade zou voorkomen worden en zou het, zoo dit niet het geval was, betreuren dat voor het maken van bazaltglooiing aan den Westkapelschen djjk eene uitgave van 2 ton is gedaan, die niet aan het doel bleek te beantwoorden. De voorzitter geeft inlichting. Ook hem spijt het dat een zoodanige schade aan de glooiing is toegebracht, vooral omdat hjj zelve een voornaam aandeel in die aanzienlijke uitgaven gehad heelt. De zaak is echter niet zoo ernstig als de heer Van Berlekom vermoedt, wijl de schade niet overal maar slechts plaatselijk is voorgekomen, nl. tusschen djjkpalen 2224 en 1412. De eerstbedoelde schade is reeds verholpen door aangebrachte voorziening en de andere zal het bestuur zoo spoedig mogeljjk trachten te verhel pen. Eerljjk gezegd is 4t bet bestuur nog niet recht duidelijk, waardoor de schade tusschen djjkpalen 14—12 is veroorzaakt. Het is misschien daaraan toe te schrjjven, dat vroeger op die plaats groote schade aan het rijsbeslag is toegebracht, daardoor groote grondaanvulling noodig was en de steen- glooiïng alzoo de noodige stabiliteit mist, maar ook is het mogeljjk, dat de oorzaak gezocht worden moet in het eindigen der staketreien. Misschien is verbetering aan te brengen door een nieuw hoofd, langer dan het tegenwoordige aldaar, te maken. De proef zal ook genomen worden met het aanbrengen van zwaarderen bazalt. Alles echter daargelaten, wjjst de voorzitter erop, dat eene schade over 3000 M1 bazaltglooiing niet zoo groot is als het oppervlakkig schijnt. Nimmer is door het dag. bestuur beweerd, ook niet in zjjn voorstel van 25 Aug. 1881, dat nooit meer schade aan de bazaltglooiing zou komen, integendeel steeds is gezegd dat schade wel dege lijk mogeljjk bleef, maar minder zjjn zou dS,n vroeger. Wanneer men nu in aanmerking neemt dat sedert 1877 69400 vierk. meter steenglooiing is gemaakt, zal men zeker wel toegeven, dat de schade niet zoo groot is. De vooruitgang, door steenglooiing verkregen, springt ook in 't oog, wanneer men nagaat, dat de begrooting der gewone werken voor de noordwatering dit jaar 40.000 beloopt, welk cjjfer ook bjj het voorstel van Augustus 1881 werd geraamd. Dat, terwjjl nog slechts de helft der voorgestelde bazaltglooiing is aangebracht, nu reeds die uitkomst is verkregen, pleit wel voor het voordeel ervan. Daarom gelooft de voorzitter dat de uitgave van 200.000 voor den polder goede vruchten opleveren zal. Dit doet hem natuurljjk genoegen, vooral omdat het zjjne vaste overtuiging is, dat, wanneer eerst nu met den aanleg van bazaltglooiing be gonnen ware, de toestand allertreurigst zjjn zou. De heer Yan Berlekom, instemmende met het laatste door den voorzitter aangevoerde, dankt hem voor de gegeven inlichtingen. De zitting wordt daarna door den voorzitter gesloten. Hedenmorgen viel een aan toevallen Ijjdend persoon, terwjjl hjj aan den kant bezig was eefl tobben af te schuren, in het modderig water voor de meelfabriek te Goes. Na ongeveer een kwartieï zoekens werd hij aan de andere zjjde eruit ge haald; naar het gasthuis vervoerd is hij echter kort daarna overleden. In Odessa moet men den toestand zoo ernstig inzien, dat verscheidene Engelsche huizen al htinnë onderhandelingen over zaken afbraken, en hunné rekeningen afsloten, zich gereed makend om dë plaats te verlaten. Het gerucht, dat bjj dett aanstaanden oorlog de Russische regeering kaper» brieven zou uitgeven, heeft de ongerustheid niet weinig vermeerderd. Truth beweert, dat koningin Victoria eigen handig een schrijven aan dén keizer van Duitsch land gericht heeft, in het belang van den vrede: Ook meent het blad, dat, indien te Darmstadt de grootvorst en grootvorstin Sergius van Rusland de koningin ontmoeten en een eindweegs met haat samen reizen, daaraan do beteekenis moet gehecht worden, dat zjj eene goede boodschap overbrengen. Naar men verneemt, zal de Pransche minister Allain-Targé Zaterdag aan den president der Republiek, een decreet voorleggen tot het verleenert van gratie wegens politieke misdrjjven, onder anderen aan Louise Michel, prins Krapotkin eil Emile Gautier. Woensdag ontstond te Roubaix in een spinnerij door het warm loopen van een as brand; die zoo snel om zich greep, dat in minder dab een uur de fabriek, die in twee straten de lengte van 100 meters besloeg, in een vuurpoel herschapen werd. Verscheidene huizen vlogen door de over- groote hitte in brand en werden een prooi der vlammen. Intusschen leverde de aangrenzende boulevard Gambetta, waar 't kermis was, een vreeseljjk schouwspel op. Ook hier stond alles eensklaps in brand; in een menagerie verbrandden drie leeuwen, een panter en een beer in hun hokken. Gelukkig bleek het gerucht, als zouden eenige wilde dieren ontvlucht zjjn, onwaar te wezen. Menschenlevens zijn gelukkig niet te betreuren. De schade werd op eenige millioenen begroot. Toen de dood van generaal Grant voorzien werd ontstond er een wedstrjjd tusschen verschil lende Amerikaansche dagbladen, om het eerst het I bericht van de treurige tjjding te hebben. Eenige reporters, die ontdekt hadden dat een confratey

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1