N° 96. 128® Jaargan Vrijdag 24 April. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco f 3,50; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën* 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1 -7 regels 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Mi&dalburg 23 April. tl FEUILLETON. HET PORTRET. Vergadering der vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid en Noord-Beveland, A IIIDDELBURGSCHE Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruiningenF. Van esp. Peul, te ZierikzeeA. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieüwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van der Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. In het ons toegezonden jaarverslag der stoom vaartmaatschappij Nederland lezen wij een en ander over de contracten, die de regeering met de geregelde stoomvaartlijnen voor het vervoer van de mail gesloten heeft. Dit geschrevene verdient vooral de aandacht, omdat, zooals men weet, een zeer hoog port voor de brieven naar onze eigen koloniën wordt gevor derd, terwijl in andere landen die port naar Oost- Indië' aanzienlijk lager is. In haar verslag herinnert de directie eraan, dat de staat aan de maatsehappij Nederland minstens een bedrag van 3000 per enkele reis over 52 zulke reizen heeft gewaarborgd, maar dat daardoor de zware onkosten door den maildienst aan de maatschappij veroorzaakt, en de kosten, die zij meer moet maken dan hare concurrenten, zoowel wat keuze van schip en machine, als wat de exploitatie betreft, slechts ten deele worden gedekt. De bijpassing van den staat vermindert echter elk jaar wegens de vermeerdering van het vervoer, dat van 11,319 kilo in 1881 tot 37,552 in 1884 is gestegen. De bijpassing bedroeg in 1882 117,000, in 1884 was zij tot 102,000 gedaald. De waarborg, dien de Ned. mail ontvangt, komt uit per geogr. mijl op ƒ1.27. Daarentegen ver goedt Engeland ƒ22.21, Frankrijk 25.84 per geogr. mjjl, en zal de Duitsche mail op Oost-Azië ongeveer 20 ontvangen. Uit deze cijfers blijkt, dat de vergoeding voor ons land betrekkelijk zeer gering is, en dat daardoor een hoog porto voor brieven niet gewettigd is. Aan aandeelhouders der maatschappij wordt over het afgeloopen jaar geen dividend uitgekeerd. De oorzaken zijn gelegen in de lage en steeds lagere vrachten, een gevolg van de toenemende concur rentie. Bovendien werkten daartoe mee de ern stige financieele crisis in Indië en de geweldige daling der prijzen van de hoofdproducten, waardoor goedkoop vervoer het hoofdstreven werd der exporteurs. De winst- en verliesrekening sluit echter zónder nadeelig saldo. De 34 reizen der stoomschepen hebben een batig saldo opgeleverd van 203.236; de diverse baten en het saldo der vorige rekening zijn 32.931de assurantie eigen risico heeft de belangrijke bjjdrage tot de winst geleverd van ƒ225.131, en de rekening van afschrijving stond nog credit 100.000. Yan de baten, te zamen 561.300, moeten nog bestreden wordenHet verlies op de exploitatie van de Kolenhulu ad 2957het nadeelig saldo der interestrekening 157.686de afschrijvingen tot een totaal bedrag van 399.950zoodat het batig saldo slechts bedraagt 707.67. Het personenvervoer bleet normaal. Thuiskomende is sedert een paar jaren eene gestadige vermindering van het personenverkeer merkbaar. Niet onwaarschjjnljjk staat dit in door C. VAN SCE WAR1ZKOPPEN. Weg was Hagen, en mevrouw Althoff had tjjd om oyer zjjn zonderling gedrag na te denken. Wat was er met hem gebeurd? Hjj was heelemaal veranderd. Eerst die belangstelling in het portret, toen die bjjna jaloersche boosheid over den ge schilderden vogel dat overhaaste afscheid zou hjj misschien een feestje met zjjn kameraden gehad hebben Maar hjj was er toch anders de man niet naar om niet tegen een enkelen feest dronk te kunnen. Wat zou er dan aan schelen? Het moest haar natuurljjk verwonderen, dat Hagen, die in den laatsten tjjd zoo weinig geko men was, reeds den volgenden dag terugkwam. Hjj verontschuldigde zjjn plotseling vertrek van den vorigen dag, zei dat hjj hoofdpjjn had gehad en nam de gelegenheid waar om het portret nog eens goed te bekjjken. Mevrouw sloeg hem lachend gade. Hoe vreemd Die trekken, die hjj in de werkelijkheid zoo lang onopgemerkt had gelaten, schenen op het doek een buitengewone aantrekkingskracht voor hem te hebben. Nadat men reeds lang plaats genomen had, en over andere dingen sprak, dwaalden zjjne blikken telkens, als doos een magnetische kracht verband met de gewjjzigde bepalingen voor het verleenen van verlof wegens ziekte aangouverne- ments-amhtenaren. Bovendien ondervond de maat- schappjj in 1884 het nadeel van de in Europa heerschende cholera, in het seizoen dat anders nog al passagiers oplevert, waardoor menig reisplan werd verstoord. Bij de rustende schutterij in Zeeland, 4e bataljon, is benoemd tot 2en luitenant J. L. S. de Bats. Z. D. H. de prins von Wied komt heden avond per extra trein van Neuwied te Vlissingen aan en vertrekt van daar met het stoomschip Willem prins v. Oranje, kapt. Joha, naar Londen. Dit jaar is in de gemeente Breskens voor het eerst eene belasting op de inkomsten geheven van allen, die een vermoedelijk jaarljjksch zuiver in komen hebben van meer dan 250. Het kohier van die belasting nu is vastgesteld op 2.294.35, verdeeld over 252 belastingschuldigen. In de le klasse (zuiver inkomen van 251 tot tot 300) komen 44 personen voor met eene be lastingschuld van 9.39j. In de 2e klasse 63 a 1.19 en zoo voort in de volgende klassen 10 a 1.98J, 29 a ƒ2.78, 9 a ƒ3.755, 1 a ƒ4.37, 4 a ƒ5.165, 2 a ƒ6.755, 5 a ƒ8.355, 11 a ƒ9.54, 6 a 11.13, 7 a 12.72, 5 a 14.31 9 a 15.90, 6 a ƒ18.285, 6 a 21.465,9 a 24.645, 8 a ƒ28.62, 4 a 33.39, 2 a 38.955, 5 a ƒ45.315,6 a 52.47 en 1 in de 25e klasse (zuiver inkomen van 3801 4400) a 71.55. Bjj kon. besluit zijn benoemd tot gedelegeerde commissarissen van de Nederlandsche regeering bjj de internationale tentoonstelling te Antwerpen M. Hjjmans van Wadenoijen, te 's Gravenhage; jhr mr E. W. Berg, secretaris van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, te 's Gravenhage. F. C. Tromp, oud zeeofficier, te AmsterdamJb Dujjvis, lid van de tweede kamer der staten- generaal, te Utrecht, en dr. A. T. van Aken, inspecteur van het middelbaar onderwijs, te 's Gra venhage. gehouden heden, Donderdag 23 April 1885. Deze vergadering, die onder presidium van den heer 0. Vereeke van Kruiningen in de sociëteit Eensgezindheid te Goes gehouden werd, was vrij druk bezochtwjj telden een twintigtal leden en als geïntroduceerden vier heeren, nl. i E. P. Lenshoek van Wolfaartsdjjk, G. Warninck van Kloetinge, J. W. van Walcheren van Breskens en J. A. Neetesonvan Schooadijke. Nadat de voorzitter de aanwezigen welkom geheeten had, werd overgegaan tot de ballotage van den heer J. van der Bilt te Goes, die, met algemeene stemmen op étfn na, als lid werd aan genomen. Uit eenige vervolgens gedane mededeelingen aangetrokken, naar het portret terug. Daarbjj vertelde hjj nog al aardig, hoe men hem overal staande hield om naar het portret van zjjn nichtje te vragen. Vooral de dames waren er gloeiend nieuwsgierig naar. Wat hebt gjj dan den dames over het portret gezegd vroeg mevrouw Althoff zelf een weinig nieuwgierig. „Zooveel goeds", zei hjj lachend, „dat zij waarschijnlijk zoo gauw mogelijk bjj u zullen komen om zich met eigen oogen te overtuigen of mjjn oordeel juist is. Bereid u dus gerust op veel bezoek voor Van nu af aan kwam hjj veel meer, zeer dikwijls zelfs en mevrouw vond, dat hjj nog nooit zoo mede deelzaam en zoo levendig (op zjjn manier althans) geweest was, De mismoedige, ongezellige stemming, die hem een tijdlang beheerscht had, scheen geheel verdwenen te zjjn. Hjj bracht het gesprek her haaldelijk op Barbara, vroeg nit eigen beweging naar hare brieven en scheen telkens met meer moeite zjjn verlangen naar haar tehuiskomst te verbergen. Daarbjj ontging het de scherpzinnige moeder niet, dat hjj zjjn plaats altijd zoo wist te kiezen dat hij het portret in het oog had, een voorrecht waarvan hij meer gebruik maakte dan men van zulk een bezadigd man zou verwacht hebben. „Dus is het toch het portret 1" dacht zei heimei jjk het hoofdschuddende, „Is het mogelijk bleek dat 'het ledental zoo door overljjden als vertrek naar elders met eenige personen was 'verminderd. ér 'Van deD heer jhr M. J. de Marees van Swinderen was bericht ingekomen, dat hjj voor eenigen tijd naar het buitenland vertrekt. Aangezien uit dat schrijven blijkt, dat de heer Van Swindiren niet, zoo als het bestuur had gemeend, definitief Goes verlaat, maar later hoopt terug te keeren, werd punt 5 der agenda, voor ziening in de vacature, ontstaan door het yertrek van den heer Van Swinderen, daarvan afgevoerd. Na mededeeling van hetgeen door het uitvoerend bestuur naar aanleiding van het beslotene in de vorige bijeenkomst was verricht, werd aan de orde gesteld de verkiezing van twee leden in het bestuur; de heeren J. Vereeke en Z. D. van der Bilt la Motthe, die aan de beurt van aftreding waren, werden herkozen en namen de herbenoe ming aan. Mede waren aanbevolen de heeren B. D. Filet, J. Welleman, J. G. P. Timans en P. J. van der Mandere. Na deze benoemingen werd de rekening van den penningmeester over 1884, in ontvang op 205.50 en in uitgaaf op 193.72, gesteld in handen eener commissie die, na eene korte pauze, bjj monde van den heer L. A. Bybau rapport uit bracht. Op haar advies werd de rekening vastge steld, onder dankbetuiging aan den penningmeester. Vervolgens werd overgegaan tot de behandeling der verschillende vraagpunten a. Behoort de verlichting der gemeente tot art. 14-1 of tot art. 179a der gemeente wel? Met andere woorden moet de raad of moeten burg. en weth. daarvoor zorgen De heer A. Lous, secretaris der gemeente Oude lande, die dit vraagpunt inleidde, was van oordeel dat art 179^ te duideljjk spreekt om eraan te twijfelen waartoe de verlichting der gemeente behoort. Bij dat art. toch wordt bepaald, dat tot het dageljjksch bestuur der gemeente (burg. en weth.) behoort de zorg, voor zoover van hen afhangt, voor de instandhouding, bruikbaarheid, vrjjheid en veiligheid der publieke wegen, bruggen, veren, wateren, vaarten, straten, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, tot gemeenen dienst bestemd. Waren de straten 's avonds niet verlicht, ze zouden immers niet bruikbaar, niet vrij en vooral niet veilig zjjnde zorg daarvoor behoort aan burg. en weth., art. 179A der gem. wet hiervoren bedoeld. Om nu het dageljjksch bestuur in staat te stellen te kunnen voldoen aan het voorschrift van art. 179 wordt onder letter l van art. 205 voorgeschreven, dat op de begrooting als verplichte uitgaaf moet worden gebracht »die" (de kosten) van de zorg voor de plaatselijke wegen, straten, pleinen, vaarten, bruggen en andere plaatselijke werken, in den aanvang bjj art. 179A aangeduid." Bepaaldelijk met het oog op de straatverlichting is dit laatste er bjjgevoegd, omdat, zoo deze alinea er niet stond, het onmogelijk zou zijn, om menige uitgaaf die noodzakeljjk was (nameljjk de straat verlichting) in de begrooting op te nemen. Art. 141 der gem. wet zegt»Hij (de raad) Wekt de betoovering van bet portret de sluime rende neiging voor een persoon op wordt een hoogst verstandig man verlietd op de schaduw van een zwaluw, nadat de zwaluw zelf wegge vlogen is Het moest toch mogelijk zijnwant een veel minder scherpziend oog dan dat van mevrouw Althoff zou de verandering, die er met den kapitein plaats gehad had, opgemerkt hebben. Al zjjne gewoonten waren gewjjzigd. Hjj trok zich van de sociëteit terug, ging alleen wandelen, liet niet onduideljjk merken, dat hij het vrijgezellen leven moede was; maakte toespelingen op „gevoelens waarvan men zich niet altjjd bewust" was, »ge- wichtige besluiten, die een rjjp beraad vereischten, eerljjke bedoelingen" enz. „Eerlijke bedoelingen 1" Mevrouw Althoff vertrok den mond een weinig. Welke eerljjke bedoelingen zijn er eigenljjk noodig, opdat een man er in toestemt, dat een lief mooi meisje hem gelukkig maakt Want het wordt als een uit gemaakte zaak beschouwd, dat het jonge meisje terstónd bereid is om hem gelukkig te maken. „Ja, de meisjes maken het somtjjds den man nen al te gemakkeljjk. In haar onervarenheid sieren zjj den eersten besten, dien zjj ontmoeten, op als een ideaal, en houden tot haar ongeluk daaraan vast dikwjjls misschien ook tot haar geluk wie kan het weten? Mevrouw Althoff paste wel op, dat zjj in bare brieven aan Barbara beveelt het aanleggen of verbeteren van gemeente wegen, waterleidingen, vaarten, pleinen, grachten, gebouwen, werken en inricbtingen. Dit art. kent den raad het recht toe om b. v. te bevelen, dat deze of gene grintweg in de gemeente moet worden bestraat, dat de eene of andere keibestrating moet worden vervangen door klinkerbestrating en alzoo vernieuwing paats heeft, doch het ligt niet op den weg van den raad om burg. en weth. te bevelen, de verlichting uit te breiden. Dit laatste behoort tot de zorg van dat college zelf. Is het van oordeel, dat er b. v. in de eene of andere straat vier lantaarns meer moeten worden geplaatst, het doet dit buiten den raad omdeze toch moet, zooals hierboven aangegeven, een post beschikbaar stellen op de begrooting, en waar de wet een post eiseht voor de verlichting, eisoht zij ook een behoorlijken en voldoenden post. Bij weigering van den raad om hiertoe te be sluiten is aan ged. staten, als belast om toe te zien, dat de posteu, bedoeld bij art. 205, op de begrooting worden gebracht, en die bjjgevolg ook bevoegd zijn toe te zien, dat de wet in alle deelen wordt nageleefd, de macht gegeven om, in plaats van den raad, dien post op de begrooting te brengen, krachtens art. 212 der gemeentewet. Dit punt gaf geen aanleiding tot discussie. h. Moet door een gekozen raadslid, dat geene openbare betrekkingen bekleedt, bij zijn geloofsbrief eene negatieve verklaring daaromtrent worden overgelegd f De heer Z. D. van der Bilt la Motthe, die deze vraag behandelde, zeide dat de aanleiding ertoe gegeven werd door de beraadslagingen in de vergadering van den gemeenteraad te Goes van 29 Januari 1885, toen het onderzoek van den geloofsbrief, met daarbjj behoorende stukken, van den heer M. de Jonge Jz. aan de orde was. Dat gekozen lid had bedoelde verklaring niet overgelegd, maar in zjjn begeleidend schrijven vermeld, dat hij geene openbare betrekkingen bekleedt. De heer La Motthe schaart zieh aan de zjjde van het raadslid, dat overlegging eener verklaring wilde. Art. 17 der gemeentewet spreekt er in positieve bewoordingen van, en indien de wetgever haar niet had bedoeld, zou de uitvoerende macht geene vrjjstelling van zegel- en registratierecht van het stuk verleend hebben, zooals bjj kon» besluit van 5 November 1851 n° 68 is gedaan» Spreker verklaarde voor dit gevoelen goed gezelschap te hebben. De redactie van de Gemeentestem verklaarde iö. n° 1454 in te stemmen met de denkwjjze van een inzender, die van oordeel was, dat zonder de bedoelde verklaring de raad niet kon beslissen of de verkozene eene openbare betrekking bekleedt en of die met het lidmaatschap onvereenigbaar is. De redactie voegde er nog bjj, dat de raad wel niet aan de overgelegde verklaring gebonden is en naar eigen wetenschap of van elders bekomen inlichtingen kan beslissen, maar dat dit niet wegneemt, dat de gekozene moet beginnen tnet ta voldoen aan het voorschrift der wet; dat men MOS niets van hare opmerkingen verried» Zjj wilde geen olie in het vuur werpen. Als de zwaluw huiswaarts keerde, moest zjj zelf maar zien-hoe sommige dingen in haar afwezigheid veranderd waren. Was zjj dan toch bereid om zich gewillig in de gevangenschap eener alledaagsehe echtver bintenis te begeven, dan droeg niemand er dé schuld van. Een troost was er altjjd bij, datmeh met een braven, oprechten man te doen had, die zijn hart voor het hare in ruil gaf. Tegen kerstmis kondigde Barbara nu bepaald haar thuiskomst aan. Zjj wilde den dag te voren aankomen om ouder gewoonte haar moeder te helpen den boom op te sieren, en zjj schreef zóo vol feestvreugde en kinderljjke bljjdschap, dat de weduwe onwillekeurig aan haar klein meisje van meer dan twaalf jaar geleden herinnerd werd, Maar de goede yrouw was zelf door bet ontvan gen bericht als geëlectriseerd. Aan de vreugde, welke zij bjj de gedachte aan het wederzien on dervond, voelde zjj eerst hoeveel zjj gedurende da scheiding gemist had. Nu geen sombere, eenzame dagen, geen langzaam voortkruipende avonden meer! De piano wordt gestemd,de feestkóekge bakken, de huiskamer met bloemen getooid. En dan al die boodschappen in de stadTelkens als zjj uit geweest is, komt zjj met pakjes beladen thuis „Barbara komt morgenriep zjj den kapi tein toe, dien zjj op een van hare toehtea out»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1