N° sa 128e Jaargang. Donderdag 16 April. Middelburg 15 April. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen* Prijs per 3/m. franco f 3,50: Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën* 20 Cent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,10 iedere, regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Een moeilijke zegetocht. MIDDELBURGSCHE C0LRA1MT Agenten zijn te VlissingenP. G. DeVeij Mestdagh en Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C, De Moou.te Tholen: W. A. Var Nieüwenhduzen, en te Ter Neuzen A.Van der Peiji Jz- Hoofdagenten vow het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. Het begin van het einde is nu aangebroken. Gisterenavond had te Zwolle de eerste der af- scheid8voorstellingen plaats die mevrouw M. J. KleineGartman zal gevenzij zal verder nog optreden te Leeuwarden, Groningen, Utrecht, Arnhem, Gouda, 's Gravenhage, Dordrecht, Mid delburg en Amsterdam. En geen gave der profetie is noodig om te voorspellen dat overal haar tocht gelijk zal zijn aan dien van eene koningin. Trouwens zij is eene vorstin in het rijk der kunst; niet door geboorte, maar door hare gaven die haar plaatsten op den eersten rang door haar toewijding aan de kunst, vol eerbied en warmte, door haar streven om steeds hooger en hooger standpunt in te nemen. Zij, onze eerste tooneelspeelster Wie sou haar die plaats niet toekennen Zeker niet het ontelbaar aantal bewonderaars, die door het ganscbe land zijn verspreid. Allerminst hare kunstzusters en kunstbroeders, die haar als op de handen dragen, ook om hare hoedanigheden van hoofd en hart, en onder wie zij thans ook hare leerlingen telt, die met zoo veel hartelijkheid en dankbaarheid jegens haar vervuld zjjn. Drie getuigenissen daarvan halen wij even aan. In het Kleine-Album, dezer dagen verschenen, schreef Dirk Haspels „Slechts eenmaal het is nu al ruim twintig jaren geleden genoot ik 't voorrecht te mo gen samenspelen met mevrouw KleineGartman. Bataille de Dames van Scribe werd opgevoerd. Aan mij, een recruut in de kunst, was de rol van De Grignan opgedragen, die mijn krachten toen ver te boven ging. Maar mevrouw Kleine wist mjj zóo te drillen o. a. een loop-scènetje zóo meesterljjk voor te doen dat ik des avonds daverend succes behaalde, zóóveel zelfs dat ik er verlegen mee wasik pronkte toch immers met de veeren van een ander „Doch de manier om te drillen was zóo aan genaam, zóo voorkomend en tevens zóo dege lijk, als ik mij niet herinner vóór of na dien tijd ooit aangetroffen te hebben. Ja, om mij niet verdrietig te maken over mijn tekortkomin gen, voegde ze mjj vriendeljjk toe: „„Je moet niet denken dat ik zoo knap ben Och neen, jongenlief, ik zou 't ook niet weten, als ik die rol niet zoo mooi gezien had van een Fransch acteur."" En van de hand van een harer leerlingen, mej. S. Bos, lazen wij in betzelfde album het volgende „Mijn lieve leermeesteresZooveel schitte rende namen prijken in uw albumzoovelen brengen u hulde op zoo geestige en edele wijze, dat ik het nimmer wagen zou, mjjn hart hier voor u uit te storten. Ook vrees ik, deed ik dit, ik kwam aan geen einde. Toch laat zich wat ik voor u gevoel te zamen vatten in éen korten volzin Ik heb u lief en ik bewonder u 1" In het laatste nommer van de Lantaarn, dat, met uitzondering van een woord over Driessens, geheel aan mevrouw Kleine is gewjjd, schrjjft Jan G. de Vos nog een artikel vol waardee ring over de begaafde en tevens brave vrouw. Eene aanhaling daaruit kunnen wjj niet nalaten hier te doen volgen, omdat zij ons mevrouw Kleine doet kennen van zulk een echt vrome zjjde Ken déplaise hen die zoo gaarne zich vroom noemen en met minachting op tooneelspelers neerzien, maar aan haar wel een voorbeeld kunnen nemen. Jan C. de Vos schrijft o. a. „Was iemand ziek of waren er zieken bjj hem thuis, mevr. Kleine toonde belangstelling en wilde op de hoogte bljjven, ot kwam, als zij een uurtje vinden kon en 't een ernstig geval betrof, zich zeiven overtuigenzelden met leege handen, en nooit ging zij heen of er was van haar iets ach tergebleven, in het minste geval een dankbare herinnering aan haar bezoek. Bij eene bevalling kwam zjj het kind kussen, de baker wat in de handen stoppen, de moeder versterkingen brengen. Was men jarig, zelfs als er een kind van u ver jaarde, mevr. Kleine vergat het niet, ondanks de haar dikwijls overstelpende bezigheden. En hare verjaardagenMevr. Kleine bij haar zelve thuis O wat een lieve, echt Hollandsche vrouw, onderhoudend, geestig, kraakzindelijk, neen, maar geen stofje, nergens! Én gastvrijNog éen trekje, hoe zjj altijd aan anderen dacht. Er was indertijd een jong actricetje te Amsterdam,dat geheel alleen stond. Zjj leefde zeer ingetogen. Niemand bemoeide zich met haar, Zjj was de dochter van een vrouw, die nooit anders heeft kunnen doen dan in mevr. Kleine's talent te laken en misprijzen, terwijl niemand mevr. Kleine ooit van die zelfde mededingster kwaad heeft booren zeggen. Dat meisje kreeg op den eersten oudejaarsdag, dien zij te Amsterdam doorbracht, een briefje van ongeveer den volgenden inhoud „„Lief kind, Ik bedenk me daar, dat je 't van avond zoo eenzaam zult hebben. Ik kwam te weten, dat je door de repetitiën van Kloris en Roosje en Gijs- brecht, den oudejaarsavond niet in den familiekring kunt doorbrengen. Kom, zoo je lust hebt, dus dien laatsten dag van 't jaar l ij mij doorbrengen. Denk dan, dat ik je moeder ben, ik, die geen dochter meer heb. Uw harteljjke toegenegen M. J. Kleine—Gartman." Maar ik eindig. Ik vertel te veel moois van mevr. Kleine en toch ik doe het, omdat ik geen leelijks van haar weet." En in denzelfden geest schreven zoo vele mede kunstenaars. Onze herinnering aan mevrouw Kleine dagteekent van de dagen toen zij speelde in den Amsterdam- schen schouwburg, het houten gebouw, waar Tjasink, Roobol en Peters den scepter zwaaiden. Van hare lauweren, geoogst in den Salon des variétés van Duport, waar zij spoedig de lieveling van het publiek werd, zijn wij geen getuigen geweest. Het ligt voor ons in te ver verleden. Evenmin kunnen wij meespreken van hetgeen haar wedervoer in het Rotterdamscbe gezelschap, onder directie van den heer J. Eduard de Vries, waaraan zij in 1859 zich verbond. Hoeveel bijval zij ook geoogst moge hebben, de vier jaren dat zij bij dit gezelschap was, Rotterdam heeft bij haar zeker niet die aangename herinneringen achtergelaten, welke zjj van andere plaatsen heeft. Zij geeft daar ten minste geen afscheidsvoorstelling. Jan C. de Vos verwondert dat niet optreden in Rotterdam volstrekt nietin zoo'n groote stad is geen plaats voor mevrouw Kleine Onlangs speelde mevrouw Beersmans de Medea voor bijna ledige banken. Het publiek, dat bij de allertreu rigste voorstelling van Sarah Bernhardt als Lady Macbeth acht gulden voor de eerste rangen betaalde, bleef bjj Medea weg en de N. Rotterdamsche courant zweeg er over omdat de criticus ongesteld was. Alsof, merken wij op, dan de heer Haverkorn van Rjjsewjjk, de bekwame recensent in ruste, nog niet eens zijn pen had kunnen leenen. De afdeeling Rotterdam van het Ned. Tooneel - verbond is de grootste in den lande, en toch, geen twee dozijn van de bijna vijfhonderd leden be zocht de voorstelling van MedeaO, edele be vorderaars van het tooneel En een lid van bestuur dier afdeeling ontraadde mevrouw Kleine's komst: »zjj was geen Rotter- damsche en haar Jordaansch had den Rotterdammers nooit behaagd". Welk een lichtzulk een lid, die aldus spreekt van een vrouw wier verschijning op letterkundige congressen steeds gewaardeerd werd. Neen, het is maar goed dat zjj van Rotterdam geen afscheid neemt. J De tweede koopstad van het rjjk is wellicht zoo onbilljjk tegenover haar omdat zij zoo weinig van haar talenten heeft genoten. En het was zulk grootsch en heerlijk genot om dat te doen A Wij hadden het voorrecht juist haar het meest te aanschouwen toen haar talent tot volle rijpheid kwam. Met haar helaaste vroeg ontslapen kunstzuster Suze Sablairolles wedjjverde zij, in de, bjj de Amsterdammers algemeen bekende Houten kast op het Leidsehe plein, in den edelen kampstrijd op tooneelgebied. En nog herinneren wij ons hoe wij werden meegesleept door haar spel, Zelfs in stukken als IjzervreterMarmeren beelden, De vrouw in 't wit, en in andere van beter gehalte, zooals Maria Stuart, Elisabeth, DeborahJane Eyre en zoovele meer. Later, toen die schouwburg moest plaats maken voor het fraaie gebouw, dat nu tot sieraad van Amsterdam strekt, sloot mevrouw Kleine zich aan bij het gezelschap der „vereenigde tooneelisten," dat in de Amstelstraat zijne voorstellingen gaf, om ten slotte, toen de vereeniging het Ned. tooneel werd opgericht, zich daaraan te verbinden. Die vrouw heeft thans den avond bereikt van een leven vol moeite, vol zorgen, vol teleurstelling maar ook vol oogenblikken van. onuitsprekelijk geluk. W ant die moeten haar wel bezorgd zijn door zoovele bewijzen van waardeering die zij steeds ondervond. Behoordt zij door haar talent aan gansch Nederland, zij was en is toch bovenal Amster» damsche, Haar geboorteplaats, waar zjj 31 Mei 1818 het eerste levenslicht aanschouwde, is getuige geweest van een moeiljjke jeugd, want hare ouders hadden het niet breed, maar ook van haar noeste vlijt en volharding en van menige zegepraal, door haar behaald. De Amsterdammers hebben steeds getoond haar te waardeeren. Als zij op het tooneel verscheen werd zjj altijd hartelijk welkom geheeten door alle rangen en er lag iets familiaar-waardeerends in wanneer men deze of gene hoorde spreken met eerbied en erkentelijkheid van Mietje Kleine, of van onze Kleine. Arti et Amicitiae en de maatsehappjj Apollo schonken haar het eerelidmaatschap en de koning vereerde haar de grooten gouden medaille van verdiensten. Hoe zeer men van verschillende zijden zich ook moge inspannen om den tocht dien zij thans onderneemt tot een zegetocht temaken: moeilijk zal het haar vallen dien te vol brengen. Tal van bekende en onbekende vereerders zal zij voor het laatst zien, en niet het minst zal op den ayond van 4 Mei, waarop zij afscheid neemt van haar Amsterdammers, haar gemoed overstelpt worden van aandoeningen. Wat tal van herinneringen zullen dan bij die vrouw opkomen 1! Wat leven ligt achterhaar. Wel moet haar het scheiden van de planken, die zij een halve eeuw betrad, moeilijk vallen En toch haar leeftijd zegt hetzij doet goed dat zij gaat, want zij heeft behoefte aan rust. En wanneer zij nu die rust heeft verkregen kunnen wjj hopen haar nog langer voor de kunst te behouden. Want! niet geheel legt zjj haar taak neer. De tooneelschool, waaraan zij van het begin af aan werkzaam is geweestwaar zij zaad heeft ge strooid, voor de tooneelspeel kunst zoo vruchtbaar, -zal hare gewaardeerde hulp blijven behouden. En die kan de school nog niet missen. Moge zjj daaraan nog menig jaar werkzaam zijn, die school tot zegen en haar zelve tot genot Men verzocht ons de opname van eene korte mededeeling met eene lange reeks van namen. Wjj meenden beter te doen en meer waardig der vrouw wie het geldt met onzen lezers de opsomming van hun onbekende personen te sparen en liever eene herinnering aan die begaafde tooneelspeelster te schrjjven. Mevrouw Kleine heeft zich hoogst verdienstelijk gemaakt jegens ons land, want aan haar is grootendeels te danken dat bjj ons de tooneel- speelkunst op zulk eene goede hoogte staat. En daarvan plukken wij ook de vruchten door zoo menige goedgeslaagde voorstelling. Haar daarvoor onze erkentelijkheid te toonen bjj de voorstelling, die 30 April wordt gegeven in den Middeiburg- schen schouwburg, is een plicht, waarvan ieder, die dit met ons eens is, zich wel zal willen kwijten. En wie haar een waardig afscheid wil helpen bereiden, werke, elk naar zjjne krachten, mee met de heeren mr G. N. de Stoppelaar, J. P. I. Buteux, jh* W. H. Snouck Hurgronje, m' C. J. Pické, mr W. A. van Hoek, J. J. H. Doorenbos en Jac. de Kanter, die zeker elk bewijs van sympathie, hoe gering ook, met ingenomenheid zullen be groeten. Met hunne namen te noemen meenen wjj eene geoorloofde uitzondering te mogen maken op hetgeen wjj boven schreven. Voor de eerste maal sints vele maanden brengt ons de Staats-Courant een staat van de opbrengst der rijksmiddelen, welke die der overeenkomstige maand van het vorige jaar verre overtreft. Zjj gaf bijna 1§ millioen meer, en dientengevolge is ook de opbrengst van het afgeloopen kwartaal 1.270.000 hooger dan een van 't eerste kwartaal van 18s4. Intusschen ligt de hoofdoorzaak dezer goede uitkomst in het successierecht, dat een zeer buitengewone bate afwierp. Bjj een raming van 793.500 en een opbrengst van 639.000 verleden jaar, leverde dit thans 1.892.000 op. Is dit uit den aard der zaak een geheel toevallige bate, gelukkig geven ook andere belastingen, die beter maatstaf zjjn voor de volkswelvaart, meer stof tot tevredenheid dan in vorige maanden. Zoo waren alle accijnzen, behalve de wjjnaccjjns, hoo ger dan verleden jaar, gezamenlijk tot een bedrag van bjjna 2 ton, waarvan 1 ton voor rekening van de suiker. Zoo gaven de invoerrechten 527.000 tegen 464.000 verleden jaar. Zoo bleven ook postergen en telegrafen flink stjjgen. Daartegenover staat, dat het met de indirecte belastingen over 't geheel slecht blijft gaan, hoofdzakeljjk met het registratierecht, dat slechts 664.000 afwierp tegen 757.000 verleden jaar. De directe belastingen, behalve patent, vloeiden wat beter, maar zjjn toch alle meer of min bjj verleden jaar ten achteren. In 't algemeen is, als men 't successierecht niet meerekent, de op brengst der overige middelen gezamenljjk over de drie maanden, met het vorige jaar vergeleken, nog maar juist stationair. We willen nu maar hopen, dat we op den beteren weg zjjn, en April ons verderen vooruitgang zal geven. (Fad.) Nu zich in Spanje opnieuw aardschokken doen gevoelen, die eene herhaling der vreeseljjke ramp van Andaluzië in December 1884 niet onmogelijk doen achten, zal menigeen misschien gaarne kennis maken met De Aardbevingen en het Vul kanisme, eene populaire schets door den heer H. Nusink, ten voordeele van de noodljjdenden in Andalusie uitgegeven. De heer Nusink heeft, in voor ieder duideljjken vorm, zich rekenschap gegeven van die krachten welke de vreeseljjke catastrophen in 1883 en '84 hebben veroorzaakt niet alleen, maar ook een overzicht saamgesteld van de belangrijkste aardbe vingen in vroeger eeuwen. Een drietal figuren strekt tot opheldering van den tekst; en de prjjs, 0.40, behoeft niemand terug te houden zich het werkje aan te schaffen. Gelijk uit een in dit nommer voorkomende advertentie bljjkt, vinden belangstellenden a. s. Vrijdagavond gelegenheid tot bezichtiging der teekoningen, vervaardigd door de leerlingen der burgeravondschool alhier. Wjj hopen dat aan die tentoonstelling een druk bezoek zal worden gebracht, zoowel omdat een aantal teekenin^en eene bezichtiging ten volle waard zijn, als omdat het zien van het werk onzer toekomstige ambachtslieden menigeen zal over tuigen van het groote nut der burgeravondschool eh enkele tegenstanders ervan in voorstanders veranderen. De weinige uren, die de leerjongen door het bezoeken der school in de werkplaats wordt gemist, leveren niet alleen aan hem en aan zijn patroon, maar ook het vak zelf dubbele rente op. Om dat te bewijzen behoeven wjj niet meer te doen dan de aandacht te vestigen op de keurig nette, en naar wjj vertrouwen even juist gecon strueerde bouwkundige teekeningen of op de sierlijke ornamenten, die de wanden van het schoollokaal bedekken. En niet alleen op dit gebied worden de jongelui ontwikkeld; ook tal van andere leervakken, nuttig voor handwerksman en burger, worden ei geleerd en onderhouden. Vooruitgang in kennis en beschaving is de lettS onzer eeuw ook voor den werkmanweten en kunnen is ook voor hem noodig en goed onderwjja een dringende nog niet hoog genoeg gewaardeerd de eiseh. Uit Vlissingen schrjjft men ons De vereeniging Oefening en genoegenopvolg» ster van de gelijknamige vereeniging die, om verschillende redenen, uit elkaar was gegaan, gaf Dinsdagavond het eerste teeken van haar leven door het doen uitvoeren van een concert dat; behalve voor de leden, ook voor het publiek toegankeljjk gesteld was. Daar het voLLedig strjjkorkest der stafmuziek van het 3e regiment infanterie te Bergen op Zoom; onder leiding van den heer N. A. Bouwman, voot dien avond geëngageerd, was, kon men er op rekenen iets goeds te zullen hooren, zoodat dö opkomst zeer voldoende was. Wat de uitvoering der verschillende nummers aangaat kunnen wjj zeer kort zjjn sjj was uitstekend en daarmede is alles gezegd. Toch openbaarde zich voorliefde voor den oboe solo ett de drie laatste nummersMenuet du Quintetté van Boccheriniles Gnomes van Eilenberg en do phantaisie de 1' opera Rigoletto van Verdi. De enthousiaste toejuiching, daaraan ten deel gevallen sprak de ingenomenheid der aanwezigen duideljjk uit. De menuet en les Gnomes werden herhaald en na de phantasie werd nog een nommer ten beste gegeven, als dank voor de herhaalde toejuiching. Als het bestuur der vereeniging voortgaat zulke goede uitvoeringen te geven dan, zoo meenen wjj le mogen verwachten, zal het zich in toenemende sympathie van het publiek mogen verheugen. Door ged. staten van Zeeland is het gebruik van den korten dissel toegelaten op het gedeelte van den a raatweg van IJzendjjke naar de Belgische grens in de richting van Watervliet, dat wordt begrensd door de gebouwen van S. Claejjs, wed0. J. B. Van Hecke te IJzendijke, aan de Poutebrug, en hare ongeveer 100 M. noordwaarts daarvan gelegen landen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1