n° m 128® Jaargang. 1885.' Donderdag 2 April Gemengde Berichten. Sluiting Kiezerslijsten. Middelburg 1 April. Financiëele knutselpolitiek. Onderwijs. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco 3,50; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiên' 20 Cent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte miDDELBURGSCHE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. 6. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te KruLningenF. Van des Peul, te Zierikzee: A. G. Da Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhdijzen, en te Ter Neuzen A. Van dik Pm» Jz Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. De voorzitter van den raad der gemeente Mid delburg maakt bekend dat de lipten, de personen aanwijzende, die binnen deze gemeente bevoegd zijn tot bet kiezen van leden van de tweede kamer der staten generaal, van de provinciale staten en van den gemeenteraad, op heden gesloten in de benedenvoorzaal van het raadhuis aange plakt en ter secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. Middelburg, den 31 Maart 1885. De voorzitter voornoemd, P I C I i Een betere naam valt er moeilijk te geven aan de wijze, waarop de minister van financiën, Grobbee, het onze vertegenwoordiging lastig maakt met zijne plannen en voorstellen om in den dringenden nood onzer schatkist te voorzien. Van vastheid van opinie is geen sprake^, en al dient erkend te worden, dat het hoogst moeilijk is voor eene regeering om in de tegen woordige omstandigheden, bij de zonderlinge wispelturigheden van eene tweede kamer als de onze, zooals zij zich deed kennen vóór October van het vorig jaar, het rechte spoor niet bijster te worden voor een slingerende politiek als de heer Grobbee in toepassing tracht te brengen is toch verbazing zeker wel ge wettigd De raadgeving van Schiller: Kannst du nicht AlleD getallen durch deine That und dein Kunstwerk, Mach es Wenigen recht Vielen getallen ist schlimm, is voor hem zeker niet geschreven. Met alle kracht en uit alle macht schijnt hij te willen blijven streven naar den niet te verkrijgen steun van velen; en als onzerzijds bewondering voor hem werd gevraagd, dan zouden wij die alleen kunnen betuigen voor zijne volharding om, trots tegenspoeden, den moed niet te laten zinken. Maar een groot deel van die bewondering ook daarvoor vervalt, wanneer wij hem zijne krachten zien wijden aan het najagen van een onmogelijk te hereiken doel. Zonderlinge toestand die van onze financiën. Sedert 1877 luidt het algemeen accoord van regeering en kamers herstel van het financieel evenwicht is dringend noodig. Dat lied wordt men nooit moede te zingenmaar veel verder komt men niet. Met enkele huismiddeltjes is het gelukt eenige verandering te brengen, maar geen verbetering. Registratie en zegelbe lasting werden gewijzigd, maar andere rechten werden afgeschaft. Eene hervorming of versterking van de directe belastingen hebben wij niet tot stand kunnen brengenniet aan de regeering maar aan de tweede kamer daarvan de schuld. Toch is, wanneer wij de getuigenis van een deskundige als Rotterdam's afgevaardigde, den heer R P. Mees RAzn. hooren, en die mag gehoord worden de toestand niet zoo zorg wekkend. „Wanneer ik er op let," zoo sprak hij in de kamerzitting van 17 Maart, „dat wij nog in 1880 en 1881 vrij belangrijke overschotten haddenwanneer ik zie, dat het tekort in 1882 onbelangrijk was, dan meen ik, ondanks de later gevolgde tekorten, nog te mogen zeggen, dat de toestand niet bepaaldelijk zorg wekkend is." „Evenwel," voegde hij er bij en dit is het zwaartepunt, waarop ditmaal alles aankomt, ^geloof ik dat dit met minder vrijmoedigheid kan verzekerd worden dan vroeger. Waarom? Omdat de voorwaarde, waaronder onze toestand niet zorgwekkend kan genoemd worden, name lijk, dat er de vereischte zorg aan besteed worde, tot hiertoe niet is vervuld." glptusschen zal daarover geen verschil zijn, dat in den tegenwoordigen toestand zoo spoedig mogelijk het financieel evenwicht moet worden hersteld, want het tekort op de gewone mid delen, dat wij de twee laatste jaren hadden en ook dit jaar zullen hebben, wanneer het niet gelukt middelen te vinden om het te herstellen, zal drukken op het nageslacht, en dat nage slacht zal recht hebben om te vragen of wij inderdaad meenden zulke groote verdiensten jegens hen, die na ons komen, te hebben, dat wij ons gerechtigd achtten een deel van onze lasten op hen over te brengen. Het zou ons ook kunnen verwijten, dat wij er niet aan gedacht hebben, dat ook zij hoogstwaarschijn lijk hunne buitengewone uitgaven zullen hebben." Dat is dingtaal. Ook dit jaar wordt weer een tekort geraamd van ruim veertien millioen, en dat na het in toepassing brengen van de grootste zuinigheid door de regeering en het bezuinigen op eenige posten, door haar en de tweede kamer in toepassing gebracht. Wij behoeven ons dus geen illusiën te maken, dat wij in volgende jaren door meerdere be zuinigingen aan de bezwaren kunnen tegemoet komen en dit dient wel in 't oog te worden gehouden, omdat de opbrengst der gewone middelen, in verband met den algemeenen, ongunstigen toestand van handel en nijverheid eer minder dan meer zal worden. Beneden de ramingen blijven de opbrengsten daarvan tegenwoordig in den regel; en versterking der gewone middelen wordt daarom dringend ver- eischt. De regeering begrijpt dit, maar een der zonderlingste evolutiën, die zij volvoerde om aan die behoefte te voldoen, is de door haar voorgestelde wijziging van de artikelen 240, 242 en 247 der gemeentewet. Omdat het rijk er niet toe besluiten kan een flinke schrede te zetten op den weg der directe belastingen door eene income-tax, moe ten zoo spreekt de regeering de gemeenten zich meer daarop toeleggen. Alsof in vele de boog al niet te veel gespannen ware I In het jaar 1883 deed de regeering het voorstel om aan de gemeenten, in plaats van 4/5 van hoofdsom en rijksopcenten der perso- neele belasting, slechts 3/5 uit te keeren. Wat die gemeenten daardoor aan inkomsten zouden verliezen, mochten zij vinden uit het heffen van meerdere opeenten op de grondbelasting, zoowel voor gebouwde als ongebouwde eigen dommen. Dit voorstel vond bezwaar, vooral wat be treft de uitbreiding van de bevoegdheid der gemeentebesturen tot het heffen van opcenten op de grondbelasting op de ongebouwde eigen dommen. De tegenwoordige, gedrukte toestand van den landbouw maakt het, zoo werd terecht opgemerktniet wenschelijk om zulk eene bevoegdheid te geven. De minister Grobbee gevoelde de gegrond heid van dit bezwaaren nu moge men betwij felen of hij als gezagvoerder bekwaamheden bezit, de eigenschap van een goed matroos nooit verlegen te zijn, mist hij zeker niet. Een nieuw plan kwam ter tafel, waarbij kansreke ning in het spel was. Aan de gemeenten zou worden uitgekeerd een vast bedrag, gelijk staande met 4/5 van de zuivere opbrengst van de hoofdsom der rijksbelasting op het personeel over het dienst jaar 1884/85, en de zuivere opbrengst van tien der opcenten door het rijk op de grondbelas ting op de ongebouwde eigendommen. Door eerstgenoemde kon het rijk voorshands een millioen winnen, omdat de opbrengst der uitkeering van het belaste 4/5 voor 1885 wordt geraamd op ƒ8,762.000 en de vaste som, die het rijk, volgens het regeeringsontwerp, zou uitbetalen, 7,240.000, zou bedragen. Dat voordeel zou jaarlijks grooter worden het rijk handelde dus met slim overleg door zich daarvan, bij wijze van uitkoop, meester te maken, maar de arme gemeenten Voor hetgeen zij verloren, kon hun de bevoegflheifl gegeven werden om 60 opcenten te heffen op de grondbelasting op de gebouwde eigendommen, dat is 20 opcenten meer dan zil tegenwoordig mogen opleggen, en mochten y.j dan nog te kort komen, welnu de hoofde lijke omslag kon dan verhoogd of opcenten konden geheven worden op het personeel of van andere plaatselijke belastingen, Ziedaar het nieuwe grootsehe plan. Het fijne van de zaak zit hem nu hierin dat, om ten deele in den nood van 's rijks schatkist te voorzien, niet 's lands regeering zich inspant; neen de gemeentebesturen worden gebezigd en de gemeenten worden gedwongen maatregelen te nemen. En dat de regeering buitengewoon met haar plan is ingenomen, ja zelfs het hoogst kwalijk nemen zal als men het afkeurt, blijkt wel uit hare memorie van beantwoording, waarin wij het volgende lezen, dat getuigt van eenige prikkelbaarheid„En nu de kamer herhaaldelijk getoond heeft af te keuren, wat de regeering tot dusver voorstelde, vertrouwt zij dat men thans, met waardeering van hetgeen van de zijde der regeering tot het verkrijgen van gemeen overleg is gedaan, eindelijk zal willen besluiten om door aanneming van het gewijzigd wetsontwerp althans ten deele in de noodzakelijke versterking van 's rijks mid delen te voorzien." Wij hebben lang den beer Grobbee de handen boven het hoofd gehouden, omdat hij, door de eigenaardige moeilijke positie, waarin hij zich tegenover onze schatkist zag geplaatst, vooral tengevolge van den onwil der tweede kamer, moeilijk iets tot stand kon brengen en de schuld niet aan hem lag. Wij erkennen nu nog dat er grond bestaat voor den toon, die door hem tegenover de kamer wordt aangeslagen. Maar met zulk geknutsel, zulk probeeren, zulk ingrijpen in de financiëele aangelegenheden der gemeenten nog instemming te betuigen is niet mogelijk. De voorgestelde regeling moge aan enkele gemeenten voordeel opleveren, vooral plattelands gemeenten, wier vooruitgang alleen samenhangt met den toestand van den landbouw, en die tot bevordering van haar bloei geen behoefte hebben aan toeneming van bevolking of aanbouw van nieuwe huizeneen groot deel der plaatsen in ons land zal den minister niet dankbaar wezen voor zijne plannen. Menig gemeentebestuur heeft nu reeds werk om zijne begrooting te doen sluiten; steden van eenig belang gaat het niet zoo voorspoedig om de belasting op de gebouwde eigendommen nog te verhoogen, en over het geheel drukt de hoofdelijke omslag velen reeds zwaar genoeg. Kleine gemeenten ondervinden nu reeds dat elke verhooging van dien omslag de concentra tie van de menschen met eenige middelen in groote gemeenten, waar meer te genieten valt tegenover de lasten die betaald moeten worden, in de hand werkt. Er zal ongelijkheid door den voorgestelden maatregel ontstaan. Wat eigenlijk moet op gebracht worden, gelijkelijk elk naar zijne krachten, door de ingezetenen van een en hetzelfde rijk want het geldt de voorziening in 's lands uitgaven zal hier ongemerkt wel licht, maar ginds zeker zwaar drukken. Maar wat dan Op die vraag is een antwoord, met het oog op den onzekeren, politieleen toestand van het oogenblik, hoogst moeilijk. Sprongen en wendingen, zooals de heer Grob bee ons te aanschouwen geeft, kunnen echter zeker geen verbetering brengen. Zij stichten slechts verwarring. En wij gelooven daarom, met den heer Mees, dat de moraal, die mag getrokken worden uit den toestand, waarin wij ons op dit oogen blik bevinden, en die ook schuld heeft aan hetgeen waarop wij wezen, wederom is, dat grondwetsherziening zooveel mogelijk moet bespoedigd worden ook om te geraken uit den vooiioopigen toestand., waarin wij, ten aanzien onzer fiuanciën, verkeeren. Tot zoolang moest de heer Grobbee, dunkt ons, zijn knutsel-politiek maar laten varen. De stand der staat9begrooting, zooala zij bjj de eerste kamer in behandeling komt, is de volgende Bij de indiening der begrooting was de raming ƒ136.172,740.37. Zij werd gedurende de schrifte lijke gedaehtenwiskeling met de tweede kamer door de regeering verminderd met ƒ1.074.000.34, verhoogd met 628.182.84Jbljjft vermindering 445.817.49J. De raming derhalve bij den aanvang der openbare beraadslaging bedragende 136.172.740.37, ver- mind. met 445.817.49j, dat is 135.726.922.87J, werd gedurende de openbare beraadslaging in de tweede kamerverminderd met 563.967, ver hoogd met ƒ57.600blijft vermindering ƒ506.367. Totaal der verminderingen 952.184.49J. De begrooting is mitsdien vastgesteld op 135.220.555.87J. De middelen zijn geraamd op 120.764.176. Mitsdien te kort 14.456.379.87J. Bij verklaring van den distrikts-veearts is Maan dag jl. het vee van den landbouwer Pieter An- driessen alhier weder gezond verklaard. De kunstbeschouwing van aquarellen uit de portefeuille van den heer J. W. M. Roodenburg te Dordrecht, die, zooals wij in ons nommer van 20 Maart jl, meldden, door de vereeniging Uit het volkvoor het volk in de maand April zou gehouden worden, is nu bepaald op 22 April, des avonds in het Schuttershof alhier. De kapitein-luitenant ter zee H. A. De Smit van den Broecke, gedetacheerd bjj de afdeeling Hydrograpbie van het departement van marine, is belast met de opname van het zeegat aan den Hoek van Holland in het voorjaar, en van het zeegat van Zierikzee of den Roompot in den zomer, waarbij hem de luitenant ter zee le klasse C. J. de Jong Pz. is toegevoegd. Benoemd tot 2el1 luit. bij het korps, gevormd uit de vereeniging tot onderlinge oefening in den wapenhandel Prins Hendrik te Veere, W. van Lagenveld. Uit Terneuzen meldt men ons Ter vervanging van de Engelsche stoomschepen Thornbrough en Girdlenesswaarmede de contracten zijn geëindigd, zullen alsnu met April in den dienst van hier op Londen wekelijks twee Neder- landsche stoombooten varen de Mars en de Odine, behoorende aan de Koninklijke Nederland sche stoomboot maatschappij. Benoemd tot ridders in de orde van den Neder landschen Leeuw. mr A. van Naamen van EemneS, lid van de eerste kamer der staten-generaal j jhr mr J. Roëll, lid van de tweede kamer def staten-generaalA. J. W. Farncombe Sanders^ oud-inspecteur van het lager onderwijsmr A. Rs Arntzenius, referendaris bij het departement van binnenlandsche zaken en m* A. graaf Van Rand-* wjjck, referendaris bjj den raad van state. r1 De heer Fopma, benoemd hoofd der school té Biezelinge, heeft aan den gemeenteraad verzocht het traktement met 100 per jaar te verhoogem Aanleiding tot dat verzoek vond hij in de om standigheid, dat de kerkelijke betrekkingen, dié het overleden hoofd der school, de heer W. v. d; Linde, bekleedde, en een zeer gewenscht supple ment bij het traktement vormden, niet aan het nieuw benoemde hootd zullen worden opgedragen; De gemeenteraad heeft echter dit verzoek van de hand gewezen, en nu vreest men, dat de hees Fopma yoor de benoeming zal bedanken. De aandacht onzer lezers zij gevestigd op dö in dit nommer voorkomende advertentie van den heer J. J. Ceulen alhier, bij wien een agentuur gevestigd is van het huis Gillet te Londen, dat verschillende artikelen van onvergaanbaar geëmail leerd Lava in den handel brengt. Zooals men weet zullen voor de gemeente de naam bordjes voor de straten daarvan worden vervaardigd; spoedig zullen wjj dus ons-kunnen overtuigen van de doelmatigheid en netheid dier bordjes, maar reeds nu zjjn er aan de woning van den heer Oeulen een paar aangebracht, die er zeer smaakvol uitzien. Een begeerde betrekking is wel die vaa directeur der stadsreiniging te Amsterdam. Reeds een vjjfhonderdtal sollicitanten hebben zich aangemeld, waaronder een groot aantal le luitenants en kapiteins. Slechts enkele vakmannen moeten onder de sollicitanten gevonden worden. De soldaat, die dezer dagen in de Spuistraat te 's Graveuhage floor een voorfijjga»ger wet eon mis

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1