N° 64 128® Jaargang 1885.; Dinsdag 17 Maart. Mi&Mburg 16 Maart. FEUILLETON. Dit blad verschijnt d age 1 ij ks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per 3/m. franco f 3,50; Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën* 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regeli 1,10 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte COURAQ-B, Een Brandenburgsche geschiedenis van LUDOVICA HESE KIEL. tv. MIDDELBURGSGHE COURANT. wé w Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Niedwenhuijzen, en te Ter Neuzen A. Van dis Peul J z Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube en Cie., John F. Jones opvolger. De heer Wintgens zal in 's G ravenhage als afgevaardigde uitgediend hebben, tenzij het con servatieve element in de residentie sterk genoeg is om hem, zoo hij dit wil, er boven op te houden. Van liberalen kant mag en kan hij niet gesteld worden, en van katholieke en antirevolutionaire zijden draait men hem stellig den rug toe. Het Dagblad alleen houdt hem de handen boven het hoofd. Volgens de Standaard denkt men in antirevolu tionaire kringen in Den Haag eraan, A. baron Schimmelpenninck van der Oije van Njjenbeek, den gewezen afgevaardigde voor Arnhem, candidaat te stellen. Zaterdagavond is bij den heer Th. van TJije Pieterse, eersten onderteekenaar van het adres, door ingezetenen van Vlissingen, in zake het voortbestaan der M*l de Scheldeaan den koning gericht, het navolgend antwoord, namens Z. M., van den minister van binnenlandsche zaken ont vangen »De minister van binnenl. zaken, krachtens machtiging des konings van 3 Maart 11. n° 17 en in overeenstemming met zijn ambtgenooten, beschik kende op het adres van den heer Th. van Ujje Pieterse en andere ingezetenen van Vlissingen betreffende de daar gevestigde koninklijke maat schappij de Schelde en andere belangen der gemeente, geeft namens den koning aan de adressanten te kennen, dat de regeering de welvaart der gemeente Vlissingen zeer ter harte neemt en het voortbestaan der koninklijke maatschappij de Schelde gaarne zal bevorderen zooveel 's lands belang toelaat en medebrengt. «Dat overigens aan beheerders en deelhebbers dier maatschappij gelegenheid is gegeven om een nieuw contract van erfpacht te sluiten op de voorwaarden en bepalingen, door den minister van financiën aan de directie van die maatschappij medegedeeld." 's Gravenhage, 12 Maart 1885. (Geteekend) Heemskerk. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de Laatste berichten, waarin de heden gedane mede- deelingen der regeering omtrent de kon. maat schappij de Schelde te Vlissingen eene plaats vonden. Veel beteekenen doen zjj echter niet en veel hoop geven zij evenmin. Wij wachten met den heer Pompe het antwoord der regeering op het bekende adres van de Vlissingsche kamer van koophandel af. De minister van marine heeft in een missive aan den secretaris-generaal van zijn departement er op gewezen dat bij de discussiën over de marine-begrooting in de tweede kamer een groot deel ook van ondergeschikt officiers- en 4; Ilse Ciagerer was wel is waar nooit meer de selfde geworden, sedert zij van het ziekbed her rezen was, nadat zjj haar moeder aan die vreese Ijjke ziekte verloren had. Het was geen wonder dat het dartele, vroölijke meisje door dit verlies in een ernstige vrouw veranderd was doch dat was het niet alleen, wat haar zoo bleek en somber maakte, ofschoon zjj haar best deed om haar vader zooveel mogeljjk het gemis zijner gade te vergoeden. Zoo verliepen er eenige jaren en het waren geen gemakkelijke zoomin voor Brandenburg in het algemeen, als voor Fürsten- walde in het bjjzonder. Alle rampen, welke de menschen treffen kun nen, schenen zich vereenigd hebben, om dit on gelukkige land te bezoeken, dat tot nog toe onder zjjn verstandigen, dapperen keurvorst een welvaart en een rust genoten had, als weinig andere landen. De thans regeerende vorst George Wilhelm, was niet opgewasschen tegen den storm die over zijn land losbrakhjj kon niet besluiten om partjj te kiezen in den grooten DuitBchen oorlog, en werd dus natuurljjk een speelbal der jieide krjjgvoerenden. Daaronder leed zjjn arm ambtenaars-personeel van het departement, op de tribunes tegenwoordig was. Hoewel dit zeker getuigt van belangstelling, zoo kan het toch geen goeden dunk geven van de volhandigheid van dit personeel voor de behan deling der loopende zaken. Het is ministers wensch, dat het werk aan het departement zoo min mogelijk lijde onder den arbeid in de kamer, en hij acht het daarom alleen noodig, dat tot het verstrekken van inlich tingen in de kamer, tegenwoordig zijn de heeren chef van het personeel, chef van het materieel, hoofd-ingenieur-adviseur voor scheepsbouw, in specteur over de artillerie, inspecteur van den stoomvaartdienst, chef der afdeeling loodswezen, chef der afdeeling hydrographie, adjudant van den minister van marine. Men zou kunnen vragen wat beteekent zulk eene vermaning Gebruiken de ambtenaren hun vrijen tjjd om de kamerzittingen bij te wonen dan heeft de minister zeker geen recht om die ambtenaren daarover te onderhouden; doen zjj het echter in de uren, die zjj werkzaam moeten zjjn aan het ministerie, dan dient de heer Taalman Kip zijn secretaris-generaal en deze op zijn beurt de chefs der verschillende afdeelingen te onder houden, omdat zij zoo slecht orde en regel bij hun ondergeschikten weten te handhaven. De St. Ct. bevat een kon. besluit van den 8en Maart 1885, houdende vrijstelling van meting voor Belgische schepen. 30 April zal het zeventig jaar geleden zjjn dat de Militaire Willemsorde werd ingesteld. Alle leden der orde worden uitgenoodigd om dien dag te herdenkende kosten van het feest wil men op hoogstens p. m. 12 per hoofd bepalen. Onze koning befuigde zijne ingenomenheid met dit plan. Wie daaraan wil deel nemen wende zich tot den heer G. van Tienhoven, kapitein bij het regiment grenadiers en jagers te 's Gravenhage. De inwoners van Edam, Monnikendam en Pur- ruerend hebben zich per request tot den minister van waterstaat enz. en tot de tweede kamer der staten-generaal gewend tot opheffing van art. 8 der wet op de zeevisscherjj, waarbjj het gebruik van de zoogenaamde wonderkuil is verboden, waardoor volgens adressanten de talrijke, njjvere bevolking, van de hen omringende vis- schersdorpen thans in grooten nood verkeert, aangezien zij door gemeld verbod zeer gevoelig in hun kleinhandel en nijverheid worden getroffen. Adressanten wjjzen er op, hoe proefondervindeljjk is gebleken, dat het algemeen belang der visscherjj door het gebruik der wonderkuil niet wordt be nadeeld en dus de waarnemingen, waarop bedoeld art. 8 gegrond is, minder juist zjjn geweest, op grond waarvan zij hun stem ter ondersteuning van de rechtmatige klachten van de Zuiderzee- visschers van Yollendam en Urk doen hooren en daarbjj het verzoek wagen, dat aan den door hen -and yreeseljjk en Fiirstenwalde kon de algemeene ellende niet ontgaan; daar het op den doortocht naar de hoofdstad lag. Nu eens vielen de Zweden in de stad, dan weer de keizerlijken, die beiden even erge gruwelen bedreven. Daarop kwam er een betere tjjd WaldBtein was afgedankt en de bjjna uitgezogen Mark was bevrjjd van vreemde soldateh. Toen vierde men te Fiirstenwalde het honderdjarig jubileum der Evangelische confessie en de stem van Ilse Cagerer klonk liefelijk in het Domkoor. Doch weldra verschenen de vjjanden weer; maar 'Fiirstenwalde weerde zich dapper. Alles zag hoopvol op tot den Zweedschen koning, die Pommeren reeds van de keizerlijken gezuiverd hadmaar George Wilhelm kon niet besluiten om de i'eddende hand van zijn zwager te grjjpen. Men fluisterde hem in 't oor, dat Gustaaf Adolf voornemens was om zich van al de Duitsche landen meester te makenonmogelijk was het niet, waarom zou een moedig, wakker veroveraar niet belust worden op een land, dat zoo verdeeld voor hem lag, waarvan hij de weldoener kon worden, door er zijn sterke hand op te leggen? Maar het Duitsche hart van den keurvorst niet alleen, zjjn zwakheid verzette er zich tegen om een vreemdeling meester te laten worden in Duitschland, van daar zijn dralen. En zoo bracht elke dag nieuwe treurmaren en Ilse Cagerer zag dus verwonderd van haar spinnewiel op, toen haar vader binnenkwam en haar bjjna vroolijk goeden morgen! zei. Men had de vroolijkheid afgeleerd ia de Marksche landen. Sedert den als onhoudbaar beschouwden toestand spoedig een einde moge komen. De Berljjnsche correspondent van den Standard schrijft: Tot nadere toelichting op hetgeen jkr telegrafeerde over de Brunswijksche troonop volging en dat een lid uit een Duitsche regeerings familie in aanmerking zou komen, ben ik nu in staat mede te deelen, dat aan prins Albrecht van Saxen-Altenburg, (toekomstig) echtgenoot van prinses Marie der Nederlanden, een dochter van prins Frederik Karei, de troon is aangeboden. Prins Albert heeft reeds den Russischen krijgsdienst verlaten en werd herhaalde malen door den Duit- schen keizer in audiëntie ontvangen. Hij is in het leger zeer geziende Duitsche officieren hebben geleerd zjjn militaire bekwaamheden gedurende den Franschen oorlog op prijs te stellen, toen hij een van de vele Russische officieren in het Duitsche leger was. De laatste editie van het Haagsche Dagblad van Maandag meldt, dat het huwelijk van prinses Hendrik onbepaald zou zjjn uitgesteld. DT A. Kuijper, van Amsterdam, zal Nederland vertegenwoordigen op het 4e internationale con gres der anti-vaccinateurs, dat 23 Juli en volgende dagen onder presideum van dr Hubert Boens, op het raadhuis te Charleroi zal gehouden worden. Op het postcongres te Lissabon is ook Bolivia tot de algemeene vereeniging toegetreden, zoodat nu de gezamenlijke staten van Amerika daarin zijn opgenomen. Verder is het aantal landen, die de additioneele overeenkomsten onderteekend hebben, vermeerderd, door toetreding van a Venezuela tot de overeenkomst betreffende de aangeteekende brieven met aangegeven geldswaarde 6 Bulgarije, Japan, de Argentjjnsche republiek, Brazilië, Chili, Guatemala, Honduras en Uraguay tot den internationalen postwisseldienst c Griekenland, Spanje, de Argentjjnsche repu bliek, Brazilië, Chili, Paraguay, Venezuela en Haïti tot de conventie tot uitwisseling Tan voor werpen der pakketpost. (IV. R. Ct.) Volgens het voorloopig verslag op het wetsont werp tot reorganisatie der staatsloterjj waren sommige leden in beginsel tegen dit ontwerp, omdat zij afschaffing van de staatsloterij verlangen. De meeste leden echter, die rekening hielden met de menschelijke natuur, wilden daarmee in elk geval wachten tot de schatkist deze vrijwillige bjjdrage zonder bezwaar kan missen. Eenige leden beweerden, dat het te koop aan bieden van loten in buitenlandsche loterijen niet behoorde te worden toegelaten. Anderen, die de vrijheid niet zoo zeer wilden belemmeren, wezen daarbjj op de premieloten ter beurze. Sommigen voorzagen van de voorgestelde bepa lingen groot nadeel voor het lotendebiet, dus mindere opbrengst yoor het rijk, en noemden de afschaffing van de faveurloten onbillijk en hard zij gaven daarom een meer geleideljjke invoering in overweging, o. a. door de bestaande faveurloten dood zijner vrouw was Cagerer een grjjsaard ge worden; hij ging gebukt en liet gaarne toe, dat Ilse opstond en hem haar arm aanbood, waarop hij leunde tot dat hij bij zjjn gemakkeljjken stoel gekomen was. Zoo ook gebeurde het ditmaal. Hij nam plaats en Ilse bleef met den arm op de leuning van den stoel, staan. „Ik breng n een goede en een kwade tijding; mjjn kind", begon hjj. Goede tjjding is tegenwoordig zeldzaam", antwoordde Ilse, „en wat is de uwe, vader?" »De jonge Heinrich Lofs heeft aanzoek om uw hand gedaanhij gelooft dat gij een goede moeder voor zjjn kindje zult zjjn, daar hij zjjn vrouw verleden jaar in het kraambed verloren heeft". Geen spier van het gelaat van Ilse vertrok en zij sprak op harden, koelen toon «Noemt gij dat een goede tjjding, vader?" Lieve Ilse", zei haar vader aangedaan, „kan er in deze treurige tjjden iets beters voor het vaderhart zjjn, dan te weten dat zjjn kind onder de bescherming van een braven man leeft „Mevrouw Felbinger leefde ook onder de bescherming van een braven man", viel Ilse in, „en toch stierf zjj tengevolge der mishandelingen haar door de keizerljjke troepen aangedaan; wij vrouwen zjjn in oorlogstijd vogelvrij en alleen Gods genade beschermt ons". Geheel ongelijk kon haar vader haar niet geven, hij zuchtte diep en zei toen half verdrietig, half knorrig; „Ik verheugde mjj zoo, dat er eindeljjk weer eens iemand om u kwam f vroeger stond het nog levenslang te verzekeren aan hen, die ze nu hebben. Vele andere leden wezen erop, dat de collecteurs tegenwoordig in gunstiger positie zjjn dan vroeger het gehalte der gedelegeerden is beter, de vraag naar loten grooter, de risico dus kleiner, en in plaats van 63 maken zij wel 66 van een lot. Ook met het oog op het weinige werk achtte men daarom de netto-winst, welke het ontwerp hun zou laten, alleszins voldoende. Deze leden wilden echter bijv. voor 5 jaren van rijkswege eenige loten toekennen aan die splitters, die niet tot collecteur worden benoemd. De schade door de intrekking der faveurloten ware h. i. door een gratificatie te vergoeden. Enkele leden bleven aandringen op verkoop der loten door de rijksontvangers. Anderen waren van oordeel, dat daardoor de loterjj langs een omweg zou worden gedood. Voorts waren er, die ditzelfde voorzagen van de afschaffing der classicale loten. Verscheidene leden daarentegen, die dit classicaal stelsel het grootste kwaad der loterij achtten, vreesden dat dit door het ontwerp veeleer aangemoedigd dan gefnuikt zou worden, daar het belang der spelers zou meebrengen, classicaal te spelen. Men gaf in overweging, te bepalen dat er slechts collecteurs kunnen zjjn in gemeenten van meer dan 20.000 zielen (en daar waar ze nu zjjn), het getal te regelen naar de bevolking. De korting op de prijzen wilde men laten vervallen; die prijzen moeten bepaald worden op het werkelijk uit te keeren bedrag. Sommige leden wilden den prijs der loten voor de le en 2e week der 5e klasse op f 72 stellen. Men gaf in overweging, tot en met 1890 slechts 3 boven den inleg te doen uitkeeren, en tot 1895 4 daarna wetsherziening. Vele leden wenschten het^maximum der aan een collecteur toe te deelen loten op 750 te bepalen, in het belang der kleine, en in elk geval geljjke verdeeling tusschen de collecteurs, in éen gemeente gevestigd. Het Dagblad van Ned. Indie schrjjft dd. 11 Febr. het volgende Op Atjeh is men bezig met de inrichting der beperkte lijn.- versterkingen. Eene vraag van belang zal het zjjn, hoe de opengekapte streek buiten om de linie open gehouden zal worden. Dit kon wel eens later een even gevaarljjk werk worden,s als tot nu toe de transporten tusschen de thans ingetrokken versterkingen waren. De berichten uit Mandor zijn telegraphisch kort. Sommige bladen stelden zekere plaats Mentidong voor als eene versterking des vjjands, terwijl zij een onzer twee verbindingsposten tusschen Pontianak en Mandor sehjjnt te zjjn, aan de rivier gelegen. Uit een bericht bljjkt, dat wij daar hulptroepen gebruiken, waarschijn» lijk van den sultan van Pontianak. En het laatste bericht zegt, dat de vjjand, die onlangs een niet stil met huweljjksaanvragen, doch sedert gjj er een paar zoo barsch afgewezen hebt, heeft niemand meer courage om u te vragen" Het meisje huiverde en zei spotachtig: „Zeg liever, dat zij bang voor mjj zjjn, sedert ik uit het graf Verrezen ben". Cagerer wist, dat zjj gelijk had, maar hjj wildë het niet toegeven, daarom zweeg hij even eh begon weer «Vroeger mocht gjj Heinrich Lofs gaarnë ljjden en het heeft lang geduurd, eer hjj tot zjjh huwelijk met Suze besloot". «Acht dagen nadat ik herrezen was", zei êjf bitter, terwijl er een rilling door hare leden ging; sooals altjjd als zjj van die gebeurtenis sprak, 't geen zelden gebeurde en dan nog maar alleen tegen haar vader. «Dus wilt gjj wezenljjk niet vroeg de oude man nog eens, «Ik kan niet, vader; wat ik u bidden mag; laat mjj bjj u blijven en met u dragen, wat God nog over deze stad beschoren heeft". -— „Als gjj dat zoo bepaald wilt, zal ik Lofs afwjjzen, dwingen wil ik u niet". Zij haalde een kruik gewarmd bier van dé kachel en toen hjj gedronken had vroeg zjj, voof hem staande Is het waar, dat dominè Freuer naar Beea- kow beroepen is „Ja", antwoordde de oude man, «en de raad weet niet, waar men in deze benarde tjjdsomstan- Idigheden een opvolger voor hem moet zoeken". {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1