ADVERTENTIEN.
Briefwisseling.
Yertrotten en aangekomen schepen.
Handelsberichten.
40jarige Echlvereeniging
Graanmarkten, enz.
Prijzen van Effecten.
zeggen, daar hp geheel belangloos zjjne stem
doet hooren, waar het de zoo belangrijke en
steeds belangrijker wordende oester-industrie geldt.
-Het zjj mg echter vergund de gronden op te
geven, waarop mjjn schrgven in de Goesche
courant gebaseerd was. Onderhuur ran oester-
perceelen acht de schrgver niet te zijn verboden
bjj de algemeene wet. Afdeeling 2 titel VII
boek III B. W. zou alleen van toepassing zjjn
op huur van huizen en landen, en huur van
oesterperceelen, Mens aquatiques, zou daar geheel
buiten vallen, 'tls waar, dat noch de code civil
noch onze wet bjjzondere bepalingen voor huur
van Mens aquatiques hebben. Graat nu de bewe
ring van den geachten schrgver op, dan zal bg
de herziening van het B. W. de wetgever wellicht
zoo goed zgn daaraan gedachtig te wezen, maar
noodig acht ik dit niet, dewijl naar mijne
meening bovengenoemde plaats van ons wetboek
ook op dien huur van toepassing is.
Art. 1583 titel VII B. III luidt»Er bestaan
tweederlei soorten van overeenkomsten van huur
en verhuurhuur van goederen, en huur van
diensten, werk en nijverheid." De 2e, 3e en 4"
afdeeling van onzen titel handelt over huur
van goederen, de 5e en 6e over huur van diensten,
werk en njjverheid.
Waar nu de 38 en 4» afdeelingen uitsluitend
spreken van huizen", „huisraad" en „landerijen",
zoo zgn daarentegen de bepalingen van de 2'
afdeeling, otschoon zjj tot opschrift heeft „van
de regelen welke gemeen zgn aan verhuringen
van huizen en landen", zoo algemeen gesteld,
dat ik die bepalingen ook op huur van andere
saken toepasselijk achtte en dus ook van de
«verdronken landen van Zuid-Beveland" b. v. In
het ontwerp van 1820 (B. III titel 8) plaatste de
wetgever dan ook boven den titel, waarin vele
bepalingen van onze 2e afdeeling voorkomen,
het meer gepaste opschrift „van huur en ver
huring van goederen" terwjjl hg verdqr in een
anderen titel «van huur en verhuring van diensten"
spreekt.
Op de vraag, hoe onze wetgever er toe kan
gekomen zijn om, in plaats van het meer juiste
opschrift, in het wetboek van 1820 voorkomende,
het opschrift in de code civil eenvoudig te ver
talen, is wellicht ook een antwoord, dat hij er
toe geleid is door zijne groote welwillendheid om
ons toch vooral te doen begrjjpen, dat, wanneer
afdeeling 3 en 4 de regelen aangeven, welke
afzonderlgk in acht moeten genomen worden bij
huur óf van huizen óf van landerijen, wij hetgeen
afdeeling 2 leert wel degeljjk op beide moeten
toepassen. Hij zag voorbg, dat hij ons daarmede
wel eens, zoo als nu het geval is, in de war zou
kunnen brengen.
Professor Opzooraer (deel 8 afl. 2 blz. 271) noemt
deze afdeeling„toepasselijk op het huren van
alle voorwerpen, waar niet óf de aard der zaak
óf de uitdrukkelijke bepaling der wet eenig artikel
tot den huur van huizen en landerjjen beperkt."
Die bepalingen zeiven zgn ofschoon het beper
kende van het opschrift daar tegenover staat
in zeer algemeenen vorm gesteld. Zg spreken
geheel onbepaald van „het verhuurde," »het ver
huurde goed," „het gehuurde," „van huur, verhu
ring, huurovereenkomst." Aangenomen nu dat
bedoelde afdeeling van algemeene toepassing is op
huur van goederen, waar althans niet de inhoud
van eenig art. slechts toepassing op een bepaald
voorwerp gedoogt, zoo durfde ik beweren, dat door
art. 1595 ook is verboden «onderhuur van
oesterperceele n."
Indien van het Pransche recht onderhuur zoozeer
een essentieel of natuurljjk element is, dat daar
aan eene verbodsbepaling niet kan gedacht worden,
had de Nederlandsche wetgever, indien hg aan
dat beginsel getrouw had willen big ven, artikel
1717 code civil eenvoudig kunnen vertalen, geljjk
zoo vaak geschiedde.
Geen rechtsgeleerde zijnde waag ik mg echter
niet verder op dit terrein en vergun mg slechts
nog een kleine bemerking aangaande de splitsing
van perceelen, waar de schrijver met recht zegt
«Voor het politietoezicht is het van hoog belang,
dat men weet met welk persoon men te doen
heeft." Juist op grond hiervan is het in gebruik
geven van een perceel voor het leggen van pannen
aan tal van personen eene niet gewenschte zaak,
dewjjl het der politie alsdan schier onmogelgk
is te weten, met wie zij te doen heeft. Onder
zooveel bekende en onbekende buren, welke men
op die wjjze verkrggt, leert de ondervinding, dat
het ook wel eens minder veilig kan worden.
Van het verantwoordelgk bljjven van den pachter,
waarop schrgver wjjst, is hier weinig heil te
verwachten.
Ten slotte trekt de geachte schrgver zich de
belangen van den „kleinen man" aan en ziet hjj
in den groot oestercultivateur diens vijand, als zou
deze de oestercultuur willen monopoliseeren en
alleen de prijzen regelen.
Schrgver vergunne mg de bemerking, dat hg
die belangen van den groot-oestercultivateur en
van den „kleinen man" niet zoo zeer goed be-
grijpt, als hij wel vermeent, en onnoodig het
schrikbeeld „monopolie" te voorschijn roept.
Indien bg de laatste groote internationale ten-
ioonstelljng te Parjjs heeft bezocht en zich daar
wellicht ook heeft bewogen in de afdeeling voor
yesteresltuur, dan zou hg uit een der voorhanden
iggende brochures kunnen vernomen hebben, dat
ran de Westkust van Frankrjjk, waar de oester
productie zeer rjjk is, die industrie zich in drie
leelen gesplitst heeftdezen leggen zich bjj uit-
iluiting toe op den aanslag van broed, weer anderen
>p de ontwikkeling van dat broed, totdat het
jeachikt is om in handen yan derden over te gaan,
lie door verdere zorgen ze eindeljjk voor de markt
geschikt maken. Deze verdeeling van arbeid in
lie industrie zal wel in den aard der zaak liggen
in dus hier ook niet uitblijven. Zooals daar in Frank
rijk, kan en zal ook hier „de kleine man" om dit
woord der schrijvers te behouden —bij die verdeeling,
die zich van zelf zal ontwikkelen, welvarendoch
niet langs den weg, die nu wordt ingeslagen, moet
die ontwikkeling komen. De kleine man moet in
het verkrijgen van plaats om pannen voor den
aanslag te leggen niet afhangen van den goeden
wil van den groot-oestercultivateur en wederom
moet deze laatste niet in de gelegenheid zijn om,
wellicht om een niet onaardig winstbejag, een
perceel, van nature niet aangewezen als pannen-
perceel, voor het leggen van pannen uit te geven
en daardoor in waarde te doen verminderen. Ook
in dezen tak dier industrie moeten orde en regel
zjjn, en deze zijn niet te bereiken, indien het den
pachter geheel vrjj staat, om ieder wien hjj wil en
zoovelen hjj wil voor het leggen van pannen toe
te laten. Alle controle der politie wordt dan
onmogelgk.
De verpachter, de staat, moet dezen toestand
regelen; en al zijn er voor 't oogenblik weinig
perceelen beschikbaar voor den verpachter, om
voor dien tak der industrie aan gegadigden aan
te bieden, zoo zal, bjj een streng vasthouden aan
hetgeen naar mjjne opvatting door de bepaling
van het nieuwe art. 12 wordt verstaan, die ge
wenschte toestand worden geboren. De groot-
cultivateurs, die voor hunne onderneming te Veel
pannengrond hebben, niet meer in de gelegenheid
zjjnde om die naar eigen goeddunken voor het
uitbrengen van pannen aan een ieder tegen goed
geld in gebruik te geven, zullen bereid gevonden
worden om zoodanige perceelen aan gegadigden
in pacht over te dragen. Zjj, die financieel niet
bjj machte zjjn alleen een geheel perceel over te
nemen, kunnen zich tot dat doel vereenigen en
met vereende kracht hunne industrie uitoefenen.
Met mjjn dank nogmaals aan den heer M.
Jacques De Witt Hamer, dat hjj mjj aanleiding
heeft gegeven deze regelen te schrijven, en aan u
voor de plaatsing, teeken ik
Tholen, 7 Maart 1885. met achting
Johan Wagtho.
Bovenstaande beschouwingen, die de redactie
dezer courant zoo welwillend was mjj ter inzage
te geven, verdienen, voorzoover zjj de juridische
quaestie behandelen, de overweging van de com
missie voor de herziening van ons burgerljjk wet
boek, teneinde de controverse omtrent de toepas
selijkheid van de speciale bepalingen omtrent
huur van landerjjen en huizen ook op andere
onroerende goederen voor goed uit te maken, eene
quaestie welke reeds bjj het tot stand komen van
den C. C. besproken en sedert niet uitgemaakt is,
ook niet door de heldere vertoogen van Laurent
en Aubry et Rau.
De heer Wagtho heeft mjj verkeerd begrepen,
waar hjj meent dat ik de quaestie heb willen
decideeren in een of anderen zin; ik heb mjj daar
niet aan gewaagd, wel wetende hoe moeieljjk het
is in zulke netelige quaesties een beslissend oor
deel te vellen.
Alleen heb ik, door op die quaestie te wjjzen,
getracht aan te toonen, dat het zeer voorzichtig
was van den steller der voorwaarden van verpach
ting, om bjj den bestaanden twjjfel stellige bepa
lingen omtrent het recht van cessie van pacht en
onderhuur te geven, door welke bepalingen naar
mjjn bescheiden oordeel, ook in verband met de
bepalingen van de vorige pachtvoorwaarden, nu
geen twjjfel meer bestaan kan of het door den
heer Wagtho gewraakte leggen van pannen op
anderer perceelen is geoorloofd, zonder dat zelfs
het bestuur der visscherjjen, zoolang die pacht
voorwaarden gelden, daarin verandering kan
maken.
Wat de economische quaestie betreft, ofschoon,
of misschien omdat ik noch de Parjjsche inter
nationale tentoonstelling heb bezocht, noch de
daar tentoongestelde brochures heb gelezen, is
mjjne opinie niet gewjjzigd door hetgeen de
heer Wagtho daaromtrent in het midden brengt.
Wel kan ik mjj voorstellen, dat van lieverlede
een verdeeling van den arbeid in het leven treedt
ook bjj de oestercultuur, die, in het belang van
den groot industrieel en van den kleinen man
tevens, aan die industrie ten goede komt.
Een dergeljjke verdeeling van arbeid zal echter
langs natuurljjken weg moeten gaan en niet door
voorschriften of reglementen van hooger hand
moeten worden in het leven geroepen, wil zjj niet
op den duur leiden tot exploitatie van den klei
nen man.
„Den kleinen man," de heer Wagtho houde mjj
die uitdrukking ten goede, die ik ontleend heb
aan de door hem zeiven en den heer Yan Oeveren
in de Goesche courant ingezonden stukken, en
die mjj juist scheen uit te drukken, wat er meê
werd bedoeld.
Heeft de groot-industrieel door het bezit van
oesterperceelen in de nabjjheid van andere per
ceelen, waar de kleine man pannen legt, behoefte
aan meerder toezicht, wat ik niet beoordeelen kan,
dan zal hjj in dat meerder toezicht zelf kunnen
voorzien of aan den staat om meerder toezicht
vragen, zonder daarom aan de uitoefening van de
oesterindustrie van den kleinen man beperkingen op
te leggen
Ofschoon de herhaalde dankzegging van den
heer Wagtho mjj wel een weinig verlegen maakt
zoo is het geen beleefdheidsvorm van mjj, dat ik
de zaak omkeer, door te zeggen, dat de heer
Wagtho aller dank verdient, niet het minst van
den kleinen man, omdat hjj deze quaestie op het
tapjjt heeft gebracht.
Mb. Jacq. db Witt Hamer.
geen plaats meer kunnen afstaan. Zjj bevat
grootendeels eene herhaling van hetgeen in ons
nommer van 18 Febr. is gezegd en door ons voor
het meerendeel werd weerlegd. Dat men het deeg
voor z. g. eigen gebakken brood bjj den bakker
kan geven om het in den oven te zetten is alge
meen bekend.
Aan A., die naar aanleiding van dezelfde zaak
schrjjft merken wjj op dat zjjn schrgven geen
enkel argument bevat.
Ternemen, 12 Maart. Binnengekomen de
Duitsche stoomboot Neutral, gez. Hansen, van
Antwerpen, ledig, en de Engelsche stoomboot
Thornbrough, gez. Fisk, van Londen, met stuk
goederen.
Vertrokkende Duitsche stoombooten Ottokar,
get. Jess, naar Stettin, met straatkeien, en Nord -
sterngez. Buhle, naar Goole, met stukgoederen.
Wegens lagen waterstand buiten de sluizen,
laadt de Ottokar heden op de reede nog bjj.
Geljjk gisteren werd medegedeeld is in de
veiling, door de N. H. M. te Rotterdam gehouden
van omstreeks 109.655 picols Gouvernements-
koflie, alles verkocht; de opbrengst kan gemiddeld
tegen 27 c. aangenomen worden. Bjj de raming
der middelen voor dit jaar is daarvoor 30 c. per
4- KG. aangenomen.
Middelburg, 12 Maart. De aanvoer van heden
was alleen uit Walcheren. Tarwe werd matig, de
overige artikelen werden niet veel en witteboonen
zeer weinig gepresenteerd. De handel in tarwe
was nog al willig. Puike en mindere tarwe werd
voor verbruik en verzending 0.10 hooger gekocht.
Rogge 0.25 lager. Winter-en zware zomergerst
tot ruim vorige prjjzen betaald. Tuinboonen
goed prijshoudend. Paardenboonen begeerd en
zonder prjjsverandering genomen. Witteboonen
weinig gezocht en 0.25 lager aan te nemen.
Puike bruineboonen meer gewild en eender in
prjjs gebleven. Groene kookerwten flauw zonder
verandering. Winter- en zomerzaad geheel ver
laten, met nominale notering. Puike tarwe 7
a ƒ7.10 enkel nog ƒ7.20; mindere soort ƒ6.80
a 6.90 rogge 6 wintergerst 5.65 a 5.70
zomergerst 5.20 a 5.25 tuinboonen 6
paardenboonen 6.40 a 6.50 witteboonen 13
13.25bruineboonen 9.25 groene kookerwten
8.50 a 8.75 winter- en zomerzaad 10 a
ƒ10.25; raapolie 29.50; patentolie ƒ31.50;
ljjnolie ƒ24 50 per vat op 6/w. contant ƒ1 korting.
Lijnkoeken, zachte 13 harde dito 11 per
104 stuks.
gemiddelde marktprijzen.
Middelbubg, 12 Maart. Yersche boter ƒ1.16 a
1.28; eieren per 100 stuks 3.30.
Aan een werkman.
De bakkers quaestie is al van zoovele zjj den
bekeken dat wjj thans voor uwe beschouwing
aTAATSLEENINGEN.
KTederland. Cert. N. W. Sch. 2Vs pet.
dito dito dito 8 n
dito dito dito 4
dito Obl. 1878 1000. 4
dito dito 1883 4
België. Obligatien21/g
Frankrijk. Origin. Insch. 3
ÏSongarije. Obl. Leening 1867
fl. 1205
dito Goudleening5
dito dito 11. 6006
Amgtardiitr,
U 12
Maart Maart.
676/8
6
S
5
5
B
4
4
3
5
Italië. Cert. Adm. Amsterd.
©ostecrijk. Obl. Mei-Nov.
dito Eebr.-Ang.
dito Jan.-Juli
dito April-Oct.
dito dito Gond
fiPolen. Obl. Sohatkist 1844
Portugal. Obl. Btl. 1853/80.
dito dito 1881.
ëusland. Obl. Hope C.
1798/18155
Cert. Insobr. 5e Serie 1854. 5
dito dito 6e 1855. 5
Obligatien 1862.5
dito 1864 10005
dito 1864 1005
dito 1877 dito. 5
dito Oostersche le serie. 5
dito dito 2e 5
dito dito Se 5
dito 1872 gecon. dito5
dito 1873 gecon. dito5
dito 1884 gecon. dito5
4ito i860 le Leening dito 41/j
dito 1860 2e Leening dito 41/g
dito 1875 gecon. dito 41/,
dito 1880 gecon. dito 4
dito 4e Leen. 1842)44 4
Obligatie-Leening 1867/69 4
dito dito 1859. 8
Cert. van Bank-Assign6
Spanje. Obl. Buit. 1867/75. IVi
dito dito 1876. 2
dito Perpetueele4
dito Binnenl.1000-5000 II/4
tTurkije. Obl. Alg. Sch, 1865, 5
dito geregistreerde.
dito dito 1869 8
ffigypte. Obl. Leening 18764
dito spoorweg dito 1876. 5
Sereen. Staten Obl. 1877. 4
dito dito 187641/j
Brazilië. Obl. Londen 18855
dito Leening 18755
dito 1863 «10041/|
IHDUSïaiEELB E S
676/8
80
ion/s
101
991/2
881/a
67
671/g
671/2
671/4
801/s
IOII/4
IOU/2
1013/18
661/2
662/.,
86
863/4
t
443/g
44
f
848/,
841/g
IOOI/4
991/4
841/2
793/4
0
911/2
961/2
93
f
971/9
957/s
60
573/4
r
60
581/4
9
9
941/4
921/8
9
941/4
921/g
s
943/g
917,8
9
t
905/g
873/g
9
881/8
841/2
9
77
751,8
9
1
823/a
80
577/8 573/a
173/g
177/8
653/4
971/g -
EIH A3CIES LE
ONDERNEMINGEN,
1003/4
363/4
Xederl. Afr. Hand.*"?, aaiid.
Ned. Hand.-Maatscb. aand.
rescontre
Ned. Ind. Handelb. Aand.
Stoomvaarten Java Obl.
dito Zeeland Aand
dito dito Prefer, dito
dito dito Obl
Ouitschland. Cert. Rijkibank
Adm. Amsterdam
Oostenrijk. Aand. O. H. B.
SPOOR WE GL KEN IN GEN.
KTederland. Obl. Maats, tot
Expl. van Staats-Spw. Aand.
pet.
1
r
s
1
9
s
f
101
361/2
1081/2
Ned. Cent. Spw. Aand. /250.
dito ge8temp. Obl. 50
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned Riin.Spw. voigef. Aand.
N.-Brab. Boxt. Ob!. gestamp.
1875/80
Zuid Ooster sp. Obl.
Songarije. Theiss. Spoorw.
Aand. 6. 200 -5
dto dito Obl5
Italië. Victor Em. sp. Obl. 8
Znid-ltal. Spw. Obl. 3
Oostenrijk. O. Sp. Obl 3
Polen. Wars.-Brom. Aand. 4
Warschan-Weenen dito.
Aasiend. Gr. Sp. Maats. Aand. 5
dito Hypoth. Obligatiën 4l/j
dito dito dito4
Baltisohe Spoorweg Aand. 3
Chark-Aïow Oblig. 100. 5
falez-Griasi dito5
Jelez-Orel dito f 10005
Kursk.-Ch.-As. Obl. «100. 5
Loaowo-Sewastopol f 1000. 5
MorschanBk-Sysran. Aand. 5
Mosk.-Jarolslaw Obl. 100. 5
Mtssk.-Kn.r8k dito dito 8
Mosk.-Smol. dito dito 5
Oral-Vitebsk Obl. dito 5
Pofci-TifliB aito 1000. 5
iUsechk.-Wiaam. Aand 5
Zuid WeBt Spoorw.-Maata. S
snarika. Cent. Pao. Obl. A
dito California Oregon dito. 8
Chic. N.- W. Cert. Aand.
dito dito le hyp. Cert f 1000 7
dito Mad. Ext. Obl. 7
dito Menominee Ds. 500-100 7
dito N.-W. Union, dito 7
dito Winona St. Peter dito. 7
dito S.-W. Ob. IDs. 500-1000. 7
Illinois Cart. v. Aand.
St. Paul Minn. Man. Obl. 7
Uaion Pao. Hoofdl. dito 6
142
976/8
7U'4
1401/2
976/8
509/lg 60
587/,
751/3
124
571/j
941/4
9 U'g
553/4
101
933/8
94
55
59S/4
1091/8
120
1233/4
1221/a
86I/4
601/8
58I/4
76
951/2
631/8
121
923/4
543/4
91
91
88
891/2
513/,
90
911/,
sis/,
571/4
1043/,
120
1246/g
134
FSEMIE-LEX NIKSEN.
STsderl. Stad Amst. f 100 3 pet. 1045/g
Stad Rotterdam8 r 1 1021/,
Gemeente Crediet S t
-3elg£ë Stad Antwerp. 1874 3 983/,
dito Brussel 1879 fr. 100 3 1 1OOI/3
Hongarije. Staatsl. 1870 9 981/,
Oostenrijk. Staatslsening 1854
fl. 250 4 r
dito 1860.......5
dito 1864 v 1391/4
Crediet Inst. 1858 fl 100.
Skusland. Staats). 1364 5
dito 1866 5 r 130
Spanje. Stad Madrid fr. 100 8 9 483/4
"5?tark e. Spoorweg!. ......3 0 Dig
102
99
100
105
1111/8
138S/,
132
128
481/,
93/4
i-ij zea vjsa ©®eugeffiï®s en losbare
obligatiën.
Amsterdam 11 Maart
Oostenrijk. Papier20.321/,
Oostenrijk. Zilv8t20.321/2
Mverse in 11.60
met affidavit 11.90
'ortngeesche U.60
ITraascha47.80
Saigische 47.30
Pruisische 58.50
flamb. Russen1.19
dassen in Z. R1.231/2
'oolsche per Z. R
ipaanscne Bnitenl47.30
Binnen;2.31
Amerik. in dollars 2.46
12 Maart.
j 20.321/2
20.321/2
11.60
11 90
11.60
47.30
47.30
58.50
I.I6I/2
1.21
47.30
2.31
3.48
vak
C. TUIJNMAN
ek
C. STOUTJESDIJK.
Stavenigse, 13 Maart 1885.
Hunne dankbare kindeben bn
behuwd kinderen
Zaterdag den 14s" Maart hopen onze geliefde
ouders
W. LOUWERSE
en
M. P0PPE
hunne SS-JT ARIC4K SCHTVEREEKI'
OIKiQ te vieren.
Oost-Souburg, 13 Maart 1885.
Hunne dankbare kinderen, behuwd-
en kleinkinderen.
Dezer dagen vermeldden de dagbladen de
geschiedenis van VBSREiINfOE, den oud-soldaat,
die, na een jeugd vol wederwaardigheden, en na
gedurende tal van jaren trouw en eerljjk zjjn brood
als schipper te hebben verdiend, aan den avond
yan zjjn leven de middelen mist om in het onder
houd van zich en zjjn gezin te voorzien. Drie
jaren geleden, op zjjn 90,Un veijaardag, dedenjwjj
een beroep op de liefdadigheid zjjner oude vrienden
en mochten van verschillende zjjden zooveel belang
stelling ondervinden dat wjj eene som van
f 4t31.»3Mi bjj elkaar kregen; hieruit is sedert
Maart 1882 maandelijks eerst f NO.later
10.50 voor VERLINDE uitbetaald, zoodat
thans bjjna de geheele som ia verteerd.
In de overtuiging dat een hernieuwd beroep
op de liefdadigheid onzer gewestgenootemiiet
tevergeefs «al ajjn waar het geldt JACOBIIS
veBLIVDE op zjjn hoogen leeftjjd voor gebrek
te behoeden, nemen de ondergeteekenden de
vrjjheid zich opnieuw beschikbaar te stellen tot de
ontvangst van giften, die op dezelfde wjjze
zullen beheerd worden als de vorige. Iedere gift,
hoe gering ook, zal dankbaar worden aangenomen.
Breskens en Groede, den 11 Maart 1885.
GERRITSEN, Burgemeester.
M. M. MEIJER, Wethouder.
J. LEENHOUTS, idem.
Hk. WEIJKMAN.
P. LEENHOUTS.
J. DE HULSTER.
P. MONJÉ.
JAC. VAN MALE.
P
80
P*
w
3
QB
PT
CD
A. W. YAN WALOHREN, Secretaris, 0
B. M. MANTZ, Predikant.
M. MAZURE, Lid van de Provin- J
ciale Staten. g
H. G, HAMMACHER, idem.