ADVERTENTIEN. Briefwisseling. Yertrotten en aangekomen schepen. Handelsberichten. 40jarige Echlvereeniging Graanmarkten, enz. Prijzen van Effecten. zeggen, daar hp geheel belangloos zjjne stem doet hooren, waar het de zoo belangrijke en steeds belangrijker wordende oester-industrie geldt. -Het zjj mg echter vergund de gronden op te geven, waarop mjjn schrgven in de Goesche courant gebaseerd was. Onderhuur ran oester- perceelen acht de schrgver niet te zijn verboden bjj de algemeene wet. Afdeeling 2 titel VII boek III B. W. zou alleen van toepassing zjjn op huur van huizen en landen, en huur van oesterperceelen, Mens aquatiques, zou daar geheel buiten vallen, 'tls waar, dat noch de code civil noch onze wet bjjzondere bepalingen voor huur van Mens aquatiques hebben. Graat nu de bewe ring van den geachten schrgver op, dan zal bg de herziening van het B. W. de wetgever wellicht zoo goed zgn daaraan gedachtig te wezen, maar noodig acht ik dit niet, dewijl naar mijne meening bovengenoemde plaats van ons wetboek ook op dien huur van toepassing is. Art. 1583 titel VII B. III luidt»Er bestaan tweederlei soorten van overeenkomsten van huur en verhuurhuur van goederen, en huur van diensten, werk en nijverheid." De 2e, 3e en 4" afdeeling van onzen titel handelt over huur van goederen, de 5e en 6e over huur van diensten, werk en njjverheid. Waar nu de 38 en 4» afdeelingen uitsluitend spreken van huizen", „huisraad" en „landerijen", zoo zgn daarentegen de bepalingen van de 2' afdeeling, otschoon zjj tot opschrift heeft „van de regelen welke gemeen zgn aan verhuringen van huizen en landen", zoo algemeen gesteld, dat ik die bepalingen ook op huur van andere saken toepasselijk achtte en dus ook van de «verdronken landen van Zuid-Beveland" b. v. In het ontwerp van 1820 (B. III titel 8) plaatste de wetgever dan ook boven den titel, waarin vele bepalingen van onze 2e afdeeling voorkomen, het meer gepaste opschrift „van huur en ver huring van goederen" terwjjl hg verdqr in een anderen titel «van huur en verhuring van diensten" spreekt. Op de vraag, hoe onze wetgever er toe kan gekomen zijn om, in plaats van het meer juiste opschrift, in het wetboek van 1820 voorkomende, het opschrift in de code civil eenvoudig te ver talen, is wellicht ook een antwoord, dat hij er toe geleid is door zijne groote welwillendheid om ons toch vooral te doen begrjjpen, dat, wanneer afdeeling 3 en 4 de regelen aangeven, welke afzonderlgk in acht moeten genomen worden bij huur óf van huizen óf van landerijen, wij hetgeen afdeeling 2 leert wel degeljjk op beide moeten toepassen. Hij zag voorbg, dat hij ons daarmede wel eens, zoo als nu het geval is, in de war zou kunnen brengen. Professor Opzooraer (deel 8 afl. 2 blz. 271) noemt deze afdeeling„toepasselijk op het huren van alle voorwerpen, waar niet óf de aard der zaak óf de uitdrukkelijke bepaling der wet eenig artikel tot den huur van huizen en landerjjen beperkt." Die bepalingen zeiven zgn ofschoon het beper kende van het opschrift daar tegenover staat in zeer algemeenen vorm gesteld. Zg spreken geheel onbepaald van „het verhuurde," »het ver huurde goed," „het gehuurde," „van huur, verhu ring, huurovereenkomst." Aangenomen nu dat bedoelde afdeeling van algemeene toepassing is op huur van goederen, waar althans niet de inhoud van eenig art. slechts toepassing op een bepaald voorwerp gedoogt, zoo durfde ik beweren, dat door art. 1595 ook is verboden «onderhuur van oesterperceele n." Indien van het Pransche recht onderhuur zoozeer een essentieel of natuurljjk element is, dat daar aan eene verbodsbepaling niet kan gedacht worden, had de Nederlandsche wetgever, indien hg aan dat beginsel getrouw had willen big ven, artikel 1717 code civil eenvoudig kunnen vertalen, geljjk zoo vaak geschiedde. Geen rechtsgeleerde zijnde waag ik mg echter niet verder op dit terrein en vergun mg slechts nog een kleine bemerking aangaande de splitsing van perceelen, waar de schrijver met recht zegt «Voor het politietoezicht is het van hoog belang, dat men weet met welk persoon men te doen heeft." Juist op grond hiervan is het in gebruik geven van een perceel voor het leggen van pannen aan tal van personen eene niet gewenschte zaak, dewjjl het der politie alsdan schier onmogelgk is te weten, met wie zij te doen heeft. Onder zooveel bekende en onbekende buren, welke men op die wjjze verkrggt, leert de ondervinding, dat het ook wel eens minder veilig kan worden. Van het verantwoordelgk bljjven van den pachter, waarop schrgver wjjst, is hier weinig heil te verwachten. Ten slotte trekt de geachte schrgver zich de belangen van den „kleinen man" aan en ziet hjj in den groot oestercultivateur diens vijand, als zou deze de oestercultuur willen monopoliseeren en alleen de prijzen regelen. Schrgver vergunne mg de bemerking, dat hg die belangen van den groot-oestercultivateur en van den „kleinen man" niet zoo zeer goed be- grijpt, als hij wel vermeent, en onnoodig het schrikbeeld „monopolie" te voorschijn roept. Indien bg de laatste groote internationale ten- ioonstelljng te Parjjs heeft bezocht en zich daar wellicht ook heeft bewogen in de afdeeling voor yesteresltuur, dan zou hg uit een der voorhanden iggende brochures kunnen vernomen hebben, dat ran de Westkust van Frankrjjk, waar de oester productie zeer rjjk is, die industrie zich in drie leelen gesplitst heeftdezen leggen zich bjj uit- iluiting toe op den aanslag van broed, weer anderen >p de ontwikkeling van dat broed, totdat het jeachikt is om in handen yan derden over te gaan, lie door verdere zorgen ze eindeljjk voor de markt geschikt maken. Deze verdeeling van arbeid in lie industrie zal wel in den aard der zaak liggen in dus hier ook niet uitblijven. Zooals daar in Frank rijk, kan en zal ook hier „de kleine man" om dit woord der schrijvers te behouden —bij die verdeeling, die zich van zelf zal ontwikkelen, welvarendoch niet langs den weg, die nu wordt ingeslagen, moet die ontwikkeling komen. De kleine man moet in het verkrijgen van plaats om pannen voor den aanslag te leggen niet afhangen van den goeden wil van den groot-oestercultivateur en wederom moet deze laatste niet in de gelegenheid zijn om, wellicht om een niet onaardig winstbejag, een perceel, van nature niet aangewezen als pannen- perceel, voor het leggen van pannen uit te geven en daardoor in waarde te doen verminderen. Ook in dezen tak dier industrie moeten orde en regel zjjn, en deze zijn niet te bereiken, indien het den pachter geheel vrjj staat, om ieder wien hjj wil en zoovelen hjj wil voor het leggen van pannen toe te laten. Alle controle der politie wordt dan onmogelgk. De verpachter, de staat, moet dezen toestand regelen; en al zijn er voor 't oogenblik weinig perceelen beschikbaar voor den verpachter, om voor dien tak der industrie aan gegadigden aan te bieden, zoo zal, bjj een streng vasthouden aan hetgeen naar mjjne opvatting door de bepaling van het nieuwe art. 12 wordt verstaan, die ge wenschte toestand worden geboren. De groot- cultivateurs, die voor hunne onderneming te Veel pannengrond hebben, niet meer in de gelegenheid zjjnde om die naar eigen goeddunken voor het uitbrengen van pannen aan een ieder tegen goed geld in gebruik te geven, zullen bereid gevonden worden om zoodanige perceelen aan gegadigden in pacht over te dragen. Zjj, die financieel niet bjj machte zjjn alleen een geheel perceel over te nemen, kunnen zich tot dat doel vereenigen en met vereende kracht hunne industrie uitoefenen. Met mjjn dank nogmaals aan den heer M. Jacques De Witt Hamer, dat hjj mjj aanleiding heeft gegeven deze regelen te schrijven, en aan u voor de plaatsing, teeken ik Tholen, 7 Maart 1885. met achting Johan Wagtho. Bovenstaande beschouwingen, die de redactie dezer courant zoo welwillend was mjj ter inzage te geven, verdienen, voorzoover zjj de juridische quaestie behandelen, de overweging van de com missie voor de herziening van ons burgerljjk wet boek, teneinde de controverse omtrent de toepas selijkheid van de speciale bepalingen omtrent huur van landerjjen en huizen ook op andere onroerende goederen voor goed uit te maken, eene quaestie welke reeds bjj het tot stand komen van den C. C. besproken en sedert niet uitgemaakt is, ook niet door de heldere vertoogen van Laurent en Aubry et Rau. De heer Wagtho heeft mjj verkeerd begrepen, waar hjj meent dat ik de quaestie heb willen decideeren in een of anderen zin; ik heb mjj daar niet aan gewaagd, wel wetende hoe moeieljjk het is in zulke netelige quaesties een beslissend oor deel te vellen. Alleen heb ik, door op die quaestie te wjjzen, getracht aan te toonen, dat het zeer voorzichtig was van den steller der voorwaarden van verpach ting, om bjj den bestaanden twjjfel stellige bepa lingen omtrent het recht van cessie van pacht en onderhuur te geven, door welke bepalingen naar mjjn bescheiden oordeel, ook in verband met de bepalingen van de vorige pachtvoorwaarden, nu geen twjjfel meer bestaan kan of het door den heer Wagtho gewraakte leggen van pannen op anderer perceelen is geoorloofd, zonder dat zelfs het bestuur der visscherjjen, zoolang die pacht voorwaarden gelden, daarin verandering kan maken. Wat de economische quaestie betreft, ofschoon, of misschien omdat ik noch de Parjjsche inter nationale tentoonstelling heb bezocht, noch de daar tentoongestelde brochures heb gelezen, is mjjne opinie niet gewjjzigd door hetgeen de heer Wagtho daaromtrent in het midden brengt. Wel kan ik mjj voorstellen, dat van lieverlede een verdeeling van den arbeid in het leven treedt ook bjj de oestercultuur, die, in het belang van den groot industrieel en van den kleinen man tevens, aan die industrie ten goede komt. Een dergeljjke verdeeling van arbeid zal echter langs natuurljjken weg moeten gaan en niet door voorschriften of reglementen van hooger hand moeten worden in het leven geroepen, wil zjj niet op den duur leiden tot exploitatie van den klei nen man. „Den kleinen man," de heer Wagtho houde mjj die uitdrukking ten goede, die ik ontleend heb aan de door hem zeiven en den heer Yan Oeveren in de Goesche courant ingezonden stukken, en die mjj juist scheen uit te drukken, wat er meê werd bedoeld. Heeft de groot-industrieel door het bezit van oesterperceelen in de nabjjheid van andere per ceelen, waar de kleine man pannen legt, behoefte aan meerder toezicht, wat ik niet beoordeelen kan, dan zal hjj in dat meerder toezicht zelf kunnen voorzien of aan den staat om meerder toezicht vragen, zonder daarom aan de uitoefening van de oesterindustrie van den kleinen man beperkingen op te leggen Ofschoon de herhaalde dankzegging van den heer Wagtho mjj wel een weinig verlegen maakt zoo is het geen beleefdheidsvorm van mjj, dat ik de zaak omkeer, door te zeggen, dat de heer Wagtho aller dank verdient, niet het minst van den kleinen man, omdat hjj deze quaestie op het tapjjt heeft gebracht. Mb. Jacq. db Witt Hamer. geen plaats meer kunnen afstaan. Zjj bevat grootendeels eene herhaling van hetgeen in ons nommer van 18 Febr. is gezegd en door ons voor het meerendeel werd weerlegd. Dat men het deeg voor z. g. eigen gebakken brood bjj den bakker kan geven om het in den oven te zetten is alge meen bekend. Aan A., die naar aanleiding van dezelfde zaak schrjjft merken wjj op dat zjjn schrgven geen enkel argument bevat. Ternemen, 12 Maart. Binnengekomen de Duitsche stoomboot Neutral, gez. Hansen, van Antwerpen, ledig, en de Engelsche stoomboot Thornbrough, gez. Fisk, van Londen, met stuk goederen. Vertrokkende Duitsche stoombooten Ottokar, get. Jess, naar Stettin, met straatkeien, en Nord - sterngez. Buhle, naar Goole, met stukgoederen. Wegens lagen waterstand buiten de sluizen, laadt de Ottokar heden op de reede nog bjj. Geljjk gisteren werd medegedeeld is in de veiling, door de N. H. M. te Rotterdam gehouden van omstreeks 109.655 picols Gouvernements- koflie, alles verkocht; de opbrengst kan gemiddeld tegen 27 c. aangenomen worden. Bjj de raming der middelen voor dit jaar is daarvoor 30 c. per 4- KG. aangenomen. Middelburg, 12 Maart. De aanvoer van heden was alleen uit Walcheren. Tarwe werd matig, de overige artikelen werden niet veel en witteboonen zeer weinig gepresenteerd. De handel in tarwe was nog al willig. Puike en mindere tarwe werd voor verbruik en verzending 0.10 hooger gekocht. Rogge 0.25 lager. Winter-en zware zomergerst tot ruim vorige prjjzen betaald. Tuinboonen goed prijshoudend. Paardenboonen begeerd en zonder prjjsverandering genomen. Witteboonen weinig gezocht en 0.25 lager aan te nemen. Puike bruineboonen meer gewild en eender in prjjs gebleven. Groene kookerwten flauw zonder verandering. Winter- en zomerzaad geheel ver laten, met nominale notering. Puike tarwe 7 a ƒ7.10 enkel nog ƒ7.20; mindere soort ƒ6.80 a 6.90 rogge 6 wintergerst 5.65 a 5.70 zomergerst 5.20 a 5.25 tuinboonen 6 paardenboonen 6.40 a 6.50 witteboonen 13 13.25bruineboonen 9.25 groene kookerwten 8.50 a 8.75 winter- en zomerzaad 10 a ƒ10.25; raapolie 29.50; patentolie ƒ31.50; ljjnolie ƒ24 50 per vat op 6/w. contant ƒ1 korting. Lijnkoeken, zachte 13 harde dito 11 per 104 stuks. gemiddelde marktprijzen. Middelbubg, 12 Maart. Yersche boter ƒ1.16 a 1.28; eieren per 100 stuks 3.30. Aan een werkman. De bakkers quaestie is al van zoovele zjj den bekeken dat wjj thans voor uwe beschouwing aTAATSLEENINGEN. KTederland. Cert. N. W. Sch. 2Vs pet. dito dito dito 8 n dito dito dito 4 dito Obl. 1878 1000. 4 dito dito 1883 4 België. Obligatien21/g Frankrijk. Origin. Insch. 3 ÏSongarije. Obl. Leening 1867 fl. 1205 dito Goudleening5 dito dito 11. 6006 Amgtardiitr, U 12 Maart Maart. 676/8 6 S 5 5 B 4 4 3 5 Italië. Cert. Adm. Amsterd. ©ostecrijk. Obl. Mei-Nov. dito Eebr.-Ang. dito Jan.-Juli dito April-Oct. dito dito Gond fiPolen. Obl. Sohatkist 1844 Portugal. Obl. Btl. 1853/80. dito dito 1881. ëusland. Obl. Hope C. 1798/18155 Cert. Insobr. 5e Serie 1854. 5 dito dito 6e 1855. 5 Obligatien 1862.5 dito 1864 10005 dito 1864 1005 dito 1877 dito. 5 dito Oostersche le serie. 5 dito dito 2e 5 dito dito Se 5 dito 1872 gecon. dito5 dito 1873 gecon. dito5 dito 1884 gecon. dito5 4ito i860 le Leening dito 41/j dito 1860 2e Leening dito 41/g dito 1875 gecon. dito 41/, dito 1880 gecon. dito 4 dito 4e Leen. 1842)44 4 Obligatie-Leening 1867/69 4 dito dito 1859. 8 Cert. van Bank-Assign6 Spanje. Obl. Buit. 1867/75. IVi dito dito 1876. 2 dito Perpetueele4 dito Binnenl.1000-5000 II/4 tTurkije. Obl. Alg. Sch, 1865, 5 dito geregistreerde. dito dito 1869 8 ffigypte. Obl. Leening 18764 dito spoorweg dito 1876. 5 Sereen. Staten Obl. 1877. 4 dito dito 187641/j Brazilië. Obl. Londen 18855 dito Leening 18755 dito 1863 «10041/| IHDUSïaiEELB E S 676/8 80 ion/s 101 991/2 881/a 67 671/g 671/2 671/4 801/s IOII/4 IOU/2 1013/18 661/2 662/., 86 863/4 t 443/g 44 f 848/, 841/g IOOI/4 991/4 841/2 793/4 0 911/2 961/2 93 f 971/9 957/s 60 573/4 r 60 581/4 9 9 941/4 921/8 9 941/4 921/g s 943/g 917,8 9 t 905/g 873/g 9 881/8 841/2 9 77 751,8 9 1 823/a 80 577/8 573/a 173/g 177/8 653/4 971/g - EIH A3CIES LE ONDERNEMINGEN, 1003/4 363/4 Xederl. Afr. Hand.*"?, aaiid. Ned. Hand.-Maatscb. aand. rescontre Ned. Ind. Handelb. Aand. Stoomvaarten Java Obl. dito Zeeland Aand dito dito Prefer, dito dito dito Obl Ouitschland. Cert. Rijkibank Adm. Amsterdam Oostenrijk. Aand. O. H. B. SPOOR WE GL KEN IN GEN. KTederland. Obl. Maats, tot Expl. van Staats-Spw. Aand. pet. 1 r s 1 9 s f 101 361/2 1081/2 Ned. Cent. Spw. Aand. /250. dito ge8temp. Obl. 50 Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned Riin.Spw. voigef. Aand. N.-Brab. Boxt. Ob!. gestamp. 1875/80 Zuid Ooster sp. Obl. Songarije. Theiss. Spoorw. Aand. 6. 200 -5 dto dito Obl5 Italië. Victor Em. sp. Obl. 8 Znid-ltal. Spw. Obl. 3 Oostenrijk. O. Sp. Obl 3 Polen. Wars.-Brom. Aand. 4 Warschan-Weenen dito. Aasiend. Gr. Sp. Maats. Aand. 5 dito Hypoth. Obligatiën 4l/j dito dito dito4 Baltisohe Spoorweg Aand. 3 Chark-Aïow Oblig. 100. 5 falez-Griasi dito5 Jelez-Orel dito f 10005 Kursk.-Ch.-As. Obl. «100. 5 Loaowo-Sewastopol f 1000. 5 MorschanBk-Sysran. Aand. 5 Mosk.-Jarolslaw Obl. 100. 5 Mtssk.-Kn.r8k dito dito 8 Mosk.-Smol. dito dito 5 Oral-Vitebsk Obl. dito 5 Pofci-TifliB aito 1000. 5 iUsechk.-Wiaam. Aand 5 Zuid WeBt Spoorw.-Maata. S snarika. Cent. Pao. Obl. A dito California Oregon dito. 8 Chic. N.- W. Cert. Aand. dito dito le hyp. Cert f 1000 7 dito Mad. Ext. Obl. 7 dito Menominee Ds. 500-100 7 dito N.-W. Union, dito 7 dito Winona St. Peter dito. 7 dito S.-W. Ob. IDs. 500-1000. 7 Illinois Cart. v. Aand. St. Paul Minn. Man. Obl. 7 Uaion Pao. Hoofdl. dito 6 142 976/8 7U'4 1401/2 976/8 509/lg 60 587/, 751/3 124 571/j 941/4 9 U'g 553/4 101 933/8 94 55 59S/4 1091/8 120 1233/4 1221/a 86I/4 601/8 58I/4 76 951/2 631/8 121 923/4 543/4 91 91 88 891/2 513/, 90 911/, sis/, 571/4 1043/, 120 1246/g 134 FSEMIE-LEX NIKSEN. STsderl. Stad Amst. f 100 3 pet. 1045/g Stad Rotterdam8 r 1 1021/, Gemeente Crediet S t -3elg£ë Stad Antwerp. 1874 3 983/, dito Brussel 1879 fr. 100 3 1 1OOI/3 Hongarije. Staatsl. 1870 9 981/, Oostenrijk. Staatslsening 1854 fl. 250 4 r dito 1860.......5 dito 1864 v 1391/4 Crediet Inst. 1858 fl 100. Skusland. Staats). 1364 5 dito 1866 5 r 130 Spanje. Stad Madrid fr. 100 8 9 483/4 "5?tark e. Spoorweg!. ......3 0 Dig 102 99 100 105 1111/8 138S/, 132 128 481/, 93/4 i-ij zea vjsa ©®eugeffiï®s en losbare obligatiën. Amsterdam 11 Maart Oostenrijk. Papier20.321/, Oostenrijk. Zilv8t20.321/2 Mverse in 11.60 met affidavit 11.90 'ortngeesche U.60 ITraascha47.80 Saigische 47.30 Pruisische 58.50 flamb. Russen1.19 dassen in Z. R1.231/2 'oolsche per Z. R ipaanscne Bnitenl47.30 Binnen;2.31 Amerik. in dollars 2.46 12 Maart. j 20.321/2 20.321/2 11.60 11 90 11.60 47.30 47.30 58.50 I.I6I/2 1.21 47.30 2.31 3.48 vak C. TUIJNMAN ek C. STOUTJESDIJK. Stavenigse, 13 Maart 1885. Hunne dankbare kindeben bn behuwd kinderen Zaterdag den 14s" Maart hopen onze geliefde ouders W. LOUWERSE en M. P0PPE hunne SS-JT ARIC4K SCHTVEREEKI' OIKiQ te vieren. Oost-Souburg, 13 Maart 1885. Hunne dankbare kinderen, behuwd- en kleinkinderen. Dezer dagen vermeldden de dagbladen de geschiedenis van VBSREiINfOE, den oud-soldaat, die, na een jeugd vol wederwaardigheden, en na gedurende tal van jaren trouw en eerljjk zjjn brood als schipper te hebben verdiend, aan den avond yan zjjn leven de middelen mist om in het onder houd van zich en zjjn gezin te voorzien. Drie jaren geleden, op zjjn 90,Un veijaardag, dedenjwjj een beroep op de liefdadigheid zjjner oude vrienden en mochten van verschillende zjjden zooveel belang stelling ondervinden dat wjj eene som van f 4t31.»3Mi bjj elkaar kregen; hieruit is sedert Maart 1882 maandelijks eerst f NO.later 10.50 voor VERLINDE uitbetaald, zoodat thans bjjna de geheele som ia verteerd. In de overtuiging dat een hernieuwd beroep op de liefdadigheid onzer gewestgenootemiiet tevergeefs «al ajjn waar het geldt JACOBIIS veBLIVDE op zjjn hoogen leeftjjd voor gebrek te behoeden, nemen de ondergeteekenden de vrjjheid zich opnieuw beschikbaar te stellen tot de ontvangst van giften, die op dezelfde wjjze zullen beheerd worden als de vorige. Iedere gift, hoe gering ook, zal dankbaar worden aangenomen. Breskens en Groede, den 11 Maart 1885. GERRITSEN, Burgemeester. M. M. MEIJER, Wethouder. J. LEENHOUTS, idem. Hk. WEIJKMAN. P. LEENHOUTS. J. DE HULSTER. P. MONJÉ. JAC. VAN MALE. P 80 P* w 3 QB PT CD A. W. YAN WALOHREN, Secretaris, 0 B. M. MANTZ, Predikant. M. MAZURE, Lid van de Provin- J ciale Staten. g H. G, HAMMACHER, idem.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 3