N° 51. 128e Jaargang 1885. Maandag 2 Maart. Mi&deMrg 28 Februari. Onderwijs. Kerknieuws. Kunstnieuws. Dit blad verschijnt da ge i ij k met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën* 20 Gent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. IHDDELBURGSCHE COURANT. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Boeland, te KruiningenF. Van der Peijl, te Zierikzee: A. C. De Mooij, te TholenW. A. Van Nieuwenhüijzen, en te Ter Neuzen A, Van der Pwjl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Pubhcité étrangère G. L. Daübe en Cie., John F. Jones opvolger. De heer Seret is weer in genade bij de Standaard aangenomen. Indertijd heeft deze afgevaardigde, zooals men weet, gestemd tegen de uiotie-Donner, volgens welke kieswetwjjzigiug aan grondwetsher ziening moest voorafgaan. Dinsdag heeft de heer Seret openlijk amende honorable gedaan. Herin nerende aan zijn toenmalig stemmen, omdat hij de grondwetsherziening niet op den achtergrond wilde geschoven zien, verklaarde hij toen, „dat hij zich zeer wel vereenigen kan met het beginsel om censuswijziging en grondwetsherziening niet te scheiden." Dus eerst de kiestabel dan census wijziging en grondwetsherziening. En goed deed dit de standaard-, want daaruit bleek, zegt het blad, „dat het andersom stemmen van den heer Seret bjj de motie Donner, leiteljjk op niets anders berustte dan op een misverstand aangaande de strekking dier motie en met blijd schap des harten nemen we dus alles terug, wat ook onzerzjjds daarover geschreven werd." Er heerscht discipline onder de gelederen, wij zien het. En de redactie van de Standaard geeft met zeker welbehagen hare goedkeuring en kastijdt met majesteit hen, die dat verdienen. Voor den generaal aangenamer, dunkt ons, dan voor de manschappen die nolens volens zoo onder de plak staan. Men schrijft ons Aan den heer Van Wassenaer komt de lof toe> dat hij in de banier de Congo quaeatie heeft ter sprake gebracht. Hij toonde daardoor een beteren blik op de volksbelangen te hebben, dan sommigen zijner geestverwanten, die bij voorkeur zich met politieke spiegelgevechten bezig houden. Het antwoord, dat hij, en na hem de heer Van By landt, die mede deze zaak behandelde, van den minister ontving, beteekent echter weinig. De minister meende zich van mededeelingen te moeten ont houden, omdat de slotakte der Berljjnsche confe rentie nog niet geteekend was. Alleen verklaarde hij, dat onze gevolmachtigde in last heeft gehad om in de ruimst mogelijke mate alles te ondersteunen en des noods uit te lokken, wat den vrijen handel ten goede komen kan, en zich overigens zorgvuldig te onthouden van deelneming aan de moeielijk- heden van politieken aard, die daar tusschen naijverige staten of vereenigingen mochten rijzen. Aldus geeft het zooeven verschenen officieel verslag de woorden van den minister weder, maar duide lijk zijn ze niet. De minister kon er tot zijn groot genoegen bijvoegen, dat Nederland geslaagd is in alles, wat het in het belang van den handel hoopte te verkrijgen. Dat het beginsel van vrijen handel door de conferentie is aangenomen, behoefde ruen van den minister niet te vernemen; dit wist men reeds door de berichten uit Berlijn. Wat de heer Van Wassenaer, en zeker met hem allen, die in onzen handel belang stellen, wenschten te weten, iswat naar de meening der regeering de positie van Nederland zal zijn onder de nieuwe orde van zaken, die op het Congogebied wordt in het leven geroepen, welke de voordeelen zjjn, die de Neder- landsche handel in Centraal-Afrika aan de confe rentie zal te danken hebben. Daarover liet echter de minister zich niet uit. Wel gaf hij te verstaan, dat in den nieuwen Congostaat Nederland door een consul zal worden vertegenwoordigd. Mededeeling aan de kamer van de akte en protocollen der conferentie is toegezegd. Gewoonlijk komen echter dergelijke stukken hier eerst in, nadat zij in het buitenland zijn openbaar gemaakt. Zeer is het te wenschen, dat van deze gewoonte nu eens worde afgeweken, en dat, zoodra de kamer in kennis is gesteld van de stukken, de gedach ten wisseling. die nu zoo weinig vrucht beeft opgeleverd, zal worden voortgezet. Van hoeveel gewicht ook de regeering de Congo-aangelegenheden acht, blijkt hieruit, dat het behoud eener aizonder- lijke diplomatieke vertegenwoordiging in Portugal uitsluitend met het oog d&arop door den minister werd verdedigd. De invloed van Portugal op de regelingen met betrekking tot den Congo, die volgen zullen op het tractaat, zal groot zijn, zeide de minister, en daarom is de diplomatieke post te Lissabon van groot gewicht. Voor Portugal kan het niet van grooter belang zjjn invloed op die toekomstige regelingen uit te oefenen, dan voor Nederland, dat op ditoogenblik nog verreweg het grootste aandeel heeft in den Congohandel; en daarom is het zeer gewenscht de denkbeelden en inzichten der regeering te kennen, opdat de handel daarmede zijn voordeel kunne doen. Men schrjjft onsSedert de invoering van het reglement op de wegen en voetpaden wordt meer dan vroeger gedaan aan het onderhoud van beide zaken. Daaronder behoort o. m, ook het leggen der bermen onder voldoende hellingen, zooals bedoeld wordt in art. 58b van het reglement, opdat het water van de kunstbaan behoorlijk kunne a&oopen. In sommige gemeenten vergeet men echter de door het afgraven te voorschjjn tredende wortels van boomen overeenkomstig art. 80 2, op te ruimen, niettegenstaande verschillende plaatsen zijn aan te wijzen, waar deze wortels zich zoover boven het oppervlak verheffen, dat zij bepaald hinderlijk- zijn voor voetgangers. Hoogten van een decimeter zijn er niet weinig. De eenige reden, die voor dit verzuim kan bestaan, ligt misschien in de zorg voor de betrokken boomen, maar waar de staten der provincie met goedvin den des konings het publiek hooger schatten dan beplantingen, wien deze ook mogen toebehooren, moesten de gemeentebesturen de uitvoering van het reglement ook even vrijzinnig in praktijk brengen. Op de begrooting van binnenlandsche zaken stellen de heeren Lohman, Haffmans, Vermeulen, Schaepman, Van Asch Van Wijck en Godin de Beaufort voor de volgende verminderingen 5500 op de universiteit te Leiden, nieuwe hoogleeraar in oude geschiedenis, Grieksche en Romeinsche oudh. den, en conservator bjj de geologie 4000 op id. Groningenhoogleeraar in de Engelsche taal 13.400 op de rijks H. B. scholen, ten einde een stap door de reg. worde gedaan om terug te keeren tot het cjjfer, door de wet van 1863 voor de rijksscholen gesteld de som is der jaar wedden van de leeraren aan de drie goedkoopste H. B. scholen met 3jarigen cursus; 13.000 op materieel rjjks H. B. scholen, o. a. teneinde den bouw van paralelklassen aan de school te Leeuwarden te doen vervallen; 17.460 op subsidiën enz., voor de middelbare meisjesscholen 2000 op personeel, kweek- en leerscholen, om daarmede de noodzakelijkheid eener vermin dering uit te spreken, met volle vrjjheid voor de regeering in de te nemen maatregelen 14.650, op 1/3 der subsidiën voor de kweek scholen te Arnhem en Haarlem; 30.000, op de rijks normaallessen, of van de 130.000, welke men op de volgende begroo ting verminderd wenscht te zien 1250, zjjnde het subsidie aan de Leidsche be waarkweekschool Men is zoo beleefd ons toe te zenden een catalogus der in Juli van het vorig jaar te Vlissingen ge houden tentoonstelling van boeken, handschriften, portretten enz., betrekking hebbende op Elizabeth WoffF, geb. Bekker en Agatha Deken. Deze catalogus is met zeer veel zorg bewerkt en, zooals de heer Nagtglas in zijn voorrede terecht opmerkt, een uitstekend toevoegsel op de hulde, door dr. Joh. Dyserinok aan de beide schrijfsters gebracht. Den jeugdigen samensteller, wiens naam wjj niet mogen noemen, omdat hij. zelf dien in zijn werk verzwijgt, heeft zich, dit bljjkt uit alles, met voorliefde van zijn taak gekweten trouwens van hem, die den heer Dyserinck zoo flink steunde bij de regeling en het totstand brengen der tentoon stelling, was niet anders te verwachten. De catalogus is niet in den handel, maar wellicht is voor belangstellenden, (op vriendelijk verzoek, wel een exemplaar door tusschenkomst van de gebr. Van der Post te Utrecht te verkrijgen. Aan het verslag over 1884 der Miedelburgsche spaarbank, door bet departement Middelburg der maatschappij tot Nut van 'I Algemeen opgericht, ontleenen wjj het volgende: De rente, die aan de inbrengers vergoed werd, bedroeg 4 en 3 percent. De inbreng bedroeg 100.659,02, de bijgeschre ven rente19.645.65 L terwjjl ƒ93.005.68 werd terugbetaald. Op 31 Dec. was aan de inbrengers verschuldigd 543.010.55J, terwjjl de bezittingen op dat tijdstip 658.389.84j waard waren. Aan rente werd ontvangen 24.538.49 en aan kosten van administratie enz. 1825.05 uitgegeven. Het waarborgfonds, dat in 1883 112.066.81 J bedroeg, is tot 115.379.29 gestegen. Het aantal ingebrachte posten bedroeg 3511 tegen 3442 in 1883, dat der terugbetaalde 2025 tegen 1960 in het vorige jaar. In 1884 waren er 435 nieuwe inbrengers, evenveel als in 1883. 332 rekeningen werden afgesloten tegen 301 in het vorig jaar. Op 31 Dec. 1884 bedroeg het aantal inbrengers 3993, wier tegoed op dat tjjdstip was verdeeld als volgtvan 5 en minder 563 van 5 tot ƒ20 694; van 20 tot 50 676; van 50 tot 100 603van 100 tot 500 1211van 500 tot ƒ1000 186 en boven de 1000 60. Gemiddeld te goed per inbrenger 135.99 tegen 132.57J in het vorig jaar. De 1® luitenant Van Overveldt van het 4e batal jon, 3e regiment infanterie te Vlissingen is op zjjn verzoek overgeplaatst bjj het 7" regiment infanterie. De gymnastiek-en schermvereeniging Oefening kweekt krachtzal, in vereeniging met het kader der infanterie, alhier in den loop der maand Maart eene uitvoering geven, waarvan de opbrengst tot een liefdadig doel zal worden aangewend. In Aug. zal te 's Gravenbage een examen voor landmeter van het kadaster worden gehouden. Aanmelding vóór 1 Juli aan het ministerie van financiën. Bij gelegenheid van haar 50jarig jubilé wil de redactie van de Kunstbodeuitgever J. J. Hofstede te Amsterdam, mevrouw Kleine een album aan- bjodoja, met bjjdragen van allen, die op letterkundig-, tooneei- of kunstgebied zich eenigen naam heb ben gemaakt of als kunstenaar met de talentvolle vrouw meer of minder in aanraking zjjn gekomen. De opbrengst van dit album zal gestort worden in een bestaand fonds, dat bestemd is ten bate van mevrouw Kleine te worden besteed. Bjj het album zal een groot formaat portret van onze eerste actrice worden gevoegd in het costuum van juffer Serklaas. Verschillende mannen van naam vereenigden zich om die uitgave te steunen. Onder voorzitterschap van den vice-voorzitter, den heer W. M. Morren, de voorzitter jhr. mr. D. G. Van Tejjlingen was door ongesteldheid ver hinderd tegenwoordig te zjjn, werd heden middag in het Schuttershof alhier eene algemeene verga dering gehouden van het Onderwijzersgezelscliap in het arrondissement Middelburg. De heer Morren opende de vergadering, die tamelijk druk bezocht was, met eene onlangs lid geworden onderwijzeres welkom in dezen kring te heeten, daarbjj de hoop uitsprekende, dat haar voorbeeld door meerdere dames mocht gevolgd worden, opdat, meer dan tot dusver, onderwijzers en onderwjjzeressen in samenkomsten als deze onderling de belangen van het onderwijs kunnen bespreken. Nadat nog eenige nieuwe leden waren verwel komd, verkreeg de heer P. B. Oost Lievense, gyinnastiek-onderwjjzer te Vlissingen, het woord ter bespreking van het onderwerpOp welke wjjze moet het gymnastiek onderwjjs ingericht worden op de scholen (speciaal de gemengde scholen) van gewoon lager ondeiwjjs? Spreker wenschte deze vraag te verdeelen in de vier volgende 1° welke gymnastische oefeningen moeten in de lagere school onderwezen worden rib"welke is de geschiktste tijd ervoor? 3° welke leergang behoort gevolgd te worden? en 4° moet het onderwjjs aan meisjes en jongens gezamenlijk worden gegeven, of moet van afzon derlijke klassen gebruik gemaakt worden Het eerste onderdeel beantwoordde spreker als volgthet onderwjjs moet in vrije oefeningen en in oefeningen aan enkele eenvoudige toestellen verdeeld worden. Wat het tweede punt betreft was spreker van oordeel, dat het onderwijs steeds in de gewone schooluren behoort gegeven te wordendat voor kinderen van 68 jaren na elk lesuur enkele minuten voor spel moeten afge zonderd wordeneerst voor kinderen van 8 tot 9 jaren het eigenljjke gymnastiek- onderwjjs moet aanvangen en dat voor die leerlingen dit onderwijs tusschen de schooluren of in het laatste dier uren dient gegeven. Als te volgen leergang beval spreker dien aan van den heer J. S. G. Disse te Rotterdam. Met betrekking tot het laatste punt wees spreker erop dat, waar meisjes en jongens eene verschillende lotsbestemming en ook onderscheiden lichaams bouw hebben, onmogelijk goed onderwijs aan eene gemengde klasse te geven is. Eindeljjk deed spreker nog uitkomen de groote waarde van het spelen voor kinderen en knoopte daaraan eenige wenken vast om de kleinen goed en oordeelkundig te leeren spelen. Bij het vervolgens plaats vindend debat was een der aanwezigen van meening, dat er geen bezwaar bestond om meisjes en jongens beneden de 12 jaar samen te laten spelen, wel wanneer de leeftjjd hooger wordt. Die spreker wees ook op de prac- tische bezwaren, die, vooral op plattelandsscholen waar slechts een onderwjjzer voor elke klasse staat, zullen rjjzen. De heer Lievense beaamde dat op scholen ten plattelande niet altjjd voldoend personeel te vinden zijn zal en dat daar, vooral als in tegen overgesteld geval geen oefeningen gemaakt kunnen worden, geen bezwaar bestaat de kinders uit de laagste klassen samen te laten spelen. Nadat het debat over dit onderwerp was afgeloopen, gaf de voorzitter kennis dat door een der leden een onderwerp ter bespreking was in gezonden betrekkeljjk de muziek. Dat lid deed de viaag: wanneer behoort op de gewone lagere school aangevangen te worden met den zang naar notenschrift zjjn er ook nadeelen verbonden aan het gebruik van muziekinstrumenten? en is het goed te keuren, dat liederen worden gezongen naar notenschrift, die vroeger op het gehoor gezongen zijn. Op verzoek van het bestuur, zal de heer D. W. Louis in eene volgende vergadering dit onderwerp inleiden. Een tweede onderwerp, thans aan de orde, was is er op eene school ontzag denkbaar zonder vrees De heer J. F. Op den Zieke, onderwjjzer te Vlissingen, was de inleider ervan. Spreker gaf, na gedefinieerd te hebben wat ontzag is, als zjjne meening, dat op geen school ontzag denkbaar is zonder vrees, wjjl bjj jeugdige, nog onontwikkelde menschen, evenals bjj jeugdige volken, alleen door vrees ontzag kan gewekt worden, wjjl zjj voor het voelen van hoogachting, ook een middel tot ontzag, nog niet rjjp zjjn. Door yreea dus, waar -welke vrees en hoe moet die vrees gewekt worden Door enkele goed gekozen voorbeelden uit het werkelijke leven gaf spreker dat aan. Bij kinderen, evenals bij groote menschen, is de vrees voor het geheimzinnige, het onbekende veel grooter dan de werkelijkheid ooit zijn kan. De leerling moet daarom niet kunnen berekenen, wat de straf zjjn kan, die hem wacht voor eene overtreding. Van zelf kwam spreker nu op de straffen en ook hier wist hij goede voorbeelden te vinden om de groote waarde te doen uitkomen van oordeel- en menschkeindige straf. Vrees, zoo besloot de heer Op den Zieke zijn voordracht, is onmisbaar op de school, maar de kinderen moeten geen beul zien in den onder wijzer; integendeel, zij moeten overtuigd zijn dat het den onderwijzer leed doet tot straffen zjjne toevlucht te moeten nemen. Z. i. is de beste schoolman bjj die weinig straft, maar veel liefde betoont. Debat lotte de voordracht verder niet uit, maar wel gaf zij nog aanleiding tot een bespreking, waarvan de door den beer Op den Zieke gesproken lot woorden den grondtoon vormden. De vergadering is daarna gesloten. De heer G. A. W. de Veer te St. Laurens ont ving toezegging van beroep naar Woudenberg. Het programma voor de tweede uitvoering, Dinsdag te geven door de zangvereeniging Oefening en Uitspanningbevat wel geen groot oratorium maar toch zooveel belangrijks, dat wjj daarop even willen wijzen en de aandacht der muziek liefhebbers erop vestigen. De twee eerste nommers van het programma bestaan uitOuverture, Air en Gavotte uit de D. dar Suite voor strijkorkest en Chromatische fantasie en Fuge voor piano. Beide stukken zijn gekozen ter herinnering aan den geboortedag .van Joh. S. Bach, die in Maart 1685, dus 200 jaar geleden, plaats had. Bach wordt met recht de meest oorspronkeljjka Duitsche toonkunstenaar en de grootste contra puntist der wereld genoemd. In zjjn tijd was hij de grootste organist, pianist, violisten violon- cellist; in het kort hij was een zeer zeldzaam, veelzjjdig ontwikkeld muzikaal genie, wiens wer ken steeds, vroeger en nog heden, de grootste bewondering wekken. Zonder Bach zou op het gebied der toonkunst zeker nog niet die hoogte zjjn bereikt, waarop wjj thans staanbjj alleen heelt de kunst van oom- poneeren en vooral die van het meer-stemmig toonzetten, door zjjn genie en zjjn rusteloos schep pingsvermogen, een groote schrede voorwaarts gebracht. Geen wonder, dat men den geboortedag van zulk een man wil gedenken in Duitschland bereidt men groote feesten ter eere van de nagedachtenis van den uitstekenden toonkunstenaar vooren zeer gepast 'mag het zeker genoemd worden, dat ook Dinsdagavond op het programma, met hetzelfde doel, twee der meest geliefde, zijn het ook al niet de voornaamste werken van den componist prijken. De volgende nommers zijn van Mendelssohn, en wel Variations Serieuses voor piano en psalm 42 voor sopraan-solo en koor. Genoemde psalm werd hier in 1863 voor het laatst uitgevoerd', slechts weinigen zullen zich dit wellicht herinneren. Het werk is een der meest geliefde in dit genre en verdient daarom ook zeker wel dat de zangver eeniging het nog eens ten gehoore brengt. Het tweede deel van het programma bevat twee werken van hier nog onbekende componisten. Het eerste, Serenade voor strijkorkest van Hoffmann, is een der laatste composities van den door zjjne opera's en symphoniën zoo spoedig be kend geworden toondichter. Ernst en scherts wisselen elkaar in dit toonstuk af en bjj eene goede uitvoering zal het zeker zeer voldoen. Het tweede werk is Rheinmorgen van Albert Dietrich, woorden van M. Evers. Daarin wordt het opkomen van de zon, het wegtrekken van de nevels, het ontwaken van leven en verkeer zeer schoon in muzikale tinten geschilderd. Wie den Rjjn kent met zjjn poezie en zjjn vrooljjk leven zal het gedicht met genoegen lezen. En bjj de minder bevoorrechten, die nooit zoo gelukkig waren om den Rjjn in al zjjne schoonheid te aanschouwen, zal het hooren der muziek en het leefen kennen der woorden het verlangen opwekken öaar dit onuitsprekeljjk genot. Wij zouden hun dan alleen kunnen toewenschen, dat zjj nog eenmaal zoo ge lukkig mochten zjjn, dat verlangen te bevredigen. Als solisten treden Dinsdagavond op eene gunstig bekende dilettante mej. Z. in de 42 Psalm voor de sopraan-partjj, en de heer Jamea Kwast, professor aan het conservatoire te Frankfort. Over laatstgenoemde behoeven wij niet veel te zeggen. Hjj is een bekend Nederlander die door zijn meesterlijk spel in Duitschland de grootste bewondering wekt en door zijne uitstekende methode van onderwjjs zeer veel goede pianisten heeft gevormd. Wjj hebben beproefd de belangstelling op te wekken voor de a. s. soiree van Oefening en Uit" spanning, omdat wjj meenen recht te hebben te verzekeren dat dien avond veel schoons ons wachtj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1