N° 29. 128e Jaargan W oensdag 4 Februari. Kennisgeving. Nationale Militie. FEU 1LLETO EINDELIJK ONTMASKEKD. Middelburg 3 Februari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën* 20 Cerx<,8per regel? Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels f 1,S0 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte VRIJWILLIGERS. Veemarkt te Middelburg CODRAIVT. Agenten zijn te VlissingenP. G. De Veij Mestdagh en Zoon, te GoesA. A. W. Bolland, te Kruiningenr f. Van dek Peijl, te ZierikzeeA. C. Da Moou, te TholenW. A. Van Niedwenhdijzen, en te Ter Neuzen A. Van dm p™ j* 00 agenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Pubücité étrangère G. L. Dadbe en Cie., John F. Jones opvolger. Gedeputeerde staten vau Zeeland, gezien art. 73, 2de lid, van de wet regelende het kiesrecht en de benoeming van afgevaardigden ter eerste en ter tweede kamer der staten-generaal, van 4 Juli 1850 Staatsblad n°. 37); noodigen de inwoners der provincie uit, zoo zij in de grondbelasting, de personeele belasting of bet patentrecht, op de kohieren tot den loopenden dienst behoorende, elders zijn aangeslagen, daarvan door toezending van de vereisehte bescheiden (aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren, en eene berekening van hetgeen in hoofdsom en in rijks opcenten afzonderlijk wordt betaald) vóór of uiterlijk op 1 April aanstaande aan ben te doen blijken. Middelburg, 30 Januari 1885. Gedeputeerde staten, W. M. DE BRAUW", Voorzitter. KRUSEMAN, Wd.-Griffier. De burgemeester en wethouders van Middelburg, roepen bij deze al degenen op, die genegen mochten zjjn om als vrijwilligers bij de nationale militie in dienst te treden, om zich te dien einde voor den 1 Maart a. ter gemeente secretarie aan te melden. De bepalingen der wet van den 19 Augustus 1861 {staatsblad n° 72) betrekkelijk de natiouale militie zijn ten aanzien van de vrijwilligers bij de militie de volgende Art. 11. Om vrijwilliger bjj de militie te zijn moet men ongehuwd ot kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1,56 meter lang, op den 1 Januari van het jaar der optreding als vrijwilliger het 20,tc jaar ingetreden zjjn en bet 35ste jaar niet volbracht hebben, tot op het tijd- stip der 0pkro4ixjg w-jr1--1-»--—O-— - aanzien van de militie, zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid. Het bezit van die vereiscbten, met uitzondering van de lichamelijke geschiktheid en van de gevor derde lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van.den burgemeester der woonplaats. Dat getuigschrift is ingericht in den door ons te bepalen vorm. Art. 12. Hij, die voor de militie is ingeschreven wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene verplichtingen ten aanzien van de militie meer te vervullen hebbe. Art. 13. Hp, die bij de zeemacht, bjj het leger hier te lande, of bij het krijgsvolk in 's rijks overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bjj de militie toegelaten, tenzij hjj bjj het verlaten van den dienst, behalve een bewijs van ontslag, van den bevelhebber, onder wien hjj laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende dat hjj zich gedu rende zjjn diensttijd goed heeft gedragen. Hij kan, heeft hjj dit ontvangen, tot dat zjjn 40"te jaar volbracht is, als vrijwilliger bjj de mi litie worden toegelaten. Burgemeester en wethouders brengen voorts ter kennis van belanghebbenden, dat tot het opmaken van het getuigschrift, bedoeld bij bovengemeld artikel 11, dagelijks van 's morgens 10 tot 'sna- Si homan van HUGO KUUZE. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Als met een electrisohen schok vloog Els- faeth, zoodra zjj den graaf gewaar werd, naar hem toe, met den uitroep: „God, zij gedanktdoch ireeds midden in de kamer had hjj haar in de armen Opgevangen en drukte hare bevende ge- Btalte aan zijn borst. „Elsbeth, dierbaar, geliefd meisje" klonk het juichend van zjjne lippen, »heeft de angst over mjj u zoo aangegrepen »M.en zei dat gij op sterven laagt", fluisterde zij en drukte zich blozend tegen hem aan. »Toen was het mjj alsof hemel en aarde vergingen, en Meer kon zjj niet stamelen. Graaf Bolko sloot haar mond met een kus. Nog eens scheen hemel en aarde te vergaan, doch nu voor beiden en in onuitsprekelijk geluk. Na eenigen tjjd onrukte de graaf zich met ge weld aan de toovermacht, die hem gekluisterd hield, en sprak tot zjjn oude vriendin „Om zulk een zaligheid te smaken kan men het er wel voor over hebben om eerst den dood ju het aangezicht te zien." Sedert geruimen tjjd reeds neemt Elsbeth de plaats middags 2 uren, de Zondag uitgezonderd, ter gemeente-secretarie de gelegenheid is opengesteld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, heden den 2 Februari 1885. De burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K De Secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. Donderdag den 5en Februari 1885, van des voormiddags 8 tot des namiddags 4 uren. De burgemeester en wethouders van Middelburg, P I C K De secietaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. In de Vragen des Tijds van Febr. komt een artikel voor van generaal H. J. Enderlein over dienstvervanging. Veel liever dan de anti-dienstvervanging bond zag de schrjjver een bond opgericht die zich ten doel stelde om de maatregelen tot verheffing der milicien-plaatsvervangers te steunen en vooral om bij de natie het vooroordeel te hunnen aanzien te doen verdwijnen. Daardoor zouden ook de goede elementen van de mindere standen worden aangemoedigd om zich niet door eene valsche in vele opzichten wel te verklaren schaamte te laten weerhouden van op eene eerljjke wjjze hun lot geldeljjk te verbeteren, door zich, wanneer zjj door broederdienst of anderszins van de militie vrij geworden zijn, toch als milicien-plaatsvervangers hetzij tijdelijk, hetzij blijvend, door gebruik te maken van art. 9 der militiewet. De schrijver bestrijdt verder bet beweren, dat de dienstvervanging een prerogatief der hoogere standen is, en die standen zich aan plichtverzaking schuldig maken door een plaatsvervanger aan te stellen. Deze bestrijding vinden wij belangrijk genoeg om onder de oogen onzer lezers te brengen. Zulk een beweren wordt zeer dikwijls geuit en nog zelden lazen wij daartegen een protest; waar dit gehoord wordt uit den mond van generaal Enderlein verdient dit wel de aandacht. De schrijver zegt het volgende »Eene beschuldiging wordt bp elke gelegenheid verkondigd »»Zjj die zich bij den militiedienst doen vervangen, zondigen tegen de vaderlandsliefde, althans zjj onttrekken zich aan den duursten plicht, dien het vaderland zijnen zonen oplegt, om hun leven veil te hebben voor de verdediging van den geboortegrond. »»Eene natie, waar het beginsel wordt gehuldigd om den dienstplicht door den hoogeren stand te doen afkoopen, terwjjl de lagere stand daarvoor betaling aanneemt, schiet te kort in vaderlands liefde en vrijheidszin."" Wat is daarvan aan Ons leger is in den volsten zin des woords een nationaal leger; met het in dienst nemen van vreemde troepen is reeds voor een halve eeuw geheel gebroken. In het leger en meer bepaaldelijk bij de onbe reden wapens zijn de soldaten hoofdzakelijk mili ciens, en zijn de vrijwilligers, voor zoo verre zij niet naar de koloniën gaan, meer als aspiranten voor het kader te beschouwen. Bij den minimum-oefeningstijd der miliciens moet het organieke kader volstrekL bestaan uit dezulken, die zich blijvend, althans voor geruimen tijd, aan de militaire loopbaan wijden. De zeer goede maatregel van het opleiden van geschikte miliciens voor het militiekader kan toch het organieke kader niet vervangendaarvoor is de opleiding niet voldoende de maatregel moet dan ook dienen om aan de buitengewone behoefte in oorlogstijd te geinoet te komen. Van zelf heeft het getal der zoodanigen zijne grensonbepaald kan en zou men het ook niet mogen uitbreiden, omdat men ze dan tevens als soldaten in de gelederen zou missen, zoodat voor een milicien de dienst als soldaat regel, in het militiekader uitzondering blijft. Heeft het voltallig houden van een goed geoefend organiek kader eigenaardige bezwaren, de verheffing van den onderofficiersstand en de verbetering der vooruitzichten werken daarbij reeds ten goede, en wanneer men bedenkt, hoeveel kader en geoefende manschappen in de behoeften van het Oost-Indisch leger helpen voorzien, dan mag men al blijft het ook een onderwerp van aanhoudende zorg de verkregen resultaten niet te min schatten. Wat nu de aanvulling der officiersrangen betreft, zoo ziet men tal van jongelieden, evenzeer uit de hoogste kringen als uit de gegoede burgerij, zich, aanbieden, hetzij als Kadet op ae inuuaire acauemie, hetzij voor opleiding bij de koi'psen, in welk laatste geval zij aanvangen met het onderofficierskader te versterken. Bij de daarvoor vastgestelde examens kunnen zelfs niet allen, die daaraan voldaan hebben, geplaatst worden, en moet men een deel van hen naar een later coneurreerend examen verwijzen. Verder ziet men tal van officieren, zoodra er gelegenheid is om aan de inspanningen, vermoeie nissen en gevaren op het oorlogsveld van ons roemrijk koloniaal leg- r deel te nemen, zich voor detacheering naar Indië aanmelden en menigeen die uiting van hunnen echt militairen geest met hun bloed bezegelen. Mag men nu, wanneer de gegoede en hoogere standen zoo ruimschoots voldoen aan de militaire eischen, die het vaderland aan zjjne ontwikkelde zonen stelt, erin de verste verte aan denken om hun een verwijt van plichtverzakiDg voor te werpen Een verwijt daarop gegrond dat de zulken, die eene andere loopbaan inslaan soms nog omdat zij bij de concurrentie de militaire loopbaan niet mochten bereiken en hunne neiging volgen om op ander gebied als waardige leden der maatschappij op te treden en hun vaderland te dienen, alsdan weinig roeping gevoelen in, welke haar moeder in mijn hart bekleed heeft. Maar nog altijd betwijfelde ik of het mij mogelijk zou zijn om haar jonge hart geheel te winnen. Heden is die twijfel geweken en gij, geliefde moeder, zult met een gerust hart de hand uwer kleindochter in de mijne kunnen leggen." Met tranen in de oogen had mevrouw Von Brusting dit onverwacht tooneel gadegeslagen en thans sprak zij met een van aandoening trillende stem „Gods besten zegen roep ik over u en over mjjn kind af God heeft groote dingen aan mij gedaan en mij van een zware zorg bevrjjd. Aan wien kan ik mjjn geliefd kleinkind liever toe vertrouwen dan aan u Harteljjk drukte de graaf een kus op haar hand en sprak „Gelukkig ben ik in staat om li een kleine vergoeding aan te bieden voor het kostbare ge schenk dat gjj mjj geeft. Een donkere bladzjjde in de jaarboeken uwer familie zal, als ik mjj niet bedrieg, weldra opgehelderd worden. Mjjn onver - geteljjke vriend Erik, uw dierbare zoon, zal bin nenkort in zjjn eer hersteld worden. Om kort te gaan, onze lang gekoesterde wensch om den zwager van Warburg te vinden, is verwezenljjkt. Louis Stiller bevindt zich in onze nabjjheid. Hjj is. - A Directeur Brenken! bedoelt gjj Bren- ken, graaf Bolko?" riep de oude dame, vlak bjj hem komende. ffJa, het is onze arme gewonde, dien ik ge lukkig uit de handen zjjner sluipmoordenaars mocht redden", vulde de graaf aan. »Wat de aanleiding tot die onverklaarbare handeling ge weest is, weet ik nog niet, maar dat zal zich ook wel ophelderen. Hjj heeft echter nog slechts enkele uren te le ven. Op zjjn verlangen heb ik een notaris laten ontbieden, nadat bjj eerst bjj dominé Hanck ge biecht had. Ik heb wel is waar nog geen der beide heeren gesprokenmaar het komt mjj stellig voor, dat Stiller zjjn bezwaard geweten wil lucht geven en belangrijke dingen te zeggen heeft, die met Eriks dood in verband staan. Brenken kwam mjj altjjd zoo gedrukt, zoo be zorgd voor", voegde hjj er peinzend bjj, „maar ik had toch niet gedacht dat hjj, zoo dicht in onze nabijheid, de man was, dien wij al zoo lang zochten De Nemesis heeft haar werk begonnen ook voor den bankier Warburg! Had zjj hem niet met blindheid geslagen, toen hjj zjjn mede plichtige hier in de nabjjheid der moeder van zjjn slachtoffer zond Er volgde een diepe stilte op deze woorden. De oude dame zat in gedachten verzonken en Elsbeth liet haar hoofdje tegen graaf Bolko rusten, in wien zjj voortaan een steun bjj alle bezwS® des levens vond. Er werd geklopt. Dominé Hanck stond op den drempel en na de dames begroet te hebben, zei hjj „De zieke wenscht, dat de graaf bjj het voorlezen van het protokol tegenwoordig zij. Zjjn tweede verzoek, dat bjjna niet meer uitvoer- om zich gedurende vjjf jaren als soldaat voor den krijgsdienst beschikbaar te stellen en als milicien in een rang en omgeving ver beneden hun stand te dienen en dat, terwjjl er gelegenheid genoeg bestaat om zich te doen vervangen door lieden, die, zonder geld en tot een minderen stand be hoorende, aan die plichten even goed en beter kunnen voldoen die in hunne maatschappelijke positie er niet door benadeeld worden, maar integendeel zoodanig gebaat, dat zjj zich vrjjwillig tot die vervanging aanbieden. Neen, zulk een krenkend verwjjt is hoogst onbilljjk voor de hoogere standen. Evenmin is er aanleiding om iets in dien zin tegen de minder gegoede en lagere standen aan te voeren. Men behoeft slechts te wjjzen op den goeden, gewilligen geest, die, in het algemeen, onze miliciens ken merkt, jongelieden, die bjj hunne opkomst aan het militaire leven geheel vreemd zijn en in den regel weinig ingenomen met hunne indeeling bjj het leger, waar zjj al dadelijk aan de buitengewone inspanning van eene snelle dressuur worden onder worpen, terwjjl tevens velen onder hen de over tuiging hebben, dat zjj tehuis noode kunnen gemist worden. Het is dan ook zonder dat eenige verwjjtende gedachte bjj mjj opkomt, maar alleen om het speciaal verwjjt van plichtverzaking aan de hoogere standen te wraken, dat ik mij niet weer houden kan van deze opmerking te maken ware de militaire geest even levendig in quantita- tieve verhouding bjj de minder als bjj de meer gegoedenzoo zou alle nog overbljjvende zorg voor de goede aanvulling der vaste kaders door vrijwillige dienstneming wel geheel zjjn wegge nomen". 3 en 4 dezer, de beperking van het vervoer van vrachten wordt opgeheven op de wegen, in onder houd bjj het rjjk tusschen Breskens en de grens bjj Eede, van Middelburg, over Goes, naar IJerse- kendam, langs het kanaal van Terneuzen, tusschen Sluiskil en Axel en langs het kanaal door Zuid- Beveland. Aan de heden gehouden verkiezing voor een lid der provinciale staten in het district Middelburg werd te Middelburg deelgenomen door 350 van de 498 kiezers. Bjj de verkiezing op 8 Mei 1883 brachten in onze gemeente 342 van de 497 kiezers hunne stem uit. Een alleraangenaam sten indruk maakt de teha toonstelling van voorwerpen, bestemd voor de loterjj van vrouweljjke handwerken en andere zaken, ten behoeve der armen onzer stad, die heden en morgen in het polderhuis in de Abdjj alhier te bezichtigen is. Dank zjj de oordeelkundige schikking komen de bjjna 400 verschillende prjjzen, die uit den aard der zaak voornameljjk uit dames-handwerken bestaan, uitstekend tot haar recht. Maar behalve de traditioneele antimacassei'Si baar scheen bjj de weinige oogenblikken dié hem nog resten uw b ij zjjn, geachte me vrouw zou nu ook vervuld kunnen worden Misschien wil mevrouw zoo goed zjjn van mee te gaan. Het betreft gewichtige familiezaken van zulk een verrassenden aard, dat ik nauweljjks aan de waarheid kan gelooven." De graaf bood Elsbeth zjjn arm aan en bracht haar in zjjn cabinet, terwjjl hjj op teederen toon fluisterde »Zeer gewichtige mededeelingeh voer ml grootmoeder en voor ons allen zullen ons een oogenblik scheiden wil mjjn Elsbeth zoo lang hief vertoeven in mjjn heiligdom Op de plaats; waar ik itren lang aan haar gedacht heb, toen ik; nog niet wist welk geluk mjj beschoren was Tot antwoord gaf zjj hem stilzwjjgend haar rech ter hand. Hoe gaarne bleef zjj niet een oogenblik alleen met haar gedachten en haar geluk In de ziekenkamer heerschte een bjjna volslagen stilte. De zieke lag in een halve sluimering, terwjjl docter Karpinsky voor het bed zat en hem bezorgd aanzag. De notaris zat aan een klein tafeltje en las eenige beschreven bladen door. Hjj wilde opstaan, doch graaf Bolko wenkte hem zich stil te houden en bracht mevrouw Von Briisting naar zjjn stoel, waar de zieke haar niet zien kon. Hoe stil alles ook gegaan was Stiller moest em toch gehoord hebbenwant hjj vroeg zacht »Is de graaf gekomen Ik wilde hem van harte danken en zjjn tusschenkomst bjj mevrouw Von Briisting inroepen, want het zal mjj wel ni«j

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1885 | | pagina 1